ALGEMEEN WEEKBLAD
Gedempte Oude Gracht 63. Telefoon 141. HAARLEM.
HAARLEMSCHE BANKVEREENIGING
UITGAAN.
CINEMA PALACE
13e Jaargang Losse nummers IG cents.
ZATERDAG 26 APRIL 1919
No 17.
Het Bloemendoalsth Weekblad.
Prijs per jaar
Prijs
per nummer
10 cents.
Uitgave der N. Vennootschap „HET MIDDEN". Kantoor voor redactie en administratie:
Advertentiën
2a cents per
regel;
bij contract
belangrijke
korting.
BLOEMENDAAL. Bloemendaalscheweg 113.
Gestort Kapitaal f 4.050.000, Reserve ca. f 850.000-
Effectan, Prolongatiën, Coupons, Vreemde Munt.
Neemt Fondsen in Leendepot, en vergoedt daarop Leengeld.
Open en gesloten Bewaarneming.
Koop, Verkoop en Incasseering van Wissels op Binnen- en Buitenland,
LOKET-KLUIZEN.
Dit nummer bestaat uit vier bladzijden.
DE TIJD VAN NU.
Bij het uitbreken van den wereldoorlog
hebben wij, gezeten in ons klein hoekje in
dit kleine dorp, ons vernieten een goeden
raad te geven aan onze vrienden niet de
woorden: „kalmte kan ons redden". Ons
Nederlanders, ons meer en minder met het
beheer over aardsche goederen, dus met
maatschappelijke plichten bedeelden, kalm
te, afwachting, berusting. Het was dikwijls
moeilijk. Ons aller zenuwen zijn gesteld
op 'n zwaren proef.
Dan kookten wij van verontwaardiging
over gruweldaden, onrecht, leugenbedrijf,
slinks- en sluwheden, o die misdaad in
zooveel gedaanten!; dan brak ons 't angst
zweet uit: wat nu? Vergaat de wereld
gansch? Dan weer moesten wij bewonde
ren. In een volgend oogenblik moesten wij
ons bijkans schamen over onze aanbidding
van daden, die vrijheid brachten over ge
knechte volken. Wij raakten met moord en
geweld vertrouwd. Onze rede had geen
stem. Die stem was vastgeschroefd achter
in onze keel. Onze pogingen redelijke din
gen te zeggen, smoorden in eigen bespot
telijkheid. Redelijkheid eischt evenwicht.
Wie bleef in evenwicht? Wie mocht in
evenwicht blijven En nu is dit weer an
ders. Althans voor ons. Die onze kalmte
hebben bewaard en die met een betrekkelijk
(want wie durft zeggen dat hij goed is
zuiver geweten staan voor de dingen die nu
komen. (Heele landstreken zijn verwoest,
volkeren uitgemoord, dynastieën te gronde
gegaan, rijken verbrokkeld, grootheden tot
schimmen teruggebracht, en millioenen sla
ven hebben hun ketenen verbroken). Die
geen oorlogswinst hebben gemaakt, die niet
hebben geknoeid of gesmokkeld, die geen
inillitairist zijn geweest of van die dwaling
zijn terug gekomen, zij hebben niet van noo-
de opnieuw te vernemenkalmte kan u red
den. Zij zijn gered, en met alle gerustheid
wachten zij de nieuwe dingen van den tijd
van nu. Zoo zijn er plekken van verade
ming in de maatschappij. Er is hoop op
vele plaatsen, er is weer geloof in een toe
komst. Van omzetting van het verouderde,
van opnieuw inrichten, hervormen, van op
bouw spreekt bijna alles. Bijna, want wel is
heel wat verouderd, was reeds veel haif
vernield, maar het is nog niet weg. Wij loo-
pen en herademen tusschen ruïnes.
Zullen ook wij aan dien opbouw mee
doen? Waaraan zullen wij het eerst be
ginnen? Aan ons zeiven, en daarna aan
onze gezinnen, dan aan den staat en de
menschlieid Maar wij zijn niet vernield,
alleen geschokt, en de geweldige na
werking der geweldige ontroeringen in
onze zenuwen is bedaard. En de staat
heeft alreeds een eigen ontwikkelingsproces
aangevangen dat ook zonder ons opzettelijk
ingrijpen zijn noodzakelijke ontplooiing ver
volgt, en de menschheid voor wie staten als
coulissen zijn, waarbinnen het leven zich af
speelt en die zij met eenige handbewegin
gen verwisselt voor andere, zij stoort zich
nog veel minder aan ons kleine praten en
doen. Wat dan?
Luisteren. Luisteren naar de stem der
eeuwigheid die door dit alles heeft heen
geklonken, en nog heenklinkt. Luisteren om
te leeren tijdig te gehoorzamen aan wat dit
geweldige leven ons zal willen laten doen.
Luisteren, ook om elkander tijdig te waar
schuwen voor datgene wat van ons wordt
verwacht. Want al zullen wij het leven niet
noemenswaard veranderen, toch zijn wij de
kleine instrumenten, waardoor het leven
zich zelf omvormt. Gedaan'wordende, doen
wij. En wat wij doen, is 's levens daad, die
nimmermeer wordt ongedaan gemaakt.
Dat is het schrikkelijke van de daad, dat
zij niet op haar weg terug kan keeren. En
dat wijst op het geweldige van onze ver
antwoordelijkheid bij het luisteren naar wat
wij moeten doen. Dit houdt ten nauwste
verband met wat wij zien komen. Onbe
vangen zien, dat is dus een volgende eisch.
Zouden wij elkander daarbij niet kunnen
voorlichten? Niet twee zullen hetzelfde
zien, althans niet op dezelfde wijze. Niet
twee zullen hetzelfde hooren, althans
niet in dezelfde formuleeriug. Gelukkig niet,
want twee zullen ook niet op dezelfde plaats
en dezelfden tijd hetzelfde kunnen doen.
Maar wel is de achtergrond van wat wij
allen nu zien en hooren: eenzelfde iets,
roem het Idee, noem het Grond, noem het
wezenlijk Leven, waaraan wij als menschen
van den tijd van nu elkander herkennen en
zoo ons van ons zeiven bewust worden. Op
de hoogten moge liet eenzaam zijn, als daar
niet minstens twee zijn, is er de hooge
dood. Het is op den duur den mensch beter
met zijn doodsvijand zelfs samen te zijn, dan
dood-alleen. Daarom is de eenzame opslui
ting zoo'n wreede straf voor den gewonen
samenlevingsmensch: wij worden ons be
wust aan elkaar. Zelfbewustwording, be
wustwording omtrent ons zelf in den tijd en
omtrent den tijd rondom ons, hebben wij
als doel, opdat wij. instrumenten, steeds zui
verder, bruikbaarder instrumenten zullen
zijn van het Leven.
Alle dingen zijn afgebrokkeld en zij wil
len weder nieuw worden. En wij zelf met
hen.
Wijst uwe bewustwording u iets bizon-
ders in dezen tijd? de mijne mij wel!
Grijp niet naar uw geweer, lid van de
burgerwacht, maar de mijne wijst mij naar
een soort communisme. Maar nu om rustig
te kunnen doorpraten, eerst iets over alge-
meene ontwapening of in ieder geval ont
wapening van Nederland, althans ontwape
ning van ons zelf. T.
GEDACHTEN OVER .STAATKUNDIG
GEWELD.
Aan b-uiit geweld paren zioh onvermij
delijk karakterbederf en huichelarij. Ook
aan het dreigen ermede. Wie zal evenwel
mannen misprijzen die vooralsnog te luid
sproken, die niet anders dan ruw en drei
gend In i politiek spreken kunnen leeren
En wie zal onbegrijpelijk vinden ge-
weld-pn diking door XXe eeuwsche ar
men die tci de heerschappij willen ko
men, oi door XXe eeuwsche rijken die
aan de heerschappij willen blijven, indien
(wat gebeurd is) in de XlXe eeuw een
I'ismarck, die een der grootste rijken van
Europa stichtte, leerde: groote kwesties
worden do. r bloed en ijzer uitgewerkt?
Welk antwoord geeft gij als men u
vraagt: leert de geschiedenis dat in de
politiek de frase, de agitatie, de motie of
wel de macht hel is, die beslist?
En wanneer ik u zeg, dat een helder
denkend man, lieusch geen echte revolu-
tiounair, prol. mr. Struycken, nu Staats
raad, aan ziju studenten leerde: „De
daad der mannen van 1813 (v. Hogen-
derp, v. Stirum es., die 't gevestigd
Eransch keizerlijk gezag vervingen door
dat. van Willem 1) was een revolutionaire
daad, die een Staats,laad werd, omdat die
daad zie li feitelijk heeft weten te hand
haven. Geen andere grond is juridisch
aan te voerou. Rechtskundig is Willem
1 op geen anderen grond vorst geworden,
dan op grond van hetgeen gebeurd is.
Het optreden van Willem I was wets-
brouk, een revolutie. Was die revo
lutie mislukt, dan was dit niet rechts
kundig geweest. Als grondslag van
staatsrecht, vinden wij dan een historisch
gebeuren, de feitelijke vestiging van een
Itepaald gezag zelf niet steunend op een
recht."
Weet gij liet dan beter? Of zijl gij dan
overtuigd, dat Recht niet anders is dan
macht, die zich handhaaft?
Als Hecht is macht die zich handhaaft,
elan zal een verouderd recht een macht
zijn die door een andere macht wordt
weggedrongen.
Zoo is er elan voortdurend een strijd
van macht tegen macht, elie zoodra ze
tot een zekere uitkomst of beslag is ge
komen, tot. recht blijkt te hebben geleid,
elat geen blijvende waarde heeft. - Dat
geen blijvende waarde heeft? En voor
zoover het aan onveranderlijke verhou
dingen der menschelijke samenleving
beantwoordt?
Daar gaat het dus om. Zijn er zulke
.onveranderlijke verhoudingen? Zijn b.v.
oigendoms- cu familieverhoudingen on
veranderlijk dezelfde in eiken tijd, in
elke omgeving?
De vraag te stellen, is haar ontken
nend beantwoorden.
Als iemand, die met u een huis be
woont. en met wien gij niet kunt samen
leven, niet vrijwillig heengaat, wat doet
gij elan? Gij gaal zelf heen of gij zet
hem ér uit.
Wolk vau die twee wegen kiest gij
wanneer gij uwe bestemming in uw huis
een hoogere acht dan de zijne
Zoo is -t alweer niet twijfelachtig,, dat
gewelddadige conflicten soms onvermij
delijk zijn.
Maar zij blijven onzedelijk. Immers,
waarom is liet uitgesloten elat gij in on
derling overle g te zaaien woont? Omdat
gij elkander niet kunt verdragenomdat
ei-k uwer den ander niet Laat gelden
voor wat hij is. En dat niet te doen is
onzedelijk zijn.
Maar wat baat hep dit te zeggen, het
is nu eenmaal zoo Het baat: zooveel elat
mijn onderzoek zich nu uitstrekt tot
deze vraag: indien het zedelijk is een
ander te laten gelden voor wat liij is,
wat zijn dan de voorwaarden daarvan?
boe kom ik zoover?
Zou liet niet zijn door kennis omtrent
den ander? Maar vanwaar die kennis, hoe
verkrijg ik kennis omtrent een ander
mensch? Moet ik hemzelf vragen stellen
of anderen omtrent hem ondervragen?
Dat laatste schijnt mij toe me nog
verder van huis le brengen dan dat ik mij
zelf afvraag: welken indruk maakt die
ander op mij, wat voelt liij, denkt hij,
wil hij, kan hij En daarbij zal ik aan
zijn eigen antwoorden wel wat hebben,
maar lang niet alles. Want eeii mensch
is vol zelfmisleiding, vooral omtrent zioh
zelf, en wie over zichzelf spreekt'is van
zelf vol misleiding van anderen.
Maar hoe kom ik er clan, want ik wil
er komen, ik wil weten wie liij is, die
ander, wat hij kan en wil, denkt en voelt,
want ik wil, ik moét weten of ik met hem
in één huis kan samenwonen.
Daar is één antwoord op, dat klinkt
heel kort, maar is heel lang: „door
liefde".
Als gij eeii ouderwetsche zielkundige zij t
dan moogt ge daarbij denken aansym-
pathetisehe (medegevoelende) gewaar
wording; als ge Bollandiaan zijt moogt
ge deuken aan: belangelooze toewij
ding; maar als gif het weten wilt,
dan kunt gij lezen wat Paulus van de
liefde zegt (1 Kor. 13:413).
Niemand onzer heeft die liefde. Zoo
groot, zoo sterk, zoo zuiver. Daarom
hoeft, niemand onzer de bevoegdheid
staande te' houden, dal het onmogelijk
is met die of die ander samen te wonen
in hetzelfde huis.
Maar nog sterkerneem eens aan dat
een gamot ere macht dan gij of dan die
ander, ja dan gij beiden samen, u met
elkander in dat ééne huis had gesteld, elk
als ware hot uw huis, dus om daarin te
blijven. Kil gij kunt liet met' elkaar niet
vinden, en tocli moest gii het met elkan
der vinden? Wat dan?
Het plan zou in u opkomen den ander
te dooden en zijn ljik uit te werpen en
alleen te zijn in liet huis. Maar dat kan
niet, want dan komt gij. in conflict piet de
groeitere macht, en voor een strijd' tegen
een gelijke- zoudt ge in de' plaats krijgen
een strijd dien gij nooit zouelt kuimen
winnen. En vooropgesteld is, dat gij, het
met elkander vinden moest.
I>us zult gij u met deu ander hebben
te verstaan. En wel zoo, clatf hij zichzelf
kan blijven, in zijne waarde.
Laat hem daarin. En wordt zijne waar
de- ook niet, voor een deel. liepaald door
Directies van Tooneelgozelschappen,
Bioscope-Theaters e d. kunnen de aan
dacht op hare inrichtingen vestigen door
geregelde publicatie in deze rubriek.
De bijzondere voorwaarden worden
op aanvraag gaarne medegedeeld.
DB ADMINISTRATIE.
Groote Houtstraat 113 Haarlem.
PROGRAMMA
van 25 April tot en met 1 Mei.
1. HET FIJNE FLESCHJE.
Klucht in 1 Afd.
2. DE MELODIE DES DOODS.
Dramatische Comedie in 1 afd.
3. WAAR ZIJN MIJN KINDEREN?
De grootste Tendenzfilm tot heden vertoond.
Deze film dient als een krachtig strijdmiddel
tegen Abortus Criminalus.
4. Optreden van den populairen
Humorist LUCIEN
Met geheel nieuw repertoire.
- PAUZE.
5. OM EEN DANSERESJE.
Amerikaansche Klucht in 2 Afd.
Deze week op de Avondvoorstellingen
geen toegang voor personen beneden
16 jaar.
Op de Matinée's van Woensdag, Zater
dag en Zondag zal als Hoofdnummer
vertoond worden
„EEN SCHIJNHUWELIJK"
in 4 afd.
Op die Matineé's wel toegang voor kinderen.
De opname van hit groote Bloemencorso
za] reeds Maandagavond in ons theater ver
toond worden.
zijne verhouding (een soortgelijke als de
uwe) tot die grootere macht, waarbij ver
gelijken gij beiden, zoo klein, zoo ma
teloos klein zijt? Zoo hebt gij dan in
die u beiden eigene verhouding een gtoeldte
brug om tot elkander te komen en elkan
der te verstaan.
Om geweld uit te sluiten zijn twee noo-
dig, die elkander waardeeren als ongeveer
gelijkwaardig.
Over die grootere macht (ik heb op
zettelijk niet gezegd hoogere macht, want
dan trekken sommigen van u dadelijk
hunne voelhorentjes in) wil ik het niet
hebben.
Voor degenen, die haar bestaan niet
erkennen bestaat zij niet, ook al is hun
val .vlak voor him voeten, en die haar
kennen, weten wat ik bedoel.
Zij weten ook wel dat het huis maar
e-eu beeld is van onze samenleving en
dat en gij en die ander maar namen
zijn voor menschen die, zij mogen
ziclt roonisch noemen of communist,
S. 1). A. P.er of liberaal, man -of vrouw,
rood of zwart, op elkander z ij a a a n-
gewezen.
Geweld is afwijking en het is' de grof
ste vorm van ontwijking van elkaar'.
Liefde is bestanddeel van de samen
leving.
Helaas! Hoe zelden bouwt de mensch
lieid öp de bestanddeelen der Eenheid.
Cp hoeveel plaatsen wijkt hij af, wijkt
alles uil elkaar?
Altijd? T.
HET MATERIALISME DER ETHIEK.
Als ge de Engelschen hoordet over den
oorlog met Transvaal, dan was het op ethi
sche gronden, dat zij dien begonnen. Im
mers wachtten de geknevelde Kaffers op
bevrijding, smachtten de brave kolonisten
naar het stemrecht. Cecil Rhodes toonde er
echter meer den materialistischen kant van,
William Stead geeselde de huichelpolitiek
en de beruchte concentratiekampen doofden
ten slotte zelfs den klank van het woord
ethiek.
Toen Engeland zich mengde in den groo-
ten wereldoorlog, waarvan Europa nu nog
smeult, was liet wederom de ethiek, die
zijne vaandels versierde. Het ongelukkige
België, dat te pletter werd geloopen, moest
geholpen worden en de Pruisische inor-
zeltred zou gekeerd.
Het is een Duitscher geweest, die op
geestige wijze het materialisme der Engel-
sche bemoeiing teekende.
„The cause of the war is made in Ger
many", verweet hem een Brit.