12e Jaargang.
ZATERDAG 1 Juni 1918.
No. 22.
J(ct BloctncttiiaalscH Weekblad.
Redactie en Administratie: Prijs per jaar f2,60 Advertentiën 10 cents per regel.
Ged. Oude Gracht 63 Tejefoon 141 Haarlem. Afzonderlijke nummers 10 cent
Dit nummer bestaat uit vier bladzijden.
Advertenties, berichten, enz., worden
aangenomen in den boekhandel van den
heer CORN. NI. BLADERGROEN, Bloe-
mendaal&che weg 53, Telefoon 3412,
Bloemendaal. Ook zijn daar steeds afzon
derlijke nummers van ons blad verkrijg
baar.
NAAR HET BEVRIJDENDE WOORD.
VIII.
Ds. A. van der Heide sprak onlangs over:
„Het gemoedsleven van den modernen ar
beider". Wij ontleenen aan zijn lezing
het volgende: In „De Soe. Gids'' zijn
een aantal autobiografieën van arbeiders
opgenomen, die uit een bont geestelijk mi
lieu afkomstig, tot de moderne arbeiders
beweging waren gekomen en gebroken haa-
den met kerk en religie. De behoefte daar
aan ging bij hen verloren en het gemis werd
niet als leegte gevoeld. Veeleer kregen zij
het besef, dat zij waardeloozen ballast over
boord wierpen, om daarvoor een waarde
volle lading in de plaats te krijgen. Na
korter of langer periode van twijfel kwa
men zij tot positief ongeloof of tot agnosti
cisme en abstentionisme en vonden hun heil
in de arbeidersbeweging.
Wat hebben wij hiervan te denken en
hoe moeten wij trachten, dit te veranderen
Wij moeten niet gaan generaliseeren en een
bepaald type van arbeider niet voor het
type gaan houden. De vakbeweging is in
Engeland zeer ontwikkeld. De geest der
Engelsche arbeiders is nochtans niet on
godsdienstig; onder de leiders zijn diep-
religieuse naturen. Ook in ons land, in
Friesland zoowel als in Holland, zijn vele
moderne arbeiders niet onverschillig voor
het godsdienstige leven. Er zijn er, die met
belangstelling aan het kerkelijke leven deel
nemen en in de kerk vooral bespreking
van godsdienstige onderwerpen wenschen.
Wat iemand geestelijk is geworden, hangt
van zeer vele factoren af. De indrukken
van zijn jeugd, het geestelijk klimaat, waar
in hij leefde, de .leiding, die hij krijgt, de
kringen, waarin hij terecht komt, de lec
tuur. die hij leest, dat alles zijn factoren
van overwegende beteekenis voor het gees
telijk leven.
Er zijn onder de arbeiders, die deelne
men aan den strijd tot bevrijding hunner
klasse, die hun religie hebben behouden ot
zich verworven. Daarom mag godsdienst-
looshegl niet een algemeen verschijnsel on
der de klassebewuste arbeiders worden
genoemd. Wel moet worden toegegeven,
dat het gemoedsleven van zeer vele strij
dende arbeiders zich kenmerkt door afwe
zigheid van belangstelling in kerk en gods
dienst. Het kan wel idealistisch getint zijn,
al ontbreken de specifiek religieuse elemen
ten. De oorzaken daarvan zijn vele. Spre
ker wijst op lien, die volkomen godsdienst
loos werden opgevoed en in geen enkel
opzicht in hun jeugd contact met religieuse
persoonlijkheden hebben gekend. Anderen
zijn katholiek opgevoed en leerden de pries
ters kennen in hun verzet tegen elke zelf
standige arbeidersorganisatie. Hun gods
dienst was veelal uiterlijk en bestond urt
uitwendige plichten en verrichtingen; de
ziel der religie grepen ze niet. Erkennend
de noodzakelijkheid van den strijd voor het
socialisme, ondervonden ze felle tegenwer
king van de geestelijkheid, wat hen van de
kerk deed vervreemden Dit voelen ze als
bevrijding; met wantrouwen staan ze tegen
elk pogen, om weer iets hun gemoedsleven
binnen te loodsen van datgene, waarvan zc
naar hun besef gelukkig verlost zijn.
Anderen, in orthodox of gereformeerd
milieu opgegroeid, kregen genoeg van de
daar geldende machtsspreuken, waarbij het
privaat bezit tot goddelijke ordinantie wordt
verklaard, alles aan „de zonde" wordt toe
geschreven, kapitalisme en oorlog; en het
socialisme eveneens wegens de zonde een
onmogelijkheid genoemd. Wie de betrek
kelijke waarheid van deze eenzijdige uit
spraken niet inziet, maar ze voor waarheid
zonder meer houdt, zal later, als hij het
socialisme aanvaardt en dient, omdat het
belooft te zullen verwijderen, wat hij vroe
ger aan deze zondige wereld toeschreef, er
gemakkelijk toe komen te breken met het
geheel van voorstellingen en gevoelens, die
hem werden bijgebracht.
Velen groeiden in een vrijzinnig gods
dienstig milieu op, waar men of practisch
met de religie heeft gebroken of waar elk
besef ontbreekt van de eischen der religie
aan de samenleving. Profetische kracht en
gloed ontbreken daar vaak; de kerk vindt
er vaak haar bestaansreden in de traditie,
maar vertegenwoordigt geen kracht der
toekomst. Dit is natuurlijk niet overal zoo,
maar waar dit zoo is, daar zal de arbeider
uit dit milieu in den regel de religie niet
waardeeren, als hij een strijdbaar man
wordt.
Ook zijn er factoren van maatschappe-
lijken, politiekcn en geestelijken aard. De
socialistische arbeider ziet de werkelijkheid
als een stuk onrecht, waarvan zijri klasse
de dupe is. Hij schept mede de rijkdommen
en van de geestelijke en stoffelijke goede
ren ontvangt hij het geringste deelhij moet
zich met surrogaten behelpen. Wrevel,
weerzin, afstomping wordt bij vele arbei
ders door hun arbeid gewekt. De vreugde
van den arbeid is verloren gegaan en de
arbeid door specialisatie van karakter ver
anderd. De moderne arbeidersbeweging
opent een perspectief van verlossing. Bij de
kerk en haar dienaren vindt de arbeider ge
woonlijk geen begrip en geen steun voor
zijn strijd; vaak zelfs felle tegenwerking.
Daardoor verliest hij het oog voor de die
pere waarheden, waarvan de kerk de ge
brekkige en vaak onwaardige vertegen
woordigster is. Daarbij komt het gemis
aan kennis en begrip van de religie bij de
leiders, die de arbeider vertrouwt. Voor
zoover ze intellectualisten zijn. zijn ze
geesteskinderen van die beschaving, die het
inzicht in de diepere elementen van het
geestesleven mist. Anderen maken zicli met
de frase, dat religie nog een restje is van
de burgerlijke beschaving, onvereenigbaar
met de proletarische wetenschap, af /an
hetgeen ze niet kunnen verstaan.
Bovendien is er niet in allen plaats voor
alles. Het leven van velen wordt gevuld
door den socialistisehen strijddaarnaast
wordt geboden ontwikkeling vair intellec-
tueelen of artistieken aard. Dit zijn eenige
der voornaamste factoren van de gods
dienstloosheid veler arbeiders. Waar de re
ligie een cultuurkracht is van de hoogste
orde, geschikt, om het leven te bewaren
voor zedelijke vervlakking en verstoffelij
king. is dit verschijnsel te betreuren, te
meer daar in de arbeidersbeweging vel
vlakkende tendenzen werken. Het oog is
gericht noodzakelijk op het materieele; dit
kan licht leiden tot practisch materialisme.
Met den groei in macht komt het „bewust
utopische" op den achtergrond. Hoe ge-
wcnscht is het daarom, dat de godsdienst
met zijn diepe elementen van persoonlijk
leven en karaktervorming, die van roeping,
zedelijke schuld en verantwoordelijkheid
spreekt, die levenskracht en moed geeft,
de arbeiders bezielt. Spreker uit zijn grooie
waardeering voor het weekblad „De Blijde
Wereld" en de rel. soc. samenkomsten, die
de godsdicnstloosheid der arbeiders tegen
gaan. De tijd daartoe is gunstig; het theo
retische materialisme is dood; deze brute
materialistische wereld, groot in techniek
en intellect, gaat onder. Overal is geeste
lijk ontwaken. Dit zal ook de strijdende
arbeiders bezig houden. Socialisme en re
ligie moeten elkander vinden.
GEMEENTEBESTUUR.
Donderdag vergaderde de raad onder
voorzitterschap van den burgemeester. Af
wezig was de heer Van der Hulst.
Onder de ingekomen stukken: dankbe
tuigingen van verscheidene gemeente
ambtenaren voor de salaris-verhooging.
Voorts de verslagen der schoolartsen.
Daaruit bleek, dat op de M. U. L. en O. L.
school te Bloemendaal het percentage kin
deren met afwijkingen, als van wervelkolom
en borstkas, enz. 50 pCt. is. De heer De
Roo stelde extra gymnastieklessen voor
die kinderen voor. De Voorzitter zal er
eens over denken.
Voorts was er o. m. een verzoek van de
bewaarschool der Borski-Sillem-stichting