12e Jaargang. ZATERDAG 16 FEBRUARI 1918. No. 7. Jtet Bloemen Web Weekblad. Redactie en Administratie: Prijs per jaar f2,60 Advertentiën 10 cents per regel. Ged. Oude Gracht 63 Telefoon 141 Haarlem. Afzonderlijke nummers 10 cent Dit nummer bestaat uit vier bladzijden. Advertenties, berichten, enz., worden aangenomen in den boekhandel van den heer CORN. M. BLADERGROEN, Bloe- mendaalsche weg 54, Telefoon *2112, Bloemendaal. Ook zijn daar steeds afzon derlijke nummers van ons blad verkrijg baar. Onze lezers zullen met genoegen ver nemen, dat Vrijdag a s. 22 dezer des avonds te 8 uur in hotel „Vreeburg" (tegenover de kerk) zal plaats hebben de eerste der Bloemendaalsche Ontwikkelings - Avon den. Ieder is welkom. De toegangsprijs is f 0,10, te betalen aan de zaal. Spreker: de heer F. A. Smit Kleine, directeur van het Prov. Electriciteitsbedrijf van Noord- Holland. Onderwerp'. „De Electrificatie van Nederland". Zeker zal ieder een dubbeltje ervoor over hebben-om uit zoo bevoegden mond te vernemen hoe hot staat met de voor ziening van ons geheele land met elec- triciteit voor licht en voor kracht. De bedoeling van deze soort avonden is uiteengezet in ons nummer van 22 De cember j.l. (De heer Lang en niej. Bé Levi behooren nog bij de onderteekenaars der toen geplaatste oproep te worden genoemd.i Dit is nu eens iets voor iedereen. Slaagt deze avond, dan komen er meer. De bedoeling is, dat voor zoover de plaatsruimte toelaat allereerst zij komen, die anders weinig goiegenheid hebben om lezingen bij te wonen, onze poslboden, onze politiemannen, kortom alle werk lieden uit de plaats, die vrij zijn, natuur lijk ook alle anderen, die deze beweging willen steunen, of daarin belang stellen. Laat de vrouwen vooral niet thuis blij ven! Hier valt voor allen iets te leeren. Zie verder de aanplakbiljetten in onze winkels ORDE. De zin voor orde en tucht is een rrtikel waarvan wij Nederlanders nooit overmaat bezeten hebben, en dat in het tijdvak van regeerings-distributie wel zorgvuldig mocht worden vergaard en gedistribueerd. Te meer past een woord van hulde aan de Nederlandsche werklieden en aan het Ne- dcrlandsche publiek; aan de eersten voor hun aan 't werk blijven, aan de anderen voor hun thuisblijven. De geesten der wan orde zijn er niet in geslaagd, het gros van het volk mee te krijgenZoo schreei onlangs het „N. v. d. D.", naar aanleiding van de mislukte „algemeene staking", en het blad vervolgt: Wij willen 't ontkennen noch verbloemen het is een harde tijd voor de „minder bedeelden", en er wordt ontzaglijk veel narigheid en soms gebrek en ellende verduurd, en de aanhoudende zorg om dezen barren tijd behoorlijk door te komen, staat op de gezichten te lezen ook van velen die vroeger zorgeloos door de wereld gingen. En het is dan wel ver leidelijk, te „manifesteeren", toch eens lucht te geven aan al dat opgekropte leed en die ergernis, zooals 't een zieke soms verlicht als hij het uitschreeuwt van de pijn. Hard is 't ook, eigen bekommernis te ver gelijken met de overdaad die nog op zoo veel plaatsen bestaat of schijnt te beslaan en die zich soms brutaal tentoonspreidt. Maar dan zegt 't gezonde verstand daar tegen: „Leven we niet in een tijd van voorbeeldelooze crisis?"Doet de re geering, doet de overheid niet zeer veel méér dan men vroeger bestaanbaar of toe laatbaar geacht zou hebben, voor wie 't zwaarst door deze crisis worden getrof fen? i Bovendien: de middenstand, voor zooveel bij geen extra-winsten maakt (dus de groo- te meerderheid van den middenstand) heeft 't waarlijk niet minder zwaar te verant woorden dan de werkmansstand, en vooi die „gemiddeld gesitueerden" wordt niets gedaan, zij komen alleen op veel zwaar dere lasten te zitten.Ten slotte, wat helpt manifesteeren, betoogen, pruttelen of schel den, waar 't toch duidelijk is, dat de reden van al deze abnormale ellende niet binnen onze grenzen te zoeken is, maar daarbui ten, met andere woorden dat wij die niet kunnen wegnemen, noch onze regeering, noch eenige andere macht? En behoort men dan niet te blijven bedenken dat, hoe zuur in menig opzicht het leven in Neder land thans geworden is tengevolge van den oorlog, het Nederlandsche volk althans dit ééne, onwaardeerbare, zeldzame alles overtreffende voorrecht behouden heeft, te midden van een wereld die voor negen tienden in den maalstroom is mcdegeslcept, tot dusver buiten de oorlogs-ellende te zijn gebleven? Zoo spreekt het gezond verstand, en, het zij ter eere van onze landgenooten gezegd, zij mogen dan uit hypcr-individualisme vaak wat balsturig zijn en afkeerig van reglementaire orde; aan de stem van het gezond verstand leenen zij gaarne het oor" Voor protest, dat zich uit in manifestee- ren, heeft het „N. v. d. D." niet de minste sympathie, in dezen tijd. In een tijd, dat alles gedaan behoort te worden om de menschen kalm te houden, om in ons kleine, benarde maar nog gezegende landje, ge zamenlijk en eendrachtig te werken, te be rusten, en vooral: den moed er in te hou den in zulk een tijd „herrie-schoppen" uit te lokken, dat bedrijf is zonder eenige verontschuldiging. Wij willen volstrekt niet zeggen dat er onder de leiders geen over tuigde en eerlijke menschen zijn, de massa echter wordt door hen verdwaasd en op een uiterst gevaarlijken weg gedreven. Er. men mag zelfs vragen of de overheid al is zij zeker tactvol opgetreden niet te lankmoedig geweest is tegenover uitspat tingen waarbij niet enkel aan een paar win keliers ernstige schade berokkend, maar een ongelukkige agent erg gekwetst is. De ordebewaarders behoeven toch waarlijk niet steeds een martelaarsrol te spelen. En wij hebben weer niet vernomen evenmin trouwens als verleden jaar Juni dat de daders van die opstootjes gearresteerd zijn; bet is al bijna vanzelfsprekend geworden dat er tegen de intellectueele aanstokers in 't geheel geen maatregelen worden ge nomen. Toch meenen wij dat „herrie-schop pen" in deze tijdsomstandigheden niet pro fijtelijk mag worden. Het is onduldbaar. En nu kan men weer lezen dat de hee- ren Pothuis en De Miranda er bij den bur gemeester van Amsterdam op zullen aan dringen, liet verbod van optochten in te trekken. Wij zijn overtuigd dat burgemees ter Tellegen zich schrap zal zetten tegen een dergelijken aandrang. Indien er iets ge schikt is, om smeulende vuurtjes te laten oplaaien, dan zou 't zijn, door het toestaan van straatbetoogingen thans de atmosfeer te scheppen waarin de heerschende span ning op de bedenkelijkste wijze tot uitbar sting zou komen. Wat wil men toch eigenlijk met ..betoo gingen" in de omstandigheden waarin wij nu leven Wat voor goeds kan er ooit uit voortkomen Denkt men aldus de Haag- sclie bureaux te verbeteren, of in een hand omdraaien de sociale kwestie op te lossen, of een twintigste-eeuwsch communisme te verwezenlijken dat natuurlijk morgen weer verdwenen zou zijn als het vandaag tot stand werd gebracht? Neen, zoo besluit het blad zijn betoog voor de orde, met zulke relletjes verbetert men den toestand waarlijk niet. In dezen tijd van beproeving zijn voor alles noodig: orde. eendracht, goede moed en zelfbehecr- sching. Schriftcritiek. Niet alleen ten nutte der Dageraads- menschen sprak dr. De Hartog j.l. Maandag voor de vereeniging „De Middaghoogte" over „Schriftcritiek". Naast de velen toch. die nog altijd meenen met hun „Tegenstrij dige teksten in den Bijbel" verheven te zijn boven lien, die daarin nochtans eeuwig- lieidsschatten ontdekken, staat het nog zoo veel grootere aantal, dat de Bijbel ziet als een uit hooger hand ontvangen boek. waar voor zij buigen en knielen. Vooral voor deze laatsten waren dr. De Hartog's woorden van bizondere betec- kenis. Allereerst behandelde spreker de vraag: „Hoe komt het. dat in de protestante, ge reformeerde kerk de Bijbel zoo gansch en al met den godsdienst vereenzelvigd wordt, dat hij de bron van de godskennis wordt geacht Wil de roomsche kerk de massa hoe den (niet, zooals velen meenen, dom hou den) en haar houden en brengen onder het gezag van de kerk. omdat er nu eenmaal

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1918 | | pagina 1