ALGEMEEN WEEKBLAD OPTISCHE ARTIKELEN Gedempte Oude Gracht 63. Telefoon 141. HAARLEM. bij DIRK HÜTTER, Opticien. 12 TAKSTEEG 12, AMSTERDAM. He Jaargang ZATERDAG 13 Januari 1917. No. 2. Het BloemenMsch Weekblod. Prijs per jaar 2,60 Prijs per nummer 25 cents. Uitgave der N. Vennootschap „HET MIDDEN' Kantoor voor redactie en administratie: Advertent iëu 10 cents per regel bij contract belangrij ke korting. Dit nummer bestaat uit vier bladzijden. NEDERLANDSCHE BESCHOUWINGEN. Sinds ons aller leven aan een zijden draad hangt, (het deed dit altijd, maar tlians be seffen wij het), is cr eigenlijk geen reden meer een slot te nemen voor den mond, wanneer spreken ons een tijdelijke verluch ting is des gemoeds, een opfrissching geeft aan den geest. De couranten zijn, evenals gesprekken, openbare vergaderingen, even als beoefenen van sport of spel veiligheids kleppen voor den geprangden mensch, die in onze uiterlijke verschijning dezen tijd inedc leeft. Want wij, vooral wij Nederlan ders hebben liet benauwd. Binnen de gren zen elkander kwalijk gezind, elkander slecht verstaande, juist omdat wij Nederlanders, weggeduwd in ons hoekje, eik zooveel op ons zelf zijn aangewezen geweest, naar bui ten onbekend en onbemind, leven wij thans bij de gratie van het geval (liet Toeval zou men vroeger zeggen, maar dat geldt niet in besprekingen van wijde strekking) dan sen wij op het koord van liet wiebelende Lot, onzeker van wat is of komt. Wij zijn ontgroeid aan de fantasie, dat mits ons geweten maar zuiver zij, een vaderlijk God ons elders zal bren gen, waar wij liet goed zullen hebben. Integendeel, wij zagen zóóvelen, aan wier geweten wij geen smet konden bespeuren, het ellendigste lijden ingaan en daaraan een elletidigen dood van niets-waardigen ster ven, dat meer dan ooit ons het besef be vangt van den zuiver-geestelijken onwerke- lijken kant van religie, van geloof en berus ting en van de kloof die tusschcn werkelijk heid en geest ondempbaar gaapt, vooral als wij te zamen zijn. Want ieder onzer moge zijn stervensbereid, te zamen zijn wij dit niet en zullen wij dit niet worden, want juist door het lijden te zien van anderen, van de onzen en van vreemden zullen wij, om dit lijden te verlichten, ons met alle kracht aan de werkelijkheid willen hechten waarbuiten wij. daartoe, niet kunnen. Zoo lijden wij in gemeenschap. Zoo lijden wij tc heviger, naar gelang onze gemeenschars- zin sterker is. Zoo lijden wij thans, tezamen, dubbel ook aan ons slecht verstaan van elkaar. Het is altijd een ramp voor ons ge- w eest, in een stil hoekje van Europa, uiter lijk welvarend en rustig bijeen te zijn gela ten, ver van de groote stroomen der Euro- peesche machten, die waanden naar de op permacht te kunnen streven. Alle macht zoekt te worden oppermacht, oppermach tige daad. Men heeft ons in ons hoekje zoet gehouden, om te verslappen, opdat wij in den grooten strijd der machten te zijner tijd niet mee zouden tellen. Die tijd is er nü. Welnu, dan is die tijd er om elkaar te zeggen hoe wij over de dingen denken. Over de zaken, over de bewegingen, over de krachten, over de naar de oppermacht strevende stelsels. Niet over elkander. Nederland is van oudsher schuilplaats voor elders vervolgden, het heette vroe ger: dc bakermat der vrijheid: was in de oorlogsjarenvluchtheuvel. Nu beeft de territoriale bevelhebber van Gelderland en Overijssel de Duitsche grens aan Neder- landsclie zij gesloten, voor vluchtelingen, die tot behoud van lijf en ziel, met levens gevaar van uit knechtschap en gevangen schap zicli hebben losgerukt: mag dit? Moet Nederland aldus zijn goeden naam bij de volkeren te grabbel gooien? Het heeft veel van een vriendendienst aan één der oorlogvoerenden. Zoo 'heeft het zich niet mengen in het vredespogen veel van een vriendendienst aan de andere partij. Waarom ons niet vierkant op ons zelf ge steld. een eigen standpunt ingenomen en met alle kracht verdedigd, desnoods met vijandschap naar twee kanten? Het ware defensief is in het offensief. Wie zijn kracht niet gebruikt, zal eenmaal krachte loos inéén zinken. ..Het optreden der regeering tegenover „deserteurs is een onderdeel van de uit- „voering der vreemdelingenwet" (mem. v. antw. Staatsbegrooting 1917. Binnenland- sclie Zaken). Zeer wel, maar de vreemde lingenwet bepaalt dat vreemdelingen, zoo zij door werk(zaamheid) voldoen de middelen van bestaan kunnen ver krijgen, zelfs op enkele aanmelding van hun persoon, kunnen worden toe gelaten. mits zij opgeven wie zij zijn. van waar en met welk doel zij herwaarts ko men. Hoogstens kan in dat geval geëischt worden, dat twee bij de politie bekende personen een bewijs van bekendheid dezer vreemdelingen overleggen. Dat is de let ter, maar wat is de geest De geest is allen op te nemen, die buiten hunne schuld vervolgd en belaagd, hier hun toevlucht zoeken, voor zoover zij geen gevaar op leveren voor de orde of de veiligheid des lands. Voor het kantongerecht te Amsterdam heeft eeiie partij in een burgerlijk proces de andere partij, die z. i. stond te liegen, aangevallen en ernstig gewond. Dit kan niet uitblijven in een land. waar de burger lijke wetgeving, niettegenstaande alle waarschuwingen van uit de rechtspraktijk achterblijft bij de volksontwikkeling. Ons bewijsrecht is reeds lang verouderd. Het komt herhaaldelijk voor, dat die moreel recht heeft, liet stellig niet krijgen kan. En de leden der Tweede Kamer hebben wel wat anders te doen dan gebruik te maken van hun recht, zelf wetsvoorstellen in te dienen om hierin verbetering te brengen. Ook is een algemeen regeeringsbureau om de praktisch gebleken leemten in de wetge ving stelselmatig te helpen aanvullen, een veel te praktische instelling om een plaats te kunnen vinden in een land dat door „partijbesturen" wordt geregeerd. Heerlijk land voor een bloeiende za(a)k- waarnemerij I Het gemeenteraadslid van Amsterdam Zwart, is een man. Amsterdams bestuur bad reeds lang geleden besloten bewesten den Hembrug een nieuwe groote haven te maken. Nu wil men, om het geld, gaan schipperen, en een noodhaven (ironisch Jan Pieterszoon Coen-haven te noemen), aan leggen beoosten den Hembrug. Zwart komt daartegen op. Terecht. Zwart is in zijn hart meer een Rotterdamsch dan een Amster- damsch Nederlander. Amsterdam heeft in zijne haven- en spoorweg-politiek altijd geleden aan de slapheid van den verstan dige. die 't wel weet, maar die het niet gelooft. Maar het geloof is 98 pCt. „Het Nieuws van den Dag" wordt ge moedelijk hollandsch geredigecrd.De hoofd artikelen zijn, sedert de oorlog is uitge broken, zooal niet steeds om mede in te i stemmen, steeds belangwekkend, helder, veelzijdig, rustig gesteld. Dit blad sticht o. i. tijdens den oorlog veel goed. Nu weer een hoofdartikel (Ochtendblad 11 Januari): Een valsch ideaal; liet machtsevenwicht. Een Europeesch machtsevenwicht wordt terecht onbereikbaar genoemd. De samen leving immers wordt alleen in evenwicht gehouden (om deze ouderwetsche uitdruk king te gebruiken) door het Recht. „Om een eind te maken aan de tegen woordige ellende is er maar één middel, „door Bryan, Wilson, Orey aangege ven en ook door Von Bethmann niet ai- gewezen: een overmachtig verbond van „staten, die zoowel om hun materieele als „om de ideëele belangen (der ganschc „nienschheidhden wereldvrede zullen hana- haven, desnoods met dwang." Zoo is het. Daarop moet ook ons aller streven ge richt zijn. Al het andere moet hieraan ondergeschikt worden gemaakt. Denkt in die richting, spreekt in die richting, handelt in die richting en daarbij in de richting: medezeggingschap der volkeren in alle regeerings-aangelegenheden. waarbij zij zeiven betrokken zijn of kunnen worden. Dc anti-huuropdrijvingswet is in behan deling. Er is daarmee een groote sociale fout gemaakt. Het ontwerp schakelt den rechter uit, waar liet gaat om de beoor deeling of ecne huuropdrijving redelijk is of niet en wil de beslissing dienaangaande ZEER RIJKE COLLECTIE (bij 't SPUI). TEL. 8829 feitelijk leggen in de handen van commis- siën van niet-juristen. Deze zullen zeggen wat een onredelijke en wat eene redelijke huuropdrijving is. Eene regeering. die de taak van den rechter zoo slecht begrijpt moge hiermee die volksdeelen in het gevlei komen, welke uit stands vooroord eel of po litieke bedoeling de tegenwoordige rechter- iijKe macht zooveel mogelijk op sterk wa ter willen zetten, zij begaat aldus een on sociale daad. De rechterlijke macht is het I meest fijngevoelige evenwichtsorgaan der samenleving, en aan haar moest in plaats i van minder juist veel meer macht worden toegekend dan zij 1111 heeft. In plaats van de rechterlijke macht te reorganiseeren, te 1 verfrisschen haar uit te schakelen, is onze staatsinrichting ondermijnen. Het is volks. vleierij in den slechtsten zin des woords. De minister is er wel toe overgegaan het hooger beroep over te dragen van B. en W. naar den kantonrechter, maar met 1 dit schoorvoetend voortschrijden is de fou tieve grondgedachte niet goedgemaakt. Aldus kan Nederland door zijne leidslieden snel naar den afgrond worden geleid. Lezingen van dr. .1. I). Bierens de Haan te Bloemendaal. Het onderwerp dezer eerste lezing was: De stijgende trap der menschelijke ge dachte; het standpunt der natuur, der cultuur en der geestelijkheid, in leven en denken. Het werk der wijsgeerige bezin- ning. Alvorens zijn eigenlijke voordracht aan te vangen, herinnerde Spreker eraan, hoe hij reeds vier winters achtereen in het thans i gesloten „Welgelegen" eene reeks wijs geerige lezingen voor het Bloemendaalsche publiek hield. De cultuur van Europa aldus onge veer ving Spreker aan, is vanouds be- heerscht door liet christendom als cultuur macht, liet christendom, dat zich in twee stroomingen onderscheiden laat: de ideëele en.de positieve strooming. De laatstgenoem de is het, die telkens kortdurige overwin ningen behaalt, doch de eerste zal de du rende zegepraal behalen: aan haar, de ideëele. is de toekomst. Het positieve christendom vertoont door de tijden telkenmale een ander aange zicht; het legde zich in den aanvang toe op het dogma, vond en bekrachtigde dat, gebood, er in te gelooven, en trof met zijn vloek wie zulks niet deed. In de middel eeuwen schiep het het kerkinstituut als verbinding tusschen God en menscli. In den Hervormingstijd grondde het vooral liet Bijbelgezag en Luther's en Calvijn's leerstelsels. E11 in de 19e eeuw werd het verzwakt Calvinisme opnieuw gesterkt met positieve zaken, als bet verplicht Bij- 1 belgeloof, het besef der zondigheid van eiken mensch, en diens piëtistische be kommering om eigen zaligheid. Met het hooger denkleven is dat positieve christendom echter meer en meer in bot sing gekomen; den geestelijken waarheid zoeker bleek het steeds meer en meer on- xoldoende, en, zal eens de cultuurleiding in Europa in komende eeuwen in handen ko men van een geestelijke macht, dan moet niet de positieve, doch de ideëele stroo ming de leiding geven. Het ideëele christendom vindt men reeds in het Evangelie van Johannes, ook bij de oude kerkvaders, als Clemens en Ori- genes,. die verband zochten met de Grieksche wijsbegeerte, en zoodoend in het christendom de redelijke denkbeelden naar voren brachten. In de middeleeuwen komt het ideëele naar voren, o. a. uit Ec- kehardt's geschriften, in den nieuweren tijd bereikt het in de werken van Kant, Fichte, Hegel een hoogtepunt. En thans, 11a de overschatting der natuurweten schappen en als reactie daarop laat de ideëele richting zich weder zeer sterk gelden, en wordt gevolgd door de nobel ste geesten van onzen tijd. Twee hoofdbegrippen der ideëele wijsbegeerte zijn de Wereldorde en de menschelijke Persoonlijkheid. Deze beide zullen het onderwerp van spreker's voor drachten-reeks vormen. Tot inleiding daartoe behandelde Spreker dezen avond de drie standpunten in leven en denken, 11.1. het standpunt der natuur, dat der cul tuur. eu dat der geestelijkheid. Wat het denken aanbelangt: er is geen ander instituut om tot het wereldbegrip te komen dan het denken. Alle onze begrip pen, de laagste en de hoogste, de goede en de slechte, alle zijn scheppingen van liet menschelijk denken, van den mensche- lijken geest. Alles, ook dat we een plan in leven en wereld zien, we danken het aan ons denken. Het denken is de schep pende macht des begrips. E11 zulks zou niet mogelijk zijn. indien het denken niet meer dan een hersenbeleid was; het dien ken is dan ook meer, hooger dan dat; het denken is de God del like scheppende geest, die in ons denkt. De Idee dat is de naam van het den ken als Goddelijke macht bedient zicli van ons. Zooals de natuur hare schep pende macht bewijst in het groeien der ge wassen, zoo bewijst de Idee door ons den ken hare scheppende macht; denken is niet slechts een hersenbeleid. redekunst: neen. het is geestesleven zeli; het is een levensvoering; door ons denken wordt ons leven omhoog gevoerd. Denken en le ven komen samen, in deze drie standpun ten: 1. de natuurlijke menschelijkheid: 2. de cultuur-menschelijkheid 3. de geestelijke menschelijkheid. De eerste leeft iii de zinnelijke ervaring; de tweede leeft in het regelende, theore tische verstand; de derde in de redeliike zelfbezinning. En deze drie zijn de sta diën der zelfontwikkeling van den Godde- lijken geest in de wereld. Het geestelijk leven vangt aan in de na tuur, in het zinnenleven. De natuurlijke mensch heeft geen le venstaak. Hij beseft nog niet te leven voor een doei; het is nog niet meer dan recht- streeksche voldoening der stoffelijke levens behoeften, waarop zijn bestaan gericht is: hij werkt uit nood, vermaakt zich uit lust. hij leeft naar de luim van het oogenblik. Hij is passief, hij wordt geleefd. En zijn kenvermogen is de zinnelijke ervaring. Hij merkt ophet bonte aanschijn der we reld: hij ziet de dingen slechts zooals zij voor de oogen zijn. Hij ziet slechts dc afzonderlijke gebeurtenissen, zonder het besef dat èen band al die afzonderlijkhe den samenbindt. De Cultuur-mensch staat echter reeds op een hooger trap; hij heeft een taak: de beschavingstaak. Leuzen als „Britannia rules the waves", en „Deutschland fiber alles" zijn de weliswaar door het impe rialisme gehavende aanwijzingen van die gemeenschappelijke cultuurtaak, maar zij zijn er nochtans de aanwijzingen van. Die gemeenschappelijke levenstaak is de ge meenschappelijke arbeid. Daarvoor leeft de cultuur-mensch. Denk u een machinist die een locomo tief op een groot spoorwegnet bestuurt: hij kent de stiptheid, de orde, het plichts gevoel, en ook de eer van dit alles te kennen en te beheerschen, de eer van mede-arbeider te zijn in het reusachtige gemeenschappelijke werk. Zoo de cultuur-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1917 | | pagina 1