m Co öp. VemJeMMr In ken" EEN VERNIETIGD LEVEN DE KONINGIN DHR AARDE r Overveen, Aerdenhout, Vogelenzang, Jan Gijzenvaart en Santpoort HAARLEMSCHE BANKVEREENIGING LOKET-KLUIZEN. Herfst. CINEMA PALACE FEUILLETON. De hoofdconducteur. 14e Jaargang. ZATERDAG 9 OCTOBER 1920. No. 41 IL0EMENDA1LSCH WEEKBLAD Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Bloemendaal, Uitgave van de Vereenigde Drukkerijen, Bloemendaal. Kantoor voor Redactie en Administratie: De Genestetweg 23. - Tel. 5003 Abonnement Voor een vol jaar. f 4.- Advertentièn. 15 cent de regel, bij afname van 500 regels of meer korting. Vraag en aanbod, huur en verhuur, koop en verkoop, van 1 tot 5 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent. Dit nummer bestaat uit vier bladzijden en een Bijblad. Wie tevreden is over zijn arbeid, heelt reden van ontevredenheid over z'n tevredenheid. Kan Geo Sec toor der Keuken Wilhelminal., O'veen, Te pend van IO-3uur. Postgiro No. 22882, retariaat: JULIANALAAN 316, Telefoo yitmcpifurrracDtCDnanCTtmtia)1^ I MENU A van 11 t/m 17 Oct. 1920 afi .3530 O'veen n 3I03 Prijs Maandag Groentensoep Wien. rostbraten, bloemk., aardapp. Appelmoes 18 ct. 108 18 Dinsdag Bruine Boonensoep Kalfslapjes, andijvie, aardappelen Rijstkoekjes 18 113 18 Woensdag Vermicellisoep Vark.fricandeau, appeltjes, aardapp. Kabinetpudding m. rliumsaus. 18 115 18 Donderdag Windsorsoep Runderlapjes, postelein, aardapp. Gembervia 18 104 18 Vrijdag Tomatensoep (mager) Vischschotel inet botersaus, peren, aardappelen Griesmeelpudding m. rozijnen 18 109 18 Zaterdag Juliennesoep Gehakt, groene kool, aardapp. Chocoladepudding m. vanillesaus 18 107 18 Zondag Kippensoep Biefstuk v. d. haas, spercieboonen aardappelen Weenertaartjes 20 124 18 MENU B Groenten, Aardappelen en soep ot Toespijs, volgens dagmenu op werkdagen 's Zondags 't Middagm. wordt Zondags tusschen 12-2 b Aanmelding voor lidmaatschap bij de meesteresse Julianalaan 308, Overveen, T 80 92 ezorgd. 'enning- sl. 1758 BLOEMENDAAL. Bloemendaalscheweg 113 Kapitaal en Reserve c.a. f 5.000.000. Effecten, Prolongation, Coupons, Vreemde Munt. Neemt Fondsen in Leendepót en vergoedt daarop Leengeld. Open en gesloten Bewaarneming. Koop, Verkoop en Incasseering van Wissels op Binnen- en Buitenland. Zoo is de altijd eendere, de altijd nochtans afwisselende reeks der seizoenen weder aan de herfst toe, „het stemmige" seizoen, zoo als De Génestet het noemde. Wel verrast de nazomer ons nog met mooie zonnige dagen, doch één blik op het vallend loof overtuigt u, dat deze zomerschheid slechts een toegift ft den (helaas, in het water gevallen) zomer is. De herfst is laat. Reeds een eind zijn wij October in, terwijl toch de aanvang van den herfst officieel in het laatste deel van Sep tember valt. Dat is de „herfstmaand". Over dit onderwerp, September of Herfst maand, werd er door Ds. F. W. Drijver,, den bekenden etymoloog en geestigen, onderhou denden schrijver, indertijd een aardig artikel in het licht gegeven, waaruit wij hier voor onze lezeressen en lezers een gedeelte overnemen. Zoowel de Latijnsche als de Hollandsche be naming van de negende maand aldus Schrij ver laat aan duidelijkheid niets te wenschen over. Toen Maart nog als eerste gold, was September natuurlijk de zevende; het Latijn sche Septem beteekent ons Zeven. In de negende maand rekent men dat de herfst begint, en daar is veel voor te zeggen. Wel gèeft Sepember ons dikwijls mooie dagen, maar dit neemt niet weg, „dat de r in de maand is," en geen woord bestaat er, waar een r in voorkomt, of het heeft iets beweeglijks, ver anderlijks in. Maar het woord rust dan, vraagt gij, en gij meent aanstonds die r-redeneering in dujf.en te hebben geworpen! Niet alzoo! Ik heb eens iemand hooren beweren, dat dat woord samengesteld is uit twee deelen, een r en ust, dat wil zeggen: eerst beweging en dan st (stilte)! „Aardig gevonden," zei mij later een ander, „maar de persoon, die zulke aardigheden vertelde, was geen geleerde, anders zou hij geweten hebben, dat rust en het Hoogduitsche Ruhe niets met „r" en „st" te maken hebben." t Zooveel is zeker, dat September nog al ver anderlijk is, hetgeen deze maand gemeen heeft met haar zeven zusjes, die ook een r in den naam hebben; de welbekende October, Novem ber, December, Januari, Februari, Maart en April, welk achttal eigenlijk alleen goed is om ons op oesters te trakteeren. Daar tegenover staat, dat in deze „r-maanden" de kreeft min der aanbeveling verdient, overeenkomstig den regel: „mensibus, In quibus R, non bonus est Cancer," d. w. z. „Als ge in de maand een R ontmoet, Dan is geen kreeft om te eten goed.' Daardoor is er dan zeker ook weer zoo iemand, die zich taalkenner noemde, toe ge komen om het woord huitres de Fransche naam vöor onze oesters af te leiden uit huif r's, acht r's, en zoo zou 't woord zooveel beteekenen als „eetbaar in de acht maanden, die een r in den naam hebben." Doch wij zijn daar bijna geheel van ons on derwerp afgedwaald. Ik moest nog hebben ge zegd, dat September ook wel spelttnaand wordt genoemd, omdat de spelt nu gemaaid wordt, en evenmaand, omdat de zon nu in den evenaar treedt. In het Angelsaksisch heet zij Haligmanoth, heilige maand. Wat het woord herfst betreft, Tuinman o.a. zoekt er in: een samentrekking van her-oest, tweede oogst; maar dat is wel wat ver ge zocht! Het Engelsche woord harvest brengt ons wat dichter tot den waren oorsprong, 't Zal afstammen van een woord, dat verwerven, vergaderen beteekent." Hen der typische verschijnselen van dit sei zoen zijn, zooals men weet, de herfstdraden. Ook hieromtrent geeft de genoemde schrijver weder een lezenswaardig stukje. Wij ontleenen daar een en ander aan. „Niemand kan het bevreemden, dat de mensch, zoolang hij zich langs wetenschappe- lijken weg geen verklaring weet te geven van zooveel, dat hij rondom zich in de natuur waarneemt, zijn toevlucht neemt tot het ge- GROOTE HOUTSTRAAT 111-113 HAARLEM. Vanaf VRIJDAG 8 tot en met DONDERDAG 14 OCTOBER. Drama in 6 acten. 2e DEEL van KOLOSSAAL MONUMENTAAL FILM-KUNSTWERK. De grootste Film-Cyclus, welke tot heden toe gemaakt is. In de hoofdrol MIA MAY. VERDER UITGEBREID KOMISCH PROGRAMMA. BESPREEKT VOORAL UW PLAATSEN. Duizenden hebben het eerste deel gezien. Duizenden zullen ook het tweede deel willen aanschouwen. Plaatsbespreking dagelijks aan de cassa alleen og den dag dat men de voorstelling wil bijwonen. heimzinnige. Immers het ligt in den aard van ons wezen, ons zeiven rekenschap te geven van 't geen wij zien. Waar nu 't verstand te kort schiet, daar is het de phantasie, die deze zucht naar de kennis der dingen tracht te be vredigen. Zoo ontstonden al die eigenaardige, van poëtfschen geest getuigende volksmeenin- gen, omtrent al die verschijnselen in het leven der natuur, die eens als „wonderen" werden beschouwd, omdat men hun oorzaken niet kende. Tot de meest gewone dier verschijnse len behooren o.a. de herfstdraden, die jaarlijks wederkeerende boden van den naderenden herfst, die bij duizenden door het luchtruim zweven en zich vasthechten aan boomen, strui ken en heggen, terwijl zij niet zelden hun luch tig weefsel spreiden over uw kleed Voor ons hebben die draden niets geheimzinnigs meer; wij weten nu, dat zij het voortbrengsel kunstproducten in den vollen zin des woords - zijn van grootere en kleinere spinnen, die het vermogen bezitten een fijnen draad van zich af te schieten, welken zij losjes laten rond zweven en die zich weldra aan eenig voorwerp vasthecht, om daarna den kleinen spinsters tot brug te dienen. Darwin verhaalt, dat hij, 60 mijlen van land Ik zal het drinken afleeren! In ie* der geval! Het is nu toch tijd om verstandiger te worden. Men moet werken en zijn best doen.... Als je het prettig vindt, je salaris te ontvangen, dan moet je ook eerlijk, ijverig en nauwgezet je werk doen, met achter; afzetting van rust en slaap. Weg met de loterij.... Je bent er aan gewend geraakt je salaris voor niets op te strijken; maar dat is niet mooi.... hee; lemaal niet!" Nadat de hoofdconducteur Podtja; gin een paar van zulke moraabpredica; ties tegen zichzelf had afgestoken, be; speurt hij bij zichzelf een onweer; staanbaren drang naar ambtelijke be; zigheden. Het is al twee uur in den nacht; maar desondanks wekt hij de conducteurs en gaat met hen de wa; geris door, om de plaatsbewijzen te controleeren. „Kaartjes, heeren," roept hij en knipt daarbij lustig met zijn tang. Half;ingedommelde gestalten, slechts onduidelijk zichtbaar in het halfdui; ster, dat er in de coupé's heerscht, rij; zen op, schudden hun hoofd en reiken hun kaartjes over. „Kaartje, mijnheer!" wendt Podtja; gin zich tot een reiziger in de tweede klasse, een mageren, knokigen heer, die in een pels en een deken gehuld, en in een menigte kussens verzonken is. „Uw kaartje, mijnheer!" De magere heer antwoordt niet. Hij ligt in een diepen slaap. De hoofd; conducteur pakt hem bij zijn schou; ders en herhaalt ongeduldig: „Uw kaartje, mijnheer!" De reiziger schrikt, opent de oogen en kijkt Podtjagin ontzet aan. „Wat? Wie is daar? Hè?" „Ik vraag helder en duidelijk; uw kaartje! Alsjeblieft!" „Mijn hemel!" steunt de magere heer en trekt een huilerig gezicht. Ik lijd aan rheumatiekDrie nachten heb ik niet geslapen; ik heb expres een morphine;poeder in; genomen, om in te slapen, en nu komt U....met uw kaartje! Dat is wreed, on; menschelijk! als u wist, hoe 'n moeite ik heb om in te slapen, dan zou u mij niet om zoo 'n beuzelarij storen Het is wreed, laf! Waar heeft u mijn kaartje dan voor noodig? Onzin!" Podtjagin denkt na, of hij zich belee; digd zal voelen of niet, en besluit, zich beleedigd te voelen. „Schreeuw niet zoo hier. Het is hier geen kroeg!" antwoordt hij. „Ja werkelijkin een kroeg zijn de lui menschelijker..." antwoordt de rei; ziger hoestend. „Nou kan ik probee; ren om voor de tweede maal in te sla; pen! Wonderlijk overal in het bui; tenland heb ik gereisd, en niemand heeft mij daar naar een kaartje ge; vraagd, maar hier, alsof ze van den duivel bezeten zijn, overal en altijd!" „Nou, ga voor mijn part naar het buitenland, als het je daar bevalt!" „Wat een domme boel is het hier! Ja! Het is nog niet genoeg dat men de reizigers met kachellucht, stiklucht en trekwinden lastig valt, maar jij wil ie; mand door je pedanterie heelemaal ten gronde richten. Het kaartje moet hij hebben! Kijk eens, wat een dienstij; ver bij zoo 'n vent! En als het nou nog ter controle gebeurde! Maar de halve trein reist zonder kaartjes!" „Hoor eens, mijnheer," roept Podtja; gin, die nu driftig wordt, „wanneer u niet ophoudt met schreeuwen en het publiek te storen, dan zal ik mij ge; noodzaakt zien. u op 't volgende sta; tion er uit te zetten, en een proces; verbaal over het gebeurde op te ma; ken!" „Dat is ongehoord!" mengen zich nu de andere reizigers in het gesprek. „Die valt een zieke lastig! Heb u toch een beetje medelijden!" „Maar hij scheldt zelf!" anwoordt Podtjagin, die nu een beetje gaat toe; geven. „Nu goed, dan behoef ik het

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1920 | | pagina 1