ALGEMEEN WEEKBLAD Gedempte Oude Gracht 63. Telefoon 141. HAARLEM. kortiiig- UITGAAN. 12e Jaargang. Losse nummers 10 cents. ZATERDAG 14 SEPTEMBER 1918. No 37. Het Bloemendoidseh Weekblad. p Adyertentiën 25 ceuts per regel Uitgave der N. Vennootschap „HET MIDDEN". Kantoor voor redactie en administratie: belangrijke Dit nummer bestaat uit vier bladzijden. Advertenties, berichten, enz., worden aangenomen in don boekhandel van den heer CORN. M. BLADERGROEN, Bloe- mendaalsche weg 53, Telefoon 3313, Bloeinendaal. Ook zijn daar steeds afzon derlijke nummers van ons blad verkrijg baar. DE li DEPARTEMENTEN. Binnenl. Zaken: Jhr. mr. G. L. M. H. Ruys de Beerenbrouck. Buitenl. Zaken: Jhr. mr. dr. H. A. van Karnebeek. Justitie: Mr. Th. Heemskerk. Oorlog: Jhr. G. A. A. Alting van Geu- sau. Financiën: Mr. S. de Vries Czn. Landbouw en Crisiszaken: H. A. van IJs- selsteijn. Arbeid en Sociale Wetgeving: Prof. mr. P. J. M. Aalberse. Waters:ual: A. A. tl. W. König. Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen: Dr. J. Th. de Visser. Koloniën: A. W. F. Idenburg. Vier katholieken, drie antirevolutionairen, I christelijk-historische en twee politiek riict-geclassificeerden, maar toch ontwij felbaar rechts aangelegden. Te zamen 10 rechtschc ministers voor 11 departementen Marine is nog vacant. Een kabinet dus zonder één liberaal mi nister! Een kabinet, van kleur totaal tegenover gesteld aan den grooten rooden sector m de Kamer. Ecu kabinet dus, dat bij de eerste de beste gelegenheid al wat liberaal, wat S. D. A. P., wat S. D. P. is en veel van wat onder het vendel van Treub dient, tegen over zich zal vinden. 't (ieeft reden tot luttele gerustheid, tot angstige bezorgdheid. Vijf meesters in de rechten, één predi kant. twee ingenieurs en twee militairen een professioneele analyse, waarop slecht eenige diagnose is te bouwen. Drie jonkheeren tegenover een absoluut bourgeoise Kamer En deze muis dan heeft de berg ge baard, op welk baren nog maar één Dins dag kon gewacht worden. Men kan niet zeggen, dat de Kroon zich omgeven heeft met een phalanx, die indruk van kracht geeft. Aan het hoofd der Regeering een Lip- burger 't lijkt op Duitschland, waar een Beier de eerste viool speelt, kwalijk in toon met de andere instrumenten. Jhr. mr. Ch. J. M. Ruys de Beeren brouck premier. Zijn naam is al onhol- landsch en zijn jongste ambt r— Commis saris der Koningin scheen hem reeds te hebben bijgezet in het politieke graf, waar uit hij nu toch nog herrezen is. Jhr. A. A. Alting von Geusau minister van oorlog en, ad interim, van marine. Ook Zijn naam heeft een weinig Nederlandschen klank en vooral het von moet menigeen te denken geven. Men dacht dezen militair van huis uit reeds bedolven onder den ciiaos van posterijen en telegrafie en kan, uit deferentie voor zijne plichtsbetrachting als directeur-generaal der posterijen, niet veronderstellen, dat hij zich geheel op de hoogte heett gehouden der waarlijk toch in de laatste jaren zwaar ontwikkelde krijgs wetenschap. Reeds nu verluidt er iets van wrevel bij generaal Snijders En mogelijk staat de oorlog voor de deur! Jhr. mr. dr. H. A. van Karnebeek minis ter van buitenlandsche zaken. Hij wordt een man genoemd van groote kunde en vaste wilskracht. Hem valt ongetwijfeld een moeilijk departement ten deel. Maar men vraagt zich af wat deze minister meer zal kunnen doen dan jhr. Loudon, wiens laatste regeeringsdaden protesten en nog eens protesten waren, waarvan men te Londen zoowel als te Berlijn reeds geheele collecties heeft kunnen aanleggen. H. A. van IJsselsteijn minister van land bouw en crisiszaken. De nieuwe kop van Jut, nu Posthuma genoeg heeft van de ha merslagen. Een man, die zijn sporen ver diend heeft op het gebied van havenwer ken, van waterleidingen en van technische onderwerpen. Maar die stellig vreemd moet staan tegenover het groote voedselvraag- stuk, de oplossing waarvan toch wel zijn voornaamste zorg zal moeten zijn. De „boer" vervangen door een ingenieur! En dan mr. Th. Heemskerk minister van justitie! Zal deze „jolige christen" ook het jolijt brengen op het perkamenten ministe rie? Dr. J. Th. de Visser minister van onder wijs. Het ligt in de lijn der dingen, dat deze portefeuille nu aan een predikant werd toevertrouwd, die instond tusschen Kuyper en De Savornin Lohman. Maar hoevelen zullen den veldprediker met vertrouwen de zorg zien op zich nemen van de afdeeling Kunsten en Wetenschappen Zou Victor de Stuers hém boven of zelfs naast zich ge duld hebben Het nieuwe Kabinet maakt geen indruk van sterkte. Maar men moet het een kans geven om te toonen wat het kan. En het heeft zijn homogeniteit in zijn voordeel al is die homogeniteit dan ook een rechtsche. DE DUIF. Ik lach me dood, als ik er nog aan denk. Door 'n geweldige stommiteit dit heb ik op vele inenschen voor, dat ik het wel wil erkennen, als ik 'n stommiteit heb uit gehaald Had ik me door een jongen laten vangen. Hij was dien dag uit spij belen geweest en zijn vader zou er nooit achter zijn gekomen, als hij niet ziek was geworden van al dat onrijpe fruit, dat hij gekocht had voor de drie kwartjes, waar voor hij mij verkwanselde. Zoo straft het kwaad altijd zichzelf. Toen hij mij verkocht had ik zie me nog binnen komen in den win kel. De jongen had me stevig vast in zijn ruwe knuist, maar ik kon rn'n oogen toch goed den kost geven. Op marmeren platen lagen hoopen duiven. Ze lagen alle roer loos stil en de meeste hadden de oogen geloken. Van enkele stonden de oogen open, maar die keken met zoo'n akelig starren blik, dat ik er koud van werd. Of de poelier me koopen wou Een mooi, vet duiffie! De man met het witte schort voor veroorloofde zich eenige schampere opmer kingen over mijn vetheid, maar bood toch dertig cent. Hoe onaangenaam ik mij ook gevoelde in den vasten greep der jongenshand, mijn hartje zwol van trots, toen de knaap, ver stoord over het bod van zoo weinig „cin- ten", mijn lichamelijke deugden begon op te vijzelen. Ik was zoo malsch als een lijster nimmer wist ik, dat de lijster dienst doet als toets der malschheid zoo flink als een arend, niet te jong, niet te oud En het deed mijn gevoel van eigenwaarde niet weinig goed, toen de poelier er einde lijk in toestemde mij voor drie kwartjes over te nemen. Als je zoo pas gehoord hebt, dat je ei genlijk maar drie dubbeltjes waard bent, is dat een heele steun in je rug en kan je hei hoofd fier omhoog steken in bewust zijn van kapitaalwaarde. Wat ik ook zeker gedaan zou hebben, als die lamme jongen me niet zoo stevig had vastgehou den. Nu moest ik me maar tevreden stel len met een denkbeeldige houding van fier heid. u zult het misschien wat protzerig van me vinden. Maar hoe doen de men schep die in of door den oorlog plotseling veel meer waard zijn geworden? Toen hij mij verkocht had, zag ik mijn kans schoon. Net wou de jongen mij aan don poelier overhandigen, toen ik hem op eens 'tl venijnigen pik in zijn hand-gaf. Zijn greep liet even los en ik maakte van de gelegenheid gebruik om 'm te smeren. Met een kwieken vleugelslag wipte ik boven op een balk in den winkel en zat daar hartelijk den poelier uit te lachen. De jon gen trok zich van het geval niet veel meer aan. Hij had zijn kwartjes te pakken en sèapte den winkel uit. Ongelukkigerwijze smeet hij de deur achter zich dicht. An ders had ik wel gemaakt, dat ik den win kel uitkwam, maar nu Wat hangt het leven toch van een klei nigheid af. Had de jongen de deur open laten staan, dan zou ik stellig de straat zijn opgevlogen en den weg naar het bosch had ik dan ook wel weer gevonden. Ach, wat wou ik graag daarheen zijn terug gekeerd De menschen noemen een duive het sym bool der onschuld en der kuischheid. Nu, ik wil geen kwaad van mijn ras spreken. Maai; ik ben altijd een jolig doffertje ge weest en heb flink wat gepierewaaid. En de duifjes, waarmede ik verkeering heb gehad, waren heusch geen onschuldjes. Lieve hemel, als ik nog denk aan dat kleine blauwtje, dat zoo gek op me was! Die kon De poelier zat me na als een bezetene. Met stokken en doeken gooide hij naar me. Maar ik was hem aldoor te vlug af. Er stond ware moordzucht in zijn oogen te lezen. Ik geloof niet, dat hij iets persoon lijks tegen mij had. Maar de rechtvaardig heid dwingt mij te erkennen, dat het niet prettig is, als je pas drie kwartjes voor een duif hebt gegeven en je ziet dan, dat dat beest je boven op een balk van je eigen winkel zit uit te lachen. Ik weet niet, dat ik ooit zoo'n schik heb gehad. Hoe woe dender de man werd, hoe meer ik kirde. Fn ik weet niet of u er wel eens op gelet hebt, maar een duif althans een doffer kan geweldig spottend lachen. Maar nog steeds lachend werd ik toch eindelijk een prooi van den verwoeden poelier. Ik had het zoo op mijn lachspie ren, dat ik nog giechelde, toen de vent, na me den nek te hebben omgedraaid, me begon „op te maken". Ik zou u precies kunnen zeggen, hoe dat allemaal in zijn werk ging, maar het stuit me tegen de borst u dat proces tot in kleinigheden uit een te zetten. In 't kort: ik werd geheel ontvederd, zachtkens geroosterd, openge sneden en eindelijk, met een stok door me heen, in een vertrek gedeponeerd, waar het vreeselijk koud was. Maar ik was er nog niet lang in geweest om u de waarheid te zeggen, had ik het te koud om veel op mijn omgeving te letten, zoodat ik u van dezen Noordpool niet veel meer weet te vertellen, dan dat ik er geweest ben (er zijn wel zeelieden, die over de geheele wereld gezworven heb ben en u ook niet meer kunnen zeggen dan de namen der havens, die zij hebben aan gedaan) of ik werd er weer uitgehaald en in een net boodschappenmandje gelegd. Een allerliefst dienstmeisje bracht me naar een huis, waar ik in een kamer werd ge legd vol met koperen dingen, die helder blonken. In een haard brandde een flink vuur en daarop werd ik te braden gezet. Na mijn ijskuur vond ik het eerst wel lekker op dat vuurtje, maar gaandeweg begon ik het toch minder pleizierig te vinden en het hinderde me erg, dat m'n mooie blanke velletje zoo bruin werd. Doch ik behoefde maar aan den woe denden poelier te denken, om weer in mijn humeur te komen en mij te verzoenen met de schroeiende temperatuur van het keukenvuur. En nu lig ik, op mijn rug, boven op een bord aan een fraai gedekte tafel. Naast me staat een flesch met donkerroode vloei stof en achter het bord zit een dikke me neer met zware snorren. Hij kijkt naar me met iets tevredens in zijn gezicht en houdt in de eene hand een vork. in de an dere een mes. Ik geloof warempel, dat hij het op mij gemunt heeft. Dikwijls heb ik mijn moeder hooren zeg gen, dat er oogenblikken zijn, waarin men het lachen behoort te laten. Dit schijnt wel zoo'n oogenblik te zijn. En toch ik kan het niet laten ik lach me dood, als ik er nog aan denk: aan dien woedenden poelier, die me met stokken en doeken nazat, bang als de dood, dat hem de prijs van zijn drie kwartjes nog zou ont gaan. Directies van Tooneelgezelschappen, Bioscope-Theaters e d. kunnen de aan dacht op hare inrichtingen vestigen door geregelde publicatie in deze rubriek. De bijzondere voorwaarden worden op aanvraag gaarne medegedeeld. DE ADMINISTRAT-E. CINEMA PALACE Groote Houtstraat 111-113 HaarUm- Programma van 13 tot en met 19 Sept. 1. Trouwen is Houwen. Comedie in 1 afd. 2. HELDEN STAAL Cinematografisch kunstwerk in 5 afd. naar de Roman van „LE FAURE", uitgegeven door het groote dagblad „LE MATIN". Dit film werk werd in Rotterdam en Den Haag avond aan avond voor uitverkochte zalen vertoond. 3. Optreden van DUO BEN DER, Karakter Duettisten. 4. Liefde en Zeepsop Komisch. PRIJSVRAAG No. 7. Uit den aard der zaak kan de uitslag van de door ons uitgeschreven prijsvraag N". 7 eerst bekend worden gemaakt in ons num mer van 21 September. Daar de stemming plaats heeft op 17 September, stellen wij alsnog de gelegenheid tot beantwoording dezer prijsvraag open tot aan den voor avond der verkiezing. Antwoorden, die voor een prijs in aanmerking willen komen, moeten ons bereikt hebben vóór Maandag 16 September des namiddags 9 uur. Prijsvraag N°. 7 luidt: Hoeveel geldige stemmen zullen er bij de Raadsverkiezing op 17 September worden uitgebracht Antwoorden, liefst op briefkaart, worden ingewacht aan ons bureau Ged. Oude Gracht 63, Haarlem. Voor de het werkelijke cijfer het meest nabij komende antwoorden worden prijzen uitgeloofd van 3,en 2, Men wordt verzocht duidelijk op te ge ven, dat het in te zenden getal betrekking heeft op de geldige stemmen. Wij brengen nog onder de aandacht, dat voor deze stemming geen stemplicht be staat. PRIJSVRAAG No. 8. Op verzoek van eenige lezers schrijven wij ook de prijsvraag uit, hoeveel stemmen van onwaarde er zullen worden uitge bracht bij de verkiezing op 17 Septem ber a.s. Wie dit cijfer het best benadert, krijgV een prijs van 2,50. Antwoorden, liefst op briefkaart, wor* den ingewacht tot Maandagavond 9 uur aan ons bureau Ged. Oude Gracht 63, Haarler... Men wordt verzocht duidelijk op te ge ven, dat het in te zenden getal betrekking heeft op de stemmen van onwaarde. INGEZONDEN. (Zonder verantwoordelijkheid der Redactie.) Volksgezondheid. Mijnheer de redacteur, In uw jongste nummer tref ik eenige uit „De Gezondheid" overgenomen wenken aan voor het behoud der tanden. Al zeer ge makkelijk zijn na te komen de waarschu wingen om niet te veel zoete dingen te eten ne quid nimis om geen spelden met de tanden uit te trekken, enz. Maar zoowel het voorschrift om twee malen per jaar den tandarts te bezoeken dat zal dan toch wel bedoeld zijn als minimum-bezoek als de goede raad om de tanden der kinderen goed te laten ver zorgen en onder controle van den tandarts te laten staan, zullen kwalijk opvolgbaar zijn voor wie over 'n kleine beurs beschik ken. Er zijn misschien geen hoogere re keningen dan die der tandartsen en mij dunkt, dat voor tandheelkundige hulp ook wel eens maximum-prijzen mochten wor den vastgesteld. Als verzorging der tanden inderdaad tot de Volksgezondheid behoort, dient van overheidswege gewaakt tegen zoodanige

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1918 | | pagina 1