In dezen gevaarlijken tijd
J. A. v. d. ENDEN, Coiffeur Bloemendaalschestr. 77
en Bloemend. Apotheek, Bloemend. Weg.
HIEVR. G. v. d. BRINK, Cop-
Alleen echt met dit etiket.
UIT ANDERE GEMEENTEN.
De Reddingsbrigade voor Drenkelingen
te Haarlem bestaat Maandag a.s. drie jaar.
Dien avond houdt de wakkere vereeniging
des avonds ten 8 uur hare jaarvergadering
in „Zang en Vriendschap".
J. J. Cremer. De Koninklijke Letter
lievende vereeniging „J. J. Cremer" meldt
ons, dat ze voor haar ophanden wedstrijd
reeds verscheidene prijzen ontving, van
haar eere-voorzitter, haar beschermheer,
van de Teylerstichting, van den burge
meester en anderen.
Het Haarlemsch muziekcorps. Een
door verscheidene winkeliers van Haarlem
onderteekend stuk werd ons ter plaatsing
gezonden. De omvang ervan belet ons het
in zijn geheel op te nemen, maar gaarne
geven wij er de zeer sympathieke strek
king van weer. In het stuk wordt gezegd,
dat de gevolgen van het (thans dreigend)
uiteengaan van het Haarlemsch muziek
corps voor de stad van groote beteekenis
zouden zijn. Haarlem zou eene groote aan-
tiekkelijkheid verliezen, wat velen weer
houden zou zich er te vestigen, en den
Noei der stad dus verminderen zou. Gaar-
vallei wij de onderteekenaars van het
nij en wekken ieder op, lid te worden
het Haarlemsch muziekcorps, welks
ntbcstaan, afgezien nog van het kunst-
lot, ook den bloei van Haarlem nog ten
ede kómt.
;/seum van Kunstnijverheid. De ver-
Den g van den Raad van het museum
s-"iiverheid te Haarlem zal dit jaar
st 1 Juli piaats hebben. Bij deze ge-
iieid zal de tentoonstelling van tuin-
i. octuur. bouwkunst en toegepaste
ilderkunst van Louis van der Swael-
iir 'chitect. en Jan Pauw, architect,
Dm voorzitter van genoemden Raad,
P. Teding van Berkhout, geopend
-den.
u de opening -.al door den heer Van der
n een voordracht in verband met
ju toongestelde werk worden gehouden.
AN HIER EN DAAR.
Het Duitsche gevaar voor Nederland.
de „Vragen des Tijds" schrijft prof.
G. W. Kernkamp o. m. het volgende, naar
[leiding van wat er in ons land den laat-
1 .en tijd nogal eens tegen Engeland werd
cv. schreven
De ligging van ons land tusschen de
oorlogvoerende mogendheden is nu een
maal zoo, dat onze handel de meeste be
lemmeringen ondervindt van de maatrege-
kii door Engeland ten opzichte van
Puitsehland genomen; maar die maatrege
len houden op met den oorlog; alleen de
Duitschgezinden kunnen of willen niet be
seffen dat de toenemende invloed van
Puitsehland in Nederland het groote en blij
vende gevaar is voor onze politieke, eco
nomische en geestelijke zelfstandigheid, en
dat wij in dit opzicht noch van Engeland,
noch van een der overige geallieerden iets
hebben te duchten. Bovendien, onder allen,
't Duitsche gevaar voor Nederland
vreezen, is er niemand, die ons volk op
eenigerlei wijze aan de leiband van Frank
rijk of Engeland zou willen zien loopen;
maar onder wat men thans de pro-Duit-
sehers noemt, zijn er sommigen, die vurig
wenschen, zijn er anderen, die het niet zoo
verschrikkelijk zouden vinden, dat Neder
land een autonoom lid van den Duitschen
bondsstaat werd; zijn er weer anderen, die
liet verlies onzer zelfstandigheid zouden
betreuren, maar die meenen dat dit lot op
den duur toch niet kan worden afgewend
en dat het daarom voorzichtige en verstan
dige politiek moet worden genoemd, den
weg ertoe te effenen en in elk geval de
Duitsche regeering niet te ontstemmen. In
dien door „pro-gealliëerden" wordt opge
komen tegen de pogingen van dr. Kuyper
en zijn medestanders in het „pro-Duitsch"-
zijn cm ons volk tegen Engeland op te
zetten, dan doen zij dit niet uit liefde voor
Engeland, maar voor Nederland, en zij
doen het zeker niet om Nederland tot een
sloep te maken, die in het kielzog van den
schoener Brittannië vaart."
Als alle oorlogsrecht, schrijft de heer
Kernkamp verder, is ook de Engelsche
rechtspraak in alle zaken betreffende aan
gehouden schepen en inbeslaggenomen goe
deren aan bedenking onderhevig, maar niet
in zoo hooge mate als de Duitsche. De
willekeur van de Duitsche rechtspraak in
dergelijke kwesties in overbekend.
Kunstmonden en -neuzen. Zoowel in
Duitschland als in Frankrijk zijn voor de
behandeling van kaakverwondingen speci
ale hospitalen met tandheelkundige hulp
ingericht. De tandheelkundige techniek
doet daar wonderen. Niet alleen worden
de kaakstukken vereenigd en weer in hun
normale ligging geplaatst, zoodat de kauw-
functie zoo spoedig mogelijk weer kan
worden uitgeoefend, maar men verkrijgt
ook de prachtigste resultaten met kunst
matige vervanging van het ontbrekende
stuk. Het vel van hals en armen wordt
gebruikt om een nieuwen mond te fabri-
ceeren. Uit zinken of nieuwzilveren spal
ken en ijzerdraad vervaardigt men voor-
loopige kaken, die later vervangen worden
door beenstukjes uit het scheenbeen.
Te Lyon is een onderofficier, wiens ge
zicht zelfs bij nauwkeurige beschouwing
niets abnormaals schijnt te hebben en die
niettemin een kunstneus bezit. Deze is ge
vormd uit gelatinede randen zijn met Ara
bische gom aan het gezicht gekleefd. Hij
kan zijn neus snuiten als ieder ander en
heeft een voorrecht, dat bezitters van
„natuuF'-neuzen missen: hij kan hem af
nemen. Zaterdags, bij de „groote beurt",
legt hij zijn neus in een warmwaterbad om
hem schoon te maken en te laten smelten.
Daarna giet hij de gesmolten gelatine in
een gipsvorm en doet dan zijn schoonen
neus op(„Vox Medicorum".)
In een artikel in het tweede nummer van
„De Toorts" spreekt René de Clercq zijn
afkeuring uit over het gebrek aan Groot-
Nederlandschen zin bij de Nederlandsche
letterkundigen. Hij sluit met dit prachtige
vers van Guido Gezelle:
Gij zegt dat 't Vlaamsch te niet zal gaan
't En zal!
Dat 't Waalsch gezwets zal boven staan
't En zal!
Dat hopen en begeeren wij;
Dat zeggen en dat zweren wij;
Zoolang als wij ons weren wij,
't en zal, 't en zal, 't en zal!
„Hindenburg zeide: Aan uwer majesteits
voeten leg ik aller onder danigst onzen eer
biedigsten dank, omdat allerhoogst dezelve
ons de hooge eer aandoet eenige dagen in
ons midden te vertoeven, enz.
De KeizerIk dank u voor de soldateske
woorden, waarmede gij mij begroet hebt."
W. B. („Nieuwe Groene.")
Een flinke kerel. Het „Bat. Nbld." ver
haalt hoe het van Atjch terugkeerende s.s.
„Duymaer van Twist" op 40 mijlen afstand
van Batavia werd aangehouden door een
Engelsche kruiser, welke een Duitsch ser
geant van boord haalde. Daarop heeft dc
bevelvoerende majoor, zich aan boord van
den kruiser begeven en daar gezegd, dat
hij den kruiser niet zou verlaten voor de
sergeant terugkwam. De Engelschen heb
ben daarop ten slotte toegegeven. Het op
onthoud duurde vier uur.
Torenklokken. In D. J. v. d. Ven's
aardig boek „De torens zingen", vindt nien
een veelheid van leerzame en eigenaardige
dingen omtrent torenklokken vermeld; hier
zijn er eenige:
Bij de inrichting onzer carillons moet
men twee geheel van elkaar verschillende
speelmethodes onderscheiden, en wel:
lste. Dc mechanische bespeling, die ons
nu men allerwege blootstaat aan besmetting, nu is het noodzakelijker dan
ooit, dat men hoofdhuid en haren door herhaalde wasschingen krachtig des
infecteert. Hiervoor neme men de REINA KIAMOKA Shampooing, het mid
del van Nederlandsch fabricaat bij uitnemendheid. Prijs f 1.50 per flacon.
Voor het invetten der haren gebruike men de Reina Kiamoka Brillantine
het eenige krachtig desinfecteerende en heerlijk geparfumeerde vloeibare
haarvet. Prijs per flacon f 1 voor minstens een jaar voldoende.
Ter ontvetting en tevens desinfecteering van hoofdhuid en haren vrage
men. het zeer fijne geparfumeerde Haarwater „Pêle-Mêle", ook als odeur te
gebruiken Verkrijgbaar in de parfums „Mignonne" en „Fleurs de Nice"
A f 2„Mimosa" en „Peau d'Espagne" a f 2.50 per flesch. Onder voort
durende scheik. contróle van het Laboratorium M J. Ketting, Apoth., Singel
Amsterdam.
Vraagt ter kennismaking een proeffleschje PRINSESSE-Odeur,
heerlijk fijn en welriekend. Prijs 35 ets.
Verkrijgbaar te Bloemendaal bjj
op de heele en halve uren, soms ook op
het kwartier en met het klik het iederen
keer terugkeerende deuntje brengt, dat
door velen zoo zeer veroordeeld wordt en
als machinaal spel ook op één lijn mag ge
steld worden met de muziek der ouder-
wetsche speeldoozen, en
2°. het vrije beiaardspel, dat uitgeoefend
wordt door een toonkunstenaar, die klok
kenist, carillonneur en beiaardier wordt
genoemd.
Bij de machinale bespeling worden de
klokken geslagen door hamers, die op den
buitenkant der klokken neervallen. Bij het
vrije beiaardspel wordt door de kracht van
den uitvoerenden kunstenaar de klepel te
gen den binnenwand der klok geslagen.
In het eerste geval is 't alleen de ma
chine die werkt. In het andere wordt de
geheele inrichting door een klavier, dat de
klokkenist bespeelt, in werking gesteld.
Hier komt dus de geest van den toonkun
stenaar en zijn muzikaal gevoel geheel het
spel bezielen.
De oudheidkundige, H. Portheine Jr. te
Arnhem heeft de randschriften der drie
oudste en zwaarste klokken van de St. Eu-
sebiuskerk van Arnhem ontcijferd.
Op de eene leest men:
Zie, de bekende Karei, hertog van Gelre
heeft mij gegeven, Willi. Polhuis goot (mij)
in het jaar 1539. Salvator (redder) is mijn
naam. Ik loof den waren God. Ik roep het
volk. Ik verzamel de geestelijkheid. Ik
beween de dooden. Ik verjaag het onheil.
Ik luister de feesten op.
Deze luiklok weegt 5500 kilogram.
Op de andere:
Ik verkondig de namen van den heiligen
Martinus en Eusebius te gelijk. Ik betreur
de dooden. Ik roep de mijnen. Ik breek
den bliksem. Jezus. Maria. In 't jaar des
Heeren 1477.
Op de derde:
Ik word genoemd Maria, omdat ik ben vol
melodie; mijn stem is de stem des levens.
Ik roep u tot het heiligdom van vergiffenis.
In 't jaar des Heeren 1477. Gobelinus Moer
en Gerardus Wou hebben mij gemaakt.
TOONEEL.
Vanaf Vrijdag 23 Juni tot en met Don
derdag 29 Juni wordt in den schouwburg,
Jansweg Haarlem, vertoond de beroemde
film van Pathé Frères: „Onder Alva's
schrikbewind", drama in 6 afdeelingen,
naar Sardou's „Patrie", een levendige en
kleurrijke film, vol van oud-vaderlandsche
gebeurtenissen.
ONTVANGEN BOEKEN, ENZ.
In de reeks geschriften „Van Staten en
Volken" verscheen bij de Hollandia-druk-
kerij te Baarn thans een door dr. C. J.
Wijnaendts Francken geschreven werkje
over „Het aandeel van Engeland in de tot
standkoming van den wereldoorlog", welk
aandeel, volgens schrijver, nogal de moeite
waard schijnt te zijn.
setière, KEIZERSGRACHT 717,
AMSTERDAM.
Bij de Uitgevers-Maatschappij A. W. Sijt-
hoff, te Leiden, verschijnt eerstdaags een
werk over den wederopbouw van België.
Schrijver is de Belgische tuinarchitect
Louis van der Swaelmen, die reeds veel
over dit onderwerp schreef en bestuurslid
van het comité voor den wederopbouw van
België is. Een blik hier en daar in het
prospectus heeft ons re'eds den indruk ge
geven, dat dit boek zeer belangwekkend
zal zijn. De titel is „Préliminaires d'Art
civique, mis en relation avec le „Cas clini-
que" de la Belgique". De prijs van het
werk is 3,50.
Bij den uitgever J. A. Sleeswijk, te Bus-
sum, verscheen een tweetal kaartjes van
Nederland langs de Noordzee. De prijs per
stuk is 0,50. Een blik op deze kaartjes
deed bij ons de vraag rijzen of ze wel com
pleet zijn, compleet künnen zijn; de opgaaf
is ook nogal geen kleinigheid. De Noordzee
kust op betrekkelijk zoo kleine schaal.
Philips' Gloeilampenfabriek zondt, ter
gelegenheid van haar zilveren jubileum, een
fraai uitgevoerd boekwerk in het licht. Het
keurig verluchte en prettig geschreven
werk geeft een blik op den reusachtiger!
vooruitgang en bloei van een de^ mach
tigste Nederlandsche ondernemingen.
Vlaanderen's „Weezang" is de titel van
een geschrift, welks schrijver „Claudius
Severus" na een opsomming van Vlaande-
rens ellenden, gevolg van de achterstelling
door Fransch bestuur, tot den raad besluit:
de vervlaamsching der Gentsche hooge-
school en al wat er verder door de Duit-
schers kan worden aangeboden, wèl wis en
zeker aan te pakken. Van Cauwelaert heeft
in verband daarmee geschreven: „Wij zul
len met misprijzen afwijzen de gunsten,
die de Duitschers ons aanbieden." „Neen,
duizendmaal neen," antwoordt schrijver,
wij wijzen niets afDe woorden heb
ben voor ons alle kracht verloren; de be
twistbare ridderlijke gebaren laten wij aan
onze theatraal aangelegde zuiderburen."
ELKEN VRIJDAG AANWEZIG
IN „HOTEL CENTRAL",
LANGE POTEN, DEN HAAG.
Geestdriftig begroet hij de komst der Duit-
scherp, die „moeder Dietsch weer de eere
plaats in haar huis zullen geven," behalve
wat zij nog meer vo'or moois importeeren
zulien. Wat zal schrijver nog zeggen van de
professoren, die den Duitschers weigerden
aan de Gentsche hoogeschool in de Neder
landsche taal hunne lessen te geven? Ons
Vlaamsch bestaan, zegt hij, is ons dierbaar
der dan het applaus van de heele wereld.
De goede, nobele daad zoekt volgens schrij
ver dus niets anders dan het applaus der
anderen.
Het is zeer fraai, en wat hij er verder
van maakt, is niet minder mooi. Slechte
daden trouwens, zoo ongeveer betoogt hij
verder, worden door de wereld toch verge
ven en vergeten, als je de macht maar hebt,
(Zie Engeland in Transvaal b. v.), de hoofd
zaak is, van alles te maken wat er van te
maken is, er uit te halen wat er in zit. Zoo
is de schrijver het ook in dit opzicht met
zijn Duitsche vrienden eens, die reeds eeni
ge maanden geleden in den Rijksdag er op
wezen, dat men niet al te bang moet zijn
wat de geschiedenis later van een en ander
zeggen zal. Doorzetten, en je niet door
kinderachtige praatjes van moraal en zoo
van de wijs laten brengen. S.
VOOR ONZE DAMES.
Het eind van den rok. Er zijn machten
sterker dan de Mode. Wat zelfs de mode
niet gelukt is, dat zal thans geschieden op
aandrang van de nuchtere doch onverzette
lijke noodzakelijkheid. Eindelijk dan zal de
vrouw verlost worden van het kleeding-
stuk, waarmee ze sinds voorhistorische tij
den is geplaagd: de rok. De onpractische
windsels, die op kuische wijze de lichaams-
'vormen der vrouw moesten maskeeren,
welke taak vooral sedert de laatste modes
nauwelijks een sinecure was, hebben zoo
wel de oud-Joodsche vrouwen bij het dra
gen van haar kruiken water als de latere
Grieksche vrouwen bij het verrichten van
haar huiswerk, gehinderd. Door alle eeu
wen heen is de vrouw gedoemd geweest, bij
het beklimmen van een trap, bij het werken
op het land of bij het beoefenen der jacht,
gehinderd te worden door haar rokken.
Een taai geduld en bewondering afdwin
gende voorzichtigheid moeten onze bet
overgrootmoeders uit de zeventiende en
achttiende eeuw gehad hebben en met een
schuchtere bewustwording van tegenwoor
dige gemakzucht, vraagt men zich af: hoe
speelden dc vrouwen uit dien tijd het toch
klaar, in die kleeding en naar zulke ei-
schen haar taak te vervullen
Het is de vereeniging voor verbetering
van vrouwenkleeding, die in Nederland de
afschaffing van den rok zoo niet propa
geert, dan toch bepleit. En als die dege
lijke, voor alles naar practisch en goed
koop vragende vereeniging ergens den
schouder onder zet, dan kan men verze
kerd zijn, dat het althans geen modegril
geldt. Zij heeft hier de modellen tentoon
gesteld, zooals die 'in Berlijn en Weenen
ontworpen zijn voor de arbeidende vrouw.
Het zijn voorloopig nog echte werkpakjes
van grof katoen, doch niettemin voldoende
aan zekere elementaire eischen van artis
ticiteit. Leelijk althans zijn ze niet. De rok
wordt vervangen door een broek, die als
een rijbroek op zij langs het benedenbeen
gesloten wordt. Tot aan de knie valt hij
ruim en wordt dan gedeeltelijk bedekt door
den schoot der kiel-blouse. Het geheel
heeft dus wel iets van dc damesturnpakjes,
zooals die tegenwoordig het meest worden
gezien. De waarde, die zoo'n broek voor
de vrouwelijke tramconducteur bij haar
wipjes op en van de treeplank, voor de
glazenwaschvrouw, gasfitster, electricienne
en vele andere vrouwen, die thans genood
zaakt zijn een oorspronkelijk mannelijk be
roep uit te oefenen, heeft, behoeft niet be
pleit te worden.
Maatschappy tol Exploitive vangeVic^miiron le Oberlahnsieln
^icforia^Jïcücr
QBERUWNSTEW i
ZrZaluwUyk 3^nerjxaMaier
Jzidur a duf
liggend en koel
bewaren