OPTISCHE ARTIKELEN
bij DIRK HÜTTER, Opticien.
12 TAKSTEEG 12, AMSTERDAM.
11e Jaargang.
ZATERDAG 11 AUGUSTUS 1917.
No. 32.
jtet Blocmcndaabcb Weekblad.
Redactie en Administratie: Prijs per jaar f2.60 Advertentiën 10 cents per regel.
Ged. Oude Gracht 63 Telefoon 141 Haarlem. Afzonderlijke nummers 10 cent
Dit nummer bestaat uit vier bladzijden.
Advertenties, berichten, enzworden
aangenomen in den boekhandel van den
heer CORN. M. BLADERGROEN, Bloe-
mendaalsche weg 53, Bloemendaal.
Ook zijn daar steeds afzonderlijke num
mers van ons blad verkrijgbaar.^"^
VLAMINGEN EN DUITSCHERS.
Over het gedrag der Vlaamsche „acti
visten" wordt veel geschreven. Hun aan
nemen van posten uit de handen der Duit-
schers, hun uitzenden indertijd van een
aantal Vlamingen op audiëntie bij den Duit-
schen rijkskanselier, (welke Vlamingen zich
in gezelschap van een Duitsch officier lie
ten kieken ook), het wekte veel meenings-
verschil. Thans schrijft Willem Kloos in
het Augustus-nummer van „De Nieuwe
Gids" over deze aangelegenheid.
„Ik geloof niet dat de Vlamingen, die
heen schijnen te neigen naar hun Duitsche
overheerschers, daarmee wijs doen voor
hun eigene, nationale, hun heerlijke Vlaam
sche zaak. Immers, het ziet er thans geens
zins naar uit, dat België, na den oorlog,
een tweede Elzas-Lotharingen za! moeten
wezen, waarin een gedeelte der bevolking
iets voor de overweldigers kan voelen, en
in ruil voor die goede gezindheid eenige
concessie's geniet.
Natuurlijk zeg ik dit echter in geenen
deele, om de Vlamingen te kwetsen; want
al is de houding diergenen onder hun au
teurs, die met de Duitschers eenigermate
schijnen mee te gaan, in abstracto stellig
niet goed te keuren, en zouden zij voor het
nageslacht ongetwijfeld een prachtiger fi
guur hebben geslagen, indien zij als moder
ne Leonidassen hadden gehandeld, och,
men moet nooit vergeten, dat menschen
altijd maar menschen blijven, en dus zel
den „groot" zullen zijn. En indien men hen
zóó ziet, n.l.als practici, die zelfs in hun
begrijpelijke nationale ontroering nog prak
tisch trachtten te blijven, en men bedenkt
dan, hoe zij vroeger hadden te lijden van
hun eigene landgenooten, die van een an
deren stam waren, dan kan men zich er
niet al te zeer over verwonderen al had
men het zelf graag anders gezien dat
FEUILLETON.
De eerste dans.
ZEER RIJKE COLLECTIE
Het erême-zalmkleurige reuzen-orgel,
den voorgevel rijkelijk met gouden snijwerK
beladen, versierd met spiegels en mekanie-
ke land- en meerminnen, heeft in de stille
grijze achterstraat postgevat. Reeds han
teert een manspersoon, met een ongunstig
uiterlijk onder geruite sportpet, den slinger,
en de wereldvermaarde two-step klinkt kla
terend, driftig dreinend en ietwat nasaal in
de nauwe geul tusschen de hooge huizen.
Met verschijnen, als bij afspraak, voor de
(bij 't SPUI).
TEL. 8829.
zij thai s liever uitkijken naar den kant
dergenen, die zich als stamverwanten
voordoen, dan naar hun mede-Belgen, die
in vroegeren tijd hun Vlaamsche eigenheid
niet achtten, en hun land niets anders ats
een vrije voorpost van het groote en goeae
Frankrijk wilden doen zijn.
De Vlamingen wilden dus waarschijnlijk
van twee kwaden kiezen het minste, en
denken misschien: als de dingen heel an
ders loopen, als wij thans hopen, en, na
den oorlog, het Fransche régime de over
hand krijgt geheel en al, welnu, dan vesti
gen wij ons, totdat er weer betere tijden
komen, metterwoon in Noord-Nederland.
En ik vraag dus, als politiek droomer, die
over Europa beschikt, als ware dit zijn
privaat-bibliotheek, en de landen daarin
zijn verschillende kasten: zou het niet mo
gelijk zijn, dat, na den oorlog, als de geal
lieerden, zooals het zich thans laat aan
zien, het gewonnen zullen hebben, België
in twee deelen werd verdeeld en een dubbel
koninkrijk werd onder éénen koning, of an
ders, zoo dit niet mogelijk mocht blijken,
dat de Waalsche provinciën bij Frankrijk
kw amen, en de Vlamingen, met hun lands
gedeelte en den Kongo een afzonderlijk rijk
vormden, dat dan met Nederland een innig
bondgenootschap sloot
Ik herhaal: dit zijn de gedachten van een
leek in politicis, maar zooals België tot
dusver altijd geweest is, een vereeniging
van twee elkaar, in hun binnenste, blijkbaar
niet het beste toewenschende rassen, kan
het toch niet blijven, en allerminst na alles
wat er in den laatsten tijd is gebeurd.
Daarom lijkt deze oplossing de aller
beste, om aan alle verdere onaangenaam
heden, voor beide deelen van België, een
einde te maken.
vieze bovenramen ongewasschen, slaap
dronken facies.
„O, die Mississippi, o-o, die Mississippi,"
balkt een vrouwenstem in een sousterrain.
Twee dienstmeiden snellen op elkander toe,
als door een plotse betoovering bevangen;
mattenklopper, stofdoek en raagbol worden
op een stoep geworpen, en zij omklemmen
elkander reeds heupwiegend, waarbij ze
vol verstandhouding elkaar toegrinniken.
De voeten gaan schuiven, de schouders
waggelen, de hoofden deinen; zoo gaat het
een poosje heen en weer, keerend, zijwaarts,
voor- en achteruit over de grijze, hobbe
lige klinkers.
Want mocht het thans ongelooflijk-lij
kende toch waarheid worden en de Duit
schers slagen in hun plan, om Europa
onder hun beschavende knie te krijgen, dan
zouden de Vlamingen er zonder twijfel nóg
slechter aan toe zijn dan onder hun vroe
ger bestuur. Immers, zij zijn nooit een ras
geweest, dat zich, om eens zoo te spreken,
door knoet en ketenen liet dwingen, waar
zij, in zeker opzicht groot gelijk in heb
ben gehad. En toch zou daar dan stellig
naar gestreefd worden door de militaire
bureaucratie van Berlijn. En wat dan In
hun wilden ijver om voor hun nationale
richting partij te trekken van alles, tot zelfs
van hen, die hun land toch waarachtig niet
zóó behandeld hebben, dat een rechtge
aard Vlaming een aalmoes van hen zou
kunnen aannemen, met een dankbaar ge
moed, gaan zij doen, als stemden zij eent-
gerniate in de overheersching van hun land
door vreemdelingen toe, maar voor de
cogenblikkeliike schijnwinst, die zij daar
door behalen, zullen zij, ongelukkig genoeg,
na den oorlog waarschijnlijk bitter moeten
boeten, doordat de anderen niet zullen na
laten, er telkens aan te herinneren, dat
Vlaamsch en anti-Belgisch wel synoniemen
lijken te zijn.
KRONIEK DER WEEK.
3 Aug. De Chineesche ministerraad
verklaart zich eenparig voor den oorlog met
Duitschland.
4 Aug. De Engelsche admiraliteit geeft
nadere bizonderheden omtrent het lot der
bemanning van het Britsche stoomschip
„Belgian Prince". Dit schip werd door een
Duitschen onderzeeër getorpedeerd, de
commandant der onderzeeër liet de beman-
Uit een keldergat van een restaurant
keuken duikt in een aureool van spijsgeu-
ren en fornuishitte een kok op; hij draagt
een witten halsdoek, dito buis en dito pof-
muts; hij lacht den dansenden meiden liefjes
tegen. Achter hem doemt een jongetje op,
een copie van hem, een zak-formaat, zeg
maar: hijzelf door een omgekeerden too-
neelkijker gezien. Dit jongmaatje is zijn
„aide."
„Alla, na binne," zegt bij de verschijning
van het zakformaat de royaal-octaaf.
„La me ook eve prebeere," soebat de
aide met verteederenden blik. „het gaat
zoo emmes."