WILD en GEVOGELTE
P. van der STAD. Tel. 188
mf eeiI
Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Bloemendaal,
Overveen, Aerdenhout, Vogelenzang, Jan Gijzenvaart en Santpoort
Fotografisch Atelier RICHF" Gr.Houtstr.i69.Tei
,b<S£KAMFLZN
No.
Uitgave van de Vereenigde Drukkerijen, Bloemendaal. - Kantoor
voor Redactie en Administratie: De Genestetweg 23. - Tel. 2200 3.
Bemiddeling
1.3472
KLEiNEHOUTSTR. 136 HAARLEM
17e JAARGANG
ZATERDAG 20 OCTOBER 1923-
Abonnement:
Voor een half jaar 1 75
LOSSE NUMMERS 5 CENT.
Dit nummer bestaat uit drie bladen.
Terwijl het geluk van den leeglooper enikel
en alleen van anderen afhangt, vindt de .mensch
die gewoon is te werken, zijn grootste ge
noegen in zich zelf.
JULES PAYOT.
Advertentiên: 15 cent per regel, bij afname van 500 regels of
meer korting. Vraag en aanbod, huur en verhuur, koop en
verkoop, van 1 tot 10 regels 1.elke regel meer 10 cent.
Tusscben den tekst of op een bepaalde plaats speciaal tarief.
VKRWROOTIXGEN I#1 llVI 1U REPRODUCTIES
fessto
MORGEN.
Morgen moet gij zeker komen:
Morgen wordt een dag der dagen,
Morgen worden duizend vragen,
Schijn en schaduw weggenomen;
Morgen moet gij zeker komen!
Immer sterker en gezonder
Waakt de ziel met klaarder oogen
Tot zij straks het louter wonder
Zien aan nevellooze bogen,
Niets meer dan het louter wonder
Morgen moet gij zeker komen:
Morgen wordt een dag der dagen,
Morgen worden duizend vragen,
Schijn en schaduw weggenomen;
Morgen moet gij zeker komen!
P. C. Boutens: Vergeten Liedjes.
NADRUK VERBODEN.
Er woonde ergens een oude man, die
tot zijn zeventigste jaar koetsier was
geweest, maar toen niet langer den ar
beid kon volhouden. Zijn stramme bee-
nen hielpen hem niet meer op den
bok en de geringste kou bezorgde hem
rheumatiek. Maar als hij zijn baantje
opgaf, zouden zijn inkomsten niet groo-
ter zijn dan de drie gulden ouderdoms
rente en daarvan kon hij niet leven.
Nu had deze hulpbehoevende oude acht
verdienende kinderen, die hem zou
den kunnen onderhouden, maar hij kon
ze nooit bij elkaar krijgen om eens met
hen gezamenlijk te overleggen, hoeveel
elk zou bijdragen. Bovendien zou zoo'n
familieraad, naar de vader vreesde, ont
aarden in een kibbelpartij; is niet op
zoo'n bijeenkomst, waar het tenslotte op
betalen aankomt, de een altijd beter
op de hoogte van de inkomsten van den
ander dan die ander zelf? En gaat men,
voordat men het weet, in een geprik
kelde stemming elkaar geen verwijten
doen over bemoeienis met een anders
zaken en leiden deze wederzijdsche
verwijten weder niet tot alle mogelijke
botsingen?
Zoo liep de oude koetsier in arren
moede naar het kantoor van den ar
menraad met het verzoek, deze zaak
voor hem in orde te brengen. De com
missie voor onderhoudsplicht onder
zocht het geval en sloeg, toen zij be
vonden had, dat de inkomsten van de
kinderen nagenoeg gelijk waren, elk
hunner aan voor een gulden per week,
te betalen ten kantore der commissie.
Nauwelijks waren de aanslagen vast
gesteld, of één voor één kwamen de
kinderen betalen. Allen waren zij blij.
dat het zoo was geregeld. ,,De oude
baas heeft het verdiend", zei er een;
,,hij heeft vroeger hard voor ons ge
werkt".
Het Tijdschrift voor Armwezen,
dat dit geval meedeelt, besluit met te
zeggen: „Merkwaardig! Onder elkaar
konden zij het niet eens worden en nu
een onpartijdige derde de zaak voor
hen uitmaakte, legden zij er zich zonder
tegenstribbelen bij neer".
Wie, die over een weinig ervaring be
schikt heeft zoo'n geval niet eens be
leefd? Het is, of menschen, die onder
elkander een schikking hebben te tref
fen, aangewezen zijn op bemiddeling van
derden. Die derde, die buiten en boven
de partijen staat, kan de zaak beter
overzien; hem valt het, zoodra hij hoor
en wederhoor heeft overdacht, gemak
kelijk de slotsom te trekken, en als
vertrouwde van beide partijen is hij in
de gelegenheid wederzijdsche vooroor-
deelen weg te nemen, overdreven voor
stellingen tot haar juiste verhouding te
rug te brengen, met een kalm gemoed
de opgewonden pleiters voor eigen
zaak te wijzen op hun rechten en plich
ten, en een verzoenend licht te werpen
over de vaak duistere beweegredenen
der betrokkenen.
Wanneer te rechter tijd bemiddeling
was ingeroepen, zouden veel pijnlijke
botsingen, veel jarenlange familievee-
ten, ja, ook oorlogen tusschen volkeren
achterwege zijn gebleven. Bemiddeling
echter moet te rechter tijd geschieden;
is het juiste oogenblik verstreken, dan
zal ook de best bedoelde poging van
welwillende buitenstaanders falen. Er
komt een tijd, waarin het zelfs gevaar
lijk wordt te bemiddelen. Inplaats van
met zijn redelijk woord olie op de gol
ven te gieten, blaast men het twistvuur
aan, en niet zelden gebeurt het, dat ook
de bemiddelaar zelf mede het slacht
offer wordt van zijn naastenliefde.
Wanneer is het juiste oogenblik voor
bemiddelen aangebroken? Moeten de
omstanders, de vrienden, de behartigers
van het maatschappelijk welzijn wach
ten totdat de twistende partijen hun
hulp inroepen? Of moeten zij, gedachtig
aan het „voorkomen is beter dan ge
nezen", uit eigen beweging ingrijpen,
voordat hun hulp wordt gevraagd?
Een vaste regel is niet te geven;
elk geval stelt zijn afzonderlijke eischen.
Bemiddelen is in de eerste plaats een
zaak van beleid. Maar wie het wel
meent met de menschen en wie krach
tens zijn maatschappelijke positie gele
genheid bezit, zijn verzoenenden invloed
te doen gelden, acht zich niet verant
woord, zoo hij kalmweg wacht, totdat
men hem in een conflict betrekt. Hij
houdt steeds zijn oogen open en zijn
hart ontvankelijk voor de moeilijkhe
den in de onderlinge verhouding van
menschen en instellingen.
Nooit zal hij zijn bemiddeling op
dringen, want wie zijn bemiddeling op
dringt, heeft reeds van tevoren het pleit
verloren. Van een bemoeial keert ieder
zich met weerzin en wantrouwen af.
Maar hij zal, zonder opzet en met ge-
duldigen tact, als onwillekeurig de ge
legenheid openstellen, waardoor beide in
botsing geraakte partijen tot elkander
kunnen worden gebracht. Hij moet zich
zelf nimmer kunnen verwijten, het
oogenblik te hebben verwaarloosd,
waarop door zijn belangeloos ingrijpen
menschenlevens, die dreigden van el
kander te vervreemden, voor elkander
behouden zouden zijn kunnen gebleven.
Er zijn personen, die voor bemidde
laar schijnen te zijn geschapen. Hun rol
op het levenstooneel is benijdenswaar
dig. Hebben zij zich een betrekking ge
kozen, die zich voor het middelaarschap
leent, dan zal hun arbeid met bijzondere
voldoening worden beloond. Erkente
lijke blikken zullen hun van weerskan
ten herinneren aan hetgeen zij heb
ben tot stand gebracht. Doch ook de
bescheidenste onder ons zal wel een
oogenblik in zijn leven de waarheid er
varen van het woord:
Zalig zij die vrede maken,
Stormen stillen, waar zij woên,
En waar liefdebanden braken,
't Koude hart weer gloeien doen.
C.
IES
TOONEEL.
Gastspiel Alexander Moissi.
Stadsschouwburg Haarlem.
JEDERMANN
Van het 15de eeuwsche, Nede-rlandsche,
waarschijnlijk door Peter Dorlan-d vervaardig
de „Elckerlijk", dat reeds in de 15de eeuw
door Henri Logeman onder den titel „Every
man" in het Engelsch vertaald werd, heeft
Hugo von H-ofmann-sthal in zijn „Jedermann"
een uitnemende en dichterlijke bewerking ge
leverd. De verzen loop-en goed en zijn vol
poëtischen inhoud.
Of Moissi echter bij zijn vele capaciteiten
ook het vermogen om voortreffelijk verzen te
zeggen mag rekenen, meen ik te moeten be
twijfelen.
Om goed verzen te zeggen moet men- noch
■op het rijm steunen noch hetzelve verdoeze
len.
Het rijm, 't regelmatig samenklinken van twee
of meer lettergrepen is een versterking van
het metrum en evenmin als men bij het le
zen- -de maat mag -demonstreeren, mag men -het
rijm onderstreepen.. Een levend rijm moet zon
der aandacht gelezen worden en klinkt van
zelf, als paukenslag mee, in de maat van het
vers.
Er zijn weinig acteurs die -goed verzen
zeggen kunnen. In Nederland heb ik slechts één
acteur voortreffelijk verzen hooren zeggen,
namelijk Hubert La Roche.
■Al leed Moissi lichtelijk aan rijmdwang, hij
•heeft ons door zijn subliem spel een middag
van het hoogste kunstgenot geschonken.
Deze acteur, die steeds een treffende op
vatting van zijn rol heeft, beschikt over -een
ongekend aantal registers op zijn stem, die als
muziek doorklinkt- Bovendien- is hij een mee
ster in de mimiek, zooals bleek uit zijn ge
laatsuitdrukkingen bij het waarnemen van den-
naderenden Dood.
iMoissi's spel boeit van het begin tot het
einde en de nagenoeg geheel bezette schouw
burg liet zich dan ook in ademlooze stilte
door den grooten acteur de lotgevallen uit
beelden van den stervenden rijken man, die
van vriend en maag verlaten, alleenlijk van
zijn Geloof en van zijn Werken steun en be
scherming erlangt, om zijn ziel voor -den Dui
vel te redden.
Na Moissi zou „J'edermann's Mutter" van
Hed-wig von Winterstein vermeld dienee te
worden.
Ook de origin-eele „Teufel" van Paul Biens-
feldt. wiens creatie, naar de gestalte, het mid
den .hield tusschen een mensch en een zwijn,
dient vermeid te worden.
Van de kleinere -rollen -trof mij het meest
„Der Koch" van Konrad Lehmann, die een
zeer juiste -houding en een sprekend gebaar
voor zijn overigens onbelangrijke rol bezigde.
.De laankleeding van het stuk was wel wat
sober en de stem van „Gott de-r Herr" te
rauw. HENRI BAKELS.
TEL. 188. OPGERICHT 1870.
Poulardes Hazen
Braadkippen Fasanten
Soepkippen Patrijzen
Eendvogels Duinkonijnen
Talingen Reevleesch
^HANGER!
/meubelmaker!
OVERVEEN TELEFOON 950
Heel goed was Willy Prager in het dank
bare rolletje van den SpezialarzL C.
Uitvoering Mevrouw HopmanKwast-
Een -grootje schare jeugdige t-ooneelliefheb-
bers, waarvan het sommigen moeilijk viel hun
belangstelling tijdens de uitvoering in toom
■te houden, vulde Zondag 7 dezer den Stads
schouwburg om te genieten van -de Gelaarsde
Kat, waarvan mevrouw HopmanKwast een
aarddg zangspel had gemaakt.
Aan décors, costumes en voordracht was
veel zorg besteed1; de voorstelling liep vlot van
stapel en het publiek vond het jammer dat
het stuk uit was. De kind-eren waren -een paar
uurtjes in de heusche sprookjeswereld ver
plaatst geweest.
Behalve voor -dén zang komt aan leidster
en executanten een prijsje toe voor -de keurige
en fleurige dansen. Inzonderheid 'de prima bal
lerina was voortreffelijk op -dreef.
Wanneer ik één opmerking mag maken, wil
ik de vraag stellen of de speelster, aan wie
de hoofdrol was opgedragen en die -ondanks
de zware concurrentie van Jan Musch' Wijze
Kater toch haar rol -met de noodige lenigheid
en bevalligheid speelde, de illusie niet beter
had bewaard, zoo zij meer zorg had besteed
aan het schminken- Met een flink zwart snoetje
zou de menschelijke kat meer kat en minder
mensch zijn geweest. C.
Gastspiel Aelexander Moissi.
Den lebende Leichnam.
Bij een vorige gelegenheid is dit stuk hier
ter plaatse reeds uitvoerig besproken. Moissi's
creatie van Fedja was ook nu weer indruk
wekkend. Toen het doek voor het laatst viel,
kwam aan het stormachtig applaus, dat men
na de afzonderlijke bedrijven wijselijk had
ingehouden, bijna geen einde.
Een bijzondere bekoring bij deze opvoerin
gen is, dat de „ster" door een hem waardig
milieu wordt omgeven. Want ook het eerste
'bedrijf, waarin iMöissi zelf nog niet optreedt,
voldeed reeds dadelijk aan h-ooge eischen. In
zonderheid Else HeimsReinhardt, trof als
Lisa door haar stemmend spel. Haar partner
Eduard von. Winterstein als Karenin kwam'
mij wel wat koud voor ,doch heel het ge
zelschap zoekt zijn kracht in het sterk inge
houden spel en het beheersohte gebaar. Hier
openbaarde zich dus misschien overdreven
deugd; ook bij Johanna Terwin als Mascha
was -dit wel ietwat het geval-
MUZIEK.
De zegetocht van het Chailley Kwintet.
Het eerste concert van de serie Kamermu
ziekavonden Dr. G. de Koos in den Stads
schouwburg Wilsonsplein, zal plaatsvinden op
Zaterdag 27 October.
Het beroemde Ohailley Kwintet zal deze
reeks concerten openen.
Ongetwijfeld behoort dit kwartet tot de
aller besten, zoo lezen wij o.a. in het Alg.
Handelsblad:
„Een- vereenig-ing van vijf artisten met zeer
bijzondere hoedanigheden. Daar is vooreerst de-
pianiste Celiny Ohailley—Richez met haar
meesterlijke, gave techniek, haar verrukkelijk,
rijk-geschakeerd, in alle nuances voornaam en
uiterst gevoelig toucher; daar is de 2de violist
met zijn brandend timbre, daar is de alt-violist
met zijn sonore en teedere zangerigheid, daar
is de cellist met zijn prachtige solide bastonen,
en zijn nobel cantabile en 'daar is de primarius
Marcel Ohailley met zijn fijn-nerveus, maar
beh-eerscht sentiment, met zijn subtiele frasee-
ringen, zijn spirit, -dat het geheel suggereert
en dat vijftal vormt een ensemble van den
allereersten rang een organisme van rijke ge
leding, wonderbaarlijke verscheidenheid en
toch van zuivere eenheid".
Gaarne wekken wij het muzièklievend pu
bliek op, dit schitterende ensemble te gaan
hooren, het is buitengewoon!