GEBOUWTJE TER BEVEILIGING VAN DE TEEKENINGEN VAN DE AFD. PUBL. WERKEN TEGEN BRAND. B. en, W. stellen voor achter het bureau van de afdeeling pu blieke werken een verplaatsbaar gebouwtje van beton te doen maken, lang 7 meter en breed 3.80 M. met toegang naar de teekenkamer, zulks ter beveiliging van teekeningen en stukken van waarde. De kosten worden geraamd op f 2000. De VOORZITTER deelt mede dat de gemeente-architect er B. en W. opmerkzaam op heeft gemaakt dat het eigenlijk on verantwoordelijk is om teekeningen en stukken van waarde in die houten keet te laten, omdat bij het uitbreken van brand producten van jaren arbeid verloren gaan. B. en W. zijn tot de conclusie gekomen dat het maken van een gebouwtje van beton, vanuit het bureau publieke werken gemakkelijk bereikbaar de eenigste manier is om het gevaar van brand af te wenden. De heer HOGENBIRK vraagt of dit inderdaad wel de eenig ste oplossing is. Daar dat houten gebouwtje niet voor de toe komst bestemd is, lijkt hem die oplossing niet zonder beden kingen. De heer SCHULZ moet er bezwaar tegen maken dat men nu weder in het midden van een dienstjaar met een zoodanig voorstel komt. Spreker begrijpt niet waarom daaraan bij het behandelen van de begrooting voor 1923 niet is gedacht, toen was dat gevaar toch even groot dan thans. Hij is er daar om voor om nu nog maar enkele maanden langer het risico te dragen, opdat het voorstel van B. en W. bij de behandeling van de begrooting voor 1924 aan de orde worde gesteld. Het is volgens spreker niet wenschelijk om telkens van de begroo ting af te wijken. De heer BIJVOET: als men wacht tot de volgende begrooting dan kon het spreekwoord van „de put dempen als het kalf verdronken is" wel eens op het Gemeentebestuur van Bloe- mendaal van toepassing kunnen zijn. De heer Jhr. Mr. TEDING VAN BERKHOUT is van meening dat in dit speciale geval een uitgaaf buiten de begrooting om wel gewettigd is. De VOORZITTER merkt op dat, wanneer men wachten moet op de begrooting voor 1924, er bijna een jaar mede heen gaat alvorens met het stichten van een brandvrij gebouwtje kan worden begonnen. De heer NOORMAN had ook gedacht dat men het beter kon aanhouden, maar er zijn zooveel belangrijke stukken die noodzakelijk in veiligheid gebracht moeten worden, ook in het perceel Zijlweg van de Haas, dat hij er in dit geval mede ac- coord kan gaan om niet de behandeling van de begrooting af te wachten. De VOORZITTER merkt op dat de afd. publ. werken niets meer in gebruik heeft van het huis van de Haas. De heer DE WAAL MALEFIJT zegt dat de geheele ge meente op kaart is gebracht. Die kaarten zijn voor de gemeente van groote waarde en onmisbaar. Het is raadzaam, als men tot de stichting van zoo'n gebouwtje toch overgaat, om het vóór het winterseizoen in orde te laten maken, want juist het stoken van kachels in een houten keet is gevaarlijk. De VOORZITTER denkt dat de Raad ook de verantwoorde lijkheid niet op zich wil nemen. Er is niet eerder aan gedacht. De raadsleden hebben het ook over het hoofd gezien, anders zou er in den Raad wel eens de aandacht op gevestigd zijn. De heer BISPINCK vraagt of het niet zóó gebouwd kan wor den dat men er naderhand ook iets aan heeft. De VOORZITTER zegt dat het een verplaatsbaar gebouwtje wordt. Zonder hoofdelijke stemming wordt daarna het voorstel van B. en W. goedgekeurd. VIII. VASTSTELLING BEZOLDIGING AMBTENAREN VAN DEN BURGERLIJKEN STAND. Burgemeester en Wethouders deelen, naar aanleiding van een schrijven van den Voorzitter van Gedeputeerde Staten mede, dat de pensioensgrondslagen van de ambtenaren van den Burgerlijken Stand, die een bezoldiging als zoodanig ge nieten, zijn vastgesteld aldus: C. J. de Groot f 400. A. J. de Waal Malefijt202.30; A. F. Bijvoet 56.50; C. F. de Roo van Alderwerelt 198. Ter toelichting zij vermeld, dat vóór de inwerkingtreding der Pensioenwet 1922 de pensioensgrondslagen van Ambtenaren van den Burgerlijken Stand werden vastgesteld door den Pen sioenraad. Bij het besluit tot verlaging van de bezoldiging van de Amb tenaren van den Burgerlijken Stand zijn enkel betrokken de Ambtenaren belast met het voltrekken der huwelijken, n.l. de heeren de Waal Malefijt, Bijvoet en de Roo van Alderwerelt. Burgemeester en Wethouders zouden de bezoldiging van de ambtenaren nu op een vast bedrag van f 150.'s jaars be paald willen zien, met dien verstande, dat zij de helft van dat bedrag genieten als vast inkomen, terwijl de overblijvende helf ten worden bijeengevoegd en ieder jaar tusschen hen verdeeld, naar gelang van het getal door ieder in dien tijd voltrokken huwelijken. Terugneming van het voorstel tot verlaging van de bezoldi ging is bij vaststelling van een regeling als de vorenstaande de conditio sine qua non. Derhalve wordt in overweging gegeven aan Gedeputeerde Staten in dien geest te berichten waarmee de Raad zich vereenigt. IX. VASTSTELLING LEGESVERORDENINGEN. De VOORZITTER vraagt of de Raad zich vereenigen kan met de verordening tot heffing- en die op de invordering van leges, zooals B. en W. die ter vaststelling voordragen. De heer NOORMAN vraagt of de leges voor inzage van kadastrale stukken niet te hoog zijn opgevoerd. De VOORZITTER zegt dat de gemeente als het ware een depot heeft van het rijkskadaster en daarom is er op aange drongen om gelijke leges te heffen als het Rijk.Het is overge nomen uit het desbetreffend Kon. besluit. De heer NOORMAN zou, behalve de stukken in Art. 2 ge noemd aan de heffing van leges niet willen onderwerpen bouwvergunningen voor woningen ten behoeve van Vereeni- gingen die in het belang van verbetering der Volkshuisvesting werkzaam zijn. De heer HOGENBIRK dacht dat juist die bouwvergun ningen nog al werk aan den winkel geven. De heer SCHULZ vindt dat vergunningen van met steun van de Overheid te bouwen woningen vrijgesteld behooren te wor den. Wat men met de eene hand geeft moet men met de andere hand niet ontnemen. De VOORZIT IER merkt op dat de Woningbouwvereenigin- gen veelal gemakkelijker aan de duiten komen dan particulie ren die voor zichzelf een huis laten bouwen. De heer VAN NEDERHASSELT ziet er toch wel eenig ver schil in. Particulieren die wat laten bouwen doen dat uit winst bejag en Woningbouwvereenigingen worden al gesteund door Kijk en Gemeente en als zij tekort komen moet de gemeente toch bijpassen. Besloten wordt Art. 2 aan te vullen overeenkomstig de wensch van den heer Noorman. Met algemeene stemmen wordt daarna de verordening vastgesteld. X. UITBREIDINGSPLANNEN VOOR: a. ROLLAND. b. GRONDEN TUSSCHEN KLEVERLAAN EN JULIANA- LAAN. t De VOORZITTER vraagt of de Raad aan de ontworpen plannen zijne goedkeuring verleenen kan. Eerst komt in bespreking het plan Rolland. De heer HOGENBIRK vindt dat de opzet doet denken aan uitbreiding van een stadskwartier. Hij zou er meer plantsoenen in opgenomen willen zien. In den Haag heeft men onlangs een uitbreidingsplan gemaakt, dat hij toevallig gezien heeft, waar bij ook is gedacht aan plantsoen en natuurschoon. Men heeft daar een prachtige oplossing gevonden voor een en ander. Hier woont men nu eenmaal in een landelijke gemeente en dat karakter moet Bloemendaal behouden. Het gaat niet aan alles op te offeren om toch maar zooveel mogelijk bouwterrein te maken. Spreker zou er daarom voor zijn om voorloopig alleen de hoofdlijnen definitief vast te stellen en verder, rekening houdende met zijne wenschen, het plan te herzien. De heer DE WAAL MALEFIJT is het in hoofdzaak met den heer Hogenbirk eens. Wat de heer Hogenbirk wil gaat heel goed als men te doen heeft met één eigenaar, zooals b.v. met Oosterduin, doch als er zoovele eigenaars van gronden zijn, dan komt men in groote moeilijkheden, want men zal den grond van A. bestemmen voor plantsoen, zoodat deze er niets aan heeft, terwijl B., van al zijn grond bouwterrein kan maken, is er één eigenaar dan wordt er gaarne in toegestemd om flinke plantsoenen te maken, omdat daardoor de overige ter reinen zooveel in waarde stijgen. De heer HOGENBIRK gelooft dat die redeneering wel een kern van waarheid bevat, doch bij het vaststellen van een uit breidingsplan moet toch niet een eerste vraag zijn hoeveel munt elk van de eigenaars er wel uit kan slaan, doch moet men als Gemeentebestuur een practisch plan maken en het belang van de gemeente voor oogen houden. De heer NOORMAN heeft er ook bezwaar tegen om op het ocgenblik de plannen vast te stellen zooals een en ander in kaart is gebracht. Het is naar zijne meening een plan zonder eenig systeem, een soort spinneweb. Er is weinig of geen re kening gehouden met zonnestand en windrichting. Spreker had gehoopt dat daar meer rekening mede gehouden zou worden. De VOORZITTER zegt dat B. en W. dan het plan Rolland voorloopig terugnemen om het aan eene herziening te onder werpen. Voorts komt in behandeling het plan voor de gronden tusschen Kleverlaan en Julianalaan. Besloten wordt alleen nog in beginsel goed te keuren de op het plan voorkomende hoofdwegen nabij „Stoop's Bad", de weg die in aansluiting wordt gebracht met den Ter Hoffsteede- weg, en die loopende van de Julianalaan naar de Kleverlaan. RONDVRAAG. De heer NOORMAN zegt dat hem als Voorzitter van het Stembureau II klachten hebben bereikt, omdat den menschen verboden werd verkiezingsbiljetten uit te geven binnen het hek van het Prov. Ziekenhuis. Zijn vraag is nu of de weg naar het stembureau tijdens de verkiezing openbaar is. De heer SCHULZ merkt op dat er geen bezwaar tegen zou zijn om die biljetten buiten het hek aan het publiek uit te reiken als aan het Prov. Ziekenhuis niet zoovele stemgerech tigden werkzaam waren die intern zijn en dus niet eerst buiten het hek komen. Het is nu niet mogelijk om aan dezulken nog even een laatste aanwijziging te geven. Spreker vraagt of de Commissie van Bestuur van het Prov. Ziekenhuis er wel het recht toe heeft om menschen die binnen het hek propaganda- biljetten uitreiken te verwijderen. Spreker dacht dat men dat moest gedoogen zoo er een lokaal als stembureau beschikbaar wordt gesteld. De VOORZITTER zal die kwestie eens onderzoeken. De heer BISPINCK zegt dat hij Voorzitter was van Stembu reau IV, de politiepost te Bloemendaal, en vraagt of men reeds beschouwd wordt binnen het stembureau te zijn als men binnen het hek van het tuintje staat. De VOORZITTER antwoordt dat men zich eerst in het stem bureau bevindt als men binen de muren van het lokaal is. De heer DE ROO VAN ALDERWERELT vestigt de aandacht op een stilstaand slootje achter den Noorder-Stationsweg aan de Noordzijde. Hij verzoekt B. en W. zich in verbinding te stellen met mej. Crommelin, opdat die sloot, welke een broei nest van malaria is, gedempt wórde. In het algemeen verdient het naar zijne meening aanbeveling om dergelijke slootjes- dicht te gooien. De heer VAN NEDERHASSELT zegt dat in een stilstaand slootje het gevaar van malaria gemakkelijk te bezweren is door het opgieten van petroleum. De VOORZITTER zegt een onderzoek toe. De heer VERDEGAAL verzoekt een maximum snelheid te bepalen voor motorvoertuigen langs de Leidschevaart in de buurt van de spoorbrug te Vogelenzang. Door het geraas van de treinen hoort men soms de auto's niet aankomen en dat is levensgevaarlijk. De VOORZITTER zegt dat een ontwerp-reglement voor het snelverkeer in gereedheid is gekomen, waarin alles op een zeer goede manier geregeld wordt. De heer VAN NEDERHASSELT wil nog even mededeelen dat aan Ged. Staten gevraagd is eene beslissing te nemen in zake den aankoop van gronden langs den Zeeweg, doch B. en W. hebben er tot op heden niets naders van vernomen. Niets meer ter openbare zitting te behandelen zijnde, wordt overgegaan tot het vergaderen met gesloten deuren. Daarna sluiting. zijn blijkt, dat het grootste en kleinste onder deel aanwezig is. Met recht kan men zeggen, dat deze garage naar den eisch des tijds is ingericht. Vermelding verdient nog de hulde die de directie door den heer H. Otterberg uit Zand- voort is aangeboden. St. Ed. BROCHURES EN TIJDSCHRIFTEN. Verschenen is het Maart-April nummer van het T'heosophisch Pad, met een extra nummer van ,,de Garde" orgaan der Jongens Broeder schapclubs in Nederland. Door den heer N. Veenstra, uitgever, den Haag wordt een nieuw portret van H.M. de Koningin in den handel gebracht tegen een zeer matigen prijs van f 0.50. Het is gereproduceerd naar eene voor Hare Majesteit vervaardigde miniatuurschildering van Mej. A. C. G. Goud schaal. KUNST. De kunstschilder Jaap Weyand, een der jonge ren onder de modernen, heeft bij de fa. de Bois te Haarlem een zeer interessante expo sitie. Zijn werk is niet dat afschuwelijke futurisme; zooals de heer Weyand zich de moderne rich ting denkt, moet, dunkt mij wel de ware zijn. Uit alle werken spreekt bovenal een zeer fijn gevoel voor kleurenharmonie. Dit komt vooral tot uiting in zijne portretten en hierin munt vooral uit no. 2 jongetje de V. Hoe prachtig is dat blauw van 't. costuumpje en t kussen, waarop 't ventje is gezeten en hoe harmonieert dit weer met de mooie doek die tot achtergrond dient, 't Eenigszinds gepo seerde wordt hierdoor geheel op den achter grond geschoven. No. 2 is ook wel 't beste van zijn portretten. Vooral No. 1 mevrouw de V. en dochtertje valt geheel uit 't kader; men ziet hierin direct de opdracht". Alles mooi en fijntjes geschilderd, zooals dat gedaan wordt bij een dergelijk portret in ga la kleeding. Er zijn ongetwijfeld zeer mooie kwaliteiten in, doch de gelaatsuitdrukking is ietwat dood geschilderd naar mijne meening. In zijn stillevens is W:eyand wel 't krach tigst. Hierin komt juist de moderne opvatting zoo mooi tot haar recht. Laat ik er eenige uitpikken. Wat is b.v. no. 13 komkommers met O.-I. kers in al zijn deelen een prachtig op gezet stuk. Hierin frappeert me ook al weer die kleurenweelde en zie eens dat groene gordijn met zijn fijne lichttintelingen, waar te genop de gele en oranje O.-I. kers als 't ware opkruipt, hoe rank en vol gratie is dit gedaan. Als tegenstelling van deze kleurenpracht noem ik no. 19, doodskop met korenbloemen. Dit werk is veel soberder van kleur, maar hoe fijn staan hier de tinten naast elkaar. Die bos korenbloe men in een groene pul tegen die mooi genuan ceerd-en achtergrond, gedeeltelijk in lichten en donkeren toon. Eigenaardig doet wel aan de doodskop; zeer mooi van kleur, doch de tee- keraing maakt op mij niet dien indruk, welke zoo'n voorwerp meestal wekt. Om een eenigszins volledig inzicht in 't werk van Weyand te krijgen, moet ik ook nog zijn landschappen noemen. No. 5 Oogstveld met dreigend onweer. Hiernaar kijkend, komt men onwillekeurig on der den indruk en dit is wel de kracht van 't werk. Hoe geweldig komt die lucht daar als 't ware aanrollen over 't landschap. Ze heeft nog niet de toppen der boomen en het gele afge maaide korenveld bereikt; alles baadt zich nog in het blakend zonlicht. Hoe lichtend staan die boomtoppen tegen die donkerte van de lucht, wat kan het rood van een dak hel schitteren in een dergelijk landschap. Eén opmerking moet me van 't hart en wel, dat de lucht in de zware partij wat loodkleurig is, deze had eenigszins warmer van toon kunnen zijn, hoe wel over 't algemeen een dergelijke lucht geen warmte ademt. In al zijn landschappen is Weyand sterk in de uitbeelding van 't licht en de warmte van den zonneschijn. Om alle werken stuk voor stuk te behande len is overbodig. Ik memoreer 'nog even no. 3 Bepje, mooi van kleur en opvatting. No. 10 Bloeiende Kastanjeboomen, zeer decoratief op gezet. No. 12 Tuin (schets) als 't ware eer. Perzisch tapijt en nog no. 4. een Zelfportret, wat waarlijk zeer bijzonder is. opgezet. Over 't geheel is deze tentoonstelling wer kelijk belangrijk en kan ik een ieder met klem opwekken eens te gaan zien. AUG. OBPKES. Haarlemsche Orkest Vereeniging. In de concertgids van Mei voor de HXJ.V. stond vermeld dat het eerste concert te Bloe mendaal op jen avond van den 22en zou ge geven worden en hadden vele inwoners van Bloemendaal zich opgemaakt om van de mooie muziek van het orkest te genieten. Helaas moesten zij onverrichter zake naar huis gaan door een beslissing van Burgemeester en Wet houders van Bloemendaal, die besloten hadden dat geen avondconcerten maar wel middag concerten zullen gegeven worden. Het eerste dier concerten, zal thans, gcbeurtelijikheden voorbehouden gegeven worden op Zaterdag 2 Juni a-s. n.m. van 2-30 tot 4 uur. Deze uit voeringen zullen gegeven worden in de nieuwe verplaatsbare muziektent van de H.O.V. welke geplaatst wordt op het toekomstig Sportterrein achter het van ouds bekende pan- nekoekenhuisje in het Bloemendaalsche Bosch.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1923 | | pagina 10