iningbureau
TWEEDE BLAD
„CLEVELAND"
KUNST
ORGELS.
JBST
n Kruidberg"
Y - HAARLEM
asscherij
JAC. LANDA
lef. 3468
nige moderne
sigen ontwerp
ring.
[fijne Roomboter
NDAAL
bakker
838
ichinale bewerking.
en laagsten prijs,
STE verbeteringen
gewone modellen
ïeek.
Go.
NDEL
lk van eigen vee
CHEWEG 161
TEL. KANTOOR 22089
oten bij Haarlem
(ALITEIT
aTE ADRES VOOR
^LAVON, Opticien
„Bloemendaalsch Weekblad"
Zaterdag 24 Maart '23.
Raadsoverzicht.
Huurt nog heden een
bij A. KRUIJFF» Kruisweg 13,
Gevestigd
Coupeur voor Dames
Bloemendaalscheweg 88a
bij het Station Santpoort.
T O O N E E L.
ONTVANGENBOEKEN,
1289. HAARLEM
HAARLEM
IEPAREEREN RUILEN
Eieren. Room
lelkproducten
ontröle
70 zwart
TRAAT 41
en Buitenlandsche Biscuits.
en Verkade's artikelen.
Ulevellen en Borstbonbons
VI BIJ DE BOTERMARKT
No. 12.
In de op Donderdag 15 Maart j.i. geliouden
Raadszitting hebben we nu eens andere noten
hooren kraken dan wij gewoon zijn te hooren.
Twee ingekomen stukken drongen de behar
tiging der stoffelijke belangen op den achter
grond en verwekten een discussie van moree-
len aard.
Het eerste ingekomen verzoek was van het
Bestuur van den Bond tegen het schenden van
üods heiligen naam.
B. en W. stelden daarop den Raad voor
aan de hoofden der takken van dienst een
schrijven te richten vermeldende dat zij moes
ten zorg dragen dat door hun ondergeschikten
niet gevloekt werd.
Op voorstel van den heer Van Kessel werd
echter dit verzoek een weinig serieuzer be
handeld en werd vastgesteld dat aan alle in
gemeentedienst zijnde personen een schrijven
zal worden gezonden behelzende bovenstaande
dienstorder. Aan Mie in gemeentedienst zijnde
personen wil dus zeggen vanaf den gemeente
secretaris tot den liftboy, zoowel onderwij
zers als politieagenten.
Bovendien zullen er ook in de verschillen
de lokaliteiten bordjes worden opgehangen met
een spreuk of een vermaning. Zoo zal naar
ons ter oore kwam in het wachtlokaal van
het bureau van politie een bordje komen te
hangen met het opschrift: werpt uw parelen
niet voor de zwijnen" en in een der bijbureaux:
„niet met geweld doch door de rede". In het
kantoor van den gemeente-ontvanger: „het is
geen kunst zijn vijanden te trotseeren, maar
om tegen zijn naasten en liefsten hard te zijn,
daartoe behoort heldenmoed". In de raadszaal:
„in welken vorm men zijn gedachten giet, de
spijs zij gaar en koke dat liet ziedt".
Zoo wilde onze zegsman nog verder gaan
doch wij meenden dat het welletjes was en
dat het beter was dat door onzen gemeente
secretaris ook eenige spreuken werden be
dacht.
Het tweede verzoek had meer voeten in de
aarde. De vereeniging „Eer en Deugd" had een
adres ingezonden waarin vermeld stond „dat
de tegenwoordige toestanden aan liet strand
en in de duinen „gezien de ernstige afkeuringen
in de Pers en gehoord de ooggetuigen, ten
eenenmale onhoudbaar (1) zijn; dat de toestan
den, -afgezien van de godsdienstige beschou
wing in deze al reeds uit een ethisch oogpunt
en uit een oogpunt van schoonheidsgevoel on
duldbaar zijn, daar toch een ieder het onaan
tastbaar recht bezit van de natuur aan het
strand te genieten (2) zonder in zijn zedelijk
heidsgevoel door anderen te worden gekwetst;
dat die toestanden èn in het belang van den
goeden naam der badplaatsen zelve in ons land
en daarbuiten èn in het belang van de jeugd
en van heel ons volk (daar verwildering van
zeden achteruitgang en ten slotte ondergang
van een volk beteekent) noodzakelijk en on
verwijld verbetering 'behoeven.
Reden waarom adressanten zich wenden tot
uw geacht College en beleefd verzoeken hij
tiet treffen van maatregelen en het maken van
verordeningen tegen den tijd van het nieuwe
badseizoen het daarheen te willen leiden dat:
1. de bestaande wetten en verordeningen
streng worden gehandhaafd en o.m. streng toe
zicht wordt gehouden op de veelvuldig voor
komende overtreding van artikel 239 W. v. S.
(openbare schennis der eerbaarheid) vooral op
het z.g.n. stille strand;
2. dat het in iedere gemeente op bepaalde
niet onaanzienlijke strooken van het strand,
gelegen daar waar het wandelend publiek zich
bij voorkeur pleegt op te houden, worde ver
boden: zich uit of aan te kleeden, zich onge
kleed of in badcostuum langs het strand of
in de duinen op te houden; het z.g.n. pootje
baden worde alleen toegestaan voor kinderen
(3) beneden de 13 jaar, mits overigens be
hoorlijk gekleed;
3. dat in iedere gemeente aan het strand
besta een afzonderlijke badgelegenheid voor
vrouwen (4) en dat geen gelegenheid geboden
worde voor gemengde baden;
4. dat in eventueel op toet strand toe te
laten kiosken geen onzedelijke lectuur (5) en
plaatwerk worde uitgestald en verkocht.
Adressanten spreken het vertrouwen uit dat
Ingang Sigarenmagazijn. Telef. 3667
fl.— per dag plus 25 ct. bezorgl.
uw geacht College termen moge vinden met
liet bovengemelde bij het maken van veror
deningen rekening te houden op eenigermate
althans in de verkeerde toestanden verbete
ring moge worden gebracht". (6)
Aanteekeningen van de Redactie:
(1) in onhoudbare toestanden dient veran
dering te komen. Het meest radicale middel
zou zijn de heele affaire sluiten.
(2) „Eer en Deugd" had beter gedaan dezen
zin weg te laten. De woorden „natuur" en
„genieten" zijn hoogst gevaarlijk en komen
in zoo'n adres niet te pas.
(3) ik acht het veiliger voor kinderen te
lezen: „jongens".
(4>hierbij komt het idee, ik meen van den
heer Bispinck, goed van pas, schuttingen
plaatsen, doch zonder naden.
(5) nu de Nederl. Spoorwegen het boek
Kamertjeszoude" van de lijst van onzedelijke
lectuur geschrapt hebben zou het wellicht aan
beveling verdienen dat door B. en W. een
volledige lijst werd opgemaakt van de boeken
welke wel verkocht mogen worden. Boeken
als bovengenoemd zijn toch
(6) Indien B. en W. niet voor algeheele
sluiting van den Zeeweg te vinden zijn stel
ik voor: borden plaatsen met spreuken.
B. en W. waren kort met hun antwoord.
Voor zoover zulks mogelijk is met de beschik
bare politiemacht zal er met het verzoek re
kening worden gehouden, luidde het prae-
advies.
De heer Van Kessel was met dit antwoord
niet tevreden. Dat de Burgemeester, die geen
aanstoot neemt aan de dingen welke aan het
strand gebeuren, zoowel hier als elders, geen
■advies geeft wat spreker bevredigt is begrij
pelijk, doch waar wij 2 rechtsctoe wethouders
hebben waarvan een nog katholiek en thans
Voorzitter is had spreker wel verwacht dat
het prae-advies anders zou zijn geweest. Men
bekommert zich hier niet om het zieüeheil van
de burgers docli bepaalt zicli uitsluitend tot
toet materieele.
In Noordwijk heeft men de zaak beter aan
gepakt, daar heeft men de duinen gewoonweg
gesloten wegens de toestanden welke ook daar
heerscliten.
Onze Burgemeester weet dus thans hoe over
hem gedacht en gesproken wordt. ZEd. kan
echter nog veel kwaad voorkomen, nog veel
van zijn verloren prestige, inzake die zedelijk
heid terugwinnen indien het voorbeeld van
Noordwijk maar door 'hem wordt opgevolgd.
Dat het vraagstuk van „Eer en Deugd" ook
de aandacht heeft van de groote pers bewijst
wel dat ook de „Telegraaf in haar kolommen
over deze kwestie gewaagt. Wij vinden daar
in o.m.:
De vereeniging voor „Eer en Deugd" heeft
aan alle plaatsgemeenten een adres gestuurd
dat, als de autoriteiten er op ingaan, het laat
ste grein onfatsoen van onze stranden zal kee-
ren. Dat we, om netjes in de duinen te mogen
wandelen, eerst netjes een kaartje moeten
aanvragen, ligt voor de hand, de duinen zijn
voor nette menschen, die niet langs liet pad
met hun meisje gaan zitten, noch hand in hand
door de duinen dwalen, noch er afrollen, zoo
dat de kant der pijpenbroeken te voorschijn
komt. En waarom, aldus redeneert „Eer en
Deugd" terecht, wat niet in de duinen mag.
mag dat wel in erger mate in zee? Want is
het niet zeer ergerlijk, dat wie in zee baadt,
dit niet doet in zijn Zondagsche jas, met z'n
sokken aan en z'n halfhempje voor, doch in een
badcostuum, dat de mensch voor zeven-achtste
bloot laat? Maar is het niet dubbel erg, dat
Jan Grabbel, die geen centen heeft voor het
officieele bad een kwartiertje verderop wan
delt, zich aan den duinvoet ontkleedt en zoo
dwars het strand oversteekt, zoodat iedereen
zijn magere armen, zijn kromme beenen, zijn
kippeborst en zijn ongereinigde voeten kan
aanschouwen? Is liet niet om je fatsoen in je
schoenen te doen zinken dat kinderen pootje
baaien met het onderbroekje opgespeld tot bo
ven de knietjes, zoodat de vleeschelijke dijen
te voorschijn treden? En, o, toppunt, hoe kan
het bestaan zonder dat de bliksemen des he
mels de zondaren straffen, dat zoo goed ais
geheel bloote mannen en vrouwen in een
gemeenschappelijk bad treden, zoodat de zee
op hetzelfde oogenblik een poel der zonde
wordt? Dit alles vraagt „Eer en Deugd" in
een adres aan het Gemeentebestuur van Bloe-
mendaal en laat ons hopen, dat als dit bestuur
het baden en zwemmen niet geheel verbiedt,
het ten minste als badcostuum voorschrijve
baaien harnas-zwempakken, ter dikte van een
centimeter, gesloten tot aan den hals en dicht
genaaid tot aan de enkels".
Ook de St.-Editie der Opr. Haarl. Courant
wijdt over deze aangeleigenheid uit in haar ar-
kel „Afzanding en nog wat". Zij schrijft:
en zoo rolt de eene zandtrein na
den andere het duin uit en den polder in, om
daar een gedeelte van „Neerlands bolwerk
door natuur gewrocht", over het lage land uit
te storten en aldus voor bebouwing geschikt
te maken. Hier zand te veel, daar te weinig,
net als bij de menschen met het aardsche bank
papier. Maar bij het zand een uitwisseling van
te veel naar liet weinig, zonder revolutie, zon
der sociale wetten, zonder bajonetten of zonder
Kamerdebatten. Een tro^p pootige zandgra
vers, een stoommachine en wat kiepkarren,
en klaar komt Kees. En zoo krijgen we daar
bij het Joodsche kerkhof een gladde vlakte,
waar nog kort geleden duinen en boschjes zich
bevonden, waarin nog den vori'gen zomer, tot
groote ergernis van schrijver dezes, zoo
tegen schemeravond wel een paartjes lagen
te vr. ik bedoel, lagen te luisteren naar
het eeuwige lied van de zee op 4 K.M. afstand.
O, wat heb ik die lui vaak benijd om hun
goede gehoor. Enfin, de tijd is lang voorbij
van het goede gehoor, bedoel ik. Ondertus-
schen graven ze op die manier duin af tot aan
zee toe. Niemand zal zich daarover meer ver
heugen dan ik zelf, want dat geluister in
de duinen naar het eeuwige lied enz. komt toch
eigenlijk niet te pas. Wat drommel, als je een
schelp van een duppie tegen je oor houdt, hoor
je de. zee toch ook bruisen! O, zoo. En uit
een oogpunt van zedelijkheid zijn die boschjes
toch ook niet te verdedigen, Wie weet, hoe
de konijnen daar aan de basten van de
boomen knagen. En als die diertjes nu nog met'
een gekleede jas en een japon, tot aan hun!
konijnenneus gesloten, naar het diner trekken,
dan was 't wat anders. Maar bij mijn onder
zoek naar de duinflora is me gebleken, dat de
dameskonijnen vaak gedecolleteerd waren tot
aan de punt van hun wipstaart. En hoevele
jonge fazantjes loopen er elk voorjaar niet in
't duin rond, die zoo natuurlijk van geboorte
zijn, dat ze hun eigen papa niet kennen?
Maar als over eenige maanden Overveenj
slechts door een barre zandvlakte van de zee!
gescheiden is, wat zal de taak der politie dan'
vergemakkelijkt worden! Dan behoeft men 't
torentje van 't postkantoor slechts te voorzien'!
van een een-paar-meter-lange-telescoop, waarin
mee de dienstdoende agent 't heele strand tot
aan de derde zandbank kan overzien. Zoodra
dan iemand gebruik maakt van 't zeewater,
in beslag genomen om daaraan lang te denken.
Mathijs de Sterke is gaandeweg doodgecon-
curreerd door de maatschappij „De Opgaande
Zon" met haar groote en rijk verlichte win
kels en Mathijs is een zekere prooi van deze
maatschappij, die op zijn, door hypotheek over
belast pand loert.
Wij zien nu, hoe Mathijs met zijn preten
tieuze vrouw en met zijn hartelijke dochter
dezen maatschappelijken doodsstrijd voert.
Heijermans heeft van zijn hoofdfiguur,
Mathijs, een hel gemaakt.
Mathijs de Sterke heeft een rechtschapen
gemoed en niets kan hem bewegen tot een
compromis met het gemeene, zelfs niet de ver
nedering, waarmede zijn dochter, Sonja, be
dreigd wordt, die voor brandstichting in de
gevangenis zal komen, indien Mathijs haar
misdaad niet geheim houdt.
Neen, Mathijs dwingt zijn dochter Sonja, die
zijn oogappel is, te bekennen en hij deelt haar
[bekentenis uit eigen beweging aan een ge
rechtsdienaar mede, omdat hij zijn Sonja onge
lukkig weet, zonder de berouwvolle bekentenis,
die haar geweten zal moeten zuiveren.
Vader en dochter hadden een verbond geslo
ten, samen sterk te blijven in de wassende
moeilijkheden van het dagelijksche leven.
[Mathijs heeft één oogenblik gewankeld en met
het plan rondgeloopen zich onder den trein te
werpen.
Deze wankeling heeft Sonja's weerstand den
laatsten stoot toegebracht en haar doen be
sluiten de familie te redden door brandstich
ting, bij welken brand het idiote dochtertje der
bovenburen omgekomen is.
Mathijs weifelt in deze omstandigheid geen
oogenblik meer; hij weet wat hem te doen
zonder voorzien te zijn van 1 cM. dikke rood- staat. Ofschoon de brandstichting niet te be-
baaien (blauw is nog beter, omdat 't minder wijzen valt, laat hij Sonja bekennen, waardoor
met vleeschkleur overeenkomt) gepantserd
zwemharnas, dan haalt de zedelijkezedelijk-
heidspolitieman zijn bonboekje voor den dag,
maakt proces-verbaal op en als de overtreder
den Tetterodeweg komt afpeddelen, dan wordt
hem automatisch door een electrischen steek-
arm de bekeuring in zijn vestjeszak geduwd.
Als ik wat te zeggen had, dan zou ik tegen
den bouwmeester van het in aanbouw zijnde
„Tehuis voor gevallen jongelingen" zeggen:
Vrind, steek je troffel maar in 't spek en staak
dat nuttelooze werk of maak er „Nationaal
Instituut voor Papiermatjesvlechters" van. Als
de duinen afgezand zijn, vallen er geen jonge
lingen meer.
Graaf desnoods al het zand van het aardrijk.
Laat geen korrel zand op den anderen. Graaf
't heele duin af en sluit het daarna af met een
scherp prikkeldraad. En gij, gemeentebestuur
van Bloemendaal, stelt het kaartenstelsel in en
informeert eerst, alvorens toestemming te ge
ven tot wandelen in het weggegraven duin, of
de aanvrager wel eens, toen het duin toet duin
nog was, heeft liggen luisteren naar het eeuwi
ge lied der zee".
Dat de groote pers deze kwestie niet „au
serieux" neemt is natuurlijk nog geen bewijs
dat „Eer en Deugd" het niet goed meent met
de moreele belangen van ons volk. Dat zij
echter, vooral wat onze gemeente betreft,
schromelijk overdrijft, staat voor ons vast. En
dat de heer Van Kessel zich te goeder trouw
laat mee sleepenin die meening is ook bewe
zen doordat genoemde heer de badplaats
Noordwijk opnoemde als voorbeeld van radi
caal in te grijpen terwijl de duinen van Noord
wijk in werkelijkheid zijn afgesloten om ver
dere aftrapping en vernieling van de helmbe
planting te voorkomen.
Terecht werd door den heer Sehulz opge
merkt dat hoe groot men de politiemacht ook
wil stellen het zieleheil van ons volk daarmede
niet behouden blijft.
Wij zullen daarom niet den weg moeten in
slaan welke Eer en Deugd op wil, n.l. beletten
door wetten en verordeningen dat er eenig
kwaad kan worden gedaan. Wij weten allen
dat er dagelijks wetten en verordeningen wor
den vastgesteld, doch wij weten ook dat wij,
trots al die meerdere wetten, er zedelijk niet
op vooruit zijn gegaan.
Welken weg wij dan wel op moeten of aan
onze geestelijke belangen dan w(el
hij het profijt der misdaad, de assurantiepen
ningen, van de hand wijst en zijn dochter de
gerechte verned'ering doet ondergaan.
Hijzelf vergeeft Sonja, die alleen uit liefde
voor de ouders handelde, onmiddellijk, doch het
kind moet tegenover de wereld haar misdaad
bekennen. Ze moet om haarzelfswille haar
straf ondergaan. Ze moet boeten tot eigen
loutering en om haar gemoedsrust terug te
vinden.
Zoo zien we in den winkelier, Mathijs de
Sterke, tevens den verheven ethicus en hierin
ligt nu het geniale van dit tooneelspel, dat we
het meest verhevene zien ontwikkelen uit het
meest alledaagsche, zonder dat we ons daar
onder een oogenblik vreemd gevoelen.
Met zooveel geest en psychologisch talent
toovert Heijermans uit het onaanzienlijk win
keliertje den grooten held des gemoeds, dat
wij winkel en al vergeten, om in Mathijs een
verheven martelaar te onderkennen.
Het stuk is vol ontroerende momenten en
weinig schouwburgbezoekers zullen naar huis
gegaan zijn zonder de beschamende gedachte,
dat zij toch nog lang geen Mathijs de Sterke
zijn.
Heijermans is realist doch een idealistisch
realist.
Gaf het stuk veel te genieten ook het ensem
ble was uitgelezen.
Hubert la Roche, als Mathijs de Sterke, gaf
prachtig rijp spel te genieten en een schitterend
samenspel met Magda Janssens, als Sonja.
Bijzondere vermelding verdienen nog de
„Grootvader" van Hans Bruning; „Anna Ma
rie" van Anna Sablairolles, den schuchteren,
burgerlijken schoolmeester van Henri Eerens
en de uitstekende vertolking van de moeilijke
rol van Margo, het idiote meisje, door Marie
Hamel, die met bloemen gehuldigd werd.
Een uitmuntende voorstelling van een prach
tig tooneelspel.
De Stadsschouwburg was ruim half gevuld:
de andere helft, die weggebleven was heeft
stellig ongelijk gehad.
HENRI BARBES.
wie wij1
moeten toevertrouwen is een vraag die al heel
vaak onder de oogen is gezien, doch de op
lossing is er nog niet. OPMERKER.
De Opgaande Zon. Kon. Ver. „Het Ned.
Tooneef".
„De Opgaande Zon" is Heijermans' spel van
den middenstand. Eigenlijk van den verdrukten
middenstand want er is ook een welvarende
middenstand.
Men krijgt als 't ware een versnelde film
van het leven eens middenstanders in de laat
ste dagen voor zijn faillissement.
Dit versnelde tempo doet aanvankelijk een
beetje onwerkelijk aan: er gebeuren te veel
narigheden in een korte tijdsspanne, doch men
wotdt door het boeiende stuk spoedig te veel
Maandag gaven de Haghespelers in den
Stadsschouwburg een herhaling van Shakes
peare's „Een blijspel vol verwarring". Thans
speelde Jtob. de Meester Jr. den hertog. Vooral
de beide Dromio's schonken het niet zeer vol
tallig opgekomen publiek ^een avond vol ver
maak.
Golfslag door Mea MeesVerwey. Uitgave
van C. A. Mees te Santpoort.
De dichter en de wijsgeer zijn kinderen uit
één gezin. Beider moeder is de verwondering
over het geschapene en zij bedienen zich ook
beiden, van 'hetzelfde middel om zich te uiten:
het woord.
Beider streven is echter uiteenloopend: wil
de dichter doen zien, de wijsgeer wil doen
begrijpen.
Iets begrijpen wil zeggen het thuis te kun
nen brengen bij een rubriek feiten, waarvan
men het bestaan reeds lang kende. Wanneer
ge verneemt dat een losgelaten voorwerp
zich onmiddellijk in de richting van de aarde
A