Onze verslaggever moet en wil ook gaarne toegeven, dat hij zich bij het weer geven van het door jhr. mr. P. Teding van Berkhout gesprokene verschreven heeft en dat deze niet sprak van „kortzichtigheid en krankzinnigheiddoch van „kortzichtigheid en krenterigheid". De tegenstemmers heb ben zich dus deze meer welvoegelijke qua- liiicatie te laten welgevallen, terwijl zij er ook genoegen mede hebben te nemen, dat de heer Teding van Berkhout het een „mi serabel figuur"' noemde, dat de Raad zou gemaakt hebben, zoo zich tegen het voor stel van B. en W. ééne stem meer had ver klaard. Het staat aan de tegenstemmers te beoordeelen, in hoeverre zij met deze qua- liiicatie kunnen genoegen nemen. R e d. Roof? Mijnheer de redacteur, Het was mij aangenaam in uw vorig nummer een zoo uitvoerig verslag aan te treffen van de zitting van den Gemeente raad van 3 October. Mag ik vragen of bij de gedaehtenwisseling over de annexatie plannen door mr. Jacometti inderdaad aan Gedeputeerden onbillijkheid en roofzucht zijn ten laste gelegd. En of de wethouder Koolhoven ook letterlijk van roofzucht van Haarlem heeft gesproken? Zoo uw ver slaggever de gebezigde woorden niet heeft aangedikt, zijn zoowel door mr. Jacometti als door wethouder Koolhoven dan wel zware beschuldigingen uitgesproken aan het adres zoowel van Gedeputeerde Staten als van het Gemeentebestuur van Haarlem. Ik ben maar een eenvoudig burger, doch zoo men mij openlijk van „roof" beschuldigde, zou ik liet er niet bij laten zitten. Met beleefden dank voor de plaatsing, Hoogachtend, Uw dn. W. Wij kunnen den geachten inzender me- dedeelen, dat zoowel mr. Jacometti als wet houder Koolhoven zich bij de bespreking der annexatie-plannen letterlijk van het woord „roof" hebben bediend. Als Gede puteerden en het Gemeentebestuur van Haarlem op deze qualificatie aanmerking hebben te maken, zullen zij vermoedelijk niet nalaten, dat te bevoegder plaatse te doen. Red. UIT ANDERE GEMEENTEN. Het militair zwembad te Spaarndam heeft in het afgeloopen seizoen 9451 bezoe kers gehad. De laagste temperatuur van het water is 13", de hoogste (op I Juni) 34" Celsius geweest. 123 militairen waren leer ling-zwemmer; alleen uit liet fort Pennings- vcer 83. Cursus Dr. De Har tog. Naar men ons mededeelt, zal dr. De Hartog te Haarlem in liet gebouw van den Protestantenbond een cursus geven over het onderwerp; „De beteekenis van het Christendom voor onze dagen". De spreker stelt zich voor dit in zes lezingen te behandelen, als volgt: Open baring, Het Godsbegrip, Schepping en Voorzienigheid, Zonde, De Christus, We- reldvoleinding. Om zooveel mogelijk ieder in de gelegen heid te stellen dezen cursus te volgen, is de abonnementsprijs zeer laag gesteld. Wij tw ijfelen dan ook niet of velen zullen hier van gebruik maken. Boekhandel A. Ver- nout belast zich met de regeling. De groote Nationale Zangwedstrijden, uitgeschreven door het Haagsch gemengd koor „Onder Ons", zullen gehouden worden einde Mei en begin Juni 1919, met beide Pinksterdagen, in het Kurhaus. Door de directie van de Maatschappij „Zeebad Scheveningen" is toegezegd, dat de prijswinnende vereenigingen uitgenoo- digd worden, gedurende het zomerseizoen in het Kurhaus concert te geven. Alle inlichtingen omtrent het vorenstaan de verstrekt het Wedstrijd-bureau, 's-üra- vezandelaan 120, Den Haag. De voordrachten Verkruijsen wiji herinneren onze lezers nog even daaraan vangen op 14 October ten 4)4 uur en te 8 uur aan in het gebouw „De Nijver heid", Jansstraat 85, Haarlem. De Electronen-theorie. Zaterdag hield professor Lorentz in Teyler de eerste zij ner drie voordrachten over de electronen- theorie. Uit verscheidene plaatsen des lands waren zij toegestroomd, die den nit- nemenden geleerde over dit onderwerp wilden hooren. Honderden belangstellen den vulden de zaal, schier te klein om allen te bevatten. De voordracht was natuurlijk van zeer technischen aard, zoodat een na dere bespreking hier niet op zijn plaats zou zijn. Vermelden wij even, dat profes sor Lorentz een reeks vergelijkingen gaf, waarin de grondslag der electriciteits-theo- rie werd uiteengezet. Belangstellenden her inneren wij eraan, dat de twee andere le zingen heden 12, en Zaterdag a.s. 19 Octo ber, des middags ten 3 uur, eveneens in I'eyler worden gehouden. Geslaagd. Bij het toelatings-examen aan de Rijkstuinbouw-winterschool te Lisse zijn uit deze streek geslaagd: A. j. Braam te Heemstede en j. L. van Zijverden te Santpoort. De Middaghoogte vergadert heden, Zater dag, des avonds 814 uur in het gebouw van den Protestantenbond te Haarlem. Het Ned. Schoolmuseum houdt Woensdag 16 dezer ten 3 uur zijn algemeene verga dering in het museumgebouw te A dam. De Roei- en ZeHvereeniging „Het Spaar- ne" zal 20 October a.s. het seizoen sluiten. De Vereeniging Kindervoeding verspreidt een omzendbrief met een opwekking tot steun voor haar zoo sympathieken arbeid. Men kan zijn bijdragen zenden aan den penningmeester, den heer C. Visser, Kleine Houtweg 79, Haarlem. Prins Hendrik heeft eenige dagen op Duin- en Kruidberg gejaagd,waar hij de gast was van oud-minister Cremer. Wij hoor den, dat de Prins heel wat fazanten en ko nijnen heeft weten te bemachtigen en dat menige bevriende familie een flink stuk wild op tafel heeft gekregen. Volksonderwijs. De vereen. „Volks onderwijs" afd. H. en O. vergadert Dins dag 15 Oct. ten 8 uur in „De Nijverheid", Jansstraat, Haarlem. Urk. Men meldt ons: „Uwe mededee- „lingen omtrent verkeerde toestanden op „het eiland Urk (in het nummer van 28 Sept. j.l.), „zijn niet geheel juist. De zaak van het drinkwater in het midden gelaten, „is liet een feit dat de burgemeester en 3 „predikanten allen ijveren voor betere toe standen en zooveel mogelijk samenwer ken." Wij hebben dit laatste met genoegen vei- nomen; wat wij niet met genoegen verna men is, dat het eiland in zoodanige mate door luizen is bezocht, dat aan ontluizing nauwelijks te denken valt; ook is het be denkelijk dat de daar voorkomende typhus, vlektyphus is. De bevolking is uit den aard der zaak eenigszins achterlijk, en van nieuwigheden afkeerig, ,doch dit wischt niet uit, dat de regeering niet had behoe ven te wachten met het doen aanbrengen eener behoorlijke al dan niet aangevraagde drinkwatervoorziening, totdat vreemdelin gen op het eiland werden geïnterneerd. TOONEEL. De nieuwe schouwburg te Haarlem. Wie de wereld kent, neeft den schouw burg lief. Men kan lezen van een Griek, die in den schouwburg zijn zoon niet wil de laten zitten als steen op steen en hem dus lessen in wijsbegeerte deed geven, lil den schouwburg wordt wijsheid spelende gegeven. Valt de klemtoon te veel naar de pool van het spel toe, dan verkeert de wijsheid in dwaasheid en is er de ontspan ning zonder veel meer. Ontwikkeling en ontspanning, ziedaar wat de schouwburg geeft. De verhouding van spelers en toeschouwers is daarbij eeni- germate die van leermeester eti leerling. De tooneelspeler beeldt uit het leven op een liooger plan, leven van den tweeden graad, intensiever leven; hij is toonbeeld uit een sterker, heviger, inniger, meer sa mengevatte werkelijkheid dan waarin leven wij menschen van alle dag. En wie voor het tooneel kan schrijven, is bewuste of onbewuste wijze, vooral de humorist want humor behoort tot den hoogsten vorm van wijsheid. Voor de opening van den nieuwen schouwburg te Haarlem heeft men een reeks goede voorstellingen gege ven, met De Heks van Haarlem van Frcdc- rik van Eeden voorop. Wat Ered. v. Ecden zegt en schrijft, is altijd belangrijk, het wekt altijd op sympathie of weer zin, zelfherkenning of tegenspraak, al tijd maakt zijn werk ons bewuster, d. i. rijker. De beteekenis van een dramatisch weik houdt verband met de sterke span ning, te weeg gebracht door ceii groot ziels conflict dat zich \oor ons afspeelt, (hoe schooner die spanning zich opbouwt, des te steiker is ze) en met de wijze waai op die spanning brcuKt, de ziei'ekrachten zich ontladen. Zoo komt altijd uit de ontwikke ling de ontspanning, een tragische of een komische of eene die hel midden houdt tusschen beide. Dan spreekt men van treur spel, blijspel of tooneelspel, als van hoold- typen, die allerlei nuanceeringen en com binaties toelaten. Hoe nu dit spel van Van Ecden, (evenals zijn geiieele wezen, een polyphonie, met oude Hollandsche zoowel als nieuw Russische, met modern-weten schappelijke evengoed als met antiek-poë tische elementen) moge te noemen zijn, dit spel is belangrijk genoeg om het te gaan zien; en de aankleeding met decoratief, mi miek en intonatie die Royaards aan stuk ken weet te geven, maakte ook ditmaal ge durende de eerste twee bedrijven het zit ten als liersen op stoel in den nieuwen Haarlemsehen schoubrg tot een genot. De schouwburg zelt is een toonbeeld van zindelijkheid en net afgewerkte be schaving. Ze bevat curiositeiten als die 18e eeuwsche prenten beneden, welke in tiem aandoen. De totaal-indruk van den stijl is: niet nieuw, de afwerking is mo dern, vlak, flink, correct. De kleederbe waarplaatsen zullen moeten worden ver ruimd. Er waren weinig Bloemendalers bij de opening. Intusschen past voor honderd andere dingen, hulde aan tientallen mannen (waarom geen vrouwen bij al die dingen betrokken?), die in herwerken aan aller lei voorbereiding hun eigen genoegen von den en dus den welgemeenden dank hun ner medewerkers en principalen verdien den. Haarlem is met den schouwburg, reeds te voren met het Frans-Halsmuseum, straks met (onze) overdekte Bad- en Zweminrich ting, rijker en genoegelijker. Voor de volksvoorstelling, eene instelling waarvan veel kracht ten goede kan uitgaan, stond men om 8 uur reeds en file voor het afha len der kaarten. Een goede instelling is ook het te voren verkrijgbaar wekelijksch program dat een overzicht geeft van den inhoud der stukken. Alles bijeengenomen veel stof tot dank en veel beloften voor de toekomst. Sneeuwwitje. Zondagmiddag bood de zaal van den Stadsschouwburg een aller- genoeglijksten aanblik: het wemelde er van kinderen; opgetogen, feestelijk uitziende kinderen. Geen wonder. Mevrouw Hopman —Kwast was naar Haarlem gekomen om in den nieuwen schouwburg een van haar operetten voor haar jonge vrienden en vriendinnetjes van Haarlem en omstreken te vertoonen. Natuurlijk dus een goede op komst van jeugdige tooneel- en muziek- en sprookjesliefhebbers. En op-en-d'op in hun sqhik om wat ze genoten hadden, zijn de jongelui naar huis gegaan. Het was, even als altijd, weer tip top in orde; de muziek, het spel, de decors, de costumes, alles.... rnaar we behoeven waarlijk mevrouw Hop manKwast's operettes hier niet nog meer in de hoogte te steken. Ze zijn al zoo hoog als het maar kan in de genegenheid en de bewondering van onze jeugd. En terecht. Ze zijn levendig en kleurig en veelal smaak vol, ze zijn goed en onschuldig voor onze kinderen. LETTEREN EN KUNST. De lieer W. J. C. van Meurs te Haarlem kwam onlangs in het bezit van een ouü schilderij, voorstellend een boogschutter, üut iraai van teekening en kleur, een meester hand verried. Deskundigen prezen liet, maar konuen niet met eenige zekerheid een maker noemen. Het was blijkbaar overge- sausd en overgeschilderd. De hersteller van schilderijen, de heer Joh. Karsten Jr., te Haarlem, kreeg het stuk onderhanden en na opheldering en regene ratie kwam wel vaag en verminkt, maar gelijk uit fotografische opname bleek, toch zichtbaar voor den dag f. Bol f. Het pa neel is 59 bij 67 'A cM. groot. De heer Van Meurs doet nu stappen door algemeen bekende deskundigen, zijn vondst van een Ferdinand Bol, erkend te krijgen. Korte inhoud van de eerste der vijftien voordrachten over Ned. Letterkunde, te houden door mevr. W. L. Bol- dinghGoemans, in het gebouw „Zang en Vriendschap", op iederen Vrijdagavond, te Haarlem. 4 October 1918. Het doel dezer bijeenkomsten is in de eerste plaats de toehoorders nader tot de Letterkunde te brengen, tot de waardee ring onzer klankvolle, prachtige taal en tot du bewondering van het werk van hen, die in die taal de diepste en innigste ge dachten vertolkt hebben in den schoonsten vorm. In deze eerste serie zullen enkele mid- deleeuwsche letterkundige werken behan deld worden en daarnaast de moderne vertolking, waarna de oorsprong der Re naissance besproken wordt en haar invloed op onze noordelijke landen. Een vluchtig overzicht der 17e eeuw wordt gegeven met korte karakteristieken van Vondel, Hooft en Breero, later Jan Luycken en hun invloed op de modernen; daarna de weder-opbloei in Vlaanderen, waarbij enkele Vlamingen speciaal nader bestudeerd worden met het oog op hun invloed op onze groote revolutie van '8U en ten slotte naar Nederland terugkeerend, zal Multatuli behandeld worden als baan breker voor het nieuwe dat komen gaat. Op de eerste bijeenkomst moeten enkele algemeene begrippen nader worden toe gelicht. In de eerste plaats, waarom leest men zoo slecht en zoo weinig poëzie Het groote publiek heeft nooit gemakkelijk liet nieuwe en het inspannende aanvaard,, het vraagt nog slechts naar banaliteiten, en de dichters komen juist om hen te spreken MEVR. G. v. d. BRINK, Cor- setière, keizersgracht 717, amsterdam. elken vrijdag aanwezig in „hotel central" lange poten, den haag. over wat ze nog nooit gehoord hebben. Dieniers en senrijvers volgen een roe ping, genoorzamen aan een stein, die hen uwingt zich te geven, hun ziel te openba ren; groote üicnters zijn proleten, leeraren, leiuers, soms apostelen, toen gelooven we aan ae literaire beiioeite van ons volk, dat zeer intelligent is, met belangstelling Kan luisteren en ook wel ontvankelijk is voor gevoelsuitingenMaar het intellect is hier meer ontwiKKeid uan liet gevoel en om van üe dichtkunst te genieten, komt het voor namelijk op gevoel aan. Literatuur is nu eenmaal niet iets dat men kent, men be studeert geen literatuur, men doet er aan, men beoefent de letterkunde, men heeft haar lief. Literatuur maakt den mensche- lijKen geest rijker, men put daaruit wijs heid, menschenkenniszij voert ons op tot de hoogste genietingen en men leert er zich zelf door kennen. De ware kunst wordt 111 heide en spontane uiting of in diep door voelen van het ware geboren. Zij brengt de menschen dus tot dieper bewustwording, zij is de opvoedster bij uitnemendheid. We moeten door de kunst, door het lezen van echte literatuur onze kennis van het leven verrijken, verruimen, wij moeten wijzer, ge voeliger worden, wij moeten ons hervor men. Wij zijn wezens, die door den machti gen stroom van het onbewust leven worden meegevoerd, wij hebben geen tijd om te denken, ons te verdiepen, dat doen de kun stenaars voor ons, we moeten dus trach ten, door hei lezen der kunstwerken we zens te worden, die dien stroom beheer- schen. Om tot de Scheppingsdaad te komen, moet de dichter zich afzonderen, de groote stroom van indrukken, waarin hij leeft, te genhouden; hij moet uitvinden wat hij noo- dig'heeft. Hij spant zich in, om tot in de kleinste bizonderliedeni zich den indruk eigen te maken, dien hij uit den vloed van het onbewuste of halfbewuste leven tot zich getrokken heeft. Hij tracht dien indruk volmaakt te doorgronden en hij gelooft, dat die manier van weten, kennen, van be wust worden, de meest intense, volkomen vorm van leven is. Dat noemt een dichter intens leven. Als liet kunstwerk af is, zooals wij toehoorders liet kunnen waarnemen, dan treedt de sa menwerking in van spreker (dichter) en toehoorder en wij trachten, wat den kunste naar gezegd heeft, voor ons zelf te door gronden. Heelemaal volmaakt zullen we dat nooit kunnen; maar hoe fijner we zelf besnaard zijn, hoe beter we zullen kunnen voelen het onbeschrijfelijke wat ons pakt, waar door we een rilling door de leden voelen varen, en we zeggen; „het is schoon!"' Welnu, een werk, waarbij we dat voe len, staat tevens moreel altijd hoog. We bedoelen hier niet mede: moreel hoog, naar de maatstaf der moraal voor iedereen. De kunstenaar moet volkomen zich zeli zijn, volkomen eerlijk, elke oneerlijkheid verduistert zijn blik en maakt het hem onmogelijk een waarachtige kunstuiting voort te brengen. Kunst is verwant aan godsdienst in den zin van religieusen eerbied, liefde, bewon dering. Iets is dan slechts schoon in den volsten zin des woords als het waar is en ons in de hoogste verrukking brengt, in een soort religieuse extase. Wie een kunstwerk schept voor alle tij den, zal op die momenten waar en hoog moreel tegenover zich zelf staan, in de diepste, breedste, geweldigste beteekenis van moreel. Het sprekendst voorbeeld, dat ik geven kan, is Villon, de dichter der 15e eeuw in Frankrijk. Francois Villon, dief, moordenaar, ban diet, ziedaar de man, aan wien men het fijnste sentiment, de diepst indringende, bloemrijke poëzie vragen moet der ge- heele 15e eeuw, poëzie voor alle tijden was liet, want ze is diepmenschelijk en trillend van leven, passie en gevoel. De menigte moet leeren luisteren naar haar dichters, wil de menschheid vooruit gaan. Tracht dus tijd te vinden, want de tijd gaat snel en er gaat iets kostbaars verlo ren. Ook Nederland heeft zijn dichters, die gekomen zijn tot het diepzinnig bepeinzen en bezingen van de groote en diepe won deren en raadsels die in de gewone uiter-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1918 | | pagina 3