A.H.VAN DER STEUR Jr.
Najaar- en Winterstoffen.
VICTORIA-WATER
KERK-AGENDA.
Zondag 3 November.
BLOEMENDAAL.
Ned. Herv. Gem., voorm. 10 uur, Ds. J. A. van
Leeuwen.
„Maranatha", Jongeliedensamenk., voorm. 10 uur, de
lieer F. G. Beekman, van Amsterdam; 's av.
6£ uur, Zendingssamenkomst, Ds. M. G. Blauw
en de heer J. Ph Eggink.
Geref. Gem., voorm. 10 uur, Us. J. C. Brussaard;
nam. u., Us J. C. Brussaard.
HAARLEM.
Hel. Soc. Verbond afd. „Haarlem", gebouw „Be
Nijverheid", voorm. 10 uur, Jansstraat, Mevr.
Tjadenv. d. Vlies, van Alkmaar.
SANTPOORT.
Ned. Herv. Gem., v.m. 10 uur, Ur. G. A. van den
Bergh van Eysinga, Hebr. 11 3: „het God
delijk Niets". Collecte Orgelfonds.
Heeren- en Datneskleermaker.
Barteljorisstraat 22 - Haarlem.
TELEPHOON 303.
Heeft voorradig een ruime sorteering
keurd, waarna de ontvangsten zonder
besprekingen, volgens de begrooting wer
den vastgesteld. Met algemeenu stemmen
werd daarna de gelieele begrooting goed
gekeurd.
Ten slotte had de Voorzitter nog een
mededeeling te doen en zeide van Hen
Commissaris der Koningin vernomen te
hebben, dat er waarschijnlijk in Bloe-
mendaal geen vluchtelingen zullen ko
men. Indien dit onverhoopt toch mocht
geschieden, zal het uoodig zijn ter bestrij
ding- der kosten hiervoor een bedrag uit
dc gemeentekas te trekken. Van particu
lieren kan geen hulp worden verwacht.
I)e voorschriften van hooger hand zullen
worden afgewacht en deze dienen natuur
lijk uitgevoerd te worden.
De heer De Boo van Alderwerelt ver
klaarde bereid te zijn, zoo noodig,
„Stoops' Bad" ter oeschikking der ge
meente te stellen, gelijk hij ook voor de
vluchtelingen, dio te Haarlem verwacht
wprden, gedaan had, doch dit was üaair
niet noodig gebleken.
K iemand daarop meer het woord ver
langende. sloot de Voorzitter te half zes
do vergadering.
INGEZONDEN.
(Zonder verantwoordelijkheid der Redactie.)
Aan den heer hoofdredacteur van
„Het Bloemendaalsch Weekblad"
Ik heb de eer UwEdgestr. beleefd te ver
zoeken in uw blad plaatsing te willen ver-
leenen aan deze regelen. Zij behelzen mijn
protest tegen hetgeen u aan mijn adres
schrijft in uw Nr. van 19 October j.I., naar
aanleiding van mijn „Tijdspiegel"-opmer-
kingen betreffende den z.g. volksoorlog, en
uw uitingen van 10 December 1915.
U zegt, onder medelijdend schouderop
halen, dat u mij mijn meening niet euvel
kunt duiden; ik ben al zoo bejaard, u kunt
van zoo'n oud man niet vergen dat hij met
uw woorden zou instemmen.
Het sarcasme van dergelijke „zinlooze
klanken'' deert mij niet.
Maar uw qualificatie van den militairen
dienst als „een voorbereiding tot en oefe
ning in misdaad", is een schandelijke be-
leediging voor de Nederlandsche krijgs
macht, die gereed staat om, als het moet
en dat kan wellicht zeer spoedig het
geval zijn haar leven in te zetten en te
geven om Land en Volk te sparen voor
vreemd geweld.
U spreekt schamper en minachtend over
Roode-Kruis-beweging en Vredes-confe-
rentiën. En u hoont daarmede tal van hoog
staande mannen, die hun beste krachten
hebben gewijd aan het heil der mensch-
heid.
U gaat zelfgenoegzaam prat op uw „radi
cale meening", maar op de hoogte van uw
tijd bent u niet. Want het is u onbekend
dat, al sedert heel lang, in Nederland geen
rechtschapen militair te vinden is, die voor
u, of voor wien ook, onderdoet in afkeer
van den oorlog, die niet hoopt er nooit
meer een te zullen beleven, veel minder nog
er ooit in te zullen moeten optreden. Een
volkerenbond of een ander middel, dat de
oorlogen onnoodig zou maken, zou niet min
der warm dan door u worden toegejuicht
door hen wier plicht het thans nog is,
de hoogste belangen van den Staat te ver
dedigen.
Dat die taak eerlang overbodig zou kun
nen worden, is, gelet op hetgeen de wereld
tegenwoordig beleeft, als een utopie te be
schouwen. Maar als ik mij hierin vergis,
zal ik mij daarover hartelijk verheugen.
U schijnt nog jong van jaren te zijn.
Maar de leer die u aanhangt, is al heel
oud, veel ouder dan die welke ik nastreef.
Uw theorieën voeren terug tot de strijdme-
thoden van oermenschen, boschjesmannen
en kannibalen. De mijne beoogen om, zoo
lang de oorlogen zullen bestaan en dat
zal nog lang duren de rampen en de
ellende er van te beperken, de mensche-
lijkheid te blijven betrachten, de beschaving
en het recht hoog te blijven houden.
Indien de toepassing van uw meening
kon leiden tot de afschaffing van de oor
logen, dan was het gulden tijdperk van den
ongestoorden vrede reeds vele eeuwen ge
leden aangebroken. Maar de wereld is nog
steeds ver daarvan verwijderd, thans mis
schien nog verder dan ooit te voren.
Uw theorieën zoeken heil in een middel,
dat de kwaal waarin het zou moeten voor
zien, nog ontzettend zou verergeren. U
moogt dat middel hoog modern wanen,
het is reeds vóór heel langen tijd, als ver
ouderd, versleten en onbruikbaar afge
keurd en weggeworpen. Het beteekent thans
niets minder dan aansporing en opwekking
tot barbaarschheid en misdaad. Ik noem
het daarom verderfelijk en verfoeilijk.
W. O. F. S n ij d e r s,
Luitenant-Generaal b. d.
Den Haag, 22 October 1918.
Geachte Generaal. In gezindheid staan
wij niet ver van elkaar, maar mijlen in de
toepassing. U verontschuldigt oorlogvoe
ren op grond der geschiedenis, die den
oorlog altijd heeft gekend. U waardeert
alle pogingen matiging in de oorlogvoering
in te voeren. Hoewel u (zie de inleiding
van uw boek „Rumenië in den wereldoor
log") „de arme gemartelde volken" ziet
„snakken naar vrede en rust" en erkent dat
„gansch Europa doorleeft een tijdperk van
„uarnelooze ellende", is voor u de aanspo
ring om ten koste desnoods van de ^onaf
hankelijkheid, met het moorden en het op
leiden tot moorden op te houden, misda
dig, verderfelijk en verfoeilijk. De oorlog
behoort voor u, voorloopig althans, tot het
wezen der samenleving. Ik ben van oor
deel, generaal, dat u aldus oorlog vereen
zelvigt met strijd. Strijd zal er blijven.
Maar dat die vorm van strijd, waarbij men
elkander verminkt, doodt, krankzinnig
maakt, behooren zou tot het wezen eener
samenleving of maatschappij, wil er bij mij
niet in. Ik zou zeggen, uit den aard der
zaak behoort die vorm van strijd daartoe
niet. De geschiedenis leert trouwens, dat
door ingrijpen van menschen telkens recht
is gesteld in plaats van brute macht, dat
de vormen van strijd wijzigingen ondergin
gen en blijven ondergaan, en dat deze lig
gen op een evolutionaire lijn, die loopt van
doodslag naar overreding.
Waar die lijn eenmaal herkend is, gaat
liet er om, hoe die door de menschheid zoo
snel mogelijk ten einde toe wordt afgelegd.
U ziet dat einde niet; ik wel. Roode Kruis-
actie en vredes-conferentiën zijn daarom
voor u eigenlijk het eenige lichtpunt in de
duisternis; voor mij bestaat déze zeker
heid, dat de oorlog eenmaal voorgoed tot
het verleden zal behooren;
Als eenmaal de politieke leiders der
menschheid inzien: dat oorlogvoeren is
misdaad; dat die misdaad ook den mis
dadiger zeiven altijd schaadt, en dat de
doeleinden die met die misdaad worden
beoogd, altijd door andere middelen te
bereiken zijn. In die gedachtengang stu
deer ik op menschen, menschheid en ge
schiedenis, om te komen tot steekhoudende
argumenten om deze 3 stellingen te staven.
Wil mij voor ditmaal veroorloven alleen
wat materiaal bij te brengen. Dat materi
aal moet spreken tot uw gevoel en uw ge
zond verstand.
Gesteld, generaal, dat de beul van Haar
lem, die drie gulden ontving voor een pij
niging, een geeseling, een brandmerk, het
afsnijden van een oor, het afhouwen van
een hand, het doorsteken van een tong of
liet uitsteken van een oog, in uw nabijheid
woonde, zoudt gij dan met den man om
gaan Op de Witte Sociëteit met hem aan
één tafeltje plaats nemen, hem in uw huis
ontvangen Ongetwijfeld niet. En toch was
ook die man bestemd voor handhaving en
verbetering der rechtsorde. En nog wel
tegenover erkende misdadigers. En het
leger Het dient op zijn best voor hand
having en verbetering der rechtsorde, naar
buiten en naar binnen; meestal dient het
voor roof en uitbuiting, voor staatsgrepen,
voor het bedekken van in binnen- en bui
tenland bedreven politieke fouten. En te
gen wie richten zich daarbij de legers
Tegen brave lieden, geniale koppen, onnoo-
zelen en anderen zonder onderscheid. En
waarom Omdat hunne regeerders niet
vlot, niet edel, niet knap genoeg waren om
met de regeerders der tegenpartij, tegen
strijdige belangen redelijk te regelen. Voor
u, als generaal, is een leger zoo iets als
een machine, welke gij aan een kruk in be
weging kunt zetten. Voor mij is een leger
een samenleving in het klein, waarvan ieder
lid maar éénmaal twee armen en twee bee-
nen, één hoofd en één ziel verliezen kan. Wij
noemen beiden oorlog een onheil, maar ik
noem ook het oorlogsinstrument een kwaad.
Gij noemt het een noodzakelijk kwaad, ik
zie de noodzakelijkheid van oorlog of leger
niet in. Wanneer de Duitsche keizer naar
Kühlmann geluisterd had, was de oorlog
reeds lang ten einde; er zullen wel andere
staatslieden zijn geweest, naar wie hij had
kunnen luisteren om den oorlog nooit te
beginnen. Wat niet zedelijk is, is onzedelijk.
Zedelijk is den ander te laten gelden in
zijn waarde voor het algemeen. Is het een
ander laten gelden in zijn waarde, hem met
een bajonet naar de oogen, door de borst
of in den buik te steken?
Is het een ander laten gelden, hem den
voet op den buik te zetten waarin de bajo
net is begraven, om die snel terug te halen
en een derde te kunnen steken met het vuile
wapen Een mensch vrees aanjagen, straf
fen, dwingen, begluren, misleiden, in wolfs
kuilen lokken, op het mes nemen, met
schroot beschieten, met gasbom of bran
dende vloeistof bewerpen, hem knotten en
rekken, is dat zedelijk of onzedelijk?
Of heiligt het doel de middelen De
zaak ligt, geloof ik, zoo, generaal, dat door
u worden miskend: 1". de lijn in de ge
schiedenis die loopt van slavernij tot vrij
heid, tot vrijheid van iedereen, en 2°. het
moment in de geschiedenis, waarin is geo
penbaard dat iedere menschelijke persoon
lijkheid heeft 'n oneindige waarde, waarin
een eeuwige kracht ligt besloten die drei
gend roept: roer mij niet aan! „Dat bloed
is een zeer bizonder sap. Waarin ligt
het recht, generaal, voor een officier
bijvoorbeeld, om dezen of genen jongen
man te gelasten zijn schoenen te poetsen
ofin den dood te gaan? Toch ze
ker in niet anders dan in de feitelijke
machtsverhouding van het oogenblik, die
in een bepaald staatsverband dit eene indi
vidu tot tijdelijk lijfeigene maakt van dien
ander? Niet in een eeuwige verhouding!
En nu ben ik van meening, generaal, dat
de feitelijke machtsverhoudingen zich wij
zigen met het bewustzijn, dat wij omtrent
hare beteekenis hebben en dat ons modern,
ons christelijk en ons sociaal bewustzijn,
ons leert, dat de eigenlijke macht niet meer
is en nooit meer wordt die van het uiterlijke
gezag, van zoogenaamde wereldlijke of
geestelijke overheid, noch ook die van het
geld, noch die van wapengeweld, maar dat
de eigenlijke macht eene zedelijke, rede
lijke kracht is, die in een gering kind en in
een armen duivel en in een zwakke vrouw
of in een doodelijk zieke evengoed kunnen
wonen als in u en mij en die vaak liever
woont in z.g. lager, dan in z.g. hooger ge
plaatsten. Ik ben van meening, generaal,
dat Mars een dronken afgod is, die op tuime
len staat, waar rijst een goddelijk kind. Qij
zult niet dooden, is gebod. Maar gij zult
ook het dooden niet goedpraten, üij zult
ook niet opleiden tot het dooden en gij zult
ook die opleiding niet goedpraten.
Qij ziet, generaal, op lang niet vriende
lijke wijze zeggen wij elkaar, dat wij van
meening verschillen. Qaan wij daarom
samen vechten? Neen. Maar met welk
recht jaagt men dan twee menschen tegen
elkander in het veld, die niets met elkaar
hebben gehad, die elkaar niet eens kennen .-
Met welk recht maakt men van die carica-
turen van geschillen geheeten, „geschillen
van natiën", aanleidingen voor elkaar
vreemde lieden om elkander persoonlijk te
liji te gaan? Wat zijn natiën-geschillen?
Waan van geschillen, uitgedacht achter
hunne schrijftafels door staatslieden en
kooplieden, die met „de ontembare heersch-
zucht van machthebbenden" niet verder
kijken dan hun eerzucht en hun schraap
zucht toelaat. Geschillen die, kwamen ze
in hun eigen leven voor, niet door hen van
man tot man zouden worden uitgevochten
met geweld. Daarom gebruiken ze er ook
in het groot maar anderen voor, lieden die
niet beter weten, lieden die op gezag in
zee gaan, of andere eerzuchtigen, of lieden
die zich tot den moorddienst verhuren. Qij
wilt uw vak verdedigen, generaal Maar
dit vak heeft niet de pen, alleen de vuist
tot wapen. De militair is, wij zelf als mi
litair, zijn moordenaars in aanleg of door
een schijn begoochelden. Vraag het de be-
wusten onder hen die thans muiten. Vraag
het Barbusse, vraag het Leonard Frank,
den schrijver van „De mensch is goed",
vraag het dengenen die dezen oorlog als
soldaat hebben meegemaakt. Het is een
vreeselijke slagerswinkel, erger, het is een
groote snij- of operatiezaal, waar het ont
zettend stinkt, waar longenpest en cholera
en dysenteriekiemen, waar het arme,
edele menschenbloed rot. Waarom, waarom,
nog eens waarom
Omdat door de leiders der menschheid
verkeerd wordt gedacht over de waarde
der eeuwige machtsverhoudingen, en de
de volken, door hen misleid, nog steeds de
antieke coulissen-rommel, waarbinnen hun
leven sterft, aanzien voor vormen eener
hen omringende cultuur.
Eene zedelijke, redelijke samenleving is
bestaanbaar gebleken binnen allerlei klei
nere kringen, waartoe wij behooren, wij
hebben die kringen uit te breiden, de daar
geldende beginselen wijdere toepassing te
geven. Zoolang dit werk niet voltooid 'is,
zal politie, justitie, ja zelfs zoo iets als een
Internationaal leger, behooren tot de hulp
middelen van het gemeenschapsleven, ge
lijk operatiezalen en laboratoria behooren
tot de hulpmiddelen der wetenschap. Maar
de gezindheid die is het bewustzijn van de
richting, waarin de werkelijkheid zich be
weegt, ziet steeds duidelijker zich voor
oogen geschreven; wie een mensch doodt,
zal in eeuwigheid vergaan.
Intusschen blijf ik dienstwillig de uwe.
T i d e m a n.
PLAATSELIJK NIEUWS.
Distributie-Mededeelingen.
Bonboekjes.
Bons geldig van 2 Nov. tot en met 8 Nov.
Bon A 93 1 ons kaas.
A 94 1 ons havermout.
A 95 1 ons jam.
A 96 1 2 stuk (1/4 dubbel stuk) harde zeep.
A 97 over te leggen bij vetbon N°. 5.
A 98 1/2 pond suiker.
Res. Bon 37 12 ons vlecscb.
38 1 reep chocolade.
39 1 ons groene erwten.
Zie voor nadere bijzonderheden bieronder.
BROOD.
74e tijdvak geldig van 1 Nov. tot en met 7 Nov
75e 8 Nov. 14 Nov'
76e „15 Nov. 21 Nov'
VET.
(Boter. Melange A en B, Margarine).
5e week gelaig van 2 tot en met li Nov.
6e 12 21 Nov.
7e 22 Nov. 1 Dec.
8e 2 Dec. 11 Dec.
10 gram onderbons le tijdvak geldig gedurende
het geheele 2e tijdvak.
Bij Bon No. 6 over te leggen Bon A 97.
KOFFIE.
Van 1 Nov. t. e. m. 15 Nov. ll2 ons op bon No. 40.
16 30 Nov. i/2 41.
MELK.
Van 2 Nov. tot en met 8 Nov.
Nos. 9 tot en met 15 elk i/10 Liter melk a 2 Cent.
Bon. 3 en 4. AARDAPPELEN.
Van 2 tot en met 5 Nov. 2 K.G. op bon No. 3.
„6 8 2 4.
kleiaardappelen tegen den prijs van 8 ct. per K.G.
'•andaardappelen &V2 a a a
Bon A 93. KAAS.
Verkrijgbaar tot en niet 8 November a. s.
1 ons kaas naar keuze.
Volvette Gouda
met Rijksmerk16 cent per ons.
zonder Rijksmerklö1/^
Edammer
40 tegen den prijs van 14V2 cent per ons.
30 -h n n n n n n
20 -f 37V2 cent Per pond, 8
Wanneer de verlangde soort is uitverkocht, ge
lieve men genoegen te nemen met een andere.
Bon A 94. HAVERMOUT.
Verkrijgbaar tot en met 8 November
1 ons havermout tegen den prijs van 16 ct. p. pond
Bon A 95. JAM.
Verkrijgbaar tot en met 8 November
1 ons jam tegen den prijs van 11 cent per" ons.
Bon A 96. ZEEP.
Verkrijgbaar tot en met 8 November
]/2 stuk (!/4 dubbel stuk) harde zeep tegen den prijs
van 83 cent per dubbel stuk
I6V2 stu^
8x/2 half stuk.
Bon A 97. VETBON.
Over te leggen bij Vetbon 5.
Bon A 98. SUIKER.
Verkrijgbaar tot en met 8 November
*/2 pond suiker tegen den prijs van 15 cent per
1/2 pond.
Voor bijsoorten (basterd enz.) is geen maximum
prijs vastgesteld.
Res. Bon 37.
1 ons RUNDVLEESCH of -GEHAKT,
indien mogelijk P/2 of 2 ons.
Verkrijgbaar op Woensdag 6 November en indi n
noodig op Donderdag 7 November, tegen de
volgende prijzen
Goedkoop vleescb (uitsluitend voor on- cn min
vermogenden)f 0,70 per pond.
Klein vleescb1,50
Groot „1,80
Eestellingen vooraf worden niet aangenomen, ter
wijl al het Vleescb aan den winkel tegen contante
betaling moet worden afgehaald.
Klein en groot Vleesch
zal verkrijgbaar zijn teBloemendaal en O ver
veen: bij de aldaar gevestigde slagers, van dob
voormiddags 8 tot 12 en des namiddags na 5 uur
te Vogelenzang: in de oude school van des
voormiddags 8 tot 11 uur.
Goedkoop Vleescb voor on- en minver
mogenden
te B1 0 e in e n d a a 1 bij A. v. d. Ham, van 4 tot 5
uur 's namiddags voor de afdeeling Mcerenberg, na
5 uur voor ae overigente Overvee 11 bij
W. v. d. Zon van 1 tot 2 uur namiddags voi»r# in
woners van Aerdenhout, en van 2 tot 3^2 uur namid
dags voor inwoners van Overveen; te Vogelen
zang in de oude school des namiddags van 2
tot 4 uur.
Het is niet geoorloofd, dat éón persoon voor
meer dan twee huisgezinnen goedkoop vleesch af
haalt, terwijl geen bons meer mogen worden aan
geboden, dan het gezin personen telt.
Hes. Bon 38. CHOCOLADE.
Verkrijgbaar tot en met 8 November
1 reep eenheidscbocolade tegen den prijs van 123
cent per reep.
Res. Bon 39. GROENE ERWTEN,
Verkrijgbaar tot en met 8 November
1 ons groene erwten tegen den prijs van 11 cent
per pond.
wordt nog steeds regelmatig met
eigen schepen van de Bron te
Oberlahnstein aangevoerd.
(Nederlandsche Onderneming.)