J. BRUINOOGE D. NOL mum wm-iriciiiii ELECTR. LUXE BROOD- EN BANKETBAKKERIJ „GAZELLE" Rijwielen H. A. v. d. VELDEN Eleclr. Luxe Brood-, Kost- ei MoMbrij Bloemend.weg 138, Tel. 22303 Levert uitsluitend eerste kwaliteiten Geef nu uw BONTWERKEN voor het Repareeren, Voeren en Moderniseeren. J.TH. KORT Werkfietsen Zieledroom. Wed. P. T. Tammen P. Biersteker, Het oudste en beste adres voor Melk, Boter, Kaas, Eieren en Comestibles is Rijksweg 73 SANTPOORT A. Tabernal Zoon Santpoort Tel. interc. No. 22322. H. J. WIJKHUIZEN - Bontwerker - Ged, Oude Gracht 49 - Telefoon 2789 Snel Sierlijk Solide JVouveauté's Agentschap Burgers E. N. R. Emailleeren Vernikkelen ünderdeelen Banden in alle p ijzen en merken Levering van alle soorten goedkoope rijwielen vanaf f75.— S. KOSTER, Rijksweg 27, Santpoort ROMANS BELLETRIE W. E. ROBBEMOND Ondergeteekende beveelt zich beleefd aan voor de levering van uitsluitend eerste kwaliteit Rund-, Kalfs- en Varkensvleesch. C. HALFF, SANTPOORT RIJKSSTRAATWEG. Bloemendaalschestraatweg 140 SANTPOORT Kruideniers-, Grutters- en Koloniale- waren - Concurreerende prijzen Bezorging zonder verhooging. RIJKSSTRAATWEG 22 Speciaal adres voor: GERO ALPACA Lepels, Vor ken», Soeplepels, Souslepels, Taartscheppen, Servetringen, Likeur-, Kwast- en Theelepels. Fijne Vleeschwaren machinaal gesneden. Handel In Tuin-, Bloem- en Landbouwzaden en Benoodlgd- heden voor Tuin, Landbouw en Bloemisterij. Kunstmeststoffen Tuinslang per Meterfl.00 Gieters in verschillende maten. Diverse Ijzerwaren. Voor do herstellingen en verwijzingen uwer Pelterijen zijn deze maanden het meest geschjkt, terwijl speciale lage prijzen worden berekend. 27-29 L. VEERSTR. TELEF. 278 IJzersterke SCHOOL- en SPORTKOUSEN Wollen en Katoenen DAMES- en KINDERKOUSEN Bruin, Zwart en Wit HALVE KOUSJES Het pronkjuweel der Hollandsche Industrie, in prijzen vanaf 110.— GULDEN. Agentschap voor Santpoort en Omgeving TELEFOON 22288 TELEFOON 22288 BLOEMENDAALSCHE STRAATWEG 196-198 Rijwiel- en Motorhandel Luxe Aulo Verhuur en Reparatie-Inrichting. HEDEN ONTVANGEN DE NIEUWSTE KLEEDJES 5 ALSMEDE MODERNE DAMESKOUSEN IN ALLE KLEUREN. Aanbevelend, J Fa. S. KOEL - Pleter Kiesstraat 1 - HAARLEM Ondergeteekende gaat steeds voort met de levering van eerste kwaliteiien tegen billijke prijzen. Alles bereid uit prima grondstoffen. Thuisbezorging zonder verhooging. J.J. van Dille wijn, Rijksstraatweg 59, Santpoort - SA"/1VAA Telefoon 22045 Boekhandel P. Stins Pz. Ruime keuze en voorradig Boekhandel P. Stins Pz. Telefoon 22045 (4 stuks) billijk te koop. Kopsstraat 18 - Haarlem achter het Chr. Lyceum b/d Zijlwrg. Zoo was het nu gekomen, vaag voelde zij nog iets van haar groot verlangen van vroeger, maar van droomen of idealen daarvan wist ze niets meer af. God, zou dat ooit nog terug komen. Dat ze vroeger geleefd had kon zij zich ook nog flauw herinneren en dat dat leven Iets moois van haar had vast gehouden, maar wat het geweest was, dat wat zij toen had gewild, daarvan wist ze niets meer. En nu, nu ik tegenover haar zit, en zie de wezenlooze blik in haar oogen, nu zie ik ook dat ze geen ziel meer heeft. Waren er niet meer vrouwen zooals zij, die misschien nog ontwikkelder waren, en toch niets meer verlangden dan hunne huishouding, éven, door middel van een meid te besturen, en uitgaan, mooie japonnen koopen, ergens thee te drinken, en meer van die dingen die het leven veraangenamen. Was dat ook niet veel, 's morgens op te staan, je in een mooie peignoir te steken, rond te loopen, of lui te liggen met de een of andere roman, om in te lezen. O ja, dat was ook al veel en zij hoefde niet eens veel trappen lager te gaan, om te zien, haar voordeel boven anderen. Hoe was het niet bij enkele van haar kennis sen, die ook zóó trachtten te doen, maar daar voor heel vroeg moesten opstaan om gauw, gauw den vuilen boel van daags te voren op te ruimen, dat, als er bezoek kwam, men toch niet zou merken, dat ze alles zelf moesten doen. O! Soms had zij ook verlangd te doen als die anderen. Alles wat zij in zich voelde, weg te doen, het te smoren met al dat luie gedoe. Maar wat kon ze er van op aan: dat ging één dag soms goed. Dan ging zij ook bezoeken afleggen, hield hier en daar een praatje. Maar den volgenden dag walgde ze van al dat banale gedoe, dat niets te zijn dan een lichaam met mooie kleeren aan. Wat had zij niet altijd gevoeld. Betasten de levensdingen, dat was haar ideaal. Het leven was aan haar nooit voorbijgegle den, had haar altijd aangeraakt. Soms heel teer en innig, en het had haar mooie, mooie droo men gegeven, die had ze, ziende voorbijgan gers langs het raam gedacht: Die menschen zijn goed, die man daar is ook goed en gezien een waas van teerheid om heel 't menschdom. O, dan was het of er geen slechtheid bestond, ot alles was zooals zij zich voelde. Maar meer nog dan die oogenblikken, had zij de hardheid van het leven gevoeld, dan werd niets in haar gespaard en die oogenblikken was 't haar of 't leed van heel het menschdom haar kwam bezoeken, en zich in haar vereenigde. Van die groote pijn spreken kon ze niet, niemand zou dit ook begrijpen, en zij, zij voelde het wel, maar kon zelf niet verklaren wat het was. Zij wist alleen, dat zij nu het leed uitsnikte van ai die zorgen, en al die ellende van anderen. Als zij dan uren zat te schreien, kwam die drang weer, die haar het leven vulde met groote, hevige verlangens, iets te zijn voor hen, uitschreeuwen hun leed, dan wilde ze geven, de menschen hun leed terug in andere vormen, dan wilde ze schrijven, schrijven voor de men schen, om zoo te geven wat zij in zich had, maar dan gelouterd tot mooie teêre dingen. Och en dan schreef zij wel uren, uren lang, en vellen, vellen vol, maar het einde werd weer enkel van 't leed van 't leven, en dan wist ze, daar zouden de menschen niets aan hebben. Toen op een middag was plotseling dat won derbare in haar leven gekomen. Het begon met hevige zenuwschokken, waar door haar man den dokter liet halen. Na onder zocht te hebben, vertelde hij haar, dat zij een kindje zou krijgen. „Dokter"! O, 't was een oogenblik of zij gek van vreug de zou worden. Haar eerste gedachte was dan ook geweest: Nu zal hij geven aan de menschheid wat ik niet in vervulling kan brengen. Zij had nooit gedurfd al haar denken en voelen te geven aan de massa, was altijd bang geweest voor „niet begrijpen". Toen haar man en de dokter weg waren, liep ze de kamer op en neer. „O jongen!" zei ze almaar, „ik dank je, ik dank je! Nu zullen al mijn verlangens bevre digd worden, 't Zal een jongen zijn, een groo te, sterke jongen, die zal zich geven aan de menschen om wonderen te verrichten, die zal worden de beste en sterkste steunpilaar in de maatschappij, en daardoor al mijn willen open baren. 't Kan jaren, jaren duren, maar ik kan wachten. En iederen dag dat het kindje in haar groeide, gaf ze iets van haar ziel erbij. Haar droomen waren van een mooien jongen met zieloogen, waarnaar een ieder zou opkij ken, ais ziende iets heiligs. Haar verlangen om te schrijven was heviger dan ooit, maar zij schreef niet, alles wat zij dacht, legde zij in de ziel van haar jongen, alles hield zij in zich, niets van al dat mooie gaf zij meer. Voor anderen werd zij onuitstaanbaar, omdat zij meende dat iedere mooie gedachte, die zij nu weggaf, haar jongen te kort kon komen. Ze zou hem leeren spelen en zingen, ze zou hem leeren schrijven en schilderen, alles, alles zou hij kennen en zij, zij zou zorgen jong te blijven met hem, dan naderhand als zijn moe der naast hem te loopen, arm in arm, naar volle zalen toe, en iedere luisteraar zou schreien van vreugde om zoo iets moois. Als zij dan samen weer terug zouden gaan, zou ze zeggen: „Jongen, zóó heb ik 't altijd gedacht", en overal, en in al zijn doen zou zij haar ziel terug vinden, maar grooter, mooier nu, door die ja renlange ingehoudenheid. En zij las maar, en zong, en speelde, om van buiten ook nog te nemen voor haar kindje. Zij nam nu zonder ooit meer te geven. Totdat het wonder geschiedde. O, 't waren lijdensuren, smartelijk kreunde zij, met het hoofdje wringend in de witte kus sens, 't gezichtje bleek nu van al die lichaams pijnen, en haar man voelde al die smarten op hem terugkomen. „O!" bad hij, „God als zij maar in leven blijft, wat verder geschiedt kan niet hinderen". Even hield zij op met kreunen, en een groote wanhoop kwam in haar oogen: „Jongen! wat bid je daar? o dat is niet goed, dat is niet goed, daar heb ik toch niet voor geleden, al dien tijd en nu?" Nu pas wist zij wat ze altijd had geleden, maar toen werd liet verdreven door haar blijde hoop. „Ik wil wel sterven", schreeuwde zij den dokter toe, „als hij mijn jongen maar in leven blijft". Ze wist nu, aan haar was niets meer ver beurd, haar leven kon niet dat meer doen, wat haar kindje later zou kunnen, 't had alles van haar meegenomen. Toen ze opkeek naar haar man, die met groo te zweetdroppels op het voorhoofd haar al maar aanstaarde, hoorde ze plotseling het schreien van haar kindje, even luisterde zij ver wonderd dat liet nu schreide, hij met zoo'n groote ziel, maar glimlachend stak ze de ar men uit, 't was nog een kindie. Het schreide nu heviger, toen wist zij dat ze dit nooit meer kon missen. Aan de mogelijkheid dat het een meisje kon worden had ze nooit gedacht. Ook niet toen de stem van den dokter klonk: „Een zoon!" Ze greep de hand van haar man „dank duizendmaal dank" toen verdween ze op van vreugde naar het oord der vergetelheid om daar alles achter te laten wat ze nog had willen denken. Want toen zij bij kwam, vlugger dan men dacht, had ze het woord „blind" opgevangen, „Dokter u meent toch niet dat mijn kindje blind is?" even zag zij den dokter wijfelen die nu vastberaden „neen" zeide, zij moest ten minste gered worden. Maar 't was genoeg, ze begreep „alles was te niet". Haar kindje had de straf voor al de daden der menschheid, alles, alles, had zij voor hem bewaard, dit had hij nu. „O" kreunde ze, „dat is mijn schuld!" Dagen zweefde zij tusschen leven en dood, toen zij den achtsten dag eerst goed weer kon beseffen en om haar kindje vroeg, deelde haar man haar aarzelend mede dat het „dood" was, 't had maar drie dagen geleefd, en nu was het weg. Nog eenmaal had zij de groote wanhoop in zich gevoeld en het uitgeschreeuwd nu: O jij, jij hebt er om gebeden, jij hebt het gewild, om mij in leven te houden, alles, alles heb ik voor mijn kindje opgeofferd, ik kan niet meer denken. Hij zag een starheid in haar oogen ko men, en wist dat ze waarheid sprak, eenmaal had zij den harden greep van 't leven gevoeld toen werd zij gevoelloos. Zij had alles gegeven, en niets was er van terecht gekomen. Zoo was haar leven altijd geweest, ze wilde, maar zij kon niet en nu: na wekenlang ziek zijn, zat zij voor zich uit te staren, „de hersenen waren aangetast" zei de dokter. De menschen zeiden dat ze wezenloos was geworden omdat zij haar kindje verloren had. Maar dat wat de oorzaak was, wist niemand en kon zij nooit meer navertellen. Alleen ik die dit heb gevoeld door den dage- lijkschen omgang met haar kon dit nog open baren. Molly. Wij ontvingen bovenstaande schets ter plaat sing in ons blad. Alhoewel dit pogen van een jong schrijfster nog niet tot schitterende resul taten heeft geleid, meenen we toch, dat de schets in haar geheel den lezer iets geven kan, dat ons besluit tot opname kan rechtvaardigen. De Redactie.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1922 | | pagina 8