bewonderden het paard van den prins en velen dachten dat dit edele dier stellig den prijs zou behalen. Maar ziet, toen het zijn beurt was om te rennen, liep het plotseling kreupel en in plaats van de toejui» chingen die de prins had verwacht, hoorde hij aan alle kanten gelach en spot. „Wie komt nu met een kreupel paard op een wedstrijd", zei de een. „Die denkt zeker dat onze paarden heelemaal lam zijn", zei de ander. „Een ezel heeft ten minste nog vier pooten om op vooruit te komen, dit dier maar drie", spotte een derde. De prins werd vuurrood. Hij wist niet, dat een andere ridder den stab knecht had omgekocht om het paard een doorn in den hoef te steken. Eerst werd hij verlegen onder den spot der anderen. Toen werd hij boos. Hij haal» de zijn beurs te voorschijn en kocht een ander paard en verkocht het zijne. Maar het hielp niet. Hij bleef ver achter bij de andere ruiters. Dit prikkelde hem nog meer en hij nam zich voor net zoo lang op het kasteel te blijven tot hij den wedstrijd en daarmee de prinses gewonnen had. Aan den gouden vogel dacht hij niet meer. Naar zijn vaders kasteel ging hij niet meer terug. (Wordt vervolgd.) Oplossingen van de raadsels van 14 Augustus. 1. De pannekoeken, die gebakken worden in een straat, die maar aan één kant bebouwd is, worden maar aan één kant gebakken (n.l. aan één kant der straat). 2. In een leeg vat kan ik maar 1 kan water gieten, want als ik de tweede kan er in wil gieten is het vat niet meer leeg. 3. Een»teen»steen. 4. 't Verbond der Edelen werd ge* teekendaan den voet van het pa* pier waarop het geschreven was. 5. De man had 45.Reken maar uit of 't niet uitkomt. 6. Wip»op is de kikvorsch. Werp» op is de mol. Oplossingen van de raadsels van 28 Augustus. A. 1. Jan en Dirk aten onrijpe appels (kat). Oom tracteerde op oesters (poes). Hij vond het horloge in het bosch onder de bladeren (hond). De kar en de wagen staan bij den boer in de schuur (arend). De juffrouw zal marie helpen (zalm). 2. Inktpot. 3. Slapende droomen. B. 1. Zij hielden op den kar e/kander vast (Karei). Welke eschdoorn krijgt(Kees). De hen riep de kuikens (Henri). Heeft Pa u/evellen bij zich (Paul). Wij ga an naar grootmoeder (Anna). 2. In „angstschreeuw" staan 8 me» deklinkers achter elkaar. 3. AssenDelft. Wij ontvingen van de raadsels van 14 Aug. geen goede oplossingen, wel van de raadsels van 28 Aug. Onder de goede oplossers verlootten wij den prijs. Hij viel ten deel aan: Willy Schoort, die hem bij ons mag komen afhalen. Voor ditmaal wordt uitgeloofd: Een doosje kinderpostpapier. CORRESPONDENTIE. Eva Benders. Dank je wel voor de oplossingen. Jammer, dat je den prijs niet won. Enfin, een volgenden keer ben je mis» schien gelukkiger. Zoo héél moeilijk maak ik ze toch niet, geloof ik. Je Oom. RAADSELS; 1. Ik besta uit vier letters. Is mijn derde een a dan ben ik meestal nog geen meter lang en altijd op den grond of op den vloer. Is mijn derde letter een e, dan ben ik een deel van een fiets waar menig neefje of nichtje wel eens opgestaan heeft. Is mijn derde letter een i dan ben ik maar heel klein. Is mijn derde letter een o dan sluit ik alles af. Wat is dit allemaal. 2. Mijn broer heet Karei. Welnu, als hij een brief schrijft, begint Karei altijd met „k" en eindigt altijd met „1,'. Hoe kan dat? 3. Wat heeft geen einde? Voor de grooteren. Ik ken een gevaarlijk tooverwoord. Want als U het uitspreekt en U laat bij vergissing de eerste letter weg, dan maakt het u ziek. 2. Ge kent ringen, die niet rond zijnl) Ik ken menschen, die gezond zijn, En toch zeker soort van nieren missen. Wie van jullie kan dit gissen? I) De ringen die niet rond zijn, zijn b.v. setringen. 3. De klok. 12 11 1 10 2 9x3 8 4 7 5 6 Zet in plaats van de cijfers de Iet» ters van een plaats in Nederland. Als het zes uur is, vormen de wijzers van 12 tot 6 den naam van een dorp in Drente. Vul dit ook in. Een kunst. Noodig is een stukje gewoon pa» pier (krantenpapier is ook goed), een stukje touw, een gordijnring of een andere ring en twee stukjes kurk of hout. Knip van papier een nogal groote ring van b.v. 1/2 of 1 c.M. breedte, hang door dien ring een touwtje, waarvan de uiteinden gestoken wor» den door den gordijnring. Maak aan ieder uiteinde een kurk vast of een stuk lucifersdoosje of zoo iets, maar een voorwerp, zóó groot, dat het niet door den gordijnring kan. Hoe krijg ik nu alles los zonder iets te beschadigen of los te binden? Iedereen zal zeggen dat het onmo» gelijk is. Maar ik kan het wel! 't Is heel eenvoudig. Wanneer zal ik 't vertellen? Den volgenden keer of nu reeds? Laat ik het nu al maar vertellen. Luister dan. Je hebt niets anders te doen dan den papieren ring dubbel te vouwen, waardoor de gordijnring heel makke» lijk van de dubbel gevouwen ring kan worden afgeschoven. Vanzelf kan men dan ook de kurken of de stukken luciferdoos door den papieren ring halen en het heele toestel is uit elkaar. Probeer het maar, onthoud het en geef het eens op aan vrienden of vriendinnetjes.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1920 | | pagina 6