TWEEDE BLAD
De annexatie-kwestie.
„Bloemendaalsch Weekblad"
Zaterdag 21 October 1022.
No. 42.
Door de heeren C. Schulz en W. Noorman,
leden van den gemeenteraad alhier, is het
volgende adres gericht aan Ged. Staten van
Noord-Holland:
Bloemendaal, 4 October 1922.
Heeren Ged. Staten der
provincie Noord-Holland.
Hoog Edel Gestrenge Heeren.
Krachtens besluit van 28 September 1922,
door den Gemeenteraad' van Bloemendaal, is
aan Uw college schriftelijk het gevoelen uitge
bracht over het „Ontwerp van wet van wijzi
ging van de grenzen der Gemeenten Haarlem,
Velsen, Bloemendaal, Heemstede en Haar-
lemmerliede en Spaarnwoude en opheffing van
de gemeenten Schoten en Spaarndam".
Waar ondergeteekenden, C. Schulz en W.
Noorman, leden van den gemeenteraad van
Bloemendaal, vormende de minderheid in den
Raad, zich met het door genoemd College uit
gebracht rapport niet kunnen vereenigen,
nemen zij de vrijheid het onderstaande onder
Uwe aandacht te brengen.
Alhoewel' zij zich kunnen vereenigen met het
inzicht van den Raad, dat de thans voorge
stelde grenswijziging ten opzichte van Bloe
mendaal niet wenschelijk is, meenen zü toch
waar de geheele geest van het rapport een
verzet tegen elke annexatie ademt, van hunne
afwijkende meening te dezen opzichte te moe
ten doen blijken.
Zoo begint genoemd rapport reeds in den
aanhef met onder sub 2 te zeggen: „dat het
de bedoeling is haar zoo mogelijk uit te put
ten met het oog op de toekomst. Het laatste
punt acht de Raad daarom van gewicht, om
dat de gevoelens van onrust en onzekerheid,
gewekt door de herhaling van aanvallen van
buiten op het onverkort bestaan van deze ge
meente, de lust tot het zich vestigen in Bloe
mendaal en de arbeidslust en het initiatief
der ingezetenen ondermijnen en de stemming
drukken, waardoor te kort wordt gedaan aan
den eisch van den tijd
1. Blijkt hieruit, dat men door dit rapport
ook voor de toekomst de annexatie van
de baan wenscht te zien. Zij komen hier in
het verloop van hun toelichting op terug,
maar:
2. moeten zij opkomen tegen de beschou
wing als zou deze vrees voor annexatie
mogelijkheden het initiatief te Bloemendaal
ondermijnen; integendeel, wanneer zij het
rapport verder bezien, in het bijzonder wat
betreft bijlage 3 over arbeiderswoningbouw,
dan weten zij, dat wanneer in dit opzicht de
laatste jaren in Bloemendaal iets tot stand is
gekomen, de vrees voor annesatie de zweep
is geweest, welke het initiatief van de wo-
ningbouwvereenigingen steun heeft doen vin
den bij het gemeentebestuur. Doch niet al
leen bij den arbeiderswoningbouw, ook bij
den middenstandswoningbouw en verschil
lende publieke werken is de annexatievrees
de stuwkracht geweest en kwam bovendien
bij verschillende besprekingen in den Raao
in het geding.
Waar de Raad zegt op pag. 3 onderaan „de
Gemeenteraad van Bloemendaal moet ontken-;
nen, dat eene bevolkingspolitiek, welke Haar
lem's grenzen, zij het ook in geringe mate,
over die van Bloemendaal zou uitbreiden,
eenigen aanemelijken grond vindt in verleden
of heden, en door eenigen degelijken waar
borg voor de toekomst", daar moet door hen
hiertegen stelling worden genomen; in de
eerste plaats omdat het ontegenzeggelijk vast
staat, dat zoowel aan de Kleverlaan, als aan
den Zijlweg, en verder ten deele bij Aerden-
hout, Haarlem vrijwel aan Bloemendaal is
vastgebouwd. Maar in de tweede plaats, om
dat Bloemendaal de terreinen mist om haar
arbeidersbevolking een behoorlijke woonplaats
te verschaffen of in de naaste toekomst mach
tig te worden. Het eenige terrein, behalve
mogelijk te Vogelenzang, is hiervoor uitslui
tend beschikbaar aan de Rampelaan, welk
terrein dan nog uitermate geschikt genoemd
wordt voor bloembollencultuur en door een
der wethouders voor woningbouw vrijwel on
geschikt geacht wordt.
Het gevolg van dezen toestand is, dat vele
arbeiders*, die in de igemeente Bloemendaal
werkzaam zijn, moeten wonen in de gemeen
ten Schoten, Haarlem, Velsen, Spaarndam,
hetgeen niet alleen aan die gemeenten groo-
tere lasten oplegt (deze zouden wellicht ten
deele op Bloemendaal te verhalen zijn), maar
bovendien van de arbeiders extra moeilijk
heden en extra belasting (forensen-) vordert.
Uit het bovenstaande blijkt, dat de gemeente
Bloemendaal niet kan voldoen aan den eisch,
welke aan een zelfstandige gemeente gesteld
moet worden, n.l. dat zij zorgt, dat degene,
die binnen haar grenzen werkzaam zijn niet
gedwongen worden, door het niet beschikbaar
zijn van terreinen voor arbeiderswoningen,
buiten de gemeente te wonen.
Ons inziens mist een dergelijke gemeente
haar recht op zelfstandigheid en zou een an
nexatie. die hieraan een einde maakt, niet
anders dan billijk genoemd kunnen worden.
Wat overigens de opmerkingen in het rap
port aan het adres van Haarlem betreft, zij
laten deze geheel voor rekening van de meér-
derheid in den Raad en de bestrijding er van
aan de gemeente Haarlem over.
Kesumeerend stellen zij dus vast, dat ook
hun inziens het thans aanhangige ontwerp on
logisch en daarom verwerpelijk is; dat Bloe
mendaal niet behoorlijk kan zorgdragen voor
de huisvesting van hen, die in de gemeente
werkzaam zijn.
Wij concludeeren, dat eene dergelijke ge
meente haar recht op zelfstandigheid ver
liest, waarom voor eene annexatie, waardoor
genoemde bezwaren komen te vervallen,
alle grond aanwezig is.
Hetwelk doende, enz.
KUNSTEN LETTEREN.
Rosehaghe.
Haarlem is een nieuwe gelegenheid rijker ge
worden voor het geven van uitvoeringen en
het houden van bijeenkomsten op bescheiden
schaal. Het zaaltje van Rosehaghe zal on
getwijfeld in een behoefte voorzien. Het zit ei
knus en de accoustiek is er goed. De aan
kleeding tudens de openingsweek voldeed min
der; de overdaad van kleuren, die niet overal
even goed bij elkaar pasten, maakte de sfeer
te druk.
De schilderijententoonstelling, die men ter
gelegenheid van de opening hield, is als proer
uitstekend geslaagd. Het ligt niet in onze be
doeling hier van het tentoongestelde veel te
zeggen, de stukken van onze Haarlemsche schil
ders zijn, naar wij vertrouwen, bij onze lezers
van lieverlede bekend genoeg.
Het piano-concert van den jongen compo
nist Hans de Bock, zal voor muziekkenners
in den letterlijken zin van het woord iets bui
tengewoons zijn geweest. Deze uitvoering viel
geheel buiten het kader van hetgeen onder
ons als „muziek" te boek staat. Of deze mu-
sicale soirée daarom ook buitengewone betee-
kenis heeft gehad, mogen deskundigen uit
maken. Wij kregen den indruk, dat toehoorders
en musicus wederzijdsche kennismaking meer
als amusement beschouwden.
Haarlemsche Orkest Vereeniging. Ge
meente-concertzaal, Zondagmiddag leden-
concert H. O. V. Soliste Jonkvrouwe Minnie
de Jonge.
Het programma van het leden-concert der
H. O. V. van Zondagmiddag bevatte voor de
pauze twee werken van het klassieke reper
toire, terwijl het programma na de pauze aan
de meer moderne muziek gewijd was. Na eene
zeer mooie vertolking van de Oxiordsymplio-
nie (wat komt Haydn toch zelden meer op
programma's voor; ten onrechte!) zong de so
liste van dezen middag jonkvrouwe Minnie de
Jonge de bekende aria van Mozart uit „11 re
pastore".
Jonkvrouwe de Jonge beschikt over een
mooi en vol orgaan, terwijl haar zang-techniek
geheel „af" is. Dit kwam dan ook bijzonder
tot zijn recht in de moeielijke coloratuur-aria
van Mozart. Bijzondere vermelding verdient
hierbij de goede vertolking van de obligaat
vioolpartij door den heer Knikker.
Na de pauze zong Jonkvrouwe de Jonge
drie liederen van üustav Mahler. Een lied van
Mahler op een programma is tegenwoordig
altijd een attractie. Speciaal de twee laatst ge
zongen liederen: „Rheinlegendchen" en „Wer
hat dies Liedel erdacht", konden mij goed vol
doen. De heer Gerharz zorgde voor eene su
perieure begeleiding.
Als noviteit speelde het orkest de legende
voor orkest „Der Schwan von Tuonela" van
den Finschen componist Jean Sibelius, die
zich in deze legende weder op zijn best laat
zien. Het materiaal is knap verwerkt, terwijl
het geheel virtuoos geinstrumenteerd is.
Reeds dadelijk wordt stemming verkregen
door den inzet van de alt-hobo (die uitstekend
door den heer F. Wijnands bespeeld werd).
Het werk had zeer veel succes. Tot slot
speelde het orkest de Meistersinger-ouverture
van Wagner, die een waardig slot vormde van
dit mooie concert.
Zondagmiddag 22 October wordt dit concert
als „buitengewoon concert" herhaald.
A. K
wijst op tegenstellingen en noemt Carpentier
en Siki. Maar Heyermans en Bouwmeester
evenaren de helden van het voetbalveld en
uit den boksring in populariteit. Dit is één van
de vele weldadige ervaringen, die men bij een
dergelijke gelegenheid opdoet.
Holland heeft nog zijn volkskunstenaars, en
bij deze twee grooten, den tooneelschrijver en
den tooneelspeler, gaat de populariteit niet ten
koste van de degelijkheid. Er is een oerkracht
van het genie, die verwant is aan het oer-
bewustzijn van het volk.
Heyermans en Bouwmeester, laten wij trotsch
zijn op deze beiden; blij met deze beiden, nu
ze met voldoening op een stuk leven terug
zien. En erkentelijk voor wat ze voor ons ge
daan hebben en nog zullen doen.
Heyermans heeft nog een toekomst. Heeft
Chesterton gelijk met zijn betoog, dat de
groote schrijvers eerst op rijperen leeftijd tot
hun volle recht komen, dan geldt ook van
Heyermans, dat, nu hij ouder gaat worden,
hij een nieuw schrijver zal blijken.
Bouwmeester is, al hoe weinig 't er op lijkt,
voor wie hem het natuurwonder van zijn
Shylock ziet openbaren, het verleden. Maar
wélk een verleden! Een verleden, dat zich tot
in de toekomst uitstrekt.
Alleen uit physiek oogpunt reeds is het op
treden van dezen tachtigjarige iets waarbij
het verstand stil staat. Grooter wonder nog is
de machtige openbaring van den onverslijt-
baren geest op een leeftijd, waarop de meeste
menschen kindsch zijn.
Welk een verschrikkelijke, haast bovenna
tuurlijke grootschheid, deze wereldberoemde
creatie. Als de baard en de bontmantel zijn
afgeworpen, staat daar een tenger figuurtje
met jeugdige oogen, en heel het volk buigt-
zich voor de majesteit van de kunst.
C.
Abonnements-concerten Schouwburg Jans-
weg, Haarlem. Voor de drie volgende Abon-
nementsconcrten van het Concertbureau
Hans Augustin, in den Schouwburg Jansweg,
te Haarlem: Percy Grainger, Alex. Petschni-
koff en Therese DiehnSlottko en het Quator
Poulet, zijn nog diploma's tegen verminderde
prijs verkrijgbaar aan den Schouwburg, Jans
weg.
T O O N E E L.
JUBILEA.
Zaterdag Heyermans, Maandag d.a.v. voor de
tweede keer Bouwmeester in den Stadsschouw
burg gehuldigd. Twee grooten uit de Nederland-
sche tooneelgeschiedenis van dezen tijd. Er is
reeds te veel over hen gezegd om op deze
bescheiden plaats hun verdiensten breed uit
te meten.
Herman Heyermans en Louis Bouwmeester
hebben dit niet noodig; ze zijn bekend en
geliefd bij heel het Nederlandsche volk.
Men zegt, dat de kunst niet popu^r is en
Heyermans' jubileum. Schakels.
Ter herdenking dat hij 30 jaren geleden zijn
loopbaan als tooneelschrijver begon, werd
Herman Heyermans Zaterdagavond, 14 dezer,
in den Stadsschouwburg te Haarlem gehuldigd.
De sympathieke auteur verscheen op het
tooneel en werd daar toegesproken door de
heeren Reinalda, namens de huldigingscommis
sie, Schuil namens den Schouwburg, Poppe
namens de afdeeling Haarlem van de S. D.
A. P. en Wardenburg namens het Spoor- en
Trampersoneel.
Elk der sprekers bood den heer Heyermans
een krans aan.
De jubilaris, dankende voor de hem gebrach
te hulde, spoorde het publiek aan, om in dezeri
voor den artist uiterst moeilijken tijd, toch voot
al het tooneel zooveel mogelijk te steunen.
De drukbezochte voorstelling van „Scha
kels" heeft bewezen, dat vooral Heyermans het
recht heeft den steun van het publiek te vra
gen voor het tooneel, voor zijn tooneel: de
N. V. „Tooneelvereeniging" onder directie van
Herman Heyermans.
De voorstelling was een groot succes en
toonde aan, dat het er weinig toe doet of een
stuk realistisch dan wel ander-istisch zij, in
dien de auteur slechts dat oorspronkelijk na
tuurlijke in zich heeft, waarmede hij zoowel
het heroïsch grootmenschelijke als het tobbe-
rig-kleinmenschelijke kan toetsen, zooals de
steen edel en onedel metaal keurt, elk naar
zijn klank.
Zeker, de idealist vereert en de realist cri-
tiseert (meestal onbewust), doch beiden staan
wonderend tegenover het leven, elk door een
andere zijde ervan getroffen en voor de harmo
nische ontwikkeling van den schouwburgbezoe
kers is het noodzakelijk, dat hij elk op zijn
beurt hoort.
Herman Heyermans is de ras-zuivere rea
list in zijn werken: hij wordt gegrepen door
de harde werkelijkheid, die in het getob der
kleine luiden hoogtij viert.
Wanneer hü dit terrein verlaat verliest hij
zijn raakheid, zooals in de rol van den psy
chiater in „Schakels", die zijn patient komt be
zoeken met de mededeeling dat hij, de psy
chiater, komt onderzoeke'n of de patient gek
is. Kan een psychiater een grooter fout ma
ken, dan in zulk een aankondiging gelegen is?
Hoe meesterlijk echter teekent Heyermans
den smid, Pancras Duif, die met behulp van
zijn zoon groot-industrieel geworden, nog
niet past in den beheerderszetel op het drukke
fabriekskantoor en wiens particuliere leven
voortdurend in conflict geraakt met zijn maat
schappelijke positie.
Hoe raak zijn de kinderen en behuwdkinde-
ren getroffen, allen terende en azende op het
vermogen van den rijken smid.
Hoe benauwend juist is de hel geschilderd,
waarin het altijd kijvende echtpaar Hein en
Gerritie Duif leven. Voor Hein is er slechts een
uitweg uit die hel: naar zee. Daarom gaat hij
op zijn ouden dag maar weer varen.
Ja, het zijn de moeilijkheden van den kleinen,
worstelenden man, het is het harde maatschap
pelijke leven, waarop Heyermans' medelijdend
kunstenaarsgemoed steeds zoo fel reageert en
daardoor is hij een der profeten van het so
cialisme; daarom hadden de kleinen van be
zit dezen avond hunne afgevaardigden ge
zonden om Heyermans te huldigen en te be
danken.
Omtrent de bezetting van dit spel van den
huiselijken twist, door Heyermans ironisch
„een vroolijk spel van den huiselijken haard'"
genoemd, valt in het bijzonder te vermelden,
dat Louis de Vries een prachtig doorwrochte
creatie, vol fijne, typeerende trekken, van
Pancras Duif gaf.
„Hein Duif", de varensgezel van Jan van
Dommelen, was ook oerecht en vast van type,
de geheele rol door.
Cor Hermus is er in geslaagd een type te
geven van een menschensoort, dat in het da-
gelijksch leven als zoodanig niet zoozeer opvalt,
doch waarvan Cor Heermus het aparte duide
lijk gedemonstreerd heeft. Zijn „aannemer
Dirk", een nieuwbouwer zonder bouw, een
scharrelaar, een terreinspeculant zonder eigen
middelen, een door het kroegleven geprikkelde
beunhaas dit alles lag in het welbeheersc'.te
spel van Cor Hermus en toch had zijn „Dirk"
de eenheid van het type.
De huishoudster, Marianne, van Truus Post
was van het begin tot het einde te gedrukt;
die rol had levendiger gespeeld kunnen wor
den.
Toon, de student van Ko Arnoldi, was niet
onverdienstelijk, vooral in de weergave van het
dronkemansgesprek aan de tafel bij zijn
vader.
Zoo gaat dus Heyermans jubileerend door
het land, voor de kunst en voor zijn gezel
schap den in dezen tijd onmisbaren steun aan
het publiek vragend.
Dat deze steun hem ruimschoots gegeven
moge worden! Zijn ernstig en sympathiek
streven verdient het ten volle.
Henri Bakels.
DAMRUBRIEK.
Alles betreffende deze rubriek te zenden aan
den damredacteur van ons blad, den heer Herm.
de Jongh, Valeriusstraat 64 huis, Amsterdam.
Uit de Damwereld.
De match BonnardSpringer is geëindigd
met een verplettering van den Franschman. De
eerste, derde, vierde en zesde partij werden
door Spr.nger gewonnende tweede en vijfde
eindigden als remise. De uitslag was dus Sprin
ger 10, Bonnard 2 punten.
De bedoeling van Springer is nu in December
van dit jaar naar Holland te komen om aan
het tournooi, dat het V. A. D. in die maand
organiseert, deel te nemen en daarna Dr. Ma-
limard en, vermoedelijk, Marius Fabre, uit te
dagen.
De wedstrijden van den Amsterdamschen District-
bond vangen 22 October aan. De Hoofdklasse
bestaat uit een rondtournooi, waarin de vol
gende spelers uitkomenA. Visser, C. J.
Lochtenberg, A. D. Querido, H. Vos, (niet de
meester J. H. Vos), H. J. Lize, S.^Serlui, W
Lisser, H. Verdoner, J. Pinto, D. J. B. v. d.
Sleen, W. Rustenburg en A. A. Snijders.
Op een enkele uitzondering na, allen sterke
hoofdklassers, terwijl er zelfs twee meesters
(Visser en Lochtenberg) van de partij zijn,
M. i. echter zullen deze niet in staat blijken
den hoofdklasse-speler Querido, die den laatsten
tijd nogal succesvol speelt, van de eerste
plaats te houden.
Uit „Tribune des Damistes". Auteur Esteve.
Stand in cijfers
Zwart3, 5, 8, 9, 18, 25, 28, dam op 32.
Wit; 19, 24, 29, 35, 37, 39, 44.
Wit. Zwari.
1. 29-23 18:20
2. 44—40 32 41
3. 39-33 28 39
4. 19-14 41:10
5. 40—34 39 30
6. 35:2!
Een aardig stukje van den bekenden Hol-
landschen problemist G. Mantel uit Hengelo.
Stand in cijfers.
Wit37, 38. 39, 40, 42, 43, 44, 46, 47, en 50.
Zwart: 8, 14, 17, 19, 22, 24, 27, 29, en 36.
Wit. Zwart.
1. 40—34 29 49
2. 47-41 36 47
3. 38—32 47:44 (moet 2 schijveu slaan)
4. 32:3 49:41
5. 3:13! schitterend.
5 .19:8
6. 50:39! gewonnen.
Een bijzonder mooi probleem.