TWEEDE BLAD
HOTEL „DUIN EN DAAL"
„Snoepstukjes".
„Bloemendaalsch Weekblad"
Zaterdag 1 Juli 1Q22
Plaatselijk Nieuws.
No. 26.
(In deze rubriek zullen wij weke
lijks een mootje opdisschen van
hetgeen er aan lectuur is ver
schenen).
IN HET RIJK DER OLIFANTEN.
Voor liefhebbers van volkenkunde en reis
beschrijvingen is een mooi werk verschenen.
Hans Morgenthaler, een bekend aardrijkskun
dige uit Zwitserland, heeft In het Rijk van
Slameezen en Maleiers gezworven. Zijn er
varingen, te boek gesteld, zijn in het Hol-
landsch weergegeven door Alice van Nahuys
en met 32 autotypiën naar photo's en een
bandteekening van George Reuter verlucht,
uitgegeven door Em. Querido te Amsterdam.
Aan dit boek ontleenen wij het volgende
brokstuk:
Aan den Nam Dam was ik werkelijk vol
komen in het rijk der olifanten. Soms kwam
's ochtends vroeg, eer ik nog goed en wel
wakker was, een koelie met een stapel
groente uit het bosch terug, of een andere
bezigheid had hem een paar passen achter
het kamp gebracht, bijvoorbeeld het dage-
lijksche werk van „boeang nasi rijst weg
werpen", zooals in het Maleisch een onaes-
thetische handeling fijngevoelig wordt aange
duid, en terugkomend meldde deze dan re
gelmatig: Vannacht zijn de olifanten daar en
daar langs gegaan, bij dien vruchtboom heb
ben ze al etend een heel bamboeboschje om-
vergetrapt; of, hun frissche spoor kruist de
beek op de plek, waar wij gisteren een
nieuwe schacht zijn begonnen te graven. Ik
was er net zoo aan gewend, iederen ochtend
het nieuwste over de olifanten te hooren, als
je in de stad met een vluchtigen blik even
gauw de laatste berichten in de ochtendeditie
van je krant nagaat.
Op een stormachtigen ochtend, toen de wind
door het oerwoud huilde, zei Aris: „Vandaag
kunnen we niet werken. De olifanten zijn ook
bang geworden en zijn met hun allen naar
het dal gegaan, allemaal achter elkaar, zoodat
er een hardgestampt wegje is ontstaan, en
zijn naar de plek getrokken, waar alleen maar
spaarzaam bamboe staat". Het was werkelijk
gevaarlijk. Woudreuzen vielen dreunend neer,
het heele dal met hun doodsgebrul vervullend
en overal in het rond stortten krakend doode
takken zelf al statige boomen door het
lianen- en slingerplantengewar neer, soms
heele kleine kreupelboschjes uit den grond
rukkend.
Wij lagen den ganschen dag bang en ver
schrikt in het kamp onder den grooten Yang-
boom, die, zelf nog kern-gezond, ons al be
schermer moest dienen.
Telkens weer ontmoette ik onderweg naar
het werk de versche spooren van wilde oli
fanten. Onwaarschijnlijk groot, bijna niet te
gelooven, gaapten mij soms de ovale gaten
uit den modderige bodem langs de oevers
aan, voegden zich tot lange kettingen, vorm
den hardgestampte paden langs de hellingen
en werden af en toe zoo opmerkelijk en als
het ware behoorend bij het beeld der streek,
dat ik ieder oogenblik het verschijnen van
den aanstichter van al deze merkwaardighe
den verwachtte.
iVlaar ik ben den wilden olifant nooit per
soonlik tegengekomen. Het is mij eigenlijk
nooit volkomen duidelijk geworden, wat er
wel zou gebeuren, wanneer we in de engheid
van het woud plots tegenover hem stonden.
Soms, als we geruischloos door het dichte
geboomte liepen, de een achter den ander,
voorgegaan door Dehng, kraakte er ergens
naast ons weieens een tak of bamboestengel
onder den tred van een groot dier: dan kwam
er leven op de duistere gelaten mijner Sia-
meezen, en meer dan eens holden ze met hun
allen zoo snel mogelijk naar de plek toe, zoo
dat ik heelemaal alleen bleef.
Toen ik Krot vroeg: „Wat gebeurt er, als
we den olifant tegenkomen Rent
hij ons dan allemaal te pletter
kreeg ik geen duidelijk antwoord. Krot lachte
half en zette een half-ernstig gezicht, en de
beteekenis zijner keelgeluiden was:
Iemand, die den olifant m het bosch al
leen tegenkomt moet oppassen en doet het
beste met zich te verontschuldigen, te bidden
en weg te hollen.
Twee of meer mannen bij elkaar kunnen
het wagen te blijven kijken, en naar gelang
hij goed gehumd is of kwaad, zal de olifant
het misschien, zeer waarschijnlijk, tamelijk
zeker, mogelijkerwijs, op een loopen zetten
of niet.
Eens werd ik midden in den nacht wakker.
Een dof geluid, dat buiten alle voorstelling en
ervaring lag, was hoorbaar. Een vreemde, on
bestemde macht, die er anders niet was. Ik
schoof nieuwsgierig over de slapende licha
men der mannen naar voren.
Mijn hutje en de schuin naar de beek af
dalende open plek lag in het duister en de
hoogste toppen der bergen waren door het
trillende, zwakke schijnsel der achter wolken
opgekomen maan belicht.
Het kampvuur was geheel uitgebrand. En
kele krekels sjirpten, de Zwarte Rivier ruisch-
te als altijd, verder was de nacht rustig.
Daar kraakte opeens, nog ver, maar toch
duidelijk te vernemen, splinterend hout,
het werd weer voor een paar minuten stil en
toen, heel dicht bij, opnieuw het kraken en
knappen van brekend bamboe.
Gelijk de voorboden van een naderend on
heil, naakte er iets onweerstaanbaars.
Een koelie draaide zich steunend om.
Aris zat op. Nog half in slaap, maar toch
volkomen wakker, fluisterde hij:
„Toean, de olifanten!"
We luisterden samen in den donkeren
nacht, weer was er een luid gekraak en dof
gestamp als van reuzen te hooren
„Olifanten zijn bang voor vliegen die om de
woonplaatsen der menschen zijn!" hoorde ik
Aris nog stamelen en onder het zachte zin
gen van het oerwoud sliep ik spoedig weer in.
Toen ik 's ochtends aan de dichtst bijzijnde
plek kwam, waar gewerkt werd, waren over
al in het rond bamboestangen zoo dik als een
arm als lucifertjes doorgebroken en vertrapt
en als touwen in elkaar verward. Het regen
scherm over het arbeidsterrein hadden de
dieren afgerukt en er een groote hoop rijst, die
geen rijst was, in reuzenballen over uitge
strooid.
„Tjang hak mot!" vloekte Aris woedend
in het Siameesch. „De olifant moet nu ook al
les bederven!"
INGEZONDEN
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie)
ARBEIDERSWONINGBOUW. Bij het le
zen van het verhandelde in den Raad van
Bloemendaal van 22 Juni 1922 trof mij eene
uitlating, van den Wethouder, den heer de
Waal Malefijt en het raadslid Laaneene
uitlating, welke zonder meer niet doodgezwe
gen kan worden.
Naar aanleiding van een door de Woning-
bouwvereeniging „Bloemendaal Noord" aan den
Raad ingezonden adres den 31 Mei 1922, waar
bij verzocht werd eindelijk eens antwoord te
mogen ontvangen op een gedaan verzoek in
December 1920 om grond voor woningbouw,
daar wij anders, noodgedwongen, bij naburige
gemeentebesturen zouden aankloppen, sprak
de wethouder o.a. de volgende woorden:
„dat aan de Rampeniaan grond beschikbaar is
voor Bloemendaal Noord, doch daar willen de
lieeren niet aan", terwijl de heer Laan zegt:
de gemeente heeft gronden aan de Ram
peniaan, doch de heeren wenschen dat niet".
Als er ooit raar met de waarheid is omge
sprongen en als er ooit pogingen in het werk
zijn gesteld, om aan gerechtvaardigde kritiek
te ontkomen, dan gebeurt dit thans.
Tot 24 Juni 1922 Is bij ons Bestuur geen
mededeellng ingekomen van het gemeentebe
stuur van Bloemendaal, dat gronden beschik
baar waren aan de Rampenlaan.
In December 1920 vroeg onze Vereeniging
grond aan voor den bouw van arbeiderswo
ningen en had zij het oog op de gronden van
het huis te Bloemendaal. Bij schrijven van 11
Februari 1922, dus ruim een jaar later, be
richtte het gemeentebestuur ons, „dat de gron
den van het huis te Bloemendaal zich meer
eigenen voor middenstandswoningbouw, doch
overtuigd van de noodzakelijkheid om in den
woningnood te voorzien, hebben wij den ar
chitect opdracht gegeven om voor den door U
bedoelden bouw geschikt terrein in handen te
krijgen". Verder stond in dit schrijven over
beschikbaarstelling, ook aan de Rampenlaan,
niets.
Hoe de heeren de Waal Malefijt en Laan
kunnen zeggen, dat wij grond aan de Ram
penlaan hebben geweigerd, is mij een raadsel,
temeer, daar wij 24 Juni j.l. bericht kregen van
B. en W., „dat de Raad in zijne vergadering
van 22 dezer besloten heeft de terreinen bij
't Huis te Bloemendaal voor middenstandswo
ningbouw te bestemmen, doch wel bereid is
desgewenscht aan de Rampenlaan grond voor
den bouw van arbeiderswoningen at te staan".
Dit is de eerste aanbieding van het gemeen
tebestuur van grond op ons verzoek van De
cember 1920.
Wat de ligging van de terreinen betreft,
hierover is ook nog wel iets te zeggen. Na
tuurlijk dient voorop gesteld te worden, dat
onze Vereeniging noodgedwongen de terrei
nen wel dient te accepteeren, hoewel de be
slissing aan onze leden is.
Waarom, zoo vraag ik mij af, worden in
Bloemendaal de arbeiders altijd achteraf ge
zet en weggewerkt aan de uithoeken der ge
meente? Of zijn de arbeiders en de met hen
gelijk gestelden, soms een bijzonder soort
menschen, die men liefst zoo min mogelijk in
de gemeente tegenkomt? Of zijn ze slordig,
bewonen zij hun huizen zoo beroerd? Of spre
ken ze geen voldoende beschaafde taal? Al
deze mogelijkheden dringen zich hierbij op.
Reeds jaren geleden is reeds verklaard, dat
Bloemendaal niets voor een arbeidersbevol
king voelt. Het werd toen door vroegere raads
leden ten sterkste tegengesproken. Thans
blijkt deze uitlating nog niets van haar kracht
verloren te hebben. Het wordt ten hoogste
tijd, dat de Raad zijn standpunt wijzigt en
een meer moderne richting ingaat, wil hij Ia-
ter niet de lasten ervan dragen. En die tijd
is niet zoo heel ver meer.
Tenslotte nog een opmerking aan het adres
van den heer Laan, als hij de ouderwetsche ge
woonte weder heeft over de provincie te spre
ken, die dan maar grond moet beschikbaar stel
len. Reeds vroeger (25 Maart 1922) wees ik den
heer Laan op het feit (ook naar aanleiding van
een dergelijke toen door hem gedane mede-
deeling), dat onze vereeniging ook niet-pro-
vinciaal personeel telt. Mijne opmerking
schijnt niet tot hem doorgedrongen te zijn.
Misschien dringt het thans tot hem door.
Al onze leden zijn werkzaam te Bloemendaal
en hebben dus recht op een woning te Bloe
mendaal. Zij zijn niet in staat, zooals de heer
Laan, in een willekeurige gemeente een stuk
grond te koopen en daar een huis op te laten
zetten, daar de Ioonen der arbeiders niet toe
laten zich die weelde te veroorlooven, willen
ze niet van honger omkomen.
Laat ik den heer Laan een goeden raad ge
ven, n.l. deze: wijzig Uw ouderwetsch stand
punt en spreek niet in het openbaar over za
ken, (waarover U niet voldoende zijt inge
licht, en dit zijn in de eerste plaats: arbeiders
belangen. Deze belangen worden door de be
trokkenen zelf het beste opgelost.
G. A. THIJSSEN,
Secretaris Woningbouwvereeniging
„Bloemendaal Noord".
BLOEMENDAAL
Door de leerlingen van de vier hoogste klas
sen der Gem .M. U. L. O.-school zal onder
leiding van den heer P. de Nobel 18 Juli e.k.
een zanguitvoering gegeven worden.
Buiten liederen van Valerius, Wierts, Loots,
enz., zal ook een Kindercantate gezongen wor
den.
In de Staatscourant staan vermeld de sta
tuten, die thans gewijzigd zijn van „The
Thank", afdeeling Bloemendaal van de Neder-
landsche Padvindersvereeniging. 'i
Een paard gespannen voor een wagen, ko
mende uit de richting Santpoort, weigerde na
bij het Postkantoor alhier verder te gaan.
Hoe de voerman er ook op los sloeg, het paard/
verzette geen poot. Nadat de voerman van
den bok was gesprongen en het paard bij den
teugel had genomen, sjokte het dier weer
verder. De voerman die zijn plaats weder in
genomen had, sloeg het beest onder het rijden
op erbarmelijke wijze, zoodat dit groote ver
ontwaardiging verwekte onder de vele wan
delaars, die zich op straat bevonden. Bij
Gebrs. B. stond de kar weer stil. Gelukkig
kwam er hulp opdagen en werd het tuig eens
nagezien, of het paard hiervan ook misschien
last ondervond. Nadat de controle hiervan ge
ëindigd was nam de persoon op den bok plaats
en reed zonder eenige koppigheid van het
paard te ondervinden er mede weg.
De voerman, die een zekere H. bleek te zijn
uit Haarlem, had te veel aan Bachus geofferd
en zoodoende was hij niet in staat op de ge
wone manier te mennen, vandaar de onwillig
heid van het beest. Nadat H., die een wond aan
den vinger had opgeloopen, zich bij den apo
theek had laten verbinden, liep hij den kant
van Haarlem op. Bij café Brederode werd
nog eens „opgestoken". Onderwijl was de
wagen ook aldaar gearriveerd en na eenigen
tijd reed H. verder, gevolgd door de politie,
die van het geheeie geval op de hoogte was
gesteld door den Burgemeester, die het geval
persoonlijk had bijgewoond. Tegen H. werd
proces-verbaal opgemaakt wegens het mis
handelen van dieren.
BLOEMENDAAL
Aanstaande Zondagmiddag zal de Zangver-
eeniging „Polyhymnia" (directeur Alphons
Vranken) van Amsterdam, met welwillende
medewerking van mej. Jo van der Vorst (so
praan) een uitvoering geven voor de verpleeg
den van het Provinciaal Ziekenhuis alhier.
Op het op 11 September a.s. te houden con
gres te 's Gravenhage, ter gelegenheid van het
jubileumfeest der Ned. Vereen, tot Afschaffing
van Alcoholhoudende Dranken, zal een inlei
ding worden gehouden door dr. A. de Vletter,
rector van het Kennemer Lyceum alhier.
Door de Kennemer Kegelbond is de vorige
week in Hotel Vreeburg een 60-ballen wed
strijd uitgeschreven waaraan prijzen, bestaan
de uit Kunstvoorwerpen, verbonden waren.
De eerste prijs was een fraai schilderstuk.
Hieronder geven wij den uitslag der wedstrijd.
Ie prijs M. L. van Holst, 901 punten; 2e prijs
A. van der Ham, 792 punten; 3e prijs D. Wal
ter, 755 punten; 4e prijs hoogste serie, A. v.
d. Eem; 5e prijs 60 treffers, D. Houtgraaf; 6e
prijs aiht om de langen, H. Lichtendaal; 7e
prijs Gr. Hamburg, J. Kuiper; 8e prijs KI.
Hamburg, L. Post; 9e prijs koekoeks, J. Wel-
sink; 10e prijs Duijfjes, Fischer.
De prijzen zullen op de eerstvolgende bij
eenkomst aan de prijswinnaars uitgereikt wor
den.
Door de Commissie van Bestuur over het
Provinciaal Ziekenhuis nabij Santpoort is bij
onderhandsche aanbesteding de levering van
het bevroren rundvleesch gedurende het tijd
vak 1 Juli31 December opgedragen aan de
N. V. v. d. Sluys Vleesch- en Veehandel te
Haariem tegen den prijs van f0.80 per K.ü.
De levering van het kalfsvleesch gedurende
bovengenoemd tijdvak is opgedragen aan Abr.
van der Ham te Bloemendaal tegen den prijs
van f 1.59 per K.G.
AERDENHOUT.
Bij de halte Bentveld is Woensdag een on
geluk gebeurd met doodelijken afloop. Toen
de tram uit Haarle mkomende, de halte bij
Bentveld naderde, sprong een zekere
van W., oud 65 jaar, van de tram, die nog
niet geheel stilstond. Het gevolg van dit over
haast uitstappen was, dat de man tusschen
de treeplank der tram en het plankier van
de wachtplaats terecht kwam. Met ernstige
kneuzingen werd hij naar Zandvoort ver
voerd alwaar hij door een geneesheer ver
bonden werd. Deze vond het raadzaam de
verongelukte naar het Ziekenhuis te brengen.
Zoodoende werd hij wederom naar Haarlem
getransporteerd, alwaar hij in het St.-Eliza-
beth's gasthuis werd opgenomen. Donderdag
morgen is van W. aan de gevolgen overleden.
Laat deze gebeurtenis, die een zeer treurig
einde heeft genomen, velen tot voorbeeld
strekken, om niet eerder de tram te verlaten
voordat hij stilstaat.
SCHOTEN.
Op het groot Nationaal Concours voor Har
monie en Fanfarecorpsen, Gemengde en Man-
nenzangvereenigingen, uitgeschreven door de
R. K. Muziek- en Tooneelvereeniging „St.
Mathias" te Warmond, op 28 en 29 Juni j.l.
behaalde de R. K. Harmonievereeniging „St.
Caecilia", onderafdeeling van de Jozefsgezel
len alhier, in den marschwedstrijd een lsten
prijs met verplichte Marsch „Noorderklank"
van J. Muldermans.
In de Concertwedstrijd behaalde hetzelfde
corps met het verplichte nummer „Sous La To-
nelle Fantaisie de Concours" van J. Martin,
en het vrije nummer „Ouverture Joyeuse" van
Këler Béla een derden prijs. In aanmerking
nemende, dat dit corps nog betrekkelijk kort
bestaat, samengesteld is uit zeer jonge krach
ten en voor de eerste maal aan een wedstrijd
deelnam, kunnen wij gerust zeggen, dat het
voor hen en niet minder voor hun eminenten
Directeur, de heer Chr. Huiboom een waar
succes is geweest.
SANTPOORT.
Zooals uit ons raadsverslag blijkt is beslo
ten den Brederodeweg voor de nieuwe wonin
gen van „Bloemendaal Noord" te verbeteren,
in tegenstelling met hetgeen de heeren Ver
meulen, Tusenius, Langendijk en Nijssen wil
den, n.l. wachten tot 1923 en indien er dan
geen geld is, nog maar eens wachten. In de
volgende raadszitting zal de wethouder van
Openbare Werken met een uitgewerkt plan
komen.
Mej. D. Rijbroek van Haarlem is benoemd
tot organiste in de Ned. Hervormde Kerk al
hier.
Op Woensdag 5 Juli a.s., des avonds te 8
ure zal in de Openbare school alhier een Ou
deravond worden gehouden.
De agenda luidt: Verkiezing Secretaris,
Leerplichtwet en zevende leerjaar.
Blijkens achterstaande advertentie zal de
Hagelingerweg van 3 Juli tot nader order
voor het verkeer met rij- en voertuigen geslo
ten zijn. Dit betreft het gedeelte van den Rijks
straatweg tot den zijtak van den Biezenweg.
De Directeur van het post- en telegraafkan
toor te Santpoort-Station maakt bekend, dat
het hulppostkantoor te Santpoort(dorp met
ingang van 1 Juli a.s. wordt overgebracht
naar het perceel van hulptelegraaf- en tele
foonkantoor ter plaatse.
De Handboogschutterij „Vooruitgang zij ons
streven" van hier, behaalde op het j.l. Zondag
gehouden 2e Bondsconcours te Amsterdam
het hoogste aantal punten n.i. 227. „De jonge
Batavieren" van Haarlem, welke op het le
Bondsconcours te Santpoort het hoogste aan
tal punten behaalden, moesten zich nu met
208 punten tevreden stellen. De wisselbeker is
nog wel in het bezit van laatstgenoemde ver
eeniging, echter V. Z. O. S. volgt spoedig en
is een ernstig candidaat.
Het derde concours zal te Haarlem plaats
vinden op 6 Augustus a.s. Dit laatste belooft
spannend te worden.
De rozenprijs won „Concordia" te Amster
dam met 7 rozen. In de personeele wedstrijd
werd de heer H. J. Klauwers (V. Z. O. S.)
lste prijswinnaar met 50 punten, Maas (Con
cordia) 2de prijs met 48 punten, G. de Rooij
(V. Z. O. S.) 3de prijs met 47 punten, Eek
hout (Jonge Batavieren) lste rozenprijs, H.
Voogt (V. Z. O. S.) 2de rozenprijs, beiden met
2 rozen. De stand voor de wisselbeker is
thans: „De Jonge Batavieren" 436 punten en
V. Z. O. S. 418 punten.
ZONDAGNAMIDDAG AVOND EN DINER-CONCERT
Permamente Tentoonstelling van Schilderijen