mmw
Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Bloemendaal,
Overveen, Aerdenhout en Vogelenzang
,&05KAM!>«ZN.
Gebroken?
Fotografisch Atelier pï/^up"Gr.Houtstr.i69,Tei.3472
ARL. OUDE EN
•UWE BOEKH.
DE VRIES
en Toiletartikelen
vervaardigen
Haarwerken
/est 3, Haarlem
No. 11.
Uitgever: A. EIKELENBOOM, Bloemendaal. Kantoor voor Redactie en Administratie: Bloemendaalscheweg 42. - Tel. 22324.
Verdwenen Sterren
VERGROOTINGEN IJ-/ REPRODUCTIES
AMSTERDAMSCHE
ANTHRACIET MAATSCHAPPIJ
E STAND.
van Riessen en J
en E. Overdijkink; z.
en M. J. C. Horning;
M. V. Voogt; d. van
z. van B. van
i)K; d. van E. J. Nico-
Outersterp.; d. van J.
ikeren.
M. Halderiet en E. Ch.
tegoed en C. E. Prins,
den Berg, 12 d.
OORWERPEN,
W. Pronk, Hooge Duin
endaal, een witte fret;
12 Haarlem, een anker-
Noorderstationsweg 23
wollen handschoen', J.
ïeweg 18a Bloemendaal,
et rose koralen); Post
en zwart taschje inh.
me A. Krause; Koelemij
n, een schilderskiel; C.
jlaan 19 Overveen, een
Rollandspad 25 Over
een riempje; H. Gosse,
rt, een lorgnet in etui;
itie te Overveen, twee
en (geen paar), een
bril in etui, een huis
handschoen, een lede-
rkruk, een zeemlederen
teen van kaarslantaarn,
portemonnaie en een
mevr. Hulshof Pol, Ver-
ndaal, een gestroomde
E N D A.
Maart.
N D A A L.
'.MEENTE, v.m. 10 uur
Gijsman, Pred. te Zun-
COMST in gebouw
voormiddags 10 uur.
hart van Amsterdam,
t. n.m. 8 uur Ds. J. C.
é-
.ERK, voorm. 10 uur.
'.rd.
Ie.
NBOND, gebouw der
:hoolvereen. v.m. 10 u.
te Rotterdam.
OORT.
MTE. voorm 10 uur
Bergh van Eysinga.
ijden. 1 Petrus 4 13.
voormiddags 10 uur,
te IJmuiden.
Warners, vlootpredikant
(TEN.
erstraat)
hardhoorenden.
auw.
dhart te Leiden,
jllecte voor het Schuld-
2.30—1.30 uur, in de
Colensostraat, in de
,n de Kloosterstraat en
jl in de Overtonstraat.
den tegen HOOGE
JZEN ingekocht.
.OudeGracht27en
abijnestr.3,Tel 785
2
Haarverven
i0bbbbbbbbbbb»su
<.E ARTIKELEN?
iar en bruikbaar,
quiteiten, Inboedels, enz.
ANNO 1879
18e JAARGANG.
ZATERDAG 15 MAART 1924.
_i
Abonnement:
Voor een half jaar 1.75
Advertentiën; 15 cent per regel, bij afname van 500 regels of
meer korting. Vraag en aanbod, huur en verhuur, koop en
verkoop, van 1 tot 10 regels 1—, elke regel meer 10 cent.
Tusschen den tekst of op een bepaalde plaats speciaal tarief.
Dit nummer bestaat uit twee bladen,
waarbij een Kindercourant.
LIED.
O Liefste met uw godenlach,
Dien 'k aan mijn hart gebogen zag,
Dien blauwe' en gouden zomerdag,
Vol geur van blanke bloemen!
O Lief die leven schiep uit dood!
O Gever van mijn liefdebrood!
Genezer van mijn zielenood!
Hoe zal mijn dank u noemen?
O Gij die wilt mijn Alles zijn
En koestren 't moede harte mijn
In engelarmen warm en rein,
Wat zal mijn dank u geven?
De rozen van mijn vroolijkneid,
de leeljen van mijn droomentijd,
De palmen van mijn vrome vlijt,
De lauwer van mijn leven.
(Nadruk verboden.)
We hebben op school iets wonderlijks
geleerd over de sterren. De meester
vertelde ons, dat het licht zich met een
zekere snelheid voortplant, maar dat de
afstand tusschen de aarde en sommige
sterren zoo groot is, dat er duizenden
en tienduizenden jaren noodig zijn,
aleer het licht van zoo'n ster onze oogen
bereikt. Hierdoor kan het voorkomen,
dat een ster al sinds eeuwen niet meer
bestaat, voordat haar licht tot ons door
dringt.
Het licht is zijn reis begonnen, toen
de ster nog gaaf en vast aan den hemel
straalde, maar door een botsing met
een komeet is de ster uit elkander ge
sprongen en haar plaats aan het firma
ment staat leeg. Terwijl dus die plaats
duister is als de rest van den onmete-
lijken nacht, bereikt het licht, dat op
een bepaald oogenblik van die ster is
uitgegaan, het gezichtsveld van den
sterrekundige, die met zijn kijker het
hemelruim bespied.
Hij meldt de ontdekking van een
nieuwe ster, omschrijft haar kleur en
gedaante, schat haar omvang en haar
afstand van de aarde en neemt het
nieuwe gegeven tot uitgangspunt van
veronderstellingen en beschouwingen.
De menschen bewonderen het nieuwe
licht, dat 's nachts aan den hemel ver
schijnt en ze beseffen niet, dat ze sta
ren naar een leege, duistere plek en dat
het voorwerp van hun bewondering
slechts de naglans is van hetgeen
eeuwen geleden bestond, doch thans is
verdwenen.
Soms is een ster de gids der men
schen. Zeelieden richten zich in den
duisteren nacht naar de vaste punten
aan 't firmament en toen de wijzen uit
het oosten den pasgeboren koning der
Joden zochten, leidde een ster hen door
de woestijn. Merkwaardige veronder
stelling, dat de ster, die de zeelieden
den weg wijst, maar ook de ster, die de
wijzen volgden, een verdwenen ster kan
geweest zijn! Dat ze zich louter toebe-
trouwden aan een licht, dat slechts de
naglans was van hetgeen voor eeuwen
had bestaan, doch thans door een cata
strofe aan het uitspansel, reeds lang
was verloren gegaan.
Wanneer inderdaad de zeelieden of
de wijzen, zonder het te weten, een ver
dwenen ster hebben gevolgd, zullen ze
niets anders hebben gedaan dan wij
allen plegen te doen. Hebt gij, lezer,
er wel eens op gelet, van hoe alles over-
heerschende kracht de invloed van het
verleden is? Het licht, dat wij volgen
in ons leven, is bijna altijd de naglans
van verdwenen sterren.
Wie zijn onze gezaghebbers op het
gebied van kunst en wetenschap? Op
een hoogst enkele uitzondering na doo-
den allemaal, reeds lang verpulverd in
den nacht der eeuwen, maar hun licht
schijnt na. Shakespeare, Goethe, Coper
nicus, Kant. Alle namen, waarvoor wij
met eerbied buigen, zijn die van ge
storvenen, wier licht eeuwen en eeuwen
na hun dood naglanst.
De stichters der groote godsdiensten
Christus, Mozes, Boeddha, Confucius.
De ontdekkers en uitvinder: Columbus,
Heemskerk, James Watt. De helden:
De Ruyter en Tromp. De staatslieden,
jXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX)
naar wie partijen en stelsels zich noe
men Thorbecke en Groen en Karl
Marx. Ja, bij het licht van verdwenen
sterren leven wij.
Ook in ons persoonlijk bestaan. Alles
beheerschend is de invloed van kinder
tijd en ouderhuis. De gestalte van
vader en moeder, van onze oude school
meester, van jeugdvrienden, de
herinnering is er vol vanhet hart is er
vol van. Des nachts droomen wij van
henzonder het te weten bootsen wij
hen in ons dagleven na. Hun gewoon
ten, hun lessen, hun vroolijkheden, ze
vormen ons een tegenwicht tegen het
geen ons verdriet en ontstemt. Het
grootste deel van onze heldenvereering
is doodenvereering. Aanbidding van het
licht, dat naglanst uit verdwenen
sterren.
Een Friesch dichter, die welbewust
met zijn hart in 't verleden leeft, komt
in één zijner verzen er tegen op, dat
men hem een aanbidder noemt van het
„dood" verleden. Het verleden is niet
dood, zegt hij, maar het is levender dan
het heden.
Inderdaad, zoo is het. Heel dit leven
van het oogenblik, dit kortstondig von-
kengespetter van schielijk uitbran
dende kaarsen, ontleent zijn beteekenis
aan het verleden, waarop het berust,
waaraan het zijn kracht ontleent, waar
naar het zich richt. En dit leven, het
leven van het oogenblik, zal eerst be
teekenis krijgen, wanneer het verleden
geworden is.
Het licht heeft tijd noodig, om van de
ster door te dringen naar het men-
schenoog. Zou onze tijd geen sterren be
zitten, zou de hemel van het oogen
blik duister zijn? Ongetwijfeld hebben
ook wij onze Goethes en Columbussen,
onze wijzen, profeten, ontdekkers,
scheppers van schoonheid, helden en
uitvinders. Ongetwijfeld stralen er
sterren, even schoon en even belangrijk,
als ooit in vorige eeuwen hebben ge
straald.
Maar haar licht bereikt den bewon
deraar eerst nadat het zijn reis heeft
volbracht. Eerst na tientallen van jaren,
na eeuwen misschien erkent men er de
pracht en de heerlijkheid van. Eerst
na eeuwen strekken onze sterren van
heden het nageslacht tot gids en tot
baken. Sterrelicht heeft tijd noodig.
In zijn ontroerende Kindertotenlieder
zingt Gustav Mahler:
„Wat u slechts oogen zijn in deze
(dagen,
„In toekomstige nachten worden 't
(voor u sterren."
Zoolang wij onze helden en gidsen,
onze dierbaren en aangebedenen nog in
de oogen zien, ontgaat ons de glans van
hun licht; eerst als de gestorvenen als
sterren aan den hemel stralen, open
baart zich ons hun beteekenis. C.
N.V. Ver. Rotterdamsch-Holstad-Tooneel.
Dit gezelschap geeft twee voorstellingen in
den Stadsschouwburg alhier.
Hedenavond (Zaterdag) een Nederlandschen
avond: „Een Zwaan onder de Ganzen", blijspel
door Maurits Wagenvoort, gevolgd door „Een
nieuwe leus", door Marcellus Emants. Jo de
Boervan Walraven, Nelly van Geel, Wilh.
SchwabWeiman, Corry SchillerItaliaander,
Hermann Schwabb, Jan v. Ees, Piet Bron e.a. in
de hoofdrollen.
Morgenavond (Zondag) volgt; Ibsen's Spoken
met Alida TartaudKlein, Marie Holtrop, Jan
van Ees, Frits Tartaud en Jules Verstraete.
Vertegenwoordigster der
DOMANIALE MIJNEN
Z BUlTENSPAARNE 46 - TEL. 2504,3511
ÖOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOCOQOOOÖ
T O O N E E L.
„Ik dien". Kon. Ver. „Het Nederl. Tooneel",
Was ik door verblijf in het buitenland verhin
derd de première van dit belangrijke stuk van
Herman Teirlinck bij te wonen, de tweede voor
stelling ging zoo kort vooraf aan het verschijnen
van dit blad, dat ik aan de bespreking van het
stuk niet dien tijd kan wijden, dien 't eischt, zoo
dat ik mij voorstel, in een volgend nummer uit
voeriger er over te schrijven.
Teirlinck heeft op zijn wijze de Beatrijs
legende voor het tooneel bewerkt en hij heeft
ongetwijfeld iets eigens geleverd. Merkwaardig
is, dat in dit stuk het verhevene naast het alle-
daagsche, prachtige beelden naast gewone,
vlakke spreektaal staan, zonder, dat ons zulks
hindert.
Meesterlijk houdt Teirlinck het gansche stuk
door de aandacht gespannen, met de lotgevallen
van Beatrijs, die zelfs in haar bont wisselend
liefdeleven nog dienende is, omdat zij daarin
niet anders zoekt dan den vrede, dien de schep
per de menschen in de zuivere liefde deelachfig
laat worden.
De regie van Dr. Willem Royaards draagt niet
weinig ertoe bij, dat deze voorstellingen van
„Ik Dien" tot het beste behooren, wat het too
neel den laatsten tijd te genieten gegeven heeft.
Het spel van Magda Janssens, als Beatrijs, is
superbe. De decors zijn buitengewoon mooi en
passend bij den geest van het stuk, terwijl de
edele, onberispelijke costumes een genot voor
de oogen zijn. De gewijde zangen geven op zich
zelf reeds een hoog kunstgenot en het is een
heuglijk verschijnsel, dat deze belangwekkende
en welverzorgde voorstelling, die zoo velerlei
voor ooren en oogen biedt, die groote belang
stelling wekt, waarvan de geheel gevulde
schouwburg getuigde.
HENRI BAKELS.
[BEHANGER!
MEUBELMAKER!
OVERVEEN TELEFOON 956
Rinse iorsint him. (Rinse vergist zich).
De heer S. Metz, onderwijzer te Bloemendaal
is tooneelleider van het Frysk Selskip „Gijsbert
Japicx" te Haarlem.
Genoemd Selskip (vereeniging) hield Zaterdag
avond 8 dezer een buitengewone bijeenkomst in
de schouwburg aan den Jansweg.
Het programma voor dien avond bestond uit
de opvoering van het blijspel „Rinse forsint him"
terwijl het zanggezelschap Frisia, onder leiding
van den heer J. Post medewerking verleende. Te
ongeveer kwart over acht opende de Voorzitter
de heer F. Broersma met een woord van welkom
tot de talrijke aanwezigen, waarna de muziek
het Friesche Volkslied inzette en waarvan een
tweetal coupletten door alle aanwezigen staande
werd gezongen.
Door een 20-tal dames en een 10-tal heeren
van het zanggezelschap werden daarop een drie
tal liederen, zeer verdienstelijk, ten gehoore ge
bracht, waarna de opvoering van het blijspel
aanving.
Dit blijspel, dat naar een Duitsch kluchtspel
bewerkt is door den heer D. H. Zijlstra, is een
successtuk voor het Friesche tooneel en dit
vooral wanneer het gespeeld wordt zooals dit
het geval was op dezen avond.
Waren taal en monteering niet rasecht Friesch
geweest, dan zou men gedacht hebben met be
roepsspelers te doen te hebben gehad. De heer
Metz weet ieder naar waarde te schatten, de rol
len waren prachtig verdeeld en de vertolking
zoowel van de ondergeschikte als van de groo-
tere rollen kwamen allen keurig tot hun recht.
Het stuk waar talrijke vermakelijke vergissin
gen en menig pittig gezegde in voorkomen, viel
bijzonder in den smaak.
Speelsters en spelers hadden voor hun voor
treffelijk spel een woord van dank van den voor
zitter in ontvangst te nemen, terwijl de heer
Lahaise, die dezen avond een hoofdrol had ver
vuld en binnenkort naar Amerika zal vertrek
ken, als aandenken van de vereeniging een paar
Friesche boeken in prachtband werden aange
boden.
Door het reeds vergevorderde uur kwam het
balprogramma niet ten volle tot haar recht, de
Skotske Frije, die driemaal vermeld stond, werd
slechts eenmaal gedanst.
Onder de danslijst stond vermeld: „De klok
skyt uren" sei de faem" as ik in fryer ha".
Dat is een gewoon Friesch gezegde, waaraan
zich geen Fries zal ergeren, doch het is minder
geschikt voor letterlijke vertaling. Ten aanzien
van de Friesche vereeniging „Gijsbert Japicx"
zou ik dat gezegde als volgt willen wijzigen en
vertalen: „De uren vliegen om als wij verga
deren."
Hopende dat dit verslag er toe zal bijdragen
om de Friezen, die zich in de laatste jaren hier
gevestigd hebben en met het bestaan van de
vereeniging „Gijsbert Japicx" niet bekend zijn,
een aansporing mag wezen om als lid toe te tre
den, ik ben overtuigd dat zij daarvan geen spijt
zouden hebben.
De gewone maandelijksche bijeenkomsten zijn
zeer gezellig en de buitengewone bijeenkomsten
zijn dat in hooge mate.