OPEHING Th. H. WEILL, S1MAN-Y0GHURT. „Vroolijke Verhalen", Barteljorisstr. 26-28, Haarlem. Telefoon 604. Telef. 1004. Pension gevraagd. Bij dezen heb ik de eer mijn geachte clientèle te berichten, dat de nieuwe Stoffen voor het a.s. Herfst- en Winterseizoen gearriveerd zijn. Ued. beleefd tot een bezoek uitnoo- digende, Dameskleedermaker. Met Mei 1917 VHLLA, „De Evangelische Mij. en Rome." s mi mi m m mi mi mi mi mi mi mi mi mi mi mi mi mi mi mi mi mi mi mi mi mi mi mi mi mi Tm Tm Tm :m Tm Tm Tm Tm Tm Tm Tm Tm tm Tm Tm Tm Tm tm tm Tm Tm Tm Tm Tm Tm Tm Tm Tm Tm Tm Tm 29 Gebruikt Bij den Uitgever C. A. J. VAN DISHOECK, te Bussum, verscheen door JOB STEYNEN Prijs 90 cents. ONTVANGEN BOEKEN, ENZ. De uitgever M. Dijkhoffz, te 's-Graven- hage, zond ons een kleine handleiding voor het in potten kweeken van in het wild groeiende planten; prijs 25 cents. De Vereeniging voor het Vreemdelingen- \erkeer in den Zuid-Westhoek van Fries land heeft een zeer fraaie kaart van Gaas- terland uitgegeven. VOLKSGEZONDHEID. Vetzucht. In het populair geneeskun dig blad „De Gezondheid" vinden wij het volgende omtrent de veel voorkomende vetzucht Er zijn twee soorten van menschen, die aanleg hebben om dik te worden, doordat zich te veel vet onder de huid ophoopt. De eene categorie wordt zwaarlijvig, zon der dat hiertoe eenige aanleiding bestaat in zonder dat zij hiertegen iets kan doen in het te verhinderen. De andere klasse daarentegen, en die komt wel het veelvul- digst voor, heeft de vetzucht aan zichzelve te wijten. Het is dikwijls moeilijk om personen, die aan vetzucht lijden, te overtuigen, dat zij rneestal zelf verantwoordelijk zijn voor de 1 st die ze te dragen hebben. De vetzucht wordt veroorzaakt, doordat r een wanverhouding is tusschen de hoe- v elheid voedsel, noodig voor de instand- uding van het lichaam, en de hoeveel- id die dagelijks wordt gebruikt. Een be- p :alde hoeveelheid ervan is noodig voor I et voortbrengen van warmte en arbeid; de rest wordt omgezet in vet. Te veel eten, te veel alcohol, onvoldoende haamsbeweging, veel slapen, is de wor- 1 van het kwaad en men kan geen beter- hap verwachten, indien men tegen deze .chte eigenschappen niet te velde trekt, einig menschen willen toegeven, dat de i rzaak van hun kwaal ligt in een onmatig c set; daarin verandering te brengen kost l n moeite. Het komt dikwijls voor, dat iemand van z:stig jaar dezelfde hoeveelheid voedsel gebruikt als toen hij dertig was, ofschoon de functies om al het voedsel te verwerken rminderd zijn. Men moet zich dus niet rwonderen, wanneer onder deze omstan- d gheden het lichaamsgewicht sterk toe neemt. iet zware lichaamsgewicht, dat een vet- ehtige steeds heeft mede te dragen is un last, houdt zijn activiteit tegen en doet de lust om zich te bewegen verminderen. Hierdoor worden de spieren slapper en on dervoed. Daar slechts een bepaalde hoe- slheid voedsel geschikt is om energie Y ;ort te brengen, wordt het meerdere in d n vorm van vet als reserve afgezet. Dit i een afzonderlijke belasting voor de wer- k ig van het hart en de bloedsomloop, en h eft een nadeelig effect op de bloedvaten. I wanden dier vaten worden dikker, hun k cht wordt verminderd en aan het hart w rdt meer dan gewoon werk opgedragen om het bloed door de verdikte vaten te persen. Uit het bovenstaande kan men begrijpen, dat de wanden der bloedvaten hun rek baarheid verliezen, brozer worden en dat de lijders aan vetzucht daardoor zeer on derhevig zijn aan „beroerte" (bloeduitstor ting in de hersenen) en aan „hartziekten". Ook de ademhaling is belemmerd. Een dik mensch blaast en puft bij de minste inspanning; en omdat hij zoo gauw „buiten adem" is, vermijdt hij al ras elke buiten gewone lichaamsbeweging. Doordat de longen minder zuurstof op nemen, wordt er minder voedsel geoxy- deerd en daarom meer vet opgehoopt. De longen zelf beginnen haar natuurlijken weerstand tegen ziekte-aanvallen te verlie zen en het slachtoffer, dat aan vetzucht lijdt, is onderhevig aan bronchitis, dit is ontsteking van de slijmvliezen der lucht- piipstakken. WIJSBEGEERTE. Internationale School voor Wijsbegeerte. De vorige week werd aan de Interna tionale School voor Wijsbegeerte een leer gang gehouden door den heer Blok over mystiek. Uit den belangwekkenden leer gang brengen wij onderstaand een en an der aan onze lezers over, waarbij wij deels het verslag in „Het Amersfoortsche Dag blad" volgen. Het mystieke beleven is een trachten naar een-zijn met de groote Eenheid. Bui ten en binnen ons is het al-leven. Elke ziel is beperkt en zoo lang we nog afge scheiden zijn kan het absolute niet in zijn volheid komen. Het komen tot den grond van ons zelf is een zeker een zijn met de bron van alle voelen en denken. Zoo is de mystiek eigenlijk het doorleven van den zuiveren geest, evenals de philosophie. Wij moeten eeuwig voeling houden met den oer-grond onder ons om niet te wor den verdorde menschen. Wij hebben in ons de mystieke moeder, de bron van alle dingen, den grooten grond van de diepte van alle dingen zelf. Wanneer iemand met die bron in aanra king komt, komt hij tot bezinning, tot wijs heid. Mystiek is eigenlijk de uitbloeseming van de religie. In zoover nu iemand dat ten volle doorleven kan, wordt hij een prac- tisch mysticus. Hij blijft niet staan in zijn beschouwing der dingen, maar hij moet terugkomen in de veelheid der verschijn selen. Hij zal de dingen dan zien zoo, dat elk ding hem spreekt van God, in elk ding herkent hij God. Zoo zal die mysticus komende uit de diepte van het eenheid-doorleven alles zien in de glans van eeuwigheid. Hij zal erken nen, dat alles in volkomen harmonie is, dat alles goed is. Uit het mystieke leven bloeit niet alleen de mystieke kracht, maar ook de mystieke daad, en de mystieke wijsheid. In al ons kennen is mystiek. Alles groeit uit dat Eene op. De mysticus moet terug naar de verdeeling, maar liet eenheidsge voel komt daar terug als het wijsheids- gevoel. In het diepste van ons wezen zijn we zoo vrij. Elk mensch heeft dat diepere vlak bij zich. Vlak achter het nuchtere leven ligt die groote, oneindige Eenheid. Ten laatste wil spreker spreken over een weg tot het mystiek beleven. Hoe daartoe te komen? Die weg is een gaan naar den eeuwigen oergrond, waaruit alle dingen ontspruiten. We moeten onze ziel bestu deerd hebben. We hebben gevoel, verstand en naderhand de rede. Het gevoel is sub jectief, ongeordend en dat gevoel kan ons afbrengen van een dieper bestaan. Het gevoel moet beheerscht worden door het verstandelijke denken. Er moet niet zijn een zwelgen van het gevoel, maar een voortdurende macht van den mensch over het gevoel. Dan komt een klaarder wezen voor den dag en komt een diepere realiteit op. Het Eene kan slechts doorleefd wor den als alle beperkingen opgeheven zijn. Er is een leegte in den geest, die zwanger gaat van beweging. De middeleeuwsche mystieken willen komen tot de ongeheelde blootheid, tot den zuiveren geest. Zoo moet die geest gezocht worden. Er doemen dan dingen op, die eigenlijk geen vorm hebben. In die leegte zijn aanwezig alle begrippen. Wanneer de ziel zich te luisteren legt in de diepte, wordt er in de ziel iets geboren, de ster, de goddelijke vonk. Er wordt geboren het kontakt met het goddelijke. Wanneer die ster gaat uit schijnen, breekt dat uit in gejubel, dan zin gen de engelen het loflied: „Eere zij God". Zooals er opstijging is van het gevoel naar het denken, is er nog een intenser leven, dat de diepte van alles is, het onuitspreke lijke. De groote leegte wordt doorschouwd. Én we beginnen te doorvoelen, dat al wat door den geest werkt, een uiting is van het Eene. Dat zoeken van het Eene, wordt in het Westen gedaan door bidden, waarbij ge vraagd wordt wegneming van al wat niet God is. In het Oosten wordt het gezocht door meditatie, in de middeleeuwen ook in de Westersche kloosters toegepast.Dat is het ware bidden en de ware overpeinzing. Menschen in wie dat goddelijke leeft, worden genoemd zonen Gods. Dat zijn wezens, die in zich zelf het goddelijke aanbidden. Zij kennen den louteren geest, zijn geestelijke zonnen. Zij zijn de Prome theus die het goddelijk licht van den hemel steelt en het uitdeelt op de donkere aar de. De kern der wilskracht brandt in hun binnenste. LEGER EN VLOOT De naam der Indische marine. Met de gebeurtenissen van den laatsten tijd voor oogen, mag de aandacht wel eens geves tigd op een artikel over bovenstaand on derwerp, geschreven door den luitenant ter-zee A. ten Broecke Hoekstra in „Het Soerabaiaasch Handelsblad". Schrijver MEVR. G. v. d. BRINK, Cor- setière, KEIZERSGRACHT 717, AMSTERDAM. ELKEN VRIJDAG AANWEZIG IN „HOTEL CENTRAL", LANGE POTEN, DEN HAAG. zegt, dat de Bond van minder marine personeel onder den invloed der sociaal democratische leiders staat. Hij erkent, dat die Bond iets bereikt heeft; dat vele verbeteringen in de levensvoorwaarden van dat personeel te danken zijn aan die organisatie, welke omstreeks twintig ja ren geleden tot dat doel werd opgericht. Maar nu dat doel werd bereikt, is de be weging een streven geworden „naar ver plaatsing van het gezag." „Die „onafwendbare" ontwikkelingsgang in dit proces wordt als volgt verklaard. In dien bond heeft zich een geest van strijd ontwikkeld en vooral zijn het hier de voor mannen, die zich bewust zijn van hun in vloed op de kameraden. „Er mogen dan geen ernstige grieven meer bestaan; de discipline moge niets van ouderwetsche stramheid meer hebben; den man, die zijn plicht doet en zich behoorlijk gedraagt, moge geen speld in den weg gelegd wor den de actie kan niet stop gezet wor den, reikt heel ver over 't oorspronkelijke doel." En de heer t. B. H. schrijft tot slot: „Stond nu zoon demonstratie op zichzelf de zaak ware minder erg geweest, 't Meerendeel van 't volk zijn eigenlijk nog jongens, die men niet te ernstig moet nemen. Maar 't bedenkelijke is, dat deze gebeur tenis werd voorafgegaan en gevolgd door allerlei uitingen van verzet en tuchteloos heid. En dat in dezen tijd! Er is bovendien sabotage gepleegd, en zeer ernstige. Dit. is niet te vergoelijken en wordt ook door de overgroote meerder heid van 't volk en de leiders van den Bond veroordeeld. Maardaarmede zijn deze leiders niet geheel van de ver antwoordelijkheid af. Als men ontevreden heid zaait in een massa, waaronder allerlei elementen zijn, ook de slechtste, tot z.g. „actie" aanspoort, dan heeft men te beden ken dat ook dergelijke laaghartigheden er 't gevolg van zullen zijn. TOONEEL. Schouwburg Jansweg. Naar men ons meedeelt, zal de „Tournée de Comédie Francaise" in het ophafiden seizoen een tiental voorstellingen komen geven. On der de alsdan te spelen stukken zijn er verscheidene van de meest uitmuntende soort. Heden overleed zaeht en kalm tot onze groote droefheid, onze geliefde Echtgenoot, Vader, Behuwd- en Grootvader, de Heer PI ETER ELIAS VAN DER WERFF, n den ouderdom van 71 jaar. Bloemendaal. Wed. J. C. C. VAN DER, WERFE—Last. Scheveninaen. G. WIARDA—van dek Werit. J. A. WIARDA. Bloemendaal. M. W. VAN DER WERFF. P. E. VAN DER WERFF Jr. J. C. A. VAN DER WERFF van Kedlen. Overveen. N. VAN DER WERFF. A. VAN DER WERFF—Köhner. IJmuiden. A. G. VAN DER WERFF. Bloemendaal. C. E. VAN DER WERFF. En Kleinkinderen. Bloemendaal, 31 Augustus' 1916. De Heer en Mevrouw C. W. DE V ISSER-Roelofs geven kennis van de geboorte van hun zoon Johannes Everhardus. Bloemendaal, 27 Augustus 1916. Te BLOEMENDAAL Rustenburcherweg No. 16, Huize „l'risia" is gevestigd een Bureau van advies lo. betreffende de leiding van kinderen bij wie op voeding, of onderwijs op groote moeilijkbeden stuit 2e. omtrent het verbeteren van spraakgebreken (stotte ren, stamelen, enz.) Spreekuuriederen Zondagmid dag van 1 tot 5 uur. (Liefst voor af bericht.) J. L. KINGMA. te huur gevraagd eene liefst in Bloemendaal, bevattende ongeveer, beneden 3 kamers met serre en keuken, boven 4 of B kamers met badkamer, zolder met dienstbodenkamer. Huurprijs van 1200.— niet te boven gaande. Br. fr. lett. L. 1278, Boekhandel P. STINS Pz te Bloemendaal. In de 2e helft van September een Zit- en Slaapkamer ge vraagd door twee dames. Brieven-. Nieuwe Boteringestraat 29, Groningen. Evangelische Maatschappij van 1853. Correspondentschap Beverwijk (H. N. v. Beek Jr. Watervliet, Yelsen.) Godsdienstoefening op ZONDAG 3 SEPTEMBER a.s. des voormiddags te 10 uur in de Luthersche Kerk te Beverwijk. De lieer G. J. YAN WOERDEN, evangelist-colporteur zal spreken over Belangstellenden in het werk der Evangelische Mij. worden vrien delijk uitgenoodigd tot bijwoning van genoemde godsdienstoefening. De correspondent, H. N. van Beek Jr. SLXIGFS, KLEIN HEILIGLAND 95, HA. -AH X-EM, Slijpt alle soorten van SCHAREN en MESSEN. i jterfst- en Winterseizoen. Aan de kiosken en bij den boekhandel verkrijgbaar.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1916 | | pagina 3