Zijn Eed Getrouw
Go
01. vraeilleiimbf Kon
Km"
5
5
Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Bloemendaal,
Overveen, Aerdenhout, Vogelenzang, Jan Gijzenvaart en Santpoort
De Verloren Schaduw
DRO/TES
chocolade
RITSEMA Co.
Vergelding.
CINEMA PALACE
Doorloopende Voorstelling.
Deze I JJco/O
Ontvangt LJ Gratis
15e Jaargang.
ZATERDAG 14 MEI 1921.
No. 20.
BLOEMENDAALSCH WEEKBLAD
Uitgave van de Vereenigde Drukkerijen, Bloemendaal. Kantoor voor Redactie en Administratie: De Genestetweg 23. - Tel. 5003
Abonnement
Voor een vol jaar.
f 4.-
Losse nummers 10 cent.
Advertentiën.
15 cent de regel, bij afname van 500 regels of meer korting.
Vraag en aanbod, huur en verhuur, koop en verkoop,
van 1 tot 10 regels f 1.elke regel meer 10 cent.
Dit Nummer bestaat uit Twee Bladen.
Wanneer het in u opkomt, den blik niet naar
binnen, maar naar buiten te slaan, en den men-
schen te behagen, bedenk dan dat gij op den
verkeerden weg zijt.
Kan
Gec
Sec
Pen
toor der Keuken Wilhelminal., O'veen, Te
pend van 10-3 uur. Postgiro No. 22882,
retariaatJULIANALAAN 319, Telefoo
ningmeesteresse Hyacynthenlaan 3, Tel
janrmmnnr-irnr-«i/a-p(IJHr3omjmnmO|
MEN U A
jj van 16 t/m 22 Mei 1921
Ossenstaartsoep
Runderrollade,snijboonen, aardapp.
Roomtaart
Extra Indisch Eierschoteltje
.3530
O'veen
n 1002
3704
Prijs
•6
c
co
(0
25 ct.
132
20
50
"6
w
c
O
Vermicellisoep
Kalfslappen, spinazie, aardapp.
Gembervla
25
115
20
"b
<n
C
Londonderrysoep
Saucijsjes, bloemkool, aardapp.
ChocoladepuJding m. vanillesaus
25
117
20
Vrijd. Dond.
Groentensoep
Varkensfricandeau, appeitjes, aard.
Rijsttaart
25
114
20
Aardappelsoep
Gek.vischm.H.saus,'worteltjes,aard.
Macaronipap
25
113
20
I Zaterd.
Bruine Boonensoep
Gehakt, stoofsla, aardappelen
Noorsch gerecht
25
113
20
Zond.
Tomatensoep
Ossenrib, postelein, aardappelen
Wienertaartjes
25
123
20
MENU B Groenten, Aardappelen
op werkdagen (m. toespijs 92 ct.)
's Zondags 102
't Middagm. wordt Zondags tusschen 12-2 bi
AANMELDING VOOR LIDMAATSCHAP
Kantoor der Keuken, Wilhelminalaan, Ov
Telefoon No. 3530.
2e Pinksterdag wordt tusschen 12—
bezorgd.
m.
soep
97
107
zorgd.
ian het
»rveen,
-2 uur
PROBEERT U EENS ONZE
HEERLIJKE ZUIVER SMAKENDE
KOFFIE EN THEEMELANGE
QROOTE HOUTSTR. 159 - TEL. 156
Naar aanleiding der eerste groep: „Stellin
gen van het Congres van het Comité van Actie
tegen de bestaande opvattingen omtrent Mis
daad en Straf", wordt beweerd, dat door de
„Nieuwe Richting in het Strafrecht", met het
vergelding sbeginsel is gebroken geworden.
De heer J. Reitsema schrijft daarover in de
„Nieuwe Gids":
„In alle bescheidenheid gezegd, komt het mij
voor, dat in dat geval het laatste woord over
het begrip „vergelding" nog wel niet gesproken
zal zijn; de menschen schijnen onder „vergel
ding" niet allen "hetzelfde te verstaan, even
min als onder „schuld". Het zal misschien
moeielijk zijn van „vergelding" een definitie t»
geven, zonder daarvoor woorden te gebruiken
die de noodzakelijkheid eetier nieuwe definitie
meebrengen; ik zal mij er daarom toe bepalen
„vergelding" op eigen gezag en bij benadering
te noemen „algeheele vergoeding".
Ik geloof verder ook, dat we de straf be
houden moeten.
Het lijkt mij toe, dat in het spraakgebruik
aan den bedrijvenden zin „wij leven" om
inaar eens een uitdrukking te nemen de
voorkeur wordt gegeven boven den lijdenden
zin, „wij worden geleefd", niet omdat we dien
nauwkeuriger vinden, maar vooral, omdat we,
van anderen sprekende, bij deze uit beleefd
heid of uit berekening gaarne een grooter ver
stand voorgeven te onderstellen dan we geloo-
ven dat werkelijk aanwezig is, ten einde hen
eventueel met meer verantwoordelijkheid, met
meer schuld te kunnen belasten, en, van ons
zelf sprekende, hetzelfde doen, vooral om daar
aan eenige meerdere aanspraken op eer en
aanzien te ontleenen.
De oneindigheid van den keten van oorzaken
en gevolgen, in weiken onzen wil steeds be
paald is, gaat onze bevatting te boven. Wij
moeten ons vergenoegen met de beschouwing
van het deel er van, dat we in het ondeelbaar
oogenblik van het nemen van ons wilsbesluit
binnen ons gezichtsveld betrekken.
Dit localiseeren veroorlooft in het dagelijk-
sche leven de illusie van de vrijheid van onzen
wil. Wij spreken dan van een daad uit vrijen
wil, wanneer we het verstand aan diens zijde
ontwaren, zien daarbij echter de determinee-
rende factoren, die aan den wil de drijfkracht
moeten leveren, geheel voorbij; zonder drijf
kracht is het verstand beweegredenloos, dood.
Gevoel en begeerte zijn zooals bekend
is, de stuwkrachten van het menschelijk leven;
liet verstand heeft slechts de leiding. Onze ge
woonten zijn, zooiets als kleeding en woningvan
onzen geest en fungeeren als goede geleiders
of als weerstanden. Deze vier factoren: gevoel,
begeerte, verstand en gewoonte zij» alle ons
tot zekere hoogte aangeboren, blijven echter
in zekeren zin en in zekere mate heimelijk
verborgen, totdat ze door voeding en opvoe
ding, door inovloeden dus, die van buiten
komen, tot meer leven gewekt, ontplooid, ont
wikkeld worden. Aangezien nu elk wilsbesluit
een meerderheidsbesluit dezer vier machten is,
kunnen we dus doordringen van buiten den
menschelijken wil beïnvloeden.
Op dit beïnvloeden richte zich elke opvoe
ding, elke straf.
Zooals het muntstukje in de gewone auto
maat in werking brengt, zoo brengen prikkels
en inwendige drang den menschelijken wil in
werking. De straf moet dan dienen om den wil
de goede richting te geven, om den struikelen
den broeder op te beuren. In en door de straf
behoort de misdaad zooveel mogelijk op de
daders terug te vallen, te hunner bekeering.
Men voorkomt misdaden door strafbedrei
ging; men belet ze door verhindering alleen.
Wat is rationeeler, opvoedkundiger strafbe
dreiging dan die van bewezen schuld, die ver
plichting tot betaling, tot vergoeding, tot ver
gelding insluit? Goed maken wat beschadigd,
wat bedorven is. Wat is rationeeler straf dan
verplichting tot vergelding?
Ook het eigen verlangen van den benadeel
de gaat naar schadevergoeding uit.
Bij slot van rekening zou dus in een ideaal
•ingerichte samenleving een volledige en vol
komen geïndividualiseerde vergelding van alle
burgers zedelijk volmaakte menschen maken.
Onze omgang omvat menige daad van ver
gelding; als jemand snauwt, betalen we hem
dikwijls met gelijke munt, ten einde hem op te
voeden voor de volgende ontmoeting. Maar als
iemand van mij een koe rooft en hij geeft er
mij een schaap voor terug, dan is dat wel
eenige vergoeding, maar geen vergelding. Als
ieufcnd een aanslag pleegt tegen de veiligheid
van den Staat, of op de openbare orde of het
verkeer, en hij wordt daarvoor in verzekerde
bewaring genomen, dan is dat vergelding in
zoover als het is „met ongeveer gelijke munt
betalen".
Met meineed is het geval echter geheel an
ders: daar is in. i. de vergelding uitsluitend te
zoeken in geldboete of hiermee gelijkwaardige
arbeidsprestatie, wegens aan de rechtsbedee-
ling toegebracht nadeel. Naardien een groot
aantal misdrijven misschien hieraan overeen
stemmend zullen blijken, zou deze vergelding
voor den Staat, in plaats van kosten, voordeelen
kunnen afwerpen. En omdat ieder die belastin
gen gewoonlijk de besfce vindt, die een ander
betaalt, mag men verwachten dat deze heffing
kans zou hebben om zeer populair te worden.
Voor wat hoort dus wel „wat", maar het
tweede „wat", daar komt het op aan. Even
zoo komt „boontje" uit het spreekwoord wel
l om zijn loontje", maar die afrekening kan niet
altijd in dezelfde specie plaats hebben.
Er ligt ook een soort van vergeldingsleer in
de uitspraak, dat „wie zijn posterieur ver
brandt moet op de blaren zitten", maar we
derom eene andere.
Om nu de schuld zuiver te bepalen, de ware
strafschuldigen te vinden.
Steller dezes wenscht niet, gemaks- of voor-
deelshalve, den Staat maar voor alles aanspra
kelijk te stellen; het kan in de verste verte al
niet mogelijk geacht worden om bv. de voeding
van de in onzen Staat thans vooral sterk in
auittal toenemende ingezetenen (om ons hier
inaar toe te bepalen), zóó te regelen, dat daar
bij geen conflicten kunnen orttstaan. Maar Staat
eu Maatschappij grijpen steeds meer in het
leven der burgers in en krijgen daardoor steeds
meer verantwoordelijkheid. En deze verant
woordelijkheid, deze medeplichtigheid, ze moge
this al geen gelegenheid geven om die Staat en
Maatschappij te straffen op gelijke wijze als
den enkeling, toch vermindert zij, met de vrij
heid, dikwijls belangrijk de schuld van den
laatste.
Dat Staat en Maatschappij hun medeplichtig
heid indirect erkennen, wordt bewezen door
het stichten, onderhouden en subsidieeren van
tuchtscholen, opvoedingsgestichten en door
gangshuizen voor jeugdige personen.
Een andere, echter veel kleinere groep me
deplichtigen, wordt nog gevormd door de
ouders, soms tengevolge van nalatigheid,
soms tengevolge van overbemoeiïng. Wel stelt
het B. W. (Art. 1403) de ouders van minder
jarigen burgerrechtelijk aansprakelijk voor de
door deze bedreven onrechtmatige hande
lingen, maar met de minderjarigheid eindigt
niet de invloed eener verkeerd geleide opvoe
ding. En van een strafrechtelijke medeplich
tigheid der ouders is in de wetgeving in het
geheel geen sprake. Een hen op te leggen
geldboete, in mindering te brengen van de
straf van den hoofddader, zou, wanneer dit
beperkt bleef tot kinderen beneden de 30 jaar
(hier zal de schrijver zich toch wel 10 jaar
vergist hebben; o. i. gaat het niet op om een
ouder strafrechtelijk verantwoordelijk te stel
len voor hetgeen zijn 25-jarig kind doet of na
laat te doen. Red.) m. i. invloed ten goede
kunnen hebben."
De schrijver is het verder ook met ons eens
waar wij in een vorig artikel gevangenisstraf,
d. w. z. cel-gevangenisstraf en discipline als uit
den booze beschouwden.
„Maar" zegt hij „bewaring met" ver
plichte, nuttige arbeidsprestatie, ter vervanging
van geldboete, zal wel in vele gevallen goed
werken. In dit verband meen ik even te moe-
GROOTE HOUTSTRAAT 111-113 HAARLEM.
TELEFOON 671
Van Vrijdag 13 t/m Maandag 16 Mei
SPECIAAL PINKSTER-PROGRAMMA:
ALS HOOFDNUMMER
Een even sensationeel als goed gespeeld
filmdrama in 5 acten.
In de hoofdrol GEORG BEBAN.
Een combinatie van spel en spanning.
Van Dinsdag 17 fm Donderdag
19 Mei
De nieuwste film van PAUL WEGENER
Fantastisch filmspel in 5 acten.
Een bizonder interessant filmwerk.
In de hoofdrol PAUL WEGENER.
Ie PINKSTERDAG GESLOTEN.
TWEEDE PINKSTERDAG VANAF 2 UUR;
ten opmerken dat zooiets als de droogmaking
der Zuiderzee,* b.v. en ander werk van den
Staatsdienst wellicht zeer goed door veroor
deelden verricht zou kunnen worden, voor
waardelijk als dwangarbeid voor vergrijpen
aan de instellingen der gemeenschap. Voor
sommige gevallen van bewezen medeplichtig
heid van de gemeenschap zouden arbeids-
scholen in de huizen van bewaring niet mis
plaatst zijn.
Verbanning kan ook bezwaarlijk als vergel
ding worden opgevat, maar is door mij bedoeld
voor de moeilijkste gevallen, die waarin „de
keizer zijn recht verloren heeft", gevallen van
moreel faillissement of van diep ingevreten
moreele infectie. De twee andere aan de straf
gestelde eischen geven hier den doorslag. Het
eigenaardig aan de levenslange verbanning
verbonden voordeel is de in uitzicht gestelde,
zij het dan ook nog slechts plaatselijke, mo
reele rehabilitatie, die men binnenslands be
zwaarlijk anders dan na het verstrijken van
een langeren termijn zou kunnen invoeren.
Het onteerend karakter van de straf ver
dwijnt, zij verandert in een soort vesting
straf."
op de bon/in de tabletten
i