Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Bloemendaal,
Overveen, Aerdenhout en Vogelenzang
REISSEIZOEN
I
HET GAAT VOORBIJ!
Fotografisch Atelier pï/^Up"Gr.Houtstr.l69,Tel.3472
HAARLEM8CHE BANKYEREEN1GIN6 - BLOEMENDAAL
18e JAARGANG.
ZATERDAG 28 JUNI 1924
No. 26
Uitgever: A. EIKELENBOOM, Bloemendaal. Kantoor voor Redactie en Administratie: Bloemendaalscheweg 42. - Tel. 22324.
BLIJDE KOMST.
AGENDA:
MODERNE DAMES EN
HEERENPORTRETTEN
Bjnnen- en Buitenlandsche Credletbrieven. Bagage-Verzekering.
Bewaring van waarden in hare brand- en inbraakvrije kluis.
ONTVANGEN BOEKEN.
PLAATSELIJK NIEUWS.
BLOEMENDAAL.
OVERVEEN.
BLOEMENDAALSCH
Advertentiën: 15 cent per regel, bij afname van 500 regels of meer, korting.
Vraag en aanbod, huur en verhuur, koop en verkoop, van 1 tot 10 regels
1.elke regel meer 10 cent. Tusschen den tekst of op een bepaalde
plaats speciaal tarief,
Bij het beste dat geschiedt, pleegt men het minst
te weten, dat er iets geschiedt.
ANNA SCHIEBER.
Verlangen ademt alles wat daar leeft....
Zie, hoe nu bloem- en bladknop zich ontsluiten,
Vol jubelende kracht, die zich moet uiten
In schoonheidszin, die naar volmaking streeft.
't Is of onzichtb're hand de siers'len weeft
Der jonge Mei, die wacht en lokt daar buiten,
Een leeuw'rik stijgt omhoog met helder fluiten,
Waarin zijn popelende liefde beeft.
Natuur wil blij haar schoonste kind begroeten
Buigt, ranke twijgen, wuivend 't frissche loof!
O, dat géén macht ooit dit geluk m' ontroov';
In eiken jongen lach, God, U 't ontmoeten,
Uit bloesein's knop te puren nieuw Geloof
MIEN LABBERTON.
BLOEMENDAAL.
Rusthoek. Zondag middag- en avond-concert 3
5.30 en 7.3010.30 uur.
Duin en Daal. Zondagmiddag van 35.30 uur, con
cert,
SCHOTEN.
Hagenbeck's Amusements Park.
Zaterdag geopend van 511, Zondag van
211 uur. Maandag laatste dag van 211 uur.
Gebouw „Geko", Spaarndammerw. hoek Floresstr.
Zaterdag 28 Juni 's av. 811 uur concert. Zon
dag n,m. 3-6 uur matinee. Zondag 's av. 8—11
Maandagavond 8 uur, ledenvergadering der
Haarl. Zeilvereeniging.
HAARLEM.
Atlanta bioscoop. Alle avonden 8 uur voorstelling
Zondag, Woensdag en Zaterdag matinee van
2—4.30 uur.
(Nadruk verboden).
De bekende wonderdokter Emile
Coué, die kort geleden ons land heeft
bezocht, heeft twee wonderspreuken
ook ten onzent in omloop gebracht.
Door onze gedachten in gunstige rich
ting te dwingen, kunnen wij, naar hij
ons herinnert, een weldadigen invloed
op ons leven uitoefenen. Het uitspreken
van de woorden: „In elk opzicht gevoel
ik mij eiken dag hoe langer hoe beter"
zal ons opgewekter en gezonder maken
en ons zelfvertrouwen versterken. En
als wij pijn of verdriet of tegenslag
hebben, dient de herhaaldelijk uitge
sproken en aldus scherp in 't geheugen
geprente overtuiging: „Het gaat voor
bij ons tegen overschatting van het
geleden kwaad te wapenen.
Het is niet om iets op de waarheid
van het door Coué uiteengezette begin
sel af te dingen, dat ik wil wijzen op
iets onbevredigends in laatstgenoemde
uitspraak.
„Het gaat voorbij!" Coué is niet
de eerste geweest, die met dezen levens-
troost kwam. Hebben onze verwanten
en vrienden van onze jeugd af ons niet
met dit woord willen bemoedigen?
„Na regen komt zonneschijn!", was
hun leus. En zeker, na regen komt zon
neschijn. Maar wat hebben wij, die he
den uit rijden of uit kampeeren willen
gaan, aan dien zonneschijn van mor
gen? Er zijn goede dingen, die te laat
komen en hierdoor hun waarde verlie
zen. Morgen zal de zon schijnen, maar
morgen zullen wij op ons kantoor zit
ten, met een wrevelig humeur over den
regendag, die gister onze Zondagsche
plannen bedorven heeft.
Een man wordt tot gevangenisstraf
veroordeeld. Een welmeenend vriend
rekent hem voor, dat hij na twee jaar
en drie maanden weer vrij zal zijn. Die
twee jaar en drie maanden zijn door te
komen; als de gevangene maar al aan
dit vooruitzicht denkt, zal zijn straftijd
hem lichter vallen. Maar de welmeenen-
de vriend ziet over het hoofd, dat een
mensch, die de gevangenis verlaat, een
ander is dan de mensch, die de gevan
genis binnentreedt. De gevangenistijd
gaat voorbij, zeker, maar het merk-
teeken, dat de gevangenis op het leven
van den veroordeelde heeft gegrift, is
onuitwischbaar.
Ik herinner mij de radeloosheid van
een vader, wiens zoon bij het schaat-
senrijden verdronk. De man was waan
zinnig van smart. Maar de tijd heeft
de wonde geheeld. Het gaat voorbij,
ook dit. Doch wie zou dezen radelooze
in dat verschrikkelijk oogenblik, toen
de kist in het graf zonk, hebben durven
troosten met de voorspelling, dat hij
eenmaal zijn smart vergeten zou zijn?
Dit zou hem te opstandiger hebben ge
maakt. Er is droefheid, die men niet wil
verliezen, en waarvan het voorbijgaan
op zichzelf nieuw leed beteekent.
Ligt er niet iets wreeds in het ver
kleuren van den rouw De weduwe, van
haar man afgescheurd, vecht tegen het
leven, dat van lieverlede den dood over
woekert. Zij wil blijven treuren en het
is voor haar een schrijnende ervaring,
dat haar droefheid geen stand houdt.
Liefde, gehechtheid, trouw, het zijn
zulke sterke, elementaire levenswaar
den, dat hun vergankelijkheid ons ver
bijstert. Is er dan niets duurzaams in 't
leven? Niets dat volstrekte beteekenis
heeft De minnaar, voor wien de gelief
de heel de wereld vertegenwoordigt
die buiten haar in niets belang stelt en
in haar alle waarheid, goedheid en
schoonheid belichaamt, wordt afgewe
zen en staat plotseling in de diepste
duisternis van het Niet. Wijze men-
schen glimlachen; zij kennen het leven
en weten, dat over een jaar, over een
maand misschien reeds, een andere
liefde de heden verbrijzelde zal vervan
gen en dat op een nieuw wezen al de
hooge gevoelens van thans zullen zijn
overgedragen.
Het gaat voorbij, ook liefdessmart.
Maar dit voorbijgaan geeft voor het
oogenblik meer leed dan troost.
Ouders in Indië. Hun kinderen berei
ken den leeftijd, waarop ze naar Hol
land moeten, terwille van de school en
de opvoeding. Beroofd van hun kroost
blijven vader en moeder achter. Maar
over zes jaar zullen ze hun kinderen
wederzien. Deze zes jaar zullen voorbij
vliegen, hiermee moeten de eenzaam
gelaten ouders zich troosten.
Doch er zijn leemten, die naderhand
niet meer te pleisteren zijn; achterstal
ligheden, die men later niet meer kan
goedmaken. Omstreeks twaalf jaar zijn
de kinderen, als ze vader en moeder
vaarwel zeggenomstreeks achttien
zullen ze zijn, als de ouders hen weder-
vinden. Een kind van achttien is zoo
iets heel anders dan een kind van
twaalf. De lijn in de ontwikkeling is
afgebroken; gansch een tijdperk heb
ben de ouders overgeslagen en de kin
deren, die zij weer zien, zullen vreemde
kinderen zijn geworden. De tijdelijke
kinderloosheid heeft den ouders een on
herstelbaar verlies gebracht; nooit zul
len ze de gelegenheid kunnen herschep
pen het voor hun kroost zoo belang
wekkende groeiproces van kind tot
mensch op den voet te volgen.
Eigenlijk is het in velerlei opzicht
een schrale troosthet gaat voorbijIn
den volksmond heet het wel: „Over
honderd jaar zijn we toch allemaal
dood!" Dit is niet tegen te spreken.
Maar het„ belang van het leven ligt niet
in ons negatief bestaan over honderd
jaar; maar in de positieve daad van het
heden. Liever dan van dit heden te zeg
gen „Het gaat voorbijwillen wij het
aanvaarden, met zijn vreugde en
smart; willen wij het oogenblik dapper
in de oogen zien; willen wij ook het
ergste flink doorstaan. Want de betee
kenis van het ergste is niet, dat het
voorbijgaat, maar dat het ons thans, op
dit oogenblik, voor een taak stelt en een
geheim onthult. C.
De dienende Maagd. Verzen door Margot
Vos. Uitgever: Em. Querido, Amsterdam.
Verleden jaar verscheen van Margot Vos, bij
denzelfden uitgever een bundeltje gedichten:
„De nieuwe Lente".
Dit bundeltje ongedwongen, zoetvloeiende en
meestal van zuiver, natuurlijk gevoel getuigende
gedichten, door C. S. Adama van Schelema voor
zien van een heel sympathieke inleiding en door
de schrijfster van deze sobere, ontroerende op
dracht:
Aan
Het vrije erf in de verte
Waar het ongebonden bloeit,
Den lijsterbes en den Meidoorn
Waarmee ik ben opgegroeid,
De wilde vlier aan 't venster,
Het hoog kastanjehuis,
Het fluitertje in de struiken,
Aan Vader ^.Moeder thuis.
dit bundeltje, of beter gezegd, de herinne
ring er aan, deed mij met gretigheid den nieuwen
bundel „De dienende Maagd" ter hand nemen.
Doch welk een teleurstelling!
Is 18e aansporing, gelegen in de gunstige beoor
deeling van wijlen Adama van Scheltema en in
die van zoovele andere Nederlandsche critici,
Margot Vos een te sterke aansporing tot produ-
ceeren geweest en heeft zij zich laten verleiden
spoedig, ja te spoedig, voor haar wachtend audito
rium te verschijnen? Het wil me zoo voorkomen.
Ook in haar eersten bundel was mevrouw Vos
het sterkst, het meest dichterlijk in de kleine ge
dichten. Daar treft een zuiverheid van beeld en
toon, daar heerscht klaarheid en spanning.
Margot Vos heeft niet de machtige fantaisie en
het kwiksnelle associatievermogen van dichters,
als Vondel en Gezelle, die op een stofje of een
prulletje een denkbeeldige wereld bouwden.
Wie niet zulk een langen adem heeft, verge-
noege zich met een kleiner bestek, zoo hij niet wil
vervallen in gezwollenheid.
Er is in „De dienende Maagd" haast geen blad
zijde aan te wijzen, waarop niet een of meermalen
de woorden goud, zilver, goudig, gulden en derge
lijke gebezigd worden, om de pracht van iets uit
te drukken, zelfs lezen we:
„Hoe glijdt dan langs de hemelwang
Die groote gouden sterretraan?"
Wat te denken van beelden als de volgende?:
„En och, mijn voeten zijn zoo zwaar en zwart
Van wonden als een strand vol donker wier,"
Wanneer we een oogenblik genoegen nemen
met „zwarte wonden" dan hindert ons toch weer
de uitbreiding van het beeld der voeten tot een
strand vol donker wier.
Wie gevoelt niet een lichten wrevel, bij het
lezen der volgende regels?:
„Waar vind ik de kracht om mezelf te splijten
Als een jonge, onstuimige lenteknop?"
Hoe kan een dichter de woorden „lenteknop" en
„onstuimig" aan elkander rijgen?
Aan zulke beelden heeft visie part noch deel:
zij zijn loutere bedenksels en daarom ondichterlijk.
Gelukkig klinkt ook in dezen bundel hier en
daar de stem van het waarachtig muzenkind, zoo
als Adama van Scheltema Margot Vos noemde:
„Wat schijnt uw lamp op mijn schamele dek
En stelt mijn karig bezit te kijk!
O doof toch de vlam in dit hol vertrek!
Ze wekt de nooden zoo meniglijk."
Dat we die stem van het muzenkind nog dik
wijls hooren mogen, zij het dan ook met langere
tusschenpoozen, in kleinere liedjes van de heide,
den wind of van „die spart'lende schatermeid"!
HENRI BAKELS.
De straten worden met de daarbij toebehoo-
rtnde middelen eens flink opgeknapt. Een ge
deelte der Bloemendaalscheweg is al reeds gereed
en met een dikke laag teer bestreken waarop kie
zelgruis is geworpen, zoodat het verkeer hierdoor
geen last ondervind. Het moet gezegd worden, dat
het verrukkelijk rijdt op de zachte teermassa.
De zender der Ger. kerk aan den Vijverweg
is thans volkomen in orde. Een ieder, die Zondag
naar de Radiopreek heeft zitten luisteren, zal on
getwijfeld alles goed hebben kunnen hooren. Ein
delijk is dan toch alles voor elkaar gekomen. Nog
eens een woord van hulde aan de jongens der
Technisch school, die het hem toch maar goed ge
leverd hebben.
Vanweege Bloemendaal's Bloei hebben er alhier
drie muziekuitvoeringen plaats, waarvan de eerste
zcu plaats hebben op Vrijdag 20 Juni j.l. Door het
slechte weer kon dit niet doorgaan en is deze
thans bepaald op Vrijdag 4 Juli e.k.
Een Duinwijckweg-bewoner heeft op zijn kamer
dagelijksch gezelschap van een mijnheer en me
vrouw Zwaluw, die aldaar hun nestje gebouwd
hebben. De beestjes waren al eenige keeren door
den bewoner verdreven, echter zonder resultaat.
Telkens kwamen de diertjes terug om aldaar hun
nestje te bouwen. Thans worden de vogels met
rust gelaten en gevoelen zich aldaar best op hun
gemak. Een opening is in het venster gemaakt,
waardoor de vogels in en uit kunnen vliegen.
Personalia. Op de jaarlijksche algemeene ver
gadering van de te Nijmegen gevestigde vereeni-
ging tot opneming en opvoeding 'fran verwaar
loosde wezen werd o.m. tot lid der vereeniging
benoemd de heer C. Bierens de Haan, alhier.
Brand aan den spoordijk. Zondagmorgen ge
raakte, hoogstwaarschijnlijk door vonken van een
trein, het talud van de spoordijk OverveenHaar
lem nabij het viaduct, in brand. De brand werd ge-
bluscht door een heer, die in de buurt woonde,
en spoorwegpersoneel uit Haarlem. Het hoofd der
BI. brandweer, de heer De Jong, begaf zich ook
met gemeentewerklui naar het terrein van den
brand, doch behoefde niet meer handelend op te
treden.
Het 75-jarig bestaan van het Provinciaal Zieken
huis nabij Santpoort.
In verband met het 75-jarig bestaan van het
Provinciaal Ziekenhuis nabij Santpoort werden
Donderdagmorgen te ongeveer kwart na elf uur,
verschillende genoodigden door de Commissie
van Bestuur van het Ziekenhuis ontvangen. Be
halve de leden van Gedeputeerde Staten en Pro
vinciale Staten waren aanwezig Jhr. Mr. Dr. jA.
Roëll, Commissaris der Koningin in Noord-Hol
land, Mr. S. H. Vening Meinesz, griffier der Pro
vinciale Staten van Noord-Holland, Jhr. C. J. A.
Reigersman, hoofdingenieur-directeur van den
Provincialen Waterstaat, Prof. Dr. G. C. van Wal-
sem, Dr. J. H. SchuurmansStekhoven, inspec
teur van het Staatstoezicht op Krankzinnigen, Dr.
A. Benders, geneesheer-directeur van het Provin
ciaal Ziekenhuis „Duin en Bosch" en het bestuur
van die stichting.
De voorzitter van de commissie van bestuur van
het Prov. Ziekenhuis nabij Santpoort, de heer A.
W. Michels sprak een woord van welkom tot de
aanwezigen, waarna de geneesheer-directeur, Dr.
W. M. van der Scheer een zeer belangrijke rede
uitsprak, welke rede echter tot ons leedwezen te
groot is om in dit nummer te worden opgenomen.
Na de rede werd in de stichting de lunch ge
bruikt, waarna in vier groepen, onder leiding van
de geneesheeren, de stichting werd bezichtigd.
Te vier uur werd de thee gebruikt, en om onge
veer half vijf verlieten de gasten het gesticht.
Heden, Zaterdag, zal het feest van de patiënten
plaats hebben.
Aanrijdingen. Gistermiddag kwam de 76-
jarige V„ uit Schoten, per fiets van den Kinheim-
weg op de Korte Kleverlaan. Doordat hij naar
rechts uithaalde, reed een 14-jarige scholier hem
aan, waardoor V. kwam te vallen, en boven het
linkeroog een verwonding kreeg. Aan de politie
post werd een verband gelegd, waarna V. zich te
voet huiswaarts kon begeven.
Zaterdagmiddag twee uur had op den Bloe
mendaalscheweg tegenover „Overbeek" een aan
rijding plaats tusschen een vrachtauto en een
groenten wagen van den heer O. uit Haarlem. Toe
vallig was daar niemand aanwezig, die het onge
val bemerkte. De bestuurder van den vrachtauto
was doorgereden.
De groentenwagen was door den schok gekan
teld en blijkbaar had de heer O. zich aan den
linkerbovenarm ernstig bezeerd. Hij werd per zie
kenauto naar het St. Elisabeth's Gasthuis te Haar
lem overgebracht. De bestuurder van de auto
wordt alsnog verzocht zich bij de politie aan te
melden.
Muzikale wandeling. Woensdagavond maakte
het Ghr. Fanfarecorps Sursum een muzikale wan
deling door het dorp. De muzikanten ook de
dames zagen er kranig uit in de nieuwe uni
form en hadden veel bekijks.
Klokkenwijding. Op het nieuwe St. Adelber-
tuskerkhof had Zondagmiddag j.l, te drie uur de
wijding plaats van de klok, bestemd voor de in
aanbouw zijnde kerkhofkapel. De wijding vond
reeds nu plaats, omdat het niet mogelijk is de
klok, wanneer deze tegelijk met de kapel gewijd
zou worden, dan eerst in den luitoren op te han
gen.
Bij de wijding waren verschillende parochianen
tegenwoordig; de plechtigheid werd verricht door
den Zeereerw. heer Pastor Willenborg, pastoor te
Bloemendaal.
Nog dient vermeld, dat de klok van Engelsch
fabrikaat is en dezer dagen in de luistoel wordt
opgehangen.
Een motor op de spoorbaan. Zondagavond
omstreeks 7 uur kwam een motorrijder langs den
Bloemendaalscheweg uit de richting Bloemendaal
naar Overveen aan den spoorwegovergang, juist
toen de spoorboomen gesloten werden voor een
trein, die uit Zandvoort kwam en aan het station
Overveen stond. Toen de motorrijder voor den
overgang kwam, waren de spoorboomen nog niet
geheel gesloten, zoodat hij nog probeerde door te
rijden. De motor reed den overweg op, maar de
boomen sloten en de berijder, die een botsing
wilde voorkomen, zwenkte en reed in het zand
langs de rails. Met vereende krachten werd de
motor uit het zand gehaald, voordat de
passeerde, zoodat ongelukken werden voorkomen
Bezuiniging bij H.S.M. Op 29 Juni a.s. i
ploeg 37 van weg en werken alhier opgeheve
zullen twee arbeiders naar Haarlem en drie
Zandvoort worden overgeplaatst.
De ploegbaas M. Stapel zal dan weder als v. eg-
werker dienst moeten doen.
Wij hopen dat deze bezuiniging geen nadeelige
gevolgen zal hebben en het traject niet te uitge
breid zal blijken te zijn om door de ploegen Haar
lem en Zandvoort op voldoende wijze onderhou
den te kunnen worden.
Een gouden echtpaar. De heer J. Schaap en
zijn vrouw M. Zuidertuin, wonende Zeeweg 40
alhier, hopen op 12 Juli den dag te herden
ken, waarop zij vijftig jaar geleden in den echt
werden verbonden.
Ongeluk. De 64-jarige vrachtrijder Van D. die
grint vervoerde voor de vernieuwing van den
Korten Zijlweg, kreeg Woensdagmiddag een klap
van een paard tegen zijn been, waardoor hij tegen
den grond sloeg. Per auto werd van D. naar dr.
Lens vervoerd die een verband legde.
Inbraak op den Zeeweg. Het paviljoen van
den heer Hoffschlag, op den Zeeweg, heeft in den
nacht van Zaterdag op Zondag weer eens bezoek
gehad van een minder gewenschten gast. In kor
ten tijd is dit reeds de vierde maal, voor den
heer Hoffschlag zeker wel een goede reclame.
Maar ditmaal is de politie zoo gelukkig geweest,
den dader in handen te krijgen. De zaak heeft zich
als volgt toegedragen.
De agenten van politie Braas en Bikkel bevon
den zich 's nachts op surveillance in de buurt van
het paviljoen. Daar zagen zij tegen het hek van de
schietbaan een rijwiel staan, waaraan een heeren-
hoed hing. Dit kwam den beiden agenten wel wat
verdacht voor en ze gingen eens poolshoogte
nemen. Om het paviljoen heengaande, bemerkten
zij, dat het luik van een der zijramen verwijderd
was. Ook was het slot van het windhok verbro
ken.
Dadelijk ging een der agenten naar den post te
Overveen, om den agent Zwiersen van het geval
in kennis te stellen. Terwijl deze naar den Zee
weg ging, werd Oe heer Hoffschlag in het Tuin
dorp gewaarschuwd en verzocht, de deur te wil
len openen. Weldra waren deze en zijn zoon ook
bij het paviljoen en toen de deur geopend was,
ging de politie, met de revolver in de hand, het
gebouwtje binnen.
Daar vond men op den grond voor de toon
bank een man, in slapenden houding. Hier echter
kan wel geen sprake zijn geweest van een slaap
des rechtvaardige. Toen de man, een zekere V.,
schilder te Amsterdam, wakker was, werden hem
de boeien aangedaan en werd hij meegenomen
naar den post te Overveen.
't Bleek, dat hij met een dikke lat 't luik voor 't
raam weggebroken had en dat hij bij dit werk een
ruit vernield had. Door deze vernielde ruit was hij
naar binnengeklommen. In een blikken tro i.mt 1
had hij een dertigtal doosjes sigaretten, een aan
tal Kwatta-noga en andere reepen chocolade ge
pakt. Ook werd een schaaltje met klein geld
hem gevonden.
Het politie-onderzoek zal moeten uitmaken, >f
V. ook schuldig is aan vorige pogingen tot inbraak
Aanrijding.
Donderdagmorgen reed een auto op den Zeeweg
van de richting Zandvoort naar Overveen. Ook
reden er een heer en een dame in dezelfde rich
ting. Omdat de auto te veel uithaalde naar
links, reed hij de beide wielrijders aan. Beiden
kwamen te vallen en werden ernstig verwond
naar het gasthuis te Haarlem gebracht. De beide