Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Bloemendaal, Overveen, Aerdenhout, Vogelenzang, Jan Gijzenvaart en Santpoort HAARLEMSCHE BANKVEREEN1GING LOKET-KLUIZEN. Een Taak voor Nederland. Plaatselijk Nieuws» CINEMA PALACE DE ROODE HANDSCHOEN 14e Jaargang. ZATERDAG 8 MEI 1020. No. 19 BL0EMENDAA1SCH WEEKBLAD Uitgave van de Vereenigde Drukkerijen, Bloemendaal. Kantoor voor Redactie en Administratie: De Genestetweg 23. - Tel. 5003 Abonnement Tot 1 Juli Voor een vol jaar. f 1.— f 4.- Losse nummers 10 cent. Advertentièn. 15 cent de regel, bij afname van 500 regels of meer korting. Vraag en aanbod, huur en verhuur, koop en verkoop, van 1 tot 5 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent. BLOEMENDAAL. Bloemendaalscheweg 113. Kapitaal en Reserve c.a. f 5.000.000. Effecten, Prolongatiën, Coupons, Vreemde Munt. Neemt Fondsen in Leendepöt en vergoedt daarop Leengeld. Open en gesloten Bewaarneming. Koop, Verkoop en Incasseering van Wissels op Binnen- en Buitenland. Algemeen en zulks waarlijk niet zonder grond is de vrees, dat het vredesverdrag aan Europa de rust en den welvaart niet zal teruggeven. En ons land zoowel als de andere Euro» peesche landen zullen toch op een of andere wijze tot economisch herstel moeten komen; het kan niet anders. Immers zooals de toestand is, kan zij onmogelijk blijven. We zouden allen ten gronde gaan. De „Vereeniging Het Vrije Ruil* verkeer" schetst dien toestand in haar vlugschrift, waaraan wij hieronder een en ander ontleenen, ongeveer als volgt: Een Midden*Europa, waar hef over* groote gedeelte der bevolking is over» geleverd aan de diepste materieele ellende, welke nog pijnlijker uitkomt tegen de verkwisting en de uitspat» tingen, waaraan een kleine groep zich overgeeft, daartoe in staat gesteld door nieuw verworven en waarschijn» lijk kortstondigen rijkdom; het Russi» sche rijk, overgeleverd aan anarchie en mede daardoor van de overige wereld zoo goed als afgesloten; in het Westen Staten, die als overwinnaars •uit den strijd zijn te voorschijn geko» men, maar zuchten onder een schier onuitsprekelijken schuldenlast, waar» tegenover als voornaamste actief vor* deringen staan op vrijwel insolvente debiteuren; neutraal gebleven Staten, die gelijk ons land ^an hunne voorraden levensmiddelen niet vol» doende kunnen uitvoeren, omdat het buitenland niet in staat is de prijzen te betalen; overal ongekend hooge, steeds meer stijgende kosten van le» vensbehoeften, welke leiden tot voort» durende vraag om verhooging van loonen; stilstand of noodlottige be» lemmering van de zoo hoog noodige geregelde voortbrenging van goede» ren, tengevolge van de onmogelijk» heid om zich van grondstoffen te voor» zien, van de geringe koopkracht van het buitenland, van op telkens weer andere plaatsen uitbrekende werk* stakingen, van eene zekere onver» schilligheid en lusteloosheid, die zich van groote groepen der bevolkingen heeft meester gemaakt; het is een treurig beeld, dat de oude wereld thans, bijna een jaar nadat de vrede geteekend is, te zien geeft. Duurzame verbetering van dezen toestand zal niet intreden, indien ook niet in de andere Staten de toestand beter wordt- Wellicht minder dan eenige andere staat heeft Nederland ooit zijn „kracht in zijn isolement" kunnen zoeken. De onderlinge afhan* kelijkheid der Staten, aan welker be» staan reeds vóór den oorlog niet werd getwijfeld en die ons gedurende den oorlog op zoo pijnlijke wijze werd duidelijk gemaakt, doet zich na het einde van den oorlog niet minder ge* voelen. Aan „zelfgenoegzaamheid" kunnen wij minder dan ooit denken. Wij hebben de andere landen noodig als leveranciers en als afnemers. Zoo» lang dus die andere landen in de on» mogelijkheid verkeeren naar ons uit te voeren, wat wij zelf niet kunnen voortbrengen, of wel de levering van zoodanige goederen slechts mogelijk is tegen buitensporig hooge prijzen en met langdurig en onzeker tijdsver* loop en zoolang de geringe koop» kracht van het buitenlandsche geld een belemmering blijft voor den uit» voer van onze producten; zoolang zal de economische toestand ook in ons land zorg baren. Meer dan ooit is dan ook samen werking tusschen de volken noodig en om tot die samenwerking te komen zal eerst toenadering noodig zijn. Be* driegen de verschijnselen niet, dan zijn reeds teekenen waar te nemen, die er op wijzen, dat de noodzakelijk» heid van die toenadering meer en meer beseft wordt. Wij hooren stem* men, die op verzachting en zelfs op herziening van het vredesverdrag aandringen. Wij lezen van krachtige maatregelen, die in sommige entente» staten worden genomen ter bestrij» ding van den materieelen nood bij de vijanden van voorheen. En wat ons ook een niet te onderschatten gunstig bericht lijkt in Engeland zal weldra een internationaal wetenschappelijk congres worden gehouden, tot het bijwonen waarvan ook vertegen» woordigers uit Duitschland en Oosten» rijk zijn uitgenoodigd. Nog bestaat wel is waar geen algemeene drang naar toenadering; nog worden de stemmen, die daarom roepen, dikwijls door protesten tot zwijgen gebracht, maar eens zullen toch ook die protes» ten moeten verstommen. Dat een volk, hetwelk in den oorlog een der belangrijkste gedeelten van zijn land zag verwoest door een als erfvijand beschouwde natie, niet zoo spoedig tot toenadering te brengen is, moge begrijpelijk zijn, maar tusschen de ge* voels»uitersten „oog om oog, tand om tand" en „heb uwe vijanden lief" ligt een verstands»middenweg: verdraag» zaamheid, zij het ook uit welbegrepen eigenbelang. Voor den volkenbond is de taak weggelegd, om die toenadering, die onderlinge verdraagzaamheid te stich» ten en sterker te maken, ten einde dien bond te doen beantwoorden aan het doel, waarmee hij is gesticht: „de samenwerking tusschen de naties te bevorderen en den vrede en de vei» ligheid tusschen de naties te verze* keren". Het is hier niet de plaats, in be» schouwingen te treden over den in* houd van het volkenbonds»verdrag. Wat wij ervan willen zeggen is slechts dit: zullen de volkeren inderdaad een bond vormen, dan is het noodzakelijk, dat hun onderling verkeer niet door kunstmatige afsluitingen wordt be* lemmerd". Een ondubbelzinnige bepaling, dat het handelsverkeer tusschen de leden van den bond op het stelsel van vrij* handel moet zijn gegrond, treft men in het verdrag niet aan. Maar toch geeft artikel 23 een grondslag, waarop met goeden wil dat stelsel kan worden gebouwd. Dit artikel toch zegt, dat de leden van den bond, onder voorbe* houd van en in overeenstemming met de bepalingen der reeds bestaande of nog te sluiten internationale overeen» komsten, zich er toe verbinden, om de vrijheid van het verkeer en van den doorvoer alsmede de billijke regeling van den handel van alle leden van den bond te verzekeren en te hand» haven, met in achtneming van de bij» zondere behoeften der gedurende den oorlog verwoeste gebieden. Eene be* paling dus, die ongetwijfeld gelegen» heid biedt tot het houden van velerlei „slagen om den arm". Maar toch ook tevens eene bepaling, welke met goe* den wil in hooge mate bevorderlijk zal kunnen zijn aan het tot stand komen van algemeenen, internatio» nalen vrijhandel. Wij willen ons hier niet overgeven aan overdreven opti* misme; wij begrijpen, dat nog menig bezwaar zal moeten worden over» wonnen, voordat op dit punt een* stenjmigheid zal zijn verkregen. Wij begrijpen ook, dat eene „Free Trade Union", zooals J. M. Keynes in zijn boek „The economie consequences of the peace" heeft aanbevolen, vlugger op papier ontworpen, dan in werke» lijkheid gesticht kan worden. Niette» min is het onze overtuiging, dat zulk eene vrijhandelsunie, waarvan alle cultuurstaten deel uitmaken, weldadig zou werken voor het herstel van orde, welvaart en vrede. Nederland, eenmaal tot den volken» bond toegetreden, zal èn als vrijhan» delsland en als neutraal gebleven Staat, een krachtigen, leidenden in» vloed op het tot stand komen van zoo» danigen bond kunnen uitoefenen. Laat ons hopen, dat onze vertegen» woordigers in staat zullen zijn, deze wellicht moeilijke maar eervolle taak te vervullen 1 BLOEMENDAAL. Afscheid Ds. van Leeuwen. Een buitengewoon talrijke schare vulde Zondagmorgen j.l. ons vriendelijk kerkgebouw. Hoe zou het ook anders kunnen, waar Ds. van Leeuwen, na een verblijf van 20 jaren in onze ge» meente, voor de laatste maal den kansel betrad. De plechtige dienst werd geopend met het zingen van Ps. 89 vers 1 en 7 en het lezen van 1 Cor. 3 1123, waarna de predikant voorging in ge» bed. Hierna zong de gemeente Gez. 273 1 en 3- Zijn tekstwoord had de prediker ontleend aan den tweeden brief van HAARLFM. PROGRAMMA 7, 8, 10 Mei. ALS HOOFDNUMMER: Sensationeel drama in 6 acten. Als komisch deze week: CHARLY-CHAPLIN ALS MATROOS. Doet een ieder schateren van het lachen. PROGRAMMA 11, 12, 13 Mei. ALS HOOFDNUMMER: BRENG ONS NIET IN VERZOEKING. Realistisch drama in 6 acten. Verder uitgebreid Programma. HEMELVAARTSDAG ALS ZONDAG. 's Middags 2 uur eerste voorstelling. Laatste voorstelling 5V2 uur aanvang. Avondvoorstelling 8 uur aanvang. Paulus aan Timotheus en daaruit het 4de hoofdstuk, het laatste gedeelte van het 7de vers, de woorden: „Ik heb het geloof behouden." Nadat Ds. van Leeuwen allereerst het zware en pijnlijke van een schei» ding tusschen hem en eene gemeente, die hij zoovele jaren mocht dienen, had doen uitkomen, schetste hij, wat het geloof was, waarvan de groote Apostel hier sprak, nl. het geloof in Jezus Christus, in Wien is de volheid der vervulling van alle beloften Gods. Na al wat hij ervaren had geduren» de de vele jaren van zijne bediening als predikant, het blijde en het droeve, het lichte en het donkere, wat deed juichen en wat deed weenen, mocht hij toch met Paulus, zij het bevend, getuigen: „Ik heb het geloof behou» den." Thans kon hij ook met dien» zelfden Apostel zeggen: ik heb den goeden strijd gestreden, ik heb den loop geëindigd. En nu bij mijn heen» gaan, zeide spreker, gaat de poort der herinnering open. Ik denk aan veel liefde, die ik ondervond, meer dan ik verdiende, liefde, ook in deze laatste dagen voor mijn heengaan, die mij be» schaamde, maar helaas ook, weder» voer mij ontrouw, waar ik die niet had verwacht. Voor al die genegenheid, die trouw en die liefde dank ik u. Voorts richtte de scheidende leeraar hartelijke woorden van dank en waar» deering tot de leden van den kerke» raad en het college van kerkvoogden. Ook de consulent en de broeders collega's werden toegesproken en wijsheid, kracht en liefde toege» wenscht voor hun schoone, maar vooral in onze dagen zoo zware taak. Ook de leden van het kiescollege, de armmeesters, voorzanger en koster dankte spreker voor alles, wat zij ge» durende de jaren van zijn bediening voor de gemeente hadden gedaan. Bijzonder hartelijk werden ook zijn leerlingen en oud»leerlingen door den leeraar toegesproken. De arbeid onder hen behoorde tot dat deel van zijn werk, dat hem bijzonder lief was. Nadat tot slot gezang 96 staande door de gemeente was gezongen, nam de consulent ds. Baljon, van Spaarn»

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1920 | | pagina 1