Db Biecbt eeoer verstooten Vronv
Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Bloemendaal,
Overveen, Aerdenhout, Vogelenzang, Jan Gijzenvaart en Santpoort
VICT0RIA=WATER
Belangrijk bericht.
Aan onze Lezers.
Bestuur of controle.
CINEMA PALACE
CHARLY ALS INBREKER
STORMVLOED
Raadsoverzicht.
16e Jaargang
ZATERDAG 25 MAAKT 1922
No. 12.
BL0BHEND41LSCH WEEKBLAD
Uitgave van de Vereenigde Drukkerijen, Bloemendaal. Kantoor voor Redactie en Administratie: De Genestetweg 23. - Tel. 22003
Advertentiën: 15 cent per regel, bij afname van 500 regels of
meer korting. Vraag en aanbod, huur en verhuur, koop en
verkoop, van 1 tot 10 regels 1.elke regel meer 10 cent.
Tusschen den tekst of op een bepaalde plaats speciaal tarief.
Voor een half jaar
Tot 1 Juli
Dit Nummer bestaat uit Twee Bladen
Breng de uwen liever geestelijke bloemen in
bet leven dan vergankelijke bloemen op het
graf.
Wij hebben voor onze lezers het
recht gekocht tot plaatsing in ons
Weekblad van het zoo bekende werk
van James Lane Allen: „HET ON
ZICHTBARE KOOR.'
Binnen kort beginnen wij dit fijne en
interessante werk, dat eiken lezer
boeien moet, als feuilleton in ons blad
af te drukken, in de overtuiging dat vele
abonné's er door zullen gesticht worden.
DE UITGEVERS.
iu ons vorig nummer hebben wij onze lezers
uitgenoodigd aan ons te willen toezenden hun
gedachte, op papier gezet, lang of kort, al naar
hun geaardheid, omtrent de booze plannen van
onze naaste buren, n.l. de annexatie van onze
gemeente of een gedeelte daarvan.
De uitkomst is niet bevredigend.
Slechts van 5 personen ontvingen wij ant
woord op ons verzoek.
Wij willen daarom liet laatste gedeelte van
ons artikeltje, gericht aan alle ingezetenen, nog
eens afdrukken, in de hoop, dat men werkelijk
nu eens naar de pen zal grijpen.
„Vooropstellende, geachte lezer, dat U met
ons annexatie van onze gemeente of van een
eenigszins aanmerkelijk deel daarvan bij Haar
lem, een ramp zoudt vinden voor ons allen, niet
alleen uit een financieel, maar ook uit zedelijk
en cultuur-oogpunt en dat die meening wordt
gedragen door Uw onwil om daarin te berus
ten, noodigen wij U uit ons daarvan te doeh
blijken.
Wij noodigen U uit in eigen woorden voor
ons op te schrijven wat U in dezen te zeggen
heeft, ons toe te zenden een opwekking, een
plan, een studie of een kort woord van pas,
gelijk gij dit zelf zoo wilt, opdat hier naar bin
nen en naar buiten blijke dat wij niet willen
worden weggewischt van de Nederlandsche
landkaart, dat wij onverkort, desnoods een
beetje afgerond, maar ongeschonden uit deze
nieuwe miserabele poging van Haarlem om te
grijpen naar ons bezit, te voorschijn willen ko
men, dat wij eindelijk weer eens de zoo hoog-
noodige rust willen van aanvallen van buitenaf
om ons van binnen met elkander te verstaan,
om elkander te ontwikkelen en gezamenlijk
deze plek der aarde te maken tot een oord voor
gelukkige menschen.
Wij roepen alle ingezetenen bij deze op: aan
het werk, voor den draad met Uw gedachten,
voor den draad met de duidelijke verklaring
van Uw wil. Wanneer Haarlem's opzet nu niet
wordt begroet met een storm van weerstand,
annexeert Bloemendaal zichzelf".
De Uitgevers.
Alle inzendingen gelieve men te doen bezor
gen aan ons adres: De Qenestetweg No. 23 te
Bloemendaal.
GOEDEN DAG.
„Qoeden dag!" klinkt eer- en vriendlijk,
't vlaamschc groetwoord, hier en daar,
of 't een groot man, of 't een kleen is,
of 't de koning zelve waar'.
„Goeden dag!" dat geve Qod u!
zei men eertijds, vroom gezind,
en het kind zei 't zijnen vader,
en de vader 't zijnen kind.
„Goeden dag!" is 't woord des vreden,
't woord der vriendschap, overal,
maar wee hem die 't kreupelhertig
tot den vlaming zeggen zal!
„Goeden dag!" dat wordt een wapen,
en hij voegt bij raad en daad
't altijd moedig vlamings herte,
dat naar recht en vrijheid staat.
„Goeden dag!" dat woord heeft Vrankrijk
eens te Kortrijk wel geleerd,
en de fransch bijt nog zijn knevels,
als ge in 't vlaamsch hem salueert.
(Uit üuido Gezelle's Dichtwerken)
i.
Nu de gemeente Bloemendaal toch de oor
spronkelijke grenzen wel zal verliezen, heeft
de redactie van Bloemendaalsch Weekblad
zich maar niet te angstvallig gehouden aan het
begrip ingezetene, waar in het vorig „Raads-
overzicht" beloofd werd, dat aan een ingeze
tene gevraagd zou worden zijn meening te
geven over de kwestie oi de volksvertegen
woordigende lichamen besturende of controlee-
rende organen zijn. Zij heeft de enkele meters,
die mij van de gemeentegrens scheiden al
thans geen bezwaar geacht, zich tot mij te
wenden.
Hoewel in het Raadsoverzicht de houding
van den Gemeenteraad de aanleiding was tot
het stellen van de kwestie, is toch de vraag
zelve algemeen gehouden en verdient het dus
aanbeveling achtereenvolgens te bespreken:
a. de Staten-Generaal:
b. de Provinciale Staten:
c. de Gemeenteraad.
De besturen van waterschappen, veenschap-
pen en veenpolders, ook publiekrechtelijke li
chamen, laat ik buiten bespreking, omdat de
belangrijkheid daarvan in het algemeen en
voor deze streek in het bijzonder veel ge
ringer is.
De taak van de Staten-Generaal in de Repu
bliek der Zeven Vereenigde Nederlanden was
stellig geheel anders dan die van het gelijk
namige lichaam, dat in 1814 werd gevormd.
Onder de oude Republiek kan de vergadering
van de Staten-Generaal het beste vergeleken
worden met een tegenwoordige vergadering
van gezanten van onderling onafhankelijke, los
naast elkander staande Staten, die door het
allen bedreigend gevaar van de Spaansche
wereldmacht gedwongen werden de samen
werking te zoeken tegen den gemeenschappe-
lijken vijand. Hier in de Noordelijke Neder
landen deed zich dus liet opmerkelijk geval
voor, dat door den opstand de vorst was weg
gevallen, dat alle pogingen um een nieuwen
vorst te krijgen waren mislukt en dat daar
door de Staten-colleges standen-vertegen
woordigingen oorspronkelijk de macht aan
zich hadden getrokken. Dat karakter, van te
zijn een vergadering van afgevaardigden van
staatjes, heeft de oude Staten-Generaal nooit
verloren. Bindende besluiten konden er dus
niet genomen worden, over alle zaken moest
ruggespraak gehouden worden met de com-
mittenten. Er zijn wel pogingen aangewend om
het centraal gezag te versterken, maar geen
van deze pogingen heeft succes gehad. De
rechtspositie van dit lichaam zou uiterst moei
lijk te omschrijven zijn; naar binnen gaf het
alle gelegenheid voor de uitleving van de spe
ciale gewestelijke belangen, naar buiten ver
tegenwoordigde het het heele gebied van de
Unie van Utrecht met de later daarvan afhan
kelijke gebieden.
Na den Franschen tijd is daarin vanzelfspre
kend een groote verandering gekomen. Toen
al heel spoedig besloten was, dat niet de oude
republiek hersteld zou worden met een stad
houder, maar dat ons land een éénheidsstaat
zou worden onder een Souvereinen Vorst, toen
sprak het vanzelf, dat de positie van de Sta
ten-Generaal wel een geheel andere moest
worden.
Teruggang tot den toestand van vóór 1795
was na den Franschen tijd met zijn straffe
centralisatie en zijn voor-dien-tijd-moderne en
hardwerkende bureaucratie niet meer moge
lijk. Dat er een eenheidsstaat zou moeten ko
men lag dus voor de hand, alleen over de po
sitie, die men het staatshoofd dacht op te
dragen kon meeningsverschil bestaan. Het
ging er dus om, hoeveel van het oude nog
bruikbaar was voor de inrichting van den
nieuwen staat. Gijsbert Karei van Hogendorp,
die zoo grooten invloed heeft gehad op het
ontstaan van onze grondwet van 1814, vooral
wilde aanvankelijk zooveel mogelijk behouden.
Voor zichzelf had hij oorspronkelijk het ambt
van raadpensionaris bestemd, waardoor hij
eigenlijk meer dan den koning de groot
ste macht zou uitoefenen. Door verzet zoowel
van Willem 1 zelf als van de Commissie, die
de Grondwet van 1814 voorbereidde, is daar
van niets gekomen.
De uitgebreide monarchale macht trekt in de
Grondwet van 1814 sterk de aandacht. Willem
I. erfgenaam van de in onze historie tot ont
wikkeling gekomen rechten van het Oranje
huis, zelf tuk op macht, zooals hij bij zijn be
stuur in Duitschland over het gesaeculariseer-
de bisdom Fulda getoond had, profiteerde zoo
van de sterk-monarchale ontwikkeling uit Na
poleon's tijd. Daarnaast is de taak van de Sta
ten-Generaal uiterst beperkt. In werkelijkheid,
hoewel niet in theorie, stonden we toen zeer
dicht bij de onbeperkte vorstelijke macht. De
Staten-Generaal bestond uit één Kamer, waar
aan bij de Grondwet van 1815 een andere, de
Eerste Kamer werd toegevoegd. Zeer gewich
tige onderwerpen werden door den Koning al
leen geregeld, de belangstelling van 't volk voor
wat de Regeering deed, was uiterst gering, par
tijschappen bestonden er niet, alleen enkele
stemmen, zooals b.v. die van Bilderdijk, ver
hieven zich tegen het „liberale" regime. De
vereeniging met Beigië bracht daarin weinig
verandering. De wetgevende macht, werd nu
uitdrukkelijk bepaald, zou door Koning en Sta
ten-Generaal samen worden uitgeoefend. In
deze Grondwet van 1815 was n.l. zeer sterk
doorgevoerd de terminologie van Montesqieu
in zijn beroemd in 1748 verschenen werk „De
l'esprit des lois" (Over de geest van de wet
ten), waarin de volledige staatsmacht gesplitst
wordt in uitvoerende, wetgevende en rechter
lijke macht. Wanneer men dus bedenkt, dat de
Staten-Generaal nu een deel van de wetge
vende macht zou uitoefenen, terwijl zij in de
oude republiek praktisch de souvereinen wa
ren, dan ziet men duidelijk het verschil van
plaats iu de regeering.
De reactionaire geest, die na 1815 in Europa
heerschte, is ook in ons land niet zonder in
vloed geweest, al is men daar ook niet zoo
ver gegaan als in andere landen, waar consti
tuties werden opgeheven en volksvertegen
woordigingen werden ontbonden. Toch kon
Willem niet zonder de Staten-Generaal regee-
ren; want wel kon hij b.v. in Algemeene Maat
regelen van Bestuur verschillende onderwer
pen regelen, maar een uit den Franschen tijd
uagteekenende wet bepaalde, dat straffen op
een wet moesten steunen. Zoo kon dus de Ko
ning desnoods wel algemeene regelen uitvaar
digen, maar wilde hij tegen overtreding straf
bepalen, dan moest dat bij wet geschieden en
moest daarvoor dus toch de medewerking van
de Staten-Generaal gezocht worden. Dit ver
anderde toen op 6 Maart 1818 een algemeene wet
werd aangenomen, die straf stelde op het over
treden van alle A. M. v. B. reeds verschenen
of nog te verschijnen. Daarmee huldigde de
Staten-Generaal dus de opvatting, dat de Ko
ning alles mocht regelen, wat nog niet bij
wet geschied was of waarvoor de Grondwet
niet uitdrukkelijk een wet eischte. Toen daar
na door de oprichting van het Amortisatie-
Syndicaat van 1822 de Koning bovendien het
beliqer van een aanzienlijk deel van de staats
inkomsten en -uitgaven onttrok aan het toe
zicht van de Staten-Generaal, was de macht
van den Koning sterk gestegen. Bij zeer veel
onderwerpen trad de Koning alleen als wet
gever op, de tijd van de z.g.n. (Koninklijke)
„b e s 1 u i t e n r e g e e r i n g" was aangebro
ken. Nóch van het wetgevend, nóch van het
controleerend deel van de taak van de Staten-
Generaal kon derhalve in dezen tijd iets te
recht komen.
In een volgend artikeltje hoop ik uiteen te
zetten hoe zich die taak tot op onzen tijd ge
wijzigd en ontwikkeld heeft.
M. VAN VEEN.
groote houtstraat 111-113 haarlem
telefoon 671
Van Vrijdag 24 t/m Maandag 27 Maart.
EEN BUITENGEWOON HOOFDNUMMER
Dramatisch levensspel in 6 acten, naar
den beroemden roman van Hedwig Hard.
In den hoofdrol: Margit Barnay.
Nieuwste klucht met Charly Chaplin in
den hoofdrol.
Van Dinsdag 28 t/m Donderdag 30 Maart.
De wereldberoemde acteur Gunnar Tolnaesin
Dramatisch filmspel in 5 acten.
Als '2e hoofduummer de bekende Komieken
Eddie Lyons en Lee Moran in:
EEN DOLLE NACHT
Reuzenklucht in 5 acten.
Als PRISMA deze week:.
ZONNEVRUCHTEN.
ORCHESTRE: F.DW1N BRON.
'n Kleine onbeduidende agenda was oorzaak,
dat wij (de pers) opgewekt de raadszaal bin
nenstapten, daar de zekerheid bij ons was, dat
wij nu eens tijdig op de keien zouden staan.
Echter de pers wikt, de raad beschikt.
De ingekomen stukken waren zooals deze
steeds zijn geweest: 'n bedankje of 'n verzoek
voor 't een of ander: verdaging van bekrach
tiging der raadsbesluiten door Ged. Staten in
zake aankoop gronden (hoe lang nog?) of over
name van wegen; accountantsrapporten, ver
meldende, dat bij woningbouwvereenigingen
of bij eenigen tak van dienst alles, tot op de
cent af, klopt, enz.
Bij één punt kwamen echter de tongen los,
n.l. toen de Voorz. voorstelde, om het voorstel
van B. en W„ wijziging der Algem. Politiever
ordening, niet in behandeling te nemen. De heer
Bornwater, lid van de Commissie voor straf
verordeningen, meende dat het nu maar eens
uit moest zijn met dat a bout portant behande
len in Commissievergaderingen van voorstellen
ti t wijziging of vaststelling van een verorde
ning. De gemeente had nu zoo ongeveer lesjes
genoeg gehad voor dat steeds maar weer aan
ovl't haast nemen van besluiten.
De Voorz. meende steeds in het belang van
de betrokken Commissieleden gehandeld te
hebben door 'n uurtje voor een raadszitting de
Commissie om advies te vragen betreffende een
nieuwe of gewijzigde verordening. Zijn de hee-
ren van dat gemakje niet gediend, welnu, dan
zal ik U eens wat anders vertellen: voortaan
zullen de Commissieleden op een vast te stellen
uur op een B. en W.-vergadering ontboden
werden.
Wie zijn zitvlak brandt moet op de blaren
zitten.
In de vorige raadszitting waren de meeningen
nogal verdeeld over het aanstellen van een
Brandweer-commandant. De gemeente-archi
tect heeft het toch al overdruk, meende fnen
en bovendien is de opzichter Krimp voor dat
baantje precies geknipt.
B. en W. kwamen in deze zitting met een
nieuw voorstel. Na gepleegd overleg stelden zij
voor om te benoemen tot:
a. hoofdcommandant der brandweer den
heer J. de Jong Cz.;
b commandant der brandweer den heer H.
M. Krimp,
en de jaarwedde aan deze functie verbonden,
voor ieder op f 100.vast te stellen onder uit-
OBERLAHNSTEIN
Het reeds meer dan 40 jaar hier te lande
ingevoerde, meest gevraagde natuurlijk
mineraalwater.