De echte Emser-Pastilles
toevlucht tot rhetorisch mooi doen, doch
poogden, door den logischen samenhang
van°gebeurtenissen en gebeurlijkheden, aan
te toonen, dat, wat „Ons Leger" wil, ook
moet.
Maar zij kan het niet. Nog niet.
Zonder eenig politiek oogmerk, zonder
het voorstaan van een bepaalden vorm
van legerorganisatie, streeft deze vereeni
ging naar het leggen van een hechten
band tusschen volk en leger. De middelen
die zij daartoe koos hebben in de praktijk
haar doelmatigheid bewezen; de hulde,
haar gebracht door de hoogste leger-
autoriteit op één na, bewees haar dat zij
op den goe
den weg is.
Doch om ge
heel haar
program om
te zetten in
daden, dat
vol te hou
den ook als
de verschrik
kingen die
ons thans
omringen
en nog steeds
onszelf be
dreigen
geëindigd
zijn, maar
met de hoe lang nog gerechtvaardigde
vrees voor nóg schrikkelijker herhaling,
daarvoor ontbreekt haar de macht.
De groei van deze organisatie gaat te
langzaam in verhouding tot haar taak.
Wat daar de oorzaak van is. Onbekend
heid? Voor den lezer van deze bladzijden
kan dit argument niet meer gelden. On
verschilligheid Wat ge gelezen hebt moet
die doen verdwijnen, ondanks wij
voelden het terwijl wij schreven de
onvolmaaktheid van onze leekenpen.
Onwil? Maar ge zijt immers Nederlander
en wilt dit blijven!
En derhalve, schoon veel wordt gevraagd
in deze tijden en veel wordt gegeven,
aarzelen wij geen oogenblik eiken Neder
lander toe te roepen voegt bij den steun,
dien ge verleent, ook dien aan Ons Leger",
de vereeniging die gaarne doet wat elke
Nederlander plicht is; die de taak, ook
U opgelegd, op haar schouders neemt en
reeds getoond heeft die te kunnen vol
voeren, mits het Nederlandsche volk haar
schraagt. Laat U inschrijven op haar
ledenlijst, begiftig haar met uw schen
kingen, beschouw haar, gelijk zij ver
dient, "als een- nationaal instituut
dat niet vergelen mag worden door
hen die bij het maken van hun
uiterste wilsbeschikkingen filantropische
instellingen bedenken. Zij vergeet im
mers niet den Nederlandschen soldaat,
den jongeman die, gerukt uit zijn omge
ving en zijn werkkring, pal staat en derft
ten bate van het Nederlandsche volk in
al zijn lagen, niet het minst van den be
zitter. Zoodat, wat de Nederlandsche burger
den Nederlandschen soldaat doet, dat doet
hij voor zichzelf. Het kapitaal, aan den
soldaat besteed, werpt geen rente af maar
is die rente zélf. En vol vertrouwen kunt
gij het beheer over dat kapitaal aan de
Nederlandsche Vereeniging Ons Leger"
in handen geven
behoort gij een
maal tot haar
leden dan wordt
U van maand tot
maand en boven
dien bij elke ge
beurtenis van ge
wicht de rekening
en verantwoor
ding voorgelegd,
in haar Orgaan
en in haar ge
schriften, van de
wijze waarop het
kapitaal is besteed, niet met vereeniginkje
spelen, niet met het organiseeren van
„weldadigheidsfeestjes" waarbij door het
feestvieren de weldadigheid in het gedrang
komt, maar zakelijk, recht-uit naar het doel.
Indien iedere Nederlander haar steunt
naar zijn vermogen, dan is de Vereeniging
„Ons Legerdra geworden een nationaal
lichaam dat, wars van alle partijschappen,
vrij van politieke en andere invloeden, het
behoud helpt verzekeren van het kostbaarste
goed van den Nederlander
NEDERLAND ZELF.
Men kan zich als lid dezer vereeniging
opgeven aan het secretariaat, Korte Wijn
straat Sa, Rotterdam. De contributie voor
het lidmaatschap bedraagt l,of meer
per jaar. Begunstigers betalen f 10,per
jaar.
KRONIEK DER WEEK.
23 Juni. Het proces van hoogverraad te
Rome, waarover wij indertijd ook reeds
onze lezers inlichtten, loopt ten einde. Twee
beschuldigden zijn tot levenslange gevan
genisstraf veroordeeld, vier andere tot
lichtere straffen.
Mgr. Von Gerlach is tot levenslangen
dwangarbeid veroordeeld, Pomarici tot
den kogel. Beide laatsten zijn voortvluch
tig.
In de maand Maart deden er in Italië
geruchten de ronde, dat monseigneur Vou
üerlach, Duitsch prelaat aan het Vaticaan,
een spionnage-dienst tegen Italië had geor
ganiseerd, waarvan o. a. de slagschepen
„Benedetto Brin'' en „Leonardo da Vinei"
het offer werden. Mgr. Von Gerlach werd
in zijn functie aan het Vaticaan vervangen
en reisde naar Duitschland terug.
Naar aanleiding van deze kwestie inter
pelleerde de afgevaardigde De Felice den
9en Maart in de italiaansche Kamer. De
regeering deelde daarop mede, dat zij een
acte van beschuldiging had geformuleerd
tegen mgr. Von Gerlach, gewezen Duitsch
prelaat aan het Vaticaan en hem had aan
geklaagd van verraad en het uitleveren
van geheime militaire stukken aan den
vijand, ten gevolge waarvan de Italiaansche
zee-transporten naar Albanië aan den vij
and bekend en verschillende schepen op
geheimzinnige wijze waren vernield.
25 Juni. Wilson heeft krachtens zijn
ontvangen volmacht een embargo op le
vensmiddelen gelegd, bestemd voor neu
trale landen. Deze drastische houding werd
noodzakelijk, omdat agenten van verschil
lende landen op de open markt zoo buiten
gewoon groote inkoopen deden, dat de prij
zen belangrijk opliepen en de voorziening
der geallieerden zelf in gevaar zou komen.
Wel zal het mogelijk zijn, dat de neutra
len nog levensmiddelen uit Amerika betrek
ken, maar de hoeveelheden zullen strikt
beperkt zijn en strenge waarborgen zullen
moeten worden gegeven, dat de voorraden
onmogelijk Duitschland zullen kunnen be
reiken en dat de neutralen van hun kant de
Entente van andere levensbehoeften voor
zien.
25 Juni. Venizelos vormt in Griekenland
een nieuw ministerie.
26 Juni. Uit 's-Gravenhage wordt offi
cieel gemeld:
Na langdurige gedachtenwisseling in
zake de op 22 Febr. j.l. vernietigde Neder
landsche schepen, zijn de Nederlandsche en
oe Duitsche regeering tot overeenstem
ming gekomen op den volgenden grond
slag:
Ter vervanging van de verloren gegane
schepen, zal de Duitsche regeering aan de
Nederlandsche regeering Duitsche schepen
afstaan, die zich op 't oogenblik in Ned.-
ltidië bevinden, en die in waarde met de
vernielde schepen gelijk staan.
Daartegenover zal de Nederlandsche re
geering de Duiitsche regeering een som
overmaken, gelijk staande met het totaal
bedrag van de voor de vernielde schepen te
betalen verzekeringssommen. De schepen,
die gedurende den oorlog uitsluitend in het
trans-oceanische verkeer zullen gebezigd
worden, zullen niet in de vaart worden ge
bracht alvorens de zeemogendheden, die in
oorlog met Duitschland zijn, de overdracht
van de vlag erkend hebben en aan deze
vaartuigen vrij verkeer hebben toegestaan.
De Duitsche regeering zal aan de leden
van de bemanningen der vernietigde sche
pen, de schade vergoeden, die zij hebben
geleden, tengevolge der vernietiging, zoo
wel wat betreft hun gezondheid als hun
goederen.
26 Juni. In Noorwegen wordt een Duitsch
complot ontdekt. De Noorsche pers bevat
bizonderheden over ontdekkingen die de
politie bij haar onderzoek heeft gedaan. In
particuliere huizen te Christiania en Nar
vik zijn bommen, ontplofbare stoffen, voor
sabotage bestemde voorwerpen, enz. ont
dekt. De ergste ontdekking is gedaan in
z.g. diplomatieke bagage, die een koerier
van het Duitsche gezantschap overbracht.
Daarin zijn bij opening in het station een
groot aantal bommen gevonden.
Er zijn verscheidene Duitschers en ook
Noren aangehouden.
26 Juni. Een voorstel, in het Engelsche
Hoogcrhuis gedaan, om nu ook de weer-
looze menschen in Duitsche steden met
bommen te gaan vermoorden vanuit vlieg
tuigen, vindt weinig instemming. De stem
ming is niet voor represailles, „men wil zich
niet verlagen tot het peil der Duitschers,"
aldus Reuter.
27 Juni. In een radiogram van prins
Leopold van Beieren aan het congres van
Russische soldaten en arbeiders, wordt
wederom door Duitschland gepoogd, een af
zonderlijken vrede met Rusland te verkrij
gen. In dit radiogram wordt de oude
voorstelling van den stand van zaken door
Duitschland herhaald, n.l. dat het Russische
volk den strijd voor de imperialistische
doeleinden van Frankrijk en Engeland moet
staken.
Wat moet het dan eigenlijk wèl doen?
Aan de Duitsche imperialistische doelein
den meewerken? Of waarschuwt Duitsch
land de Russische democratie tegen het
imperialisme in het algemeen? Het is een
kostelijke grap.
PLAATSELIJK NIEUWS.
De vereeniging „Bloemendaal's Bloei"
verspreidt onder de ingezetenen een om
zendbrief, waarbij 24 aardig in zwart en
goud uitgevoerde sluitzegcls gevoegd zijn.
Aan den omzendbrief ontleenen wij:
„Ten einde Bloemendaal's ingezetenen In
de gelegenheid te stellen van hun afkeer
en verzet tegen Haarlem's annexatie-plan
nen ten opzichte van Bloemendaal op uiter
lijk waarneembare wijze te doen blijken,
heeft onze vereeniging een sluitzegel doen
vervaardigen, dat den aard van onzen
strijd tegen die plannen symbolisch af
beeldt.
Door de kunstvaardige hand van onze
dorpsgenoote mejuffrouw B. Bake ont
worpen, vertoont het zegel een groote
krab, Haarlem's wapen op haar schild
voerende, die de kleine krab met het wa
pen van Bloemendaal op haar schild, tracht
te omgrijpen, tegen welke poging het kleine
diertje zich krachtig en met succes ver
weert. Het bijschrift vertolkt de betee-
kenis van deze voorstelling.
Van deze sluitzegels bieden wij u hier
nevens 24 exemplaren aan, met beleefd
verzoek die te willen gebruiken voor alle
door u en uwe huisgenooten te verzenden
brieven, briefkaarten en pakjes, zoowel
voor Haarlem als voor het overig gedeelte
van het land bestemd, opdat aan geheel
Nederland blijke hoe de bewoners van Bloe
mendaal zich te weer stellen tegen het
voornemen om het overgroot deel van hun
mooi dorp bij een stad in te lijven.
Meer exemplaren van deze sluitzegels
zijn kosteloos in elke verlangde hoeveel
heid te verkrijgen bij een aantal winkeliers
in Bloemendaal, Overveen en Vogelenzang,
dip zich welwillend bereid hebben ver
klaard de verspreiding te helpen bevorde
ren, terwijl onze le secretaris u op aan
vraag de benoodigde hoeveelheden gaarne
kosteloos zal toezenden.
Voortaan dus alle van Bloemendaal's in
gezetenen uitgaande brieven, enz. voorzien
van liet sluitzegel van Bloemendaal's
Bloei!"
Bloemendaalsche Schoolvereeniging.
Wij ontvingen het verslag van den toestand
van de school der N. V. Bloemendaalsche
Schoolvereeniging over 1916. Wij ontleenen
et aan:
„In de samenstelling van het bestuur en
de commissie van toezicht kwam eenige
wijziging. De voorzitter van commissaris
sen, de heer Moltzer, zag zich wegens
drukke bezigheden genoodzaakt zijn man
daat ter beschikking te stellen. Een woord
van bizondere erkentelijkheid voor den
steun, dien de heer Moltzer gedurende eeni
ge moeilijke jaren aan de vereeniging vei-
lbende, is hier zeker op zijn plaats. Door
(je algemeene Vergadering van aandeel
houders werd tot commissaris gekozen de
ljeer A. Waller, die zich bereid verklaarde
als voorzitter zitting te nemen.
Uit de commissie van toezicht trad me
vrouw Veltman—Povel. Voor haar groote
belangstelling, in 't bizonder betoond gedu
rende den eersten tijd na de reorganisatie
van de school, dient haar de dank der
vereeniging te worden gebracht.
Als nieuwe leden in deze commissie tra
den op mevrouw Bodel Bienfait, ter vervan
ging van mevrouw Veltman—-Povel, en me
vrouw Brand, waardoor dit college met één
lid werd uitgebreid."
„De resultaten van het onderwijs waren
■wederom van dien aard, dat zij tot groote
tevredenheid stemden. Ten bewijze hier
van halen wij aan, wat de commissie van
toezicht op het onderwijs in de gemeente
Bloemendaal, het door het gemeentebestuur
ingestelde college, in haar verslag over 1916
zegt van onze school:
„Deze inrichting handhaaft steeds de
goede reputatie, die zij onder haar tegen
woordige leiding alom geniet."
De hoogste klassen der M.U.L.O. school
bezochten Donderdag de drukkerij der fir
ma Enschedé te Haarlem. De jongens wa
ren opgetogen over al het belangwekkende,
dat ze daar te zien kregen.
De voordracht met lichtbeelden over
vliegkunst, die de heer G. A. de Brauw,
officier bij de Nederlandsche luchtvaart,
door onze bemoeiingen te Bloemendaal
houden zal, is gesteld op Zaterdag 28 Juli
e.k. des avonds ten 8'A uur in „Rusthoek".
Abonnees, die kaarten voor deze lezing
wenschen, kunnen die aan ons kantoor
opgeven. Het belooft een belangwekkende
avond te worden.
Herkozen tot raadslid in onze gemeente
werden Dinsdag 1.1. de heeren A. Koolhoven,
Ign. Bispinck, C. F. de Roo van Alderwe-
relt, jhr. mr. P. Teding van Berkhout en
P. Verdegaal Rz.
Candidaten der vrijzinnige kiesvereeni-
gingen waren de heeren Koolhoven, Bis
pinck, De Roo en Teding van Berkhout;
van de roomsch-katholieken de heeren Bis
pinck en Verdegaal, van de anti-revolution-
nairen de heer Teding van Berkhout.
Het uitstapje der O. L. school. Wij
komen nog eens even terug op het reisje
door de kinderen der O. L. school vorige
week gemaakt, en waaromtrent wij in ons
vorig nummer al een en ander meedeelden.
Wij vernamen thans dat het onze plaats
genoot de heer W. F. Bijvoet was, die de
tocht naar de haven, brandweer en koop
mansbeurs organiseerde, eri ervoor gezorgd
heeft, dat daar alles zoo goed van stapel liep.
Hij wist voor een motorboot te zorgen,
waarop de haven werd afgevaren; hij had
ook toegang tot de beurs weten te ver
krijgen voor het gezelschap, en van cfe
brandweer gedaan gekregen dat ze een
loos alarm maakte om den kinderen alles
echt goed in werking te laten zien. Herin
neren wij er aan, dat hij het was, die de
jongelui ook bij Krasnapolsky onthaalde,
dan mogen we waarlijk hier wel een pluimp
je op den hoed van den heer Bijvoet ste
ken voor zijn vriendelijkheid en hulp; het
is voor de kinderen een onvergetelijke dag
geworden.
Twee jongens van de O. L. school heb
ben er een verslagje van gemaakt. Het
volgt hier:
Verleden Donderdag hebben wij een heer
lijk schoolreisje gemaakt. We vertrokken
om 8.29 met den trein uit Bloemendaal.
Om 8.33 kwamen wij in Haarlem aan, waar
we overstappen moesten in den trein van
RotterdamAmsterdam. We hadden maar
vier minuten tijd, doch weldra zaten we op
ons plaatsje. Toen we in Amsterdam aan
kwamen, hadden wij een uur tijd voor het
bootje der N. Z. T. M. Dien tijd gebruikten
we om het Centraal-Station eens te be
zichtigen. De heer Bijvoet liet ons de
wachtkamer van H. M. de Koningin zien.
Voor de deur der wachtkamer was een
zwaar verguld koperen hek. Bovenaan links
stond 1892 en rechts 1895. Verder bekeken
we de andere wachtkamers. In een dier
kamers was op de eene muurvlakte de
plattegrond van Amsterdam geschilderd,
aan den tegenoverliggenden muur, de kaart
van Midden-Europa en van Nederland.
Langzamerhand werd het tijd om het
station te verlaten, want we zouden de
Prins-Hendrikkade nog even bezoeken.
Aan de kade lag de „Jason, de grootste
brandspuitboot, gemeerd. We mochten op
het steigertje loopen, dat terzij van de boot
was. Daar vertelde de machinist ons het
volgende: „Het schip bezit dertien spuiten.
De hoofdspuit is een koperen arm, die met
een stelrad gedraaid kan worden. Hij spuit
met een drukking van dertien atmosfeer 70
M. hoog, dat is ongeveer de hoogte van de
St.-Bavotoren in Haarlem. De kracht van
het water is zoo geweldig, dat zij een muur
van één steen dikte, omverspuit. Met een
moker kan men niet door de straal slaan.
Er zijn twee stoomketels, elk met een
afzonderlijken schoorsteen. Dezo keteïs
leveren stoom voor twee stoommachines.
De eene machine dient voor het voortbe
wegen van het vaartuig, de andere voor
het aandrijven der pompinstallatie. Daarna
geleidde mijnheer Bijvoet ons naar het
brandweergebouw. Hier wees de brand
meester ons de brandweer-auto's.
De koolzuurspuit was net in reparatie.
In 't geheel waren er vier spuiten. De stad
is verdeeld in wijken, ieder met een tele
graaf. Men toonde ons de verschillende
onderdeelen. Een der brandweerlieden zette
zijn helm op. De helm had aan den voor
kant twee oogglazen en een buis voor
luchttoevoer. In 't gebouw is ook een
stoombrandspuit, die altijd onder stoom
staat. Boven in 't gebouw is 't logies voor
de brandweerlieden. Om tijdverlies te
voorkomen, heeft men een gladde paal van
de bovenverdieping naar beneden aange
bracht, waarlangs de mannen bij alarm
naar beneden glijden. De brandmeester liet
alarm maken. Toevallig waren alle man
nen beneden, zoodat wij ze niet naar bene
den konden zien glijden. Ze hadden in een
wip hunne jassen aan en hunne helmen op.
Toen sprongen ze op de auto. De chauffeur
trok aan een handle boven zijn hoofd en
de deur ging open. Door allen nagestaard,
reed hij de deur uit en de straat op. Bij
he.t Stationsviaduct aangekomen, maakte
hij een bocht en kwam met een matig
vaartje weer terug, door alle kinderen met
een driewerf „hoera!" begroet.
Nu werd de tocht te voet voortgezet,
naar het bootje. Na een tijdje gezeten te
hebben stak liet van wal en bracht ons in
een paar minuten aan den overkant van het
IJ, waar de stoomtram reeds klaar stond.
Onderweg zagen wij verschillende mooie
landschappen. In 't begin konden wij niets
zien, omdat de tram tusschen twee kleine
dijken doorreed, maar na een poosje werd
het land vlak. Aan weerszijden van den
weg lagen onafzienbare weiden met hier
en daar een paar boerenknechts bezig met
landarbeid. De meeste huizen die wij voor
bij kwamen, waren van hout, noodwoningen,
zijn weder verkrijgbaar.
Prijs 60 cent per doos.