C. Fris Jr. IMICHELIN RIJWIELBANDEN De Victoria-Bron Algemeen erkend als DE BESTE Rijwi em'aïdllaren Timmerman Boschlaan 15, Bloemendaai. Plaatselijk Nieuws. te OBERLAHNSTEIN is officiéél alsHeilbron erkend. S S MASSIEF EIKEN LINNENKAST, geslepen glas, f 70.— mooi degelijk AMEUBLE- MENT f 90.-; groote SPIEGEL f 35.-; SCHILDERIJEN f 15.- per paar; SLAAP- KAMERAMEUBLEMENTEN; pracht BUFFETTEN, enz. direct van Meubelmagazijn: EGELANTIERSGRACHT 104, Amsterdam. „Phileta (sooje weet) wy zijn nu echte lieden, En moeten by gevolgh verschil en onlust vlieden. De vreed' is voor de vrou, en even voor de man, Het beste dat men oyt ten echte brengen kan. lek wil in dit beieyt mijn kracht en jonge leden, lek wil tót ons gemack mijn gansch vernuit besteden; Ghy, tracht, gelijck als ik, tot ons geineene rust, Soo wert ons 't huysgesin tot enckel herten- lust. Wel aen nu, tot een gront van dit geluckig leven, Wil ick, tot uw bericht een putten regel geven, lek bidde let 'er op. Want sooje dat betracht, Soo wort ons gapsch bedrijf in goeden stant gebracht: lek heb een selsaem hooft, en dickwils rosse vlagen, Die somtijts verre gaen, en niet en sijn te dragen; Maer wie slechts voor een wijl mijn luymen viereci kan, En kryght 'er nimmermeer verdriet of hinder van: Siet als mijn schorte-kleet is uyt sijn plaets geweken, Of dat het metter hant. ter zijden is gestreken; Soo weet dat my de schroei dan niet te vast en staet, En let dat ghy voor al mijn luymen gade slaet. Weet ghy dan mijn gebreck een weynigh toe te geven, Wy suilen met vermaeck en in gerusthevt leven; Wy sullen buyten twist verslyten onse jeught, En leven onder een als in gestage vreught." Philetas hoort 'et aen al wat hem Psyche seyde, Het schynt dat hy haer woort als aen sy-i herte leyde; En nacr hy sich hier op een weynigh had bedacht, Soo heeft hy met bescheyt sijn antwoordt in-gebracht „Het is my, waarde lief, een wonder groot behagen, Dat ghy de gronden leght voor onse goede dagen; fck wil u weder zijn een soet en rustigh man, En brengen tot het werek al wat ick burner kan, lek heb van u verstaen en wil het over-wegen, Hoe dat in uw gemoet de saken zijn gelegen, Ick wii u van gelijck ontdecken mijnen aert. En 't is de rechte weghom wel te zijn ge- paert. lek heb een vijsen kop en wonder vreemde kueren, Soo dat 'er niet een mensch by my en kan ge- dueren; Maer wie mijn grillen viert, of handelt met bescheyt, Die siet den wrock versoent, en haestigh af- geleyt. Maer, op dat ghy verstaet wanneer ick ben te mijden, En hoe dat met gedult mijn rancken zijn te lijden, Soo let op dese peyl: De roos van mijnen boet Sal u een teyeken zijn, wanneer ghy swich- ten moet. Als die niet recht en staet, dan heb ick vremde grillen; Sitt dan mijn hevigh breyn met alle macht te stillen: En soo ghy dat besorght en hier op v.lijtig acht; Soo word' ick metter daet in beter stant gebracht." Hier op wert onder hen een soet verbont ge sloten, Bevestight door een kus, en inet den wijn be goten; Een yder die belooft te passen op het stuck, Op dat haer stil gesin mocht wesen buyten druck, Maer let, hoe dat het volck den wegh hier toe bereiden, En hoe sy nader-hant haer saken over-leyden. Soo haest het vrouwen-kleet is scheef en buyten stant, Soo haest was oock de roos verdraeyt en over kant. Want als Philetas sagli, dat Psyche sou be ginnen Te stellen in 't werek haer ongetoomde sinnen, Sijn geest was in de weer, sijn bant die wert verset. En soo wert alle twist van stonden aen belet. De vrou in tegendeel had staegh het oogh geslagen Op sijn verdraeyden hoet en sijn verkeerde vlagen; Sy viert hem watse magh, en hij verschoont het wijf, En soo blijft yder een gerust in sijn bedrijf. Wel aen dan, wieder is in echten staet ge treden, Die prent in sijn gemoet den gront van dese reden: Ghy vrouwen eert den boet, ghy mans het vrouwe-klect, Soo blijft het huys gerust en buyten alle leet. Op Maandag 1 Augustus j.l. was het 40 jaar geleden, dat de heer C. W. C. van Rietschoten, wiens portret wij hierbij afdrukken, als ambte naar bij de Ned. Posterijen in functie trad, een tijdperk waarvan hij het laatste gedeelte als directeur van het postkantoor te Bloemendaai doorbracht. Dat die dag niet ongemerkt voor bijging, ligt in de rede. 40 jaar is geen 40 dagen, en wie zoo langen tijd aaneen rustig en geregeld de gemeenschap diensten heeft be wezen, heeft daardoor aanspraak op haar er kentelijkheid, vooral als zijn werk nog steeds van dien aard is, dal het den toets der kritiek ten volle kan doorstaan. De heer Van Rietschoten werd des morgens van den jubileumdag (zijn zomerverlof ging dien dag juist in) het eerst door het personeel van het kantoor begroet bij monde van den be steller Huizinga, die namens allen aan den heer Van Rietschoten een fraai rookstel en een rijk voorziene vruchtenmand overhandigde. Uit de burgerij had zich eene Commissie ge vormd, om den ijverigen en nauwgezetten post man te huldigen, onjer wiens verantwoorde lijkheid zooveel wat van algemeen en bizonder belang is geschiedt. De Commissie sprak bij monde van mr. Tideman den heer Van Rietschoten toe. Wij allen, zeide hij onder mepr, zijn dienaren van de gemeenschap, doch elk onzer is het op andere wijze; wat echter door de burgerij vooral op prijs wordt gesteld is, dat er mannen en vrouwen zijn die uit eigen aandrift hunne persoonlijke vrijheid ten zeerste aan banden leggen om in een tegenwoordig steeds nauwer wordend keurslijf van reglementen en be schikkingen, doorgaands door anderen opge steld, mede te werken aan het groote doel een samenleving te vormen,, waarin zoo groot mo gelijke vrijheid samengaat met zoo groot mo gelijke veredeling en ontwikkeling van het ge heel en van de deelen. Spr. herinnerde er aa.i, dat in ieder mensch naast de verstandsmensch, die altijd precies weet wat hij doen en laten moet, een stille kracht meewerkt, wier on zichtbare invloed menschen aan menschen ver bindt, al worden ze ook door instellingen ge scheiden. In den plichtmatige» mensch is die stille kracht de ware mensch, die in den heer Van Rietschoten steeds tot uiting kwam. Spr. uitte ten slotte den wensch, ,dat de heer Van Rietschoten nog lang in zijn milieu alhier mede zal mogen werken aan het groote werk der Posterijen en Telegrafie, dat een wereld-om spannende beteekenis heeft en in geval van vrede alle voiken der aarde aan elkaar in vriendschap helpt verbinden. De heer Van Rietschoten was zeer geroerd door de hem betoonde sympathie en dankte met 'n hartelijk woord, waarna d eerewijn werd rondgediend. De inspecteur der Posterijen voor dit district kwam in den namiddag en wenschte den heer Van Rietschoten geluk met dezen dag namens de directie, en ook voor zichzelf en overhan digde den jubilaris 14 dagen salaris volgens vast maar daarom niet minder welkom gebruik. Gaarne had de jubilaris eeii poosje na willen denken over de huldigingen, die hem des mor gens te beurt waren gevallen. Hem werd ech ter daartoe geen gelegenheid gegeven, daar al vroeg in den middag personen kwamen, waar onder ook de postdirecteuren van Haarlem en Overveen behoorden, om hem de hand te drukken. De groote, ruime woonkamer was haast te klein om al de menschen te bergen. Gtdurende de receptie stroomde het kaartjes, telegrammen en andere schriftelijke gelukwen- schen. De veie bezoekers en bezoeksters kon den zonder veel moeite ^icb voorstellen in een bloementuin te zijn door de massa bloem stukken die in de woonkamer bijeen waren en waartussch'en de heer Van R. met een verge noegd gezicht over den ouden tijd zat te keu velen. Des avonds na het middagmaal, waar- aan de familie en eenige kennissen deelge nomen hadden, werden de Duitsche muzikan ten, dit toevallig in' de buurt waren, in den tuin van den directeur gehaald. Na het bekende „Lang zal hij leven", hetgeen door allen uit volle borst werd meegezongen, werden nog eenige 'marschen gespeeld. De Bloemendaalsclie jeugd had zich de vrij heid veroorloofd zich ook in den tuin te ver zamelen. Niet alleen voor de muziek, maar ook om den directeur eens hartelijk toe te juichen, hetgeen bij het slotnummer dan ook gebeurde. De heer Van R. werd .door vele sterke handen in de hoogte getild en aan het „Lang zal hij leven" kwam geen eind. Nadat de muzikanten vertrokken waren, werd door jubilaris en gasten het door het per soneel versierde lokaal van het postkantoor nog eens bezichtigd. Allen waren verrukt over de aardige versiering. Eenige postbeambten en bestellers waren in het lokaal nog aan het ■Werk. Plotseling gebeurde er iets, waar nie- mand op gerekend had. Vóórdat de Post directeur en echtgenoote het wisten, waren zij op een tafel geplaatst. Onder gezang werd door alle- anderen een rondedans uitgevoerd. Na deze gemoedelijke uiting van vreugde begaf men zich weer naar het woonhuis, waar men nog langen tijd gezellig bijeen bleef. De heer Van Rietschoten zal dezen dag, waarop hij door vrienden, kennissen en bur gerij gehuldigd is, niet licht vergeten. De be wijzen van sympathie die dien dag geuit zijn, komen hem ten volle toe en we hopen, dat als de tijd zal zijn gekomen dat onze directeur zijn ambt neerlegt, hij onze gemeente niet zal ver laten, maar zijn verder leven rustig in de plaats waar hij vele lange jaren tot zoo veler voldoening werkzaam was, zal blijven wonen. Ten slotte drukken wij hierbij nog af een ge dicht, hetwelk ons met recht van plaatsing- werd toegezonden. Zoo veertig jaren lang, maar onverdroten voort de post „administreeren"; Het telegraafgetik en telefoongering aanhoudend controleeren; Op 't postpakketgedoc, postcheque- en girodienst en brievenmaal verzenden, Kortom op elk bedrijf, dat op 't kantoor geschiedt, nauwkeurig *t oog te wend..en Geachte Directeur, heeft veel van U geëischt, naar geest en lichaam beiden. Dus heeft het groot motief voor dit Uw krachtsbetoon, dat w' U dit feest bereiden. Op mannen zooals U, met zulk een arbeidskracht dient men dan .ook te letten. Vooral in dezen tijd, nu men den arbeidswil Zoowreed in boei wil zetten. Gij kuilt tot voorbeeld zijn, dat arbeid ons niet sloopt al werkt men veertig jaren, Van 's ochtends vroegtijd af, tot dat de avond valt in zorgvol tijdbesparen. Vier feest nu Directeur! na zulk een arbeidstijd, van harte doen we mede, Dat gij nog langen tijd Uw directeurstaf voer' dit is ons aller bede. BLOEMENDAAL. Het leggen van ondergrondsche telefoon kabels in onze dorpstraat is spoedig geschied. Binnen twee dagen lagen de kabels er i;i. Naar men ons mededeelt zal het leggen van ondergrondsche telefoonkabels in onze ge meente tot Januari duren alvorens men hier mee gereed is. Donderdagmorgen waren de kuilen aan beide kanten der Bloemendaalsche- weg wel met zand dichtgemaakt, maar nog niet bestraat. Aan den kant van het postkan toor waren de tegels nog niet in het trottoir gelegd, tot groote ergernis der winkeliers, die, nadat het geregend had, hun winkels vol met zand kregen, door klanten er in gebracht. Een juffrouw, die juist bezig was met het schoon maken van een winkelhuis, vond deze vuile boel minder aangenaam. Zij besloot daarom zelf de handen uit den mouw te steken en de tegels in het trottoir te leggen. Daar hiervoor nog eenige vakkennis noodig is, moest zij haar arbeid spoedig opgeven. Op het andere trottoir nabij den sigarenwinkel van den heer de Zw. waren ook eenige jongens bezig, die door va- cantie tijd in overvloed hebben het trottoir te bestraten, hetgeen hun 'nogal aardig afging. Met dat alles heeft onze bestrating zijn goede reputatie geheel verloren, ja het kalme, rustige Bloemendaai is herschapen in een be drijvig roezemoezig dorp, vol met gevaren voor wandelaars zoowel als voor fietsers enz. .'t Is te wenschen dat ze nu het heele „zoodje" (hiermede bedoelen we niet dë wan delaars en fietsers) maar gelijk onder den grond brengen, dat alle aansluitingen spoedig gedaan worden en dat we een bestrating krijgen zooals die voorheen was, dan kunnen we tevreden zijn, dan zullen we tevreden zijn, maar eerder zijn we ook niet tevreden. De zoon van den heer J. H., alhier woon achtig, is dezer dagen aan een groot gevaar ontkomen. Aan het einde van den nieuwen Zeeweg gekomen zijnde, bekroop hem de lust eens een bad te gaan nemen. En de daad bij de gedachte voegende, maakte hij zich daartoe gereed. Spoedig bevond hij zich in de kokende en bruisende zee. 't Genot van 'n zeebad drong geheel tot hem door, totdat H. zich ineens in zee voelde trekken. Met heel .veel moeite en na tien minuten met den dood gestreden te hebben, wist hij het strand te bereiken, waar hij tot de ontdekking kwam dat fiets en kleeren een prooi der golven geworden waren. Gelukkig wist hij al de artikelen, die door het zeewater gedeeltelijk bedorven waren, bijeen te krijgen. Druipnat werd de terugtocht aan vaardt. Thuisgekomen begaf H. zich terstond •nSar bed. geheel uitgeput van vermoeienis. Den volgenden dag was hij weer zoo goed als hersteld, maar verklaarde nooit meer een zee bad te zullen nemen. Het baden in zee lijkt zoo onschuldig, maar zonder levensgevaar is het toch niet. Het wordt tijd dat de overdekte zwem- en. badinrichting Stoop's bad spoedig geopend wordt, waar men ten minste zonder gevaar voor eigen leven zich zal kinnen ver- frisschen. Aan R. H. van Strien alhier, is bij een ge houden examen een diploma uitgereikt voor Meer Uitgebreid Lager Onderwijs.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1921 | | pagina 2