C. Fris Jr.
MICHELIN
Rijwielbanden
Plaatselijk Nieuws.
Buitenband f 6.00
Binnenband 3.25
Bij den Rijwielhandel
Timmerman
VICTORI A=WATER
Over Israël Querldo.
In een der laatste nummers van liet be
kende Nieuwsblad voor het latter, middelbaar
en gymnasiaal onderwijs „De Sollicitant", las
Ik ecu artikel van den letterkundige J. 13.
Ubink, hoofdredacteur van dit blad en hoofd
eener school, over „Zwitserland" door G. van
Hulzen, in welk artikel de heer Ubink dit boek
van van Hulzen aanbeveelt voor gebruik op
de scholen.
Terloops schrijft de heer Ubink In dat ar
tikel over Querldo en wel het volgende:
maar neem bijv. het proza van Querido
zooals dat laatstelijk nu weer uitgestald staat
in „Koningen". Dat is niet langer melodie,
maar uitsluitend geruisch, gedonder en ge
klater, dat is niet meer bouwen, maar roeke
loos met steenen werpen, dat is niet langer
schilderen, maar ontaardt in modderen met de
verf.'
Nu is dat een beetje brutaal over Querido
iets te zeggen, men moet vooral in het open
baar bewonderen en daarmee getuigenis af
leggen van eigen inzicht. Ik durf gerust be
kennen, dat ik Querido niet kan lezen. Het
heeft me wel eens verontrust, de gedachte
heeft me wel eens gekweld, dat ik misschien
een beetje een proleetje was op dit gebied,
maar sinds ik tal van fijne en voortreffelijke
geesten ken, die Querido ook niet lezen kun
nen en het alleen verzwijgen uit bescheiden
heid, ja zelfs lafheid, noem het netter: gebrek
aan strijdlust, voel ik opnieuw de juistheid
van mijn inzicht."
Het verschijnsel, waarop deheer Ubink
doelt, is niet nieuw: de smaak van het publiek
is te allen tijde geëxploiteerd door fabrikanten
van Ersatz en kermiskwaliteiten. En wanneer
deze fabrikanten genoeg koopmansgeest en
slag van reclamemaken hebben, kunnen ze
het een tijdlang in de oogen van het publiek
„vèr brengen". Er is altijd publiek geweest
voor de schreeuwers. Indien men dat zou
willen, zou men, uit elk tijdperk van het ver
leden, vergeten figuren kunnen opdiepen, die
in hun tijd gedurende een aantal jaren een
groep misleiden om zich verzameld hadden en
die ten slotte nog hun eigen roem overleef
den. De heer Ubink vergete niet, dat de tijd
een feilloos beoordeelaar is; laat ons nog eens
een tiental jaren wachten.
Het is volkomen waar, hetgeen de heer
Ubink schrijft: Querido is niet te lezen. Hij
schrijft onzin, maakt de grofste fouten in zijn
beelden, nota bene in die beelden, waarin hij
zijn kracht zoekt, waarvan hij één étalage
maakt in elk zijner werken. Ook ik heb mij
dikwijls afgevraagd, wanneer ik keer op keer
van ontwikkelde literatuurliefhebbers ver
nam: „Querido lees ik niet", wie leest hem
dan wel? Wij moeten den heer Ubink er voor
erkentelijk zijn, dat hij den galmenden, rate
lenden man eens „stilte" toegeroepen heeft,
al zal 't weinig baten.
Na het lezen vanUbink's artikeltje heb ik
de notities nog eens opgezocht, die ik ge
maakt heb, toen ik jaren geleden van Querido
in gedachten afscheid nam. Dit geschiedde na
het lezen van zijn „Jordaan". Nadien heb ik
mij beperkt tot het doorbladeren van zijn
werk, waarbij ik steeds zag, dat er geen ver
anderingen ten goede hadden plaats ge
vonden.
in het bovenstaande vind ik aanleiding die
notities thans hieronder te publiceeren:
„Goed in dit boek zijn de tooneeltjes van
spelende kinderen, zooals er op bl.z. 69 een
voorkomt. Overigens is dit boek zwak: ner
gens een figuur, die sterk en begrijpelijk voor
me komt te staan. Querido is geen literair
teekenaar. Hoe onbedreven en dor zijn de be
schrijvende gedeelten, b.v.b., waar hij de Jor-
daannatuur wil schilderen; het is een soort
oefening met woorden, als „in roes-zwijmend
meisjes-mooi" en dergelijke zinnen, die een
zelfdenkend mensch kriegel maken. Het is of
Querido er niet in kan komen. Lees een Ka
rakterbeschrijving als van Neei's vader, op
bladz. 99: „een schijnheilig en gluiperig man".
Op bladz. 104 verwacht ge eindelijk de mo
tiveering van deze karakteristiek, doch dan
heet liet, dat „vader Scheendert gluiperig met
zijn stoel een eindje dichter naar het raam
schuift". Even verder vertelt Q. op één blad
zijde twee keeren, dat Scheendert's grootste
genoegen was, „voorzienigheidje te spelen."
Altijd blijft hij er omheen draaien, toelichten
met omhaal van woorden, zonder een figuur
te teekenen, die ons bewust doet zien, die ons
zijn visie van de beschouwde personen geeft.
Slechts zelden is een woord op zijn plaats;
men kan er altijd een ander voor in de plaats
zetten, zonder dat het werk er door aange
tast wordt en dat deugt niet.
Zelfs in die gedeelten, waarin Q. op zijn best
Is, als in de teekening van Corry, nog zooveel
onzin. Wat beteekent: „haar heupen verwieg-
den iets wellustigs onder het gaan"? Querido
bedoelt natuurlijk, dat onder het gaan haar
heupen wiegden, hetgeen hij een wellustig ge
zicht vond, doch het staat er in 't geheel
niet. Wat er staat is onzin.
Op bladz. 109 heet Corry's moeder „een
knappe maar dood-fatsoenlijke vrouw." Is er
een banaler beschrijving denkbaar? Corry
heet het „goedige" diep te verachten, hetgeen
niet anders kan beteekenen dan het goede, te
oordeelen naar de voorafgaande regelen.
Welken invloed had Corry op de mannen?
Querido zegt: „haar verschijning sloeg een
rilling van hartstocht over hun begeerende
wezens". Er zijn inenschen, die ge kunt doen
beven, door louter rollende klanken te schreeu
wen, zoo zijn er ook menschen, die meenen
iets moois of ten minste iets knaps te lezen,
wanneer er maar groote woorden staan, zelfs
al begrijpen ze er niets van. Sloeg rilling
hartstocht begeerendals ge nu nog
niet gelooft en ziet dat de mannen hartstoch
telijk werden, ligt het niet aan Q. Maar ik be
hoor tot die ongelukkigen: ik zie niets bij deze
beschrijving, ja zelfs ik kan er met mijn ge
dachten niet bij, hoe een rilling van hartstocht
over een begeerend wezen kan slaan.
Zoo kunt ge niet nalaten telkenmale, schier
zin voor zin, in de beschrijvende gedeelten,
stil te staan, om tot de conclusie te komen,
dat het geschrevene onzin is. 131. 125 „te taste
nen dingen"?
Neen Q. is geen woordartist: lees eens een
besohrijving als die van den dood van Nel's
eersten man op bi. 121 en 122. Is het volgende
niet een tirade, een rasechte keukenmeiden
roman waardig? Luister: „Vier maanden na
zijn thuisgebracht enz. tot „niets verwach
ten". Alsof hij soms begrijpt dat hij met der
gelijke versleten uitdrukkingen geen boek kan
vullen, gaat hij aan 't fabriceeren van uitdruk
kingen, door de syntaxis te wijzigen, woorden
als goedheid, luiheid, te veranderen in goei
igheid en luiïgheid en uitdrukkingen als: „ze
stak flink de handen uit de hiouwen", te ver-
andereu in: „kloek sloeg ze de handen op
elkaar". Steeds slordiger wordt de stijl alsof
de schrijver uitgeput raakt van het oefenen in
het maken van ongewone zinnetjes. Het werk
gaat krioelen van echte le klasse H. B. S.-
taalfouten. Kan men van een dergelijken taal
verknoeier nog iets verwachten voor de toe
komst?"
De heer Ubink geeft na zoovele jaren ant
woord op die vraag.
HENRI BAKELS.
Belangstellende lezers zouden in het boek
zelf kunnen naslaan, wat er tusschen deze
twee aangehaalde fragmenten staat. Ik bezit
het boek niet meer.
BLOEMENDAAL.
De villa „Benvenuta", gelegen aan de Har-
tenlustlaan, is eenigen tijd geleden ingezet voor
75,000. Dinsdagavond had de toeslag plaats,
waarbij de villa niet gegund werd.
De villa „Veelzicht", gelegen aan den Bloe-
mendaalschenweg, is ingezet voor 18,200. De
toeslag hiervan is den volgenden Dinsdag.
Vrijdagavond werd in Café „Rusthoek" een
vergadering gehouden door de Vereeniging
„Bloemendaal's Bloei". Op dezen avond werd
getracht een middel te vinden, de voorgenomen
plannen voor het aanleggen van een tramlijn
door Bloemendaal naar Santpoort zooveel mo
gelijk tegen te gaan. Een tramlijn door onze ge
meente bederft weliswaar het natuurscho n,
maar brengt een massa andere voordeelen mee.
En daar er hier niet naar natuurschoon wordt
gekeken en bijna alle mooie plekjes natuur (zie
het Bloemendaalsche Bosch) kunstmatig zijn
aangelegd, kan een tram er ook nog wel bij.
Een goede tramverbinding is een aanwinst en
den bloei van een gemeente. Daarom verwon
dert het ons zeer, dat een Vereeniging zooals
„Bloemendaal's Bloei", die steeds de belangen
van onze gemeente Bloemendaal zooveel mo
gelijk behartigt, een van de eersten is, die een
middel tracht te vinden om deze tramplannen
zooveel mogelijk tegen te gaan.
Het verslag der vergadering zullen we in or?
eerstvolgend nummer plaatsen.
12 maandon Garantie
Het Hoofdbestuur van den Centr. Nederi.
Ambtenaarsbond deelt ons mede, dat vanaf 1
April aan deze organisatie een bureau verbon
den is, waarbij men zich kan voorzien van =ien
verpleger(ster).
Dit bureau, hetwelk gevestigd is te Amster
dam, heeft in alle deelen van ons land corres
pondentschappen, tot welke men zich wenden
kan, ten einde een verplegende te bekomen.
Hier ter plaatse en omgeving treedt als zoo-,
danig op de heer N. L. Herfst, verpleger, Bre-
derodeweg 43, bij wien men tevens alle noodige
inlichtingen kan bekomen.
In spoedgevallen kan men zich tevens wen
den, telefonisch, tot den chef van het bureau,
den heer H. J. Meijer, de Kempenaerstraat 26
11 Amsterdam, telefoon Centrum 4840.
Door de meisjes der Christelijke M.U.L.O.-
school alhier, werden gedurende deze week
bloempjes verkocht ten bate van verarmde
schipperskinderen. De verkoop geschiedde
vóór en n& de schooltijden. De opbrengst
hiervan zullen we in ons eerstvolgend num
mer vermelden.
De bekende Duitsche straatmuzikanten heb
ben Dinsdagmiddag weer voor het eerst in
onze gemeente gespeeld. De vroolijke muziek
klonk door de straten en een ieder die tijd had
ging even luisteren. Gelukkig dat deze muzi
kanten in onze gemeente nog mogen spelen,
daar de orgeldraaiers, vertooners van pop
penkasten enz. geen vergunning meer
krijgen.
Straatmuziek, al is het soms een beetje
valsch, brengt toch altijd bij jong en oud vroo-
lijkheid teweeg.
- Het is nog niet bekend waar het Kennemer
Lyceum gebouwd zal worden. Ook niet wan
neer men hiermee zal aanvangen. Voorloopig
zullen de cursussen nog in het gebouw der
Bloemendaalsche schoolvereeniging plaats
-vinden.
Tot adviseur is door het bestuur van het
Kennemer Lyceum aangewezen de heer Ir.
W. K. de Wijs, architect te Enschedé. De
heer De Wijs zal het bestuur bijstaan in het
zoeken naar een geschikt terrein en in andere
zaken, die betrekking hebben op den bouw
van het Kennemer Lyceum.
10 Mei a.s. is het 25 jaar geleden, dat de
heer A. M. Benders, geneesheer aan het Prov.
Ziekenhuis nabij Santpoort, tot doctor in de
geneeskunde werd bevorderd. Deze dag zal
zeker niet onopgemerkt voor Dr. Benders
voorbijgaan.
Voor het tijdvak van 1 Mei a.s. tot 31 De
cember 1921, is door het Prov. Ziekenhuis
nabij Santpoort gegund aan de firma Duyster-
hof te Haarlem, de levering van tarwebrood,
kropbrood, kleinbrood en beschuit.
De meeste inwoners van onze gemeente
laten gasleidingen aanleggen. Niet zoozeer
voor licht, maar om te koken. Het koken op
gas is voor de Bloemendaalsche huisvrouwen
een ongekend genot. Het gasbuizennet te
Aerdenhout is gereed gekomen. Nu is men te
Overveen hiermede bezig. Dus het duurt nu
niet lang meer of wij hebben ook gas.
De heer P. Molemaker, rijksveldwachter al
hier, wordt met ingang van 1 Mei overge
plaatst naar Haarlem.
De groote witgeverfde varanda, vóór Hotel
Zoinerzorg gebouwd en die nu gereed is ge
komen, is een groote aanwinst. Het ziet er
keurig uit. In de serre zijn een groot aantal
flinke spiegelruiten aangebracht. Daarboven
.zitten gekleurde ruitjes in lood. Twee groote
openslaande deuren, die ook voorzien zijn van
spiegelruiten, geven toegang tot het Hotel.
De vloer is geheel van steen. Boven op de va
randa is ook ruimschoots gelegenheid om te
zitten, wat echter alleen bestemd is voor lo
geergasten. Vóór de varanda is een klein ter
ras aangelegd, waar verschillende stoeltjes en
tafeltjes de bezoeker uitnoodigen te rusten.
Vóór de serre zijn extra gemakkelijke rieten
stoelen aangeschaft. Het terras is van den
weg afgescheiden door een klein hekje, waar
verschillende boompjes geplant zijn. Het ziet
er keurig uit en een wandeling naar Hotel Zo
inerzorg is wei de moeite waard. We wen-
schen den heer en mevrouw Hupkes geluk
met de groote aanwinst. Eén ding is jammer
en wel, dat de oostelijke aanbouw aan het
oorspronkelijke gebouw een andere en weinig
landelijke stijl heeft.
Het Pannekoekenhuisje alhier is overal wel
bekend. Des zomers hebben vele buitenmen-
schen genoten van het heerlijke zitje midden
in liet bosch. Gesmuld hebben zij van de
prachtig gebakken pannekoeken. Ook voor de
kinderen was daar een groote vermakelijk
heid en wel de schommel. Nooit stond de
schommel stil en het was soms vechten om
er op te komen.
Deze heerlijke uitspanning, waar zoovelen
des zomers genoten hebben, is niet meer. De
tent, die naast den koepel stond, is al reeds
verkocht. De banken, stoeltjes en tafeltjes
liggen opgestapeld eu zullen niet meer neer
gezet worden. Bloemendaal heeft een van
zijn aardigste zitjes verloren. En hoe komt
dat? Mej. Kalkman, de eigenares van deze
vroegere uitspanning, is op een leeftijd geko
men, dat zij niet meer kan werken. De laatste
Beveelt zich beleefd aan voor alle
voorkomende werkzaamheden. Adres:
Boschlaan 15, Bloemendaal.
jaren was het haar al veel te druk. Zij besloot
toen, alhoewel het haar bestaan was, er mee
uit te scheiden en des zomers de zaak niet
meer te openen. Gelukkig dat een rijke dame
uit onze gemeente zich over haar ontfermd
heeft eu mej. Kalkman een klein pensioentje
heeft gegeven, waarmee ze kan rondkomen.
We betreuren het, dat zoo'n aardig zitje uit
Bloemendaal verdwenen is.
Het is jammer dat men het houten hek van
het weiland van ouds de z.g. Vinkenlaan,
heeft vervangen door betonpalen met ijzer-
draad; het houten hek was geheel in den stijl
van het landschap. Wij dringen er verder nog
eens bij herhaling op aan dat men in gedeel
ten van het bosch gelegenheid geeft op den
boschgrond te zitten. Het wordt nu alles heel
mooi, maar als het popperig wordt, wordt het
vervelend en wat vervelend is werkt doo-
dend in plaats van levenwekkend.
lederen Zaterdagavnd komen eenige Jan
Gijzenvaarters, die in Haarlem hier en daar
eens „opsteken" en zoodoende niet frisch
meer zijn, in ons dorp. In plaats dat zij dan
direct huiswaarts keeren, worden hier ook
eenige café's bezocht. Eindelijk keeren zij dan
in hoogst beschonken toestand naar hun
woonplaats terug. De politie ondervindt zeer
veel last van deze menschen. Zoo wordt den
vrijen Zaterdagmiddag door hen besteed. Het
was Zaterdagavond weer mis met hen. Ze
konden haast niet meer op hun beenen staan.
Toch hadden zij nog niet genoeg en gingen
een café binnen, om nog meer vergif voor het
menschelijk lichaam te gebruiken. De café
houder echter, die zag hoe het met zijn klan
ten gesteld was, weigerde hen te bedienen.
De beschonkenen ontstaken hierover zóó in
woede, dat zij handgemeen werden. Gelukkig
wist de caféhouder ze buiten de deur te zet
ten. Een eind verder kwamen ze twee politie
agenten tegen, die het noodig oordeelde hen
mee naar het bureau te nemen. Ze verzetten
zich hiertegen en het had een ernstige vecht
partij kunnen worden, als de politie niet vlug
hen de handboeien had aangedaan.
De rijksveldwachter P. Molemaker, die toe
vallig ook in de buurt was, kwam tehulp en
met zijn drieën slaagden ze erin de lastige
snuiters, die onderweg zich erg woest aan
stelden, naar het bureau te krijgen. Weldra
was het bureau bereikt en werden ze opge
borgen. Als halve waanzinnigen zaten zij met
handen en voeten tegen de deur te slaan, zoo
dat het geheele posthuis er van trilde. Aan
i et geraas en gevloek kwam geen eind en
het was walgelijk om het aan te hooren. Dit
ging zoo ongeveer een paar uur door. Einde
lijk was de cene uitgeput en wilde zijn roes
uitslapen. De ander evenwel, die nog onver
moeid zijn gang ging, belette dit. Besloten
werd toen den druktemaker naar het politic
bureau te Overveen te transporteeren, wat
onder geleide van een zestal agenten plaats
had. Hierna was de rust wedergekeerd. De
politie is tot het laatste toe kalm opgetreden
en heeft zich door de snoeshanen met minder
goed gekozen woorden laten uitmaken. Op
verschillende andere plaatsen is men niet zoo
lijdzaam en worden zulke personages duchtig
onderhanden genomen. Wanneer men zooiets
bijwoont (en hoeveel wordt er nog binnens
huis gedronken!) roept men onwillekeurig;
Weg met den alcohol, die de menschen half
waanzinnig en tot beesten maakt. Vergif mag
niet vrij verkocht worden, maar wel zooveel
alcohol als iemand wil, dat óók vergif is, met
dit verschil, dat het zeer langzaam werkt.
Zaterdagmiddag ontstond in de villa van
onzen notaris brand in een der schoorstee-
nen. De brandweer rukte uit en men was
spoedig ter plaatse. Het brandje kon met een
paar emmers water gebluscht worden en de
brandspuit behoefde geen dienst te doen.
OVERVEEN.
Het zwarte paadje, dat begint bij de Haar-
lemsche watertoren en loopt naar het zwarte
ruiterpad door de duinen, is voor wandelaars
afgesloten. Hoeveel wegen en bosschen zijn
er al niet, waar men niet meer komen mag.
Als dit zoo doorgaaP blijft er om wandelwe
gen te behouden niet anders over dan dat de
gemeenschap ook voor bosch- en duinwande
ling, later ook om te wonen, alle duinen ont
eigent.
Vervolg in hel Bijblad.
OBERLAHNSTEIN.
De opwekkende drank voor
gezonden en zieken.