SANTPOORT.
Toen een motorrijder, een wagen passeeren-
de, te veel uitweek, verloor hij zijn stuur, met
het gevolg, dat hij in een boschje terecht
kwam. Nadat de berijjer, die er goed af
was gekomen, de motor met heel veel moeite
uit het struikgewas gehaald had, reed hij weer
verder.
VOOR DE DAMES.
Damesmodes. De Parijsche medewerk
ster der „Haagsche Post" schrijft: De dwaze,
steeds veranderlijke en toch immer door ons
trouw op den voet gevolgde mode wil, dat wij
tegelijkertijd wijd-uitstaande en recht neer
hangende japonnen zullen dragen. Eerstge
noemde modellen zijn wonderen van toilet
kunst, maar zijn om zoo te zeggen, door een
feeëriek halo omkranst, daar zij voor een
elegante vrouw met een bescheiden budget
bijna onbereikbaar zijn. Deze modellen immers
vereischen een zooveel grootere hoeveelheid
materiaal, een zooveel gewichtiger faeon en
daarbij stijgen de stofprijzen gestadig en
angstwekkend en wordt alles nog bezwaard
door de luxe-belasting. Er zijn dan ook zoo
veel „jeunes élégantes" die haar voorliefde
toonen voor de modellen van een gematigden
prijs en eenvoudiger snit. En ook zijn er velen
die nog steeds de „forine simple" dragen, het
bekende chemise-toiletje. Het bovenstaande
geldt ook voor de avondtoiletten. Gepoeft zullen
zij zijn, certainement Madame, doch beschei
den opzijde of van achteren, a la mode 1830.
En de rechtgesneden toiletjes zijn lang niet
meer zoo kort als zij VParen en daarom staat
het sleepje, hetwelk hen meestal zal verge
zellen, er veel beter aan dan voorhen. De
overdreven kanten crinolines, waar het be
scheiden interieur van een taxi niet op bere
kend is, deze overdadige met rozen en strikken
beladen toiletten worden nog slechts door
enkele commères de revues gelanceerd en al
was het ook een seizoen geleden nog zeer chic
dezen na te volgen, nu is dat voorbij en het is
zelfs smakeloos geworden.
VAN HIER EN DAAR.
De brooddronkenheid.
Men vond in Engeland dat aan de afternoon
tea wat meer „kleur" moest worden gegeven.
Kokosgebakjes in helle kleuren zijn nu in de
mode. Op de tentoonstelling van bakkers,
confiseurs, patissiers en aanverwante vakken
in de Royal Agricultural Hall te Londen vindt
men ze aan één stand in zeven verschillende
Gasten, die de vriendelijkheid hebben, zich
naar de weinige regelen van het huis te rich
ten, die ik wel met het oog op het welzijn
van iedereen heb moeten vaststellen.
Gasten, die in het gesprek geen onderwer
pen te pas brengen, die tot heftige, driftige
discussie aanleiding geven. Gasten, die inzien,
dat in 'n pension niet altijd alles gesmeerd
kan gaan, dat er altijd kans is, op laat thuis
komenden, die de nachtrust der anderen ver
storen; dat er altijd menschen zullen zijn, wier
denkbeelden omtrent open ramen van de
hunne afwijken.
Gasten, die in de salon zelf eens ter gelege-'
ner tijd hun muziek en hun paperassen bijeen
komen zamelen en netjes schikken. Gasten, die
een vriendelijk „dank u" voor bewezen dien
sten niet vergeten!
De moderne Schoonmaakster.
De huiskamerdeur werd openge*
duwd, kloppen deed ze ai lang niet
meer; daar sleten haar handen te veel
fan, had ze verklaard,en daar stond
onze sehoonmaakster vóór ons. Een
net gekleede, frissche, jonge vrouw,
met het zelfvertrouwen, dat bij die
netgekleedheid, jeugd en frischheid
zoo thuishoort. Het aplomb straalde
haar oogen uit.
„Ik kom u even zeggen", sprak ze,
en alles in aanmerking genomen was
haar toon niet hooghartiger dan vob
strekt bij haar positie paste, „ik kom u
even zeggen, mevrouw, dat ik niet
meer terug kom. Mijn man verdient
tegenwoordig een dragelijk, om niet
te zeggen: een menschwaardig, weeks
geld, en hij wil niet meer hebben,
dat ik nog uit werken ga erbij. En
hoewel ik anders niet zoo bar gehoor*
zaam aan hem ben, in dt geval moet
ik hem gelijk geven. Het gemak dient
den mensch. Wat zegt u?" (Bij de
laatste woorden wierp zij een blik vol
verstandhouding naar mijn vrouw, die
onder het gesprek languit*aehterover
in een crapaud was blijven hangen).
„Je moet doen, wat je niet laten
kan", zei mijn vrouw laconiek.
„Zoo is het, mevrouw", viel de ups
tosdate schoonmaakster minzaam in,
„ik heb het al zoo lang in mijn hoofd,
ziet u, (Hier knikte mijn vrouw veel*
v
Uw moeder was zoo goed voor u,
O, doe hen nimmer leed.
Als hun voorbeeld mij niet weerhouden had,
Dan was ik nu verloren.
Ja, hadden mijn ouders nooit geleefd,
Dan was ik niet geboren.
Een stilte was er in de zaal,
Een droef 'k-en-weet-niet-wat.
Want menig gast was ook een mensch,
En had dus ouders gehad.
Dames en heeren snikten zacht.
En af het strijkje brak.
Want elk zag aan zijn net gezicht,
Dat hij de waarheid sprak.
De barmaid weende bitterlijk,
En allen schreiden mee,
Een elk dacht aan zijn ouderhuis,
Zijn jeugd, vol vreugd' en vrêe.
En allen waren doodsbedroefd,
En snikten door de zaal,
Toen sprak de brave jonkman luid,
Nu voor de tweede maal:
Refrein:
F. P. ADAMS.
ONTVANGEN BOEKEN.
Bij den uitgever J. M. Meulenhoff te Am
sterdam verscheen thans een Kookboek,
bevattende dageiijksche menu's, feestmenu's,
lunchschotels, ziekenkostjes, enz., met alle
daarbij behoorende recepten, samengesteld
door een Hollandsche huisvrouw. Of het kook
boek goed is, zouden wij eerst kunnen verkla
ren nadat wij een zeker aantal recepten eruit
hadden klaargemaakt en in orde bevonden,
maar ook zonder dat durven wij er alvast een
goed oordeel over te geven. Het maakt, voor
zoover wij het doorbladerend beoordeelen
kunnen, een degelijken, goeden indruk.
Tpr gelegenheid van het onlangs gevierde
Thijni-jubileum, heeft de firma J. M. Meulen
hoff, te Amsterdam, een keus uit Alberdingk
Thijm's werken uitgegeven, met een inleiding
van M. H. P. C. Poelhekke. Men moet zeggen,
dat de firma Meulenhoff overal als de kippen
bij is. Geen kunstenaars-jubileum of herden
kingsfeest, of deze wakkere firma komt met
geschriften van of omtrent den herdachten
kunstenaar. Eu niet slechts dat zij actueel is
op deze wijze, maar wat zij bij dergelijke ge
legenheden ten beste geeft, is goed ook. Zoo
wederom deze bloemlezing, waarin men van
Thijm's beste stukken vindt. Het meest pakt
ons de schrijver, wanneer hij het over zijn be
minden Vondel heeft. Zijn „Bedevaart naar
binnen.
„Wat wilt U, mijnheer", vroeg de win
kelier.
De professor schrikte. Hij dacht na en toen
schoot het hem te binnen.
„O, ja, koffie wilde ik graag van U hebben".
„Hoeveel mijnheer?"
Opnieuw dacht hij. „Dat heeft mijn vrouw
niet gezegd, maar mij dunkt dat een half inud
wel genoeg is".
Met den grooten Lessing is eens het volgen
de gebeurd. Hij had zijn hoofd vol met het
schrijven van een nieuw werk en was gaan
wandelen.
Tegen zijn knecht had hij gezegd niemand
in huis te laten, want hij wilde direct weer
aan 't werk als hij thuis kwam. Zonder op den
weg te letten kwam hij weer in de straat waar
hij woonde en belde uit oude gewoonte, nog
steeds in gedachten, aan zijn huis aan. 't Was
schemerdonker en de knecht herkende hem
niet.
„Professor is niet thuis, mijnheer, en ik mag
niemand binnen laten", zei de knecht.
„O! dat's goed, heel goed van je. Dan kom
'k later wel eens terug", zei Lessing en
wandelde verder.
KESK-AUENDA
Zondag 10 October.
BLOEMENDAAL.
NED. HERV. GEMEENTE, voorin. 10 uur, Dr.
P. Blaauw, Pred. Dir. van het Haarl.
Diaconessenhuis.
n.m. 5 uur de Heer K. Koopman.
JONGEL1EDEN-SAMENKOMST in gebouw
„Maranatha", voorm. 10 uur, Dr. M. J. A.
de Vrijer.
GEREFORMEERDE KERK, voorm. 10 uur, Ds.
J. C. Brussaard.
n.m. 5 uur dezelfde.
NEDERL. PROTESTANTENBOND, afd. „Bloe-
mendaal", voorm. halfelf, in het Gebouw
van de Bloemend. Schoolvereeniging, Ds.
A. Klaver, te Hoorn. Onderwerp: Tagore
als dichter van Moeder en Kind.
SANTPOORT.
NED. HERV. GEM., voorm. 10 uur, Dr. G.
A. van den Bergii van Eysinga, „Een
menschwaardig bestaan" (Coll. 1 vs. 13).
Collecte Orgelfonds.
EVANGELISATIE, voorm. 10 uur, Ds. Vinke,