yoor
Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Bloemendaal,
Overveen, Aerdenhout, Vogelenzang, Jan Gijzenvaart en Santpoort
Onze School.
Restaurant „Rusthoek"
Bloemendaal
(Eindpunt tram Haarlem Bloemendaal)
Zindelijkheid.
Abonnements-Diners a f 2 per couvert
f50 per maand
CINEMA PALACE
Vanaf VRIJDAG 14 OCTOBER
De grootste film welke ooit werd
vertoond.
DANTON en ROBESPIERRE,
1 DRACHEN-QUELLE
v
15e Jaargang.
ZATERDAG 15 OCTOBER 1921.
No. 42.
MBMLSCi WEEKBLAD
Uitgave van de Vereenigde Drukkerijen, Bloemendaal. Kantoor voor Redactie en Administratie: De Genestetweg 23. - Tel. "lO'l
Abonnement
Voor een vol jaar.
Tot 3t December.
Advertentiën, 15 cent de regel, bij afname van 500 regels of
meer korting. Vraag en aanbod, huur en verhuur, koop en
verkoop, van 1 tot 10 regels f 1.elke regel meer 10 ct.
Tusschen den tekst of op een bepaalde plaats speciaal tarief.
Dit Nummer bestaat uit Twee Bladen,
waarbij een Kindercourant.
Het genie moge bewondering verwekkendoch
het karakter dwingt hoogachting af.
IN SPANJAARDSLAAN.
In verre lanen ligt het gulden kleed
Aan voet van donker hooge boomenrij
Er hangen nev'len licht in dampig zonne-zij
Als blauwe sluiersstil en zweven zij
Langs gelend blad en paars gekleurden grond.
Ver, achter ver geboomt' dat 'lengs verzwond
Rijst grijs en klaar een huis met beelden langs
de trap
Een zwijgend Sphinxenpaaren hooge slan
ke wilg
Treurt neer in franjekleed voor rijzende pilaren
Een zuilenreeks die droomt van oude verre
jaren.
Het huis ligt blank en licht als einder van de
laan
Die hoog haar boomen draagt, waar onze voe
ten gaan
Zoo zachtkens op de blaan nu najaar aan
komt zweven
Het is al stil en goud en rust van 't late leven
Dat straks gaat vlieden, nu de winter naakt,
De nacht die fluistert van een licht dat waakt
Eu wacht ook in de lange donkerë tijden,
Die komen zacht o zacht, wij belden,
Wij gaan door verre laan waar scheem'rend
wit het huis
Aan einder blinkten d' avond vindt ons
thuis.
Marie C. van Zeggelen.
Er bestaat een anek
dote van een oud-Engelschen landjonker, aan
wien men vroeg,pp welke manier men een
goed koetsier van een slechten kan onder
kennen. Hij antwoordde: „zoolang de man te
genover zijn meester spreekt van „uwe" paar
den, valt er niet veel van te zeggen, maar
zou ik het niet op hem hebben; heeft hij het
over „onze" paarden, dan verdient hij meer
vertrouwen; maar praat hij van „mijn" paar
den, dan heeft hij hart voor de beesten en
voor de zaken en is hij de ware man".
In vele opzichten kan men van een school
of een ander instituut van volksontwikkeling
op gelijke wijze spreken. D. w. z. in een
kleine volksgemeenschap, waar men een over
zicht van instellingen en inrichtingen kón heb
ben. In de groote stad, of in 't algemeen in
het heel groote geheel, bestaat de mogelijk
heid, dat een energieke wethouder of organi
sator spreekt van „zijn" scholen (in München,
waar ik dezen zomer was, sprak een der
schoolmannen in mijn bijzijn tot Kerschen-
steiner, den grooten reorganisator van het
volks- en vakonderwijs, van „uwe" scholen,
een ander echter op enthousiaste wijze over
„onze" scholen), maar kan men aan den an
deren kant niet verwachten, dat de overheid
en de bevolking voelt voor alle honderd en
meer scholen, die er zijn, of voor school
No. 68 of 93, waarmee zij in een of ander
opzicht in nadere betrekking staat.
In een nauwere of kleinere gemeenschap
kan de band, de principe-eenheid, of de toe-
valligisamengaande belangstelling, van groote
beteekenis zijn. In veie gevallen is de Chris
telijke school gedragen geweest door de liefde,
de toewijding, de opofferingsgezindheid, van
het Christelijk volksdeel. Menige Schoolver-
eeuiging dankt zijn bloei, zijn eigen karakter,
aan de belangstelling, de zorg, van de ouders,
den steun, door de ouders aan de school en
de werkers van de school verleend. Menige
dorpsschool dankt zijn naam, zijn kracht, zijn
bloei aan een persoonlijkheid, die leidend en
bezielend de juiste vertolker wist te zijn van
de gevoelens, die in de dorpsgemeensch^
leefden, gevoelens vooral van liefde vóór en
belangstelling in het kind.
Is het in bloemendaal in veel opzichten ook
niet zoo? De Christelijke school dient dat deel
van de volksgemeenschap, dat stellig gaarne
spreekt van „onze" school, de school van het
Christelijk levensbeginsel. De Bloemendaal-
sche Schoolvereeniging, gesticht door, voort
gekomen uit een bepaalden kring van Bloe-
mendaalsche ingezetenen, steunt nog steeds op
de belangengemeenschap van dien kring, die
in blijdschap getuigt, dat dank zij de offervaar
dige toewijding van Hoofd en Onderwijzers
en Onderwijzeressen, het onderwijs aan
„onze" school gezien mag worden. De „school
van IJzerman", troetelkind van het Bloemen-
daalsche gemeentebestuur, wordt gedragen
door de belangstelling van een breeden kring
van ouders, geroemd wegens de sympathieke,
„Kinderfreundliche" leiding en de degelijke
arbeid der onderwijzers en onderwijzeressen,
wegens de goede examenresultaten ook. Het
jongste „IJzerman-jubilee" was een sprekend
getuigenis. De school van Tinholt heeft, naar ik
geloof, al een even goeden naam. En ten slotte
zal bij de jongste reünie van het „Kopje" het
adjectief „onze" wel vele malen weerklonken
hebben en een uitdrukking geweest zijn van
den gemeenschapsband, uie de verschillende
generaties van scholieren aan elkaar en aan de
school bindt.
Schuchter en met groote bescheidenheid, al
hoewel met „groote hope in het hart", klopt
een nieuwe school aan de poort van
het Bloemendaalsche huis, vragend om een
plaatsje, om een plèats aanbiedend een rol
van eenige beteekenis te vervullen, een niet
onbelangrijke taak, in het cultuurleven van
Bloemendaal. Alle kinderen van onze gemeen
te, voor wie middelbaar onderwijs wordt ge-
wenscht, kunnen dat nu vinden op het Bloe
mendaalsche Lyceum; alle scholen, bovenge
noemd, behalve misschien de Christelijke, die
aansluiting zal zoeken bij „ons" Christelijk
Lyceum te Haarlem (hier gaat het principieele
„ons" boven het plaatselijke), kunnen vervolg
onderwijs vinden op de school, die H. B. S.
Gymnasium en misschien in de toekomst ook
Handelsschool, vereenigt. Wat ook het contin
gent leerlingen moge zijn, dat het overige
Keunemerland en het overige Nederland aan de
school zal leveren, de Bloemendalers zullen
mogen en kunnen spreken van „onze" school,
van „ons" Lyceum. Bloemendaal althans kan
het onvriendelijke, bet terecht of ten onrechte
in den Haarlemschen Raad uitgesproken bitse
woord van „klaplooperij", met kracht refu-
teeren; Bloemendaal heeft naast zijn eigen
goede lagere scholen met 'n kleine duizend
leerlingen, zijn eigen H. B. School-Gymnasium,
zijn eigen Lyceum!
Maar ook in ander opzicht kan een school
als „ons" Lyceum voor Bloemendaal waarde
hebben: een inrichting, waaraan zoodanige be
voegde* deskundige leerkrachten verbonden
zijn als door het Bestuur der vereeniging
„Kennemer Lyceum" aan zijn school benoemd
werden; een school met belangrijke bibliotheek,
met fraaie collecties en instrumenten, met pro
jectiegelegenheid en groote verzamelingen lan-
laarnplaten, met voldoende ruimte voor verga
deren, zoo'n instelling kan voor de Bloemen
daalsche volksgemeenschap van beteekenis zijn.
Ik heb deze geuachte nader ontvouwd in een
tweetal feuilletons in de N. RottCt van verle
den jaar, waarin ik op de voordeelen van een
school voor kleine gemeenten gewezen heb
(„De cultuurmacht der school" heb ik de arti
kels genoemd)en de instemming, die deze op
stellen gevonden hebben, zijn me een bewijs,
dat deze behoefte op meer plaatsen gevoeld
wordt.
Maar dan moet de school zijn: „onze"
school. Dan moet men 'in Bloemendaal het
gevoeld hebben, dat het Lyceum „onze" Bloe
mendaalsche volksgemeenschap dient, dat het
is „ons" instituut van cultuurverbreiding en
volksontwikkeling, dat het is „onze" school 1
Wij leeraren willen er gaarne „onze" school
van maken; wij willen er voor werken en
leven; „sterven" is in onzen onromantischen tijd
te veel gevraagd! De jongens en meisjes, onze
leerlingen, willen ook wel op de bres komen
voor het Lyceum, als wij leeraren, en ook de
ouders, ze zoo ver kunnen brengen, dat het
„hun" Lyceum geworden is. Nu, op Aelberts-
berg, hebben ze b.v. een springbak gemaakt, en
een hockeyveld omrasterd, ze hebben gegraven
en in den harden grond gehouwen, de steenen
er uitgewerkt, ze hebben zand gekruid, en
palen geslagen, en gezwoegd en gewerkt! Voor
„onze" school! Leeraren en leerlingen zullen
hun best doen, dat geloof ik stellig. Maar het
„onze" moet nog een breederen kring beduiden,
den kring van gansch Bloemendaal! Met be
langstelling en liefde, met kritiek en vermaning,
met steun en hulp, zal Bloemendaal „zijn"
school moeten verheffen. Het Lyceum kan
groot en goed worden!
Bij de sluiting van den eersten school-
cursus, de jongelieden toesprekend vóór het
afscheid, heb ik als tekst voor mijn woorden
genomen het oude versje, dat ik vaak als kind
van mijn Vader heb gehoord:
„kleine waterdropplen,
kleine kor'len zand,
vormen saam de trotsdhe zee
en het schoone land.
kleine liefdedaden,
woordjes teer en zacht,
hebben vaak in 't kleinste huis
't grootst geluk gebracht."
Door vele kleine daden van attentie en
waardeering kunnen ouders en vrienden der
school haar sterken en sttanen; wij ondervon
den al veel vriendelijkheid en steun 1 Maar
naast kleine zullen groote daden noodig zijn,
wil het schoone Bloemendaal een zijner waar
dige school verkrijgen. De tijden zijn zwaar,
voor particulieren, maar ook voor alle instel
lingen van zedelijk en geestelijk karakter. Dus
geldelijke offers zullen moeten worden ge
bracht, naast de offers van energie en arbeid,
en toewijding en liefde van vele anderen.
Moge een stroom van kleine en groote „drop-
plen der offervaardigheid" het dapper-in-de-
toekomst varende Lyceumschip een schoon
vaarwater bieden; moge op het breede zand
van honderden „kor'len van geldelijken en
geestelijken en zedelijken steun" het Lyceum
worden gebouwd! Opdat de school worde voor
Bloemendaal „onze" school!
October 1921. Dr. A. de Vletter.
De natuur wijst den mensch den weg hoe
hij in stand kan blijven en wat hij moet doen
om dat doek te bereiken. Volgt hij dien weg,
dan doet hij het goede en vindt zijn belooning
in een gezond en krachtig lichaam; verwaar-
EEN GOED GEMEUBELDE HUISKAMER KOST SLECHTS WEINIG
MEER DAN EEN SLECHT GEMEUBELDE
EN DE SCHOONHEID BLIJFT.
Zoogenaamd goedkoope meubelen zijn leelijk en onsolide, ze vereischen
voortdurende reparatie, en het leelijke blijft.
Mooie en solide HUISKAMER-MEUBELEN maakt
N. KUIPER, Ridderstraat 28, Telefoon 3017.
Naar origineele ontwerpen van J. P. Strijbos, Leeraar aan de School voor Kunstnijverheid.
OROOTE HOUTSTRAAT 111-113 HAARLEM
TELEFOON 671
De strijd tusschen de twee reuzen
de leiders der Fransche Revolutie 1792—1794.
In de hoofdrol:
EMILE JAMMINGS.
Alle dagbladen spreken vol bewondering
over deze film en prijzen het spel van EMIL
JANNINGS, den genialen Titelrol-vertolker,
en zijn medespelers; de schitterende regie
en den inhoud van het drama.
loost hij den wenk, dan gaat hij ten gronde;
de deugd wordt beloond en de ondeugd ge
straft.
Onder de ondeugden, die wij hier op het
oog hebben, noemen we onwetendheid, half
heid en traagheid, maar vooral onmatigheid en
onzindelijkheid. Vooral de laatste is oorzaak
van een groot aantal ziekten; zij is de oorzaak
van tal van ongesteldheden, waaronder huid
ziekten een voorname plaats innemen.
Terecht wordt beweerd, dat de zindelijkheid
van een Volk gelijken tred houdt met zijn be
schaving. Het gebruik van zeep Is een maat
staf bij het bepalen van den graad van ont
wikkeling van een volk; hoe meer zeep er
gebruikt wordt, hoe hooger het peil. Zeep en
water zijn voor het lichaam wat goede zeden
zijn voor de zleL
Reeds in oude wetboeken had het baden
een plaatsje en de oudheid zorgde ruim voor
openbare badgelegenheden. De Romein ge
bruikte zijn bad zoo goed als de oude Egypte
naar en de voorschriften van Mozes waren
voor een groot deel op de zindelijkheid gericht.
Zindelijkheid' werd een onderdeel van den
godsdienst bij vele Oostersche volken. En naar
dat voorbeeld verhief men ook het betrachten
der reinheid bij de Christenen tot een soort
van eeredienst.
Wij hebben geen wetten meer, die wasschen
of baden voorschrijven; de Christelijke gods
dienst bemoeit er zich als zóódanig evenmin
mee; ons moet het verstand!, onze hoogere
ontwikkeling, zeggen, dat gezondheid en zinde
lijkheid familie van elkaar zijn.
Bij paarden en andere dieren is de eenvoudig
ste man overtuigd, dat verzorging van de huid
in het nauwste verband staat met de geschikt
heid van het dier tot den arbeid. De boer
verzuimt niet, zijn paard te wasschen, te ros
sen en te reinigen. Ten opzichte van zijn kind
denkt menige boer er niet aan; wordt dat ziek,
d:tn denkt hij nog eer aan beheksing en too-
vernij dan aan de oorzaak, die hij voor zijn
paard' als vanzelf sprekend aanneemt. Ter
wijl hij zijn bruintje rost en kamt, tot hij zich
in en aan het beest kanspiegelen, staat zijn
veel belovende oudste er bij te kijken met
«f HEBT U AL EENS
GEPROEFD
Raadpleeg Uw Dokter omtrent
Tafelwater of Medicinaal.
Voor familiegebruik is het
Tafelwater verkrijgbaar in heele
Litersschroefflesschen bij eiken
solieden handelaar.