ALGEMEEN WEEKBLAD j 'Weldadighctdsavonden, Gedempte Oude Gracht 63. Telefoon 141. HAARLEM. HAARLEMSCHE BANKVEREENIGIHG CINEMA PALACE I ten bate van het Nationaal Zeemansfonds. 13e Jaargang Losse nummers 10 cents. ZATERDAG 22 MAART 1919 No 12. Het Bloemendoolsch Weekblad. Prjjs per jaar *•- Prijs per nummer 10 cents. Uitgave der N. Vennootschap „HET MIDDEN". Kantoor voor redactie en administratie: Adrertentiën 25 cents per regel; bij contract korting. BLOEMEN DAAL. Bloemendaslscheweg 113. Oestort Kapitaal f 4,050.000, Reserve ca. f 850.000. Rekening-Courant met Rentevergoeding. Giroverkeer, Circulaire Cheques, Binnenlandsche Credietbrieven. Credieten. Neemt gelden a deposito op nader overeen te komen voorwaarden. LOKET-KLUIZEN. ^■■■^■■■■■MBMHNNiHNMMBi^^MMMl Dit nummer bestaat uit vier bladzijden. MILLIOENENSPEECHJE. In de parlementaire geschiedenis van Ne derland is wel niets zieliger denkbaar dan de behandeling van de marinebegrootingen. Behoudens een zeer enkele uitzondering, toonden de ministers van marine bij de verdediging van hun begrooting zich als ridders van de droevige figuur, waren zij de risée voor mede- en tegenstanders. De commandobrug van het oorlogsschip is tot dusver gebleken het schavot, waarop logica en staatsbeleid van de marine-heeren ont halsd werden. Naudin ten Cate, die wie weet hoeveel stormen heeft getrotseerd, is voor het eerste labberkoeltje in de Tweede Kamer van boord gesprongen, het com mando overlatend aan Ruys van Maas tricht, die mogelijk geen roeiboot door de Zuid-Willemsvaart weet te brengen. En in een vloek en een zucht bracht deze land rot het onbestuurbare schip van onze ma rine-begrooting met zijn lading van ruim 401 ton gouds in behouden haven. Een aanwijzing voor iederen toekomstigen kabinetsformateur om geen zeebonken, althans geen koninklijk maritieme meer achter de groene tafel te brengen!? Tenzij men heel de oorlogs-marine opheft, waar toe de fidutie echter nog niet groot is ge bleken. Oud-roest acht de meerderheid on zer Edel-Hoogmogenden altijd nog te ver kiezen boven niets. „Oud roest", de benaming is van onverdacht conservatieve marinemenschen afkomstig, die dan ook tegen de roestkrabberij nog graag een dikke 100 millioen willen uitgeven aan nieuw ijzer en staal. Merkwaardig: de regeering en d'e over- groote meerderheid van de beide Kamers zitten zich moe te peinzen over de middelen om kapitaalsvernietiging te voorkomen, juister gezegd: het nationale vermogen niet aan te tasten. Want dit verschil wordt nog al eens uit het oog verloren kapitaal en vermogen is bijlangena niet hetzelfde. Maar op denzelfden dag (19 Maart), toen de dikke 40 millioen, minus de uitgaven voor loodswezen, kustverlichting e. d., voor oud-roest gevoteerd werden, moesten Van den Tempel en Oud den nationalen penning meester onder handen nemen over de lucht hartigheid, waarmee deze den dienst van aflossing en rente van meer dan 1 H mil liard crisistekort wil halen uit allerlei indi recte belastingen. Die tasten het nationale kapitaal, n.l. de volkskracht, bij den wortel aan, onmerkbaar, zooals een kwaal iemand kan besluipen, maar hem toch heel zeker tusschen de zes plankjes brengt. Waar schijnlijk nog in de stemming van „zoek- avond" verkeerend, heeft minister De Vries dat in December heel vroolijk goedgepraat door te schilderen het zalige gevoel van iemand die een kopje thee drinkt, een cho colaatje smikkelt of een pijpje tabak rookt, en dan bedenkt aldus genietende tevens 's rijks schatkist te helpen spekken. Men komt in de verleiding van te onder stellen dat Theo de Jolige hem zulke „ar gumenten" aan de hand deed. Maar hoe zij ingeslagen zijn, vooral onder de mannen broeders, is hem daarna, ongetwijfeld tot zijn schrikwel gebleken. De Eerste Kamer heeft dit deze week weer trachten goed te maken door minister De Vries toe te jui chen heel zacht en deftig, natuurlijk! toen hij haar vertelde, de groóte vermogens zooveel mogelijk te zullen ontzien door ook de kleine luyden in die gelegenheid te stel len een ftink portie bij te dragen aan 's lands kas, door indirecte, dus verbruiksbelastin gen. Maar het „Wee u, wanneer de men- schen goed van u spreken!' zal den minis ter wel aan het vorstand gebracht worden. De crisis-uitgaven zullen ons opbreken wanneer het van minister De Vries en zijn vrienden afhangt. „Ons" wil hier zeg gen: iedereen die van de oorlogscrisis wèl de lasten, niet de lusten heeft genoten. Dat er zijn, die daarvan volop genoten hebben, de toeneming van het nationaal vermogen met bijna 1 millard geeft maar al tc veel te onderstellen. Daaronder is heel wat geld, waarmee Oorlog, Marine en Landbouw on gegeneerd hebben gesmeten; nog meer dat een eenzijdig behartigen van het belang van producent ten koste van den consument in de zakken onzer O.W.-ers heeft gegoocheld. Is nu het bijdragen aan 's rijks schatkist volgens minister De Vries een mooie cul tus, een gunst dien men hoogelijk op prijs moet stellen, dan is er ook geen aangena mer boetemiddel voor onze vaderlandsche oorlogshaaien denkbaar, dan hen de gele genheid te geven door een heffing in eens of in tweeën hun slachtoffers van deze en de volgende generaties van de pijnlijke ader latingen af te helpen. Wanneer in 1919 en 1920 de geheele cri sisschuld wordt gedelgd door een evenre dige heffing, dan staat Nederland's natio naal vermogen er nog even mooi voor als in Augustus 1914.. En wie van onze buren zou ons dit kunnen nazeggen? Zoo'n heffing is een heele operatie,, wie zal het ontkennen? Maar als we, stel gedurende 25 jaren achtereen gekortwiekt zullen zijn door 90 a 100 millioen extra belastingen, per jaar! waarvan geen spijker kan geslagen worden, wie zal hiervan de gevolgen dan voor zijn rekening durven nemen? Daarom maar in eens schoon schip ge maakt, liefst ten koste van onze dierbare O. W.-ers. Het zal deze nobele heeren bij een volgende gelegenheid wat minder am bitieus doen zijn, gesteld dat de Volken bond op een fopperij uitloopt, en dus Qod zij dan het arme menschdom gena dig. F a u s t. LOSSE OEDACHTEN. Qezonde, waarlijk schoone zinnelijkheid, met een geestelijk moment (Faunus, Daph- nis), gezond, rustig, innerlijk leven in passend plooiend gewaad (Rebekka), ge zonde mystiek (Juniperos), dat geeft Aart van der Leeuw in zijne gedichten, gevat in de Januari-aflevering van de Gids. Bij den dag blijkt duidelijker, dat de oor log slechts in zoover als kosmisch ver schijnsel is te denken, als tusschen den cc ncurrentie-vrede die aan hem vooraf ging en zijn uitbreken, gedacht wordt aan bepaalde groot-kapitalistische verwekkers, stelsels en vertegenwoordigers van stelsels, die welbewust hunne stelsels hebben willen doorvoeren. Deze Engelsche, Italiaansche, Amerikaansche imperialisten hebben (tijde lijk) gezegevierd. Zij hebben gebruik ge maakt van Duitschland's overmoed, van Frankrijk's eerzucht en wraakgevoel (voor '70) van Oostenrijk's innerlijk verval om de volkeren op te zetten. Tijdens den oorlog hebben zij het intellekt mat gezet door leu zen: zelfbeschikkingsrecht der vojkerenj, vrijheid van dit en van dat (zelfs vrijheid der zee), een volkerenbond en zoo meer. Nu eenzijdig gewonnen is, zijn de leuzen niet meer noodig en trachten de imperia listische eh de wraakgedachten zich door te zetten. Maar de opzettelijke mensch re kent altijd buiten den waard van zijn ge brekkige kennis en buiten het verdorven hart van zich zelf en zijn medestanders. En de werkelijkheid heeft nu opgeleverd: millioenen mannen van allen rang en stand en ontwikkeling, wier oogen zijn open ge gaan. En de leuzen, de eenmaal uitgespro ken woorden kunnen niet meer onuitgespro ken worden gemaakt, zij werken door. En de millioenen mannen willen de leuzen wer kelijkheid zien worden. Zoo woelt en werkt nu over de gansche wereld een mengeling van allerlei soort socialisme om elk impe rialisme te ondermijnen. De oorlog is uit, dat wil zeggen hij is overgebracht naar het inwendig leven van alle landen. Wan neer de socialistische stroomingen van alle landen inééenvloeien, eerst dan is vrede mogelijk. Natiën worden van ondergeschikt belang onder den strijd van wereldrichtingen, van wereldstelsels, van wereld-klassen. Boven dit alles welft zich het universeele. Aan het universeele hebben deelde wetenschap, de kunst en de religie. Alleen wie de richtin gen, de stelsels, de klassen opheft naar het universeele, helpt ze den weg op der toe komst. Al het andere: handel, verkeer, on derwijs, administratie, toegepaste weten schappen, is slechts van noode als middel tot die opheffing. O geest van universalis me word vaardig over onze verarmde menschheid! Die macht hebben heeten, altijd de be- kwaamsten, ais ze de bekwaamsten niet zijn, heeten zij toch zoo om de macht die tijdelijk alle gemis verduistert. Maar de be kwaamsten zijn de ware machthebbers, al leven ze in het duister. 'Als het waar is dat d'e hemel rust geeft, ais de mensclten je verdragen, is de heme] menscheiijk zonder dat de menschen nog hemelsch zijn te noemen. De Duitsche keizer werd het slachtoffer van den generalen staf, dien hij had groot gemaakt. De militairen gaan ten onder aan het miiitairisme dat zij hebben gevoed met hun hartebloed. De ouden offerden zich aan den god dien zij zich zelf hadden ge vormd. Zou Troelstra het slachtoffer wor den der S. D. A. P. Wanneer wij, nuchter, dat is zonder be paalde wenschen voorop te stellen, voor de werkelijkheid gaan staan om er iets van te begrijpen, gebeurt in ons een be paald geestelijk proces. Wat wij gewaar worden en waarnemen verbindt dan in ons denkvermogen zich door middel van het geheugen met wat wij vroeger (door ons zelf of door anderen) hebben geleerd tot kennis en deze kennis wordt dan, begrepen in onderling verband, tot wetenschap. Die wetenschap is een soort kompas voor ons. Voortdurend te werken aan de verbetering van dat gebrekkig instrument is de taak van de arbeiders, die met het hoofd werken. Het verschil tusschen hoofd (geest-) ar beiders, de z.g. intellectueelen, en spier- arbeiders (arbeiders in engeren zin) is maar betrekkelijk. Niet één arbeider werkt zon der zijn geest daarbij in te spannen. Het is nog de vraag of eentonige arbeid die op het denken neerdrukkend werkt, niet een andere werking van den geest op wekt die zich dan uit als wil, ook in den geest van verzet. Dit is wel aannemelijk, want in een levend wezen stuurt alles op evenwicht aan. Het betrekkelijk verschil tusschen geest en spierarbeid ligt in het ook al weer be trekkelijk verschillend doel van beide. Aan het einde van dit zijpad onzer redeneering zal men deze waarheid vinden: Vruchtbare arbeid bestaat in geestesarbeid en spierar beid in evenredige wisselwerking. Een ge schikt beeld daarvoor is de ploegende boer met zijn ploeg en zijn paard. Zooals het kompas bepaalde streken heeft en niemand dit instrument gebruiken kan, die den naam dier streken niet ver staat, zoo kan niemand richting geven aan zijn denken, die niet de elementen kent der wetenschap van zijnen tijd. Aan de volksuniversiteiten is in dezen tijd tot taak gegeven die elementaire weten schap aan allen bij te brengen. De wetenschappelijke overlevering is voor een deel vervat in wetten, hier be- UITGAAN. Directies van Tooneelgezelichappen, Bioscope-Theaters e d. kunnen de aan dacht op hare inrichtingen vestigen door geregelde publicatie in deze rubriek. De bijzondere voorwaarden worden op aanvraag gaarne medegedeeld. DE ADMINISTRATIE. Groote Houtstraat 113 Haarlem. PROGRAMMA van 21 tot 28 Maart. 1. WEEK-REVUE. Zeer interessant. 2. IN DEN MAALSTROOM DES LEVENS. Een liefdesgeschiedenis in 4 afd. In de hoofdrol de beroemde filmdiva ASTA NIELSEN. 3. Optraden van THE BONNIES Excentriek Muzikaal Trio. PAUSE. 5. FATTY'S VEELVOUD Amerikaansche Klucht in 2 afd. Vrijdag a.s. MENSCH TEGEN DIER. De geweldigste wiidernissensatie. Een beeld in het genre, dat men jaren niet zag. (Nederlandsche Slachtoffers van den Oorlog). N 24 Maart a.s. Sociëteit „Vereeniging" BIOSCOOP-VOORSTELLING. Entree f 0,50. n 28 Maart a.s. Stads schouwburg. b Kon. Ver. „Het Nederlandsch Tooneel." „MEN KAN NOOIT WETEN" van SHAW. Plaatsen f 4,—, f 3,en f2,— doeld als levenswetten. Dat zijn de verkor te uitdrukkingen voor wat, zoover men heeft ervaren, meestal gebeurt. Er is juist een hemelbreedte verschil tus schen deze levenswetten of kosmische wet ten (wetten geldend voor de geheele we reld, afgezien van een bepaalde tijd of een bepaalde plaats, eeuwige wetten dus) en wetten in den zin van verordeningen. Staat, volkerenbond, kerk, huisvader, biechtvader, regeerder, schoolmeester, pa troon, grondeigenaar, roerganger op een visschersschip, ze vaardigen allen met meer of minder gewichtigheid allerlei regelen uit voor menscheiijk gedrag. Maar in den eeuwigen kosmos, die was en is en wezen zal, zijn staat en volkerenbond en kerk, en al wat wij nog verder konden noemen, nie tigheden van geringe beteekenis. Al deze autoriteiten geven ons maar zeer gebrekkige richtsnoeren op onzen weg. Hunne verordeningen zijn menschenwerk, dat is gebrekkig werk. Alleen in zoover ze de tijdelijke en plaatselijke afspiegeling zijn van eeuwige wetten, zijn ze voor ons hulp middelen naar de harmonie, het evenwicht, de evenredigheid, waarnaar alles streeft De tegenwoordige tijdelijke en plaatse- lijkelijke afspiegelingen van eeuwige wetten zijn verouderd. De menschheid heeft meer en andere eeuwige wetten ontdekt dan in de overlevering zijn uitgedrukt. En nu komt ook de overlevering zelf in een ander licht te staan. Vandaar de tegenwoordig overal aanwezige disharmonie in gezin en staat in kerk en werkplaats, op het water en te land, disharmonie, die in de levenskracht waarvan zij zelve uiting is, haar genees middel medebrengt. Vrome, dat zijn kloek-gevoelende, maar niet altijd helderdenkende geslachten heb ben de eeuwige geldigheid van bepaalde levenswetten diep beseft en dit geuit in

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1919 | | pagina 1