C£
TWEEDE BLAD
nthraciet
W. P. HOED
Brandst.handel
311 Fourniturenhandel
Schoorsteenmantels
inmenten
Bloemendaalsch Weekblad"
ZATERDAG 19 JULI 1924
Inmaak-Perkament
Flesschen-Lak
ÏAARLEM - DEN HAAGI
- ZAANSTREEKI
HAVANAHOUSE
Korte Kleverlaan 1 4
Telefoon 22350
SCHOENMAKER
-R. 147, TEL. 2346
ND WERKEN
SEER-IN RICHTING
GEMEENTERAAD.
J van H. DE MOi
fle Breukstraat - HAARLEM
ION 1781
ST1KKER1J
iatweg 205, Schoten
PLAATSELIJK NIEUWS.
BLOEMENDAAL.
FRAGMENTEN.
HP 3UIFL s
No. 29.
Telefoon 22045
Boekhandel P. ST1NS
Pz.
Boekhandel P. ST1NS Pz.
Telefoon 22045
P.J.KEMPENAAB&CO.
In
tusschen
4 maal per week
2 maal per week
HONCURREERENDE TARIEVEN!
VLUGGE BEDIENING
Cantoor en ligplaats:
Donkere Spaarne 20, Tel. 1814|
PENSION
voor alle soorten Huisdieren.
KLEIST, Houtvaartspad 206 bij de
Pijlslaan. Verschillende rashon
den te koop.
verkoopt uitsluitend kwaliteit|
Sigaren, diverse Import
Sigaretten.
Garenkokerskade 20
Gaelstraat 26
Haarlem
(Vervolg Raadsverslag le blad.)
Vrijdagmiddag 2 uur vergaderde de Raad onzer
Gemeente.
Voorzitter Jhr. A. Bas Backer.
Afwezig de heeren Hogenbirk, Prinsenberg,
Blankevoort en Kremer.
Aan de orde is:
PUNT 17. Wijziging Bouwverordening.
De Raad der Gemeente Bloemendaal; de wen-
!schelijkheid overwegende om artikel 26 der bouw
verordening in dien zin aan te vullen, dat ook
het verwerken van licht ontvlambare stoffen in
houten gebouwen verboden is;
Gelet op het advies der Gezondheidscommis
sie dd.
Gehoord het voorstel van Burgemeester en
Wethouders en van de Commissie voor de straf
verordeningen;
De heer Otto acht het wenschelijk het verwer
ken van licht ontvlambare stoffen te schrappen,
j gezien iemand die in zijn schuurtje dan hout hakt,
'bemoeilijkt kan worden.
De heer Schulz spreekt zijn vertrouwen uit in
B. en W„ dat zij niet in absoluut ongevaarlijke
[uitoefening van arbeid zullen ingrijpen.
De heer van Kessel wijst erop dat indien deze
verordening niet in het bedrijfsleven van een
zeker persoon ingrijpt, die een meubelmakerij
heeft in een houten gebouwtje, zich er wel mee
I kan vereenigen.
Hiermede zal rekening gehouden worden.
Het voorstel van B. en W. wordt aangenomen.
PUNT 18. Openstelling terrein Hugo Muller.
De heer Otto begrijpt niet waarom dit terrein
niet wordt opengesteld, daar de burgerij er niets
J aan 't geboomte kan vernielen, hoogstens de be-
irossing.
1 De Voorzitter antwoordt dat niet een gedeelte
|van de duinen aldaar opengesteld kan worden,
daar het publiek dan teveel beschadigd.
De heer Otto betoogt dat in het Oosten van ons
land aan de afsluiting niet zoo de hand gehouden
wordt en aan verbod om in de bosschen te toe-
Floresstraat 71 - SCH0TE^
r prettig en tevens
bestelt dan reeds
oodigden voorraad
slakken, geen gruis
vQE ZOMERPRIJZEN
17, 19 - Tel. 773
De heer Schulz wijst erop dat juist het verbod
de goede natuurvrienden treft en niet de kwaden,
de laatsten gaan er toch in.
Een voorstel van de heer Otto om advies in
■te winnen bij de houtvester en af te wachten op
de uitwerking van de plannen voor een vrije
speelplaats, wordt aangenomen met algemeene
stemmen.
PUNT 19. Ontheffing bepalingen der Bouwver
ordening.
1. Een verzoek van W. Middelhoven voor
bcuw eener garage aan den Ter Hoffsteedeweg,
'wordt ingewiligd.
2. Een verzoek van E. H. Veenstra van Dor
sten voor vergrooting van een schuurtje aan de
Oranje Nassaulaan bij perceel no. 56; wordt gun
stig beschikt.
3. Een verzoek van de firma Joustra voor
bouw van acht woningen aan de Julianalaan en
[Wilhelminalaan; wordt toegestaan.
4. Een verzoek van B. Stals, voor bouw van
en houten schuur in den tuin van perceel Bloe-
endaalscheweg 35.
B. en W. stellen voor, op dit verzoek afwijzend
[te beschikken, aangezien het hun niet gewenscht
oorkomt om met het oog op de hoogte van de
chuur de gevraagde ontheffing te verleenen, me-
in verband met ingebrachte bezwaren van een
omwonende.
De heer van Kessel stelt voor den heer Stals
deze vergunning toch te geven.
De Voorzitter leest een stuk voor van de om-
onenden, waarin erop gewezen wordt dat deze
chuur van 4 M. hoog het licht en de lucht aan
en ontneemt.
De heer van Kessel zegt, dat de heer Stals
enegen is de schuur zoo te plaatsen dat de om-
onenden zoo veel mogelijk in hun grieven wor-
en tegemoet gekomen.
De heer de Waal Malefijt heeft de zaak beke-
en en vindt dat den omwonenden wel degelijk
st wordt veroorzaakt.
De heer Otto acht het van belang dat de z.g,
,nijveren" in onze samenleving niet te zeer wor
sen belemmerd. Het algemeen belang, is hier één
ame en deze wordt door den aanvrager nog te
gemoet gekomen.
Het voorstel van B. en W. om den heer Stals
;een vergunning te verleenen wordt aangenomen,
■de
Reparatie Inrichting
lage prijzen
ne Vleeschwaren,
Grutterswaren
PRIMA KAASSOORTEN
55 cent per pond
SO cent per pond ALLC^
60 cent per pond VOL VET
30 cent per pond
ige tegen de prijzen van
en 50 cent per pond
>egezonden een prijscourant van
E WIJNEN
tegen stemmen de heeren van Kessel, Nuyens,
Otto en Verdegaal.
5. Bij schrijven van 8 Juli 1924 verzoeken de
heeren Joh. Meeuwig en Jan Kok Uwen Raad
beleefd doch dringend om, als U tot ongewijzigde
vaststelling van het ontwerp-uitbreidingsplan voor
het terrein tusschen den Vijverweg en de Klever
laan mocht overgaan, hun ontheffing te willen
verleenen van het bepaalde bij art. 7 der Bouw
verordening.
Een moti4 van de heer de Waal Malefijt om
geen enkele afwijking van de Bouwverordening
toe te staan, wordt aangenomen, met de stemmen
van de heeren Otto en de Roo van Alderwerelt
Toegestaan wordt te bouwen langs de rooilijn
onder A op teekening aangeduid.
PUNT 20. Ingekomen stukken.
1. Voorstel Mr. P. Tideman om een schikking
aan te gaan ter zake van zijne nota.
B. en W. stellen voor, dit adres te stellen in
handen der Grondcommissie om advies.
De heer Otto vindt het eigenaardig dat deze
zaak in handen van de Grondcommissie wordt
gegeven. De heer Otto vindt dat de Juridische
commissie hier bij te pas moet komen. De Raad
heeft zich uitgesproken dat de heer Tideman
geen vordering heeft op de Gemeente.
De heer Laan ziet dat gescheiden, de heer
Tideman wil een stuk grond huren, de vordering
op de gemeente bestaat niet meer.
De heer Otto ziet duidelijk dat het voorstel
van den heer T. een schikking beteekent. Anders
gaat de heer Tideman misschien procedeeren met
B. en W.
Het voorstel van B. en W. wordt aangenomen.
2. Bezwaarschrift der St. Thomas a Villa Nova
stichting inzake aansluitingsrecht waterleiding
perceel Zijlweg no. 69c.
De heer van Kessel stelt voor een onpartijdig
persoon te benoemen om te taxeeren. Spr. stelt
voor den heer de Kruyff.
De Voorzitter betoogt dat er uitgemaakt moet
worden of de schatting van de Waerelidingcom-
missie en B. en W. onjuist is.
De heer van Kessel noemt de St. Thomas a
Villa Novastichting niet een courant gebouw en
acht de gestelde huurwaarde te hoog.
De heer Schulz vindt de geschatte huurwaarde
van f 1500.bij een bouwsom van f 50.000.niet
te hoog.
De heer Nuyens stelt voor te wachten tot de
heer Prinsenberg terug is, daar de heer P. er
het juiste inzicht in heeft.
Door B. en W. is het volgende schrijven aan den
Raad gericht:
Naar aanleiding der ons door den Raad in de
vergadering van 20 Juni j.l. gedane opdracht om
een onderzoek in te stellen omtrent de aanvrage
van de Woningbouwvereeniging „Bosch en Duin",
tot verhooging van het bouwvoorschot voor den
bouw van 56 middenstandswoningen, met f 35000.
hebben wij de eer U het volgende mede te deelen.
Het oorspronkelijk voor dezen bouw door den
Raad toegestane bedrag is groot f 772.800.waar-
ir. begrepen een bijdrage a fonds perdu van Rijk
en Gemeente van te samen f 375,360.
Volgens de bepalingen van het voorschot heeft
de Gemeente voor het bedrag van het eigenlijke
voorschot, f 397.440.le hypotheek op de hui
zen.
Oorzaken der aanvrage. In de begrooting van het
bouwvoorschot zijn door den architect verzuimd
op te nemen bedragen o.a. voor;
a. renteverlies tijdens den bouw,
b. erfpachtscanon tijdens den bouw,
c. aansluitingsrecht en aansluitingskosten der
waterleiding.
Niet ontkend mag worden, dat ook van gemeen
tewege bij de verleening van het voorschot hierop
gelet had moeten worden.
Déze bedragen zijn door de Vereeniging gedeel
telijk uit hare gewone exploitatiemiddelen betaald
en is dit oorzaak dat de Vereeniging thans belang
rijk achter is met de betaling der verschuldigde
annuïteiten.
Deze posten vormen te samen een bedrag van
f 20.499.75.
Wordt het bedrag van het voorschot verhoogd,
kan kan de achterstand der Vereeniging hierdoor
met Je Gemeente verrekend worden en mag geacht
worden dat de betaling der annuïteiten geregeld
kan plaats vinden.
Als een der verdere oorzaken van de ontoerei
kendheid van het voorschot moet genoemd worden
de bij de aanbesteding gemaakte bepaling dat even-
tueele loonsverhoogingen aan den aannemer ver
goed zouden worden.
Hoewel deze bepaling zeker niet goed te keuren
is, is de vereeniging tot de betaling van het hieruit
voortvloeiende bedrag, groot f 9725.141'», contrac
tueel gebonden en moet dit bedrag door de Ver
eeniging dus betaald worden.
Door de Vereeniging nog te betalen bedragen.
Te verrekenen met de Gemeente voor
rente tijdens den bouw en aansluiting
enz. der waterleiding
Aan den aannemer Seegers
Aan den architect de Wijs
f 20499.75
13906.10
3187.40
Samen rond f 38000.
Conclusie.
Waar uit het bovenstaande blijkt dat de aange
vraagde verhooging van het bouwvoorschot noodig
is om de Vereeniging in staat te stellen de nog
onbetaalde bedragen van den bouw der huizen te
voldoen, adviseeren wij U het door B. en W. voor
gestelde ontwerp-besluit te bekrachtigen, met dien
verstande dat daarin gelezen wordt; „ten bedrage
van ten hoogste acht en dertig duizend gulden".
Wij meenen dit advies te kunnen geven, omdat
ons bij de besprekingen bleek, dat bij het bestuur
de ernstige wil voorzit om de bestaande moeilijk
heden op zoo goed mogelijke wijze af te wikkelen
en uit de exploitatie-begrooting blijkt dat ook na
de verhooging van het voorschot een sluitende
exploitatie der woningen mogelijk is.
Omtrent de bedragen te betalen aan aannemer
en architect meent de commissie nog te moeten
opmerken dat de beschikbaarstelling door B. en
W. van deze posten, slechts zal mogen plaats vin
den wanneer de woningen behoorlijk zijn opgele
verd en de herstellingen, genoemd in het rapport
der deskundigen dato 13 Febr. 1923, volledig ver
richt zijn.
Of het bedrag aan den architect nog te betalen
zal zijn, dient in overleg met het bestuur der Ver
eeniging en den rechtskundigen adviseur der Ge
meente, een ernstig punt van overweging uit te
maken, daar het bestuur van meening is dat, bui
ten de verplichtingen van den aannemer, vele ge
maakte fouten oorzaak zijn van onvoldoende lei
ding en nalatigheid van den architect.
Voorstel van B. en W. wordt aangenomen, te
gen stemmen de heeren v. Kessel, Nuyens en Ver
degaal.
3. De heer Luden betoogt dat de Wethouders
nooit gevraagd hebben om verhooging van sala
ris. Gezien echter de werkzaamheden van de
wethouders, vindt spr. f 1250.per jaar veel te
weinig.
De heer Otto stelt voor, gezien B. en W. niet
in beroep gekomen zijn tegen het besluit van Ge
deputeerden dit jaar te accepteeren.
De heer Schulz is het eens met den heer Luden
en stelt voor 't volgende jaar wel in beroep te
gaan, want een salaris van 1250.per jaar voor
een Wethouder van Bloemendaal is toch wel wat
beknepen van Gedeputeerden,
4. Verzoek van de Vereeniging Bloemendaal's
Bloei om subsidie van f 600.voor 't Koning-
innefeest.
De heer Otto stelt voor gezien het initiatief van
particulieren uitgaat, dit zonder discussie aan te
nemen.
De heer Schulz verklaart zich principieel tegen
het houden van dergelijke feesten en wenscht als
tegenstemmer aangemerkt te worden.
De subsidie wordt aangenomen.
Naar aanleiding van de circulaire van den Com
missaris der Koningin dd. 9 Juli 1924, betreffende
periodieke aftreding van het College van Zetters,
deelen Burgemeester en Wethouders mede, dat in
1924 aan de beurt van aftreding de heeren J. G.
van Kessel, A. Koolhoven en H. Hogenbirk, (in
1926 moeten de andere leden, de heeren A, J. de
Waal Malefijt, P. Verdegaal Rzn en E. W. A. van
Nederhasselt .aftreden).
Burgemeester en Wethouders geven in overwe
ging, de door den Raad op te maken lijst van per
sonen ter benoeming tot Zetters voor 's Rijks
directe Belastingen aan den Commissaris der
Koningin in te dienen in de navolgende volgorde;
vacature J. G. van Kessel:
1. J. G. van Kessel,
2. D. Blankevoort Dzn.
vacature A. Koolhoven:
1. A. Koolhoven,
2. S. P. Rijnierse.
vacature H. Hogenbirk;
1. H. Hogenbirk,
2. A, J. Prinsenberg.
Wordt aldus aangenomen.
De heer van Kessel stelt de vraag aan B. en W,
of het mogelijk is dat de minder gesitueerde ouders
in Aerdenhout hun kinderen kunnen sturen naar
de Lagere School te Aerdenhout of dat het moge
lijk is dat de gemeente bijdraagt in de kosten van
de meerdere le rkrachten.
B. en W. zullen dit onderzoeken.
Punt 21. Bespreking van de reorganisatie der
Brandweer.
De heer Luden brengt een woord van hulde
aan de burgerij die zich vrijwillig heeft aangebo
den als „Brandweer". Spreker vindt het van be
lang dat hier het goede willen van de burgerij niet
wacht op de arbeid der Overheid. Spreker is er
1 voor dat een kern van gemeentelijke brandweer
blijft bestaan, doch spreker aprecieerd het dat er
velen in deze gemeente altijd bereid zijn om
brand te bestrijden.
De heer Schulz brengt ook zijn hulde aan dit
initiatief, in een plattelands-gemeente is het van
belang dat er een vrijwillige brandweer bestaat,
gezien de brandweerorganisatie nimmer kan zijn
als dit in de steden het geval is.
De heer Nuyens vraagt het oordeel van B. en W.
De Voorzitter hoort liever eerst den Raad.
De heer de Waal Malefijt zou de gemeentelijke
brandweer niet geheel willen uitschakelen.
De Voorzitter geeft toe dat er een drang uit
gaat van de burgerij die goed te noemen is. De
geheele brandweer echter uit handen geven acht
de Voorzitter niet goed.
De heer Laan wijst op plaatsen als Wormerveer
en Haarlem waar ook een vrijwillige brandweer
naast de gemeentelijke brandweer bestaat. Het
technische beleid der brandweer behoort echter
in handen te blijven van bevoegde personen en
t liefst onder overheids-beheer.
Aan de vrijwilige brandweer wil spreker geven
een motorspuit met toebehooren.
De heer van Nederhasselt vindt het toe te jui
chen dat dit initiatief genomen is en ziet er een
voordeel in gelegen dat het alarmsysteem verbe
terd wordt, daar de meester der vrijwillige brand
weer beschikt over vele telefoons. Spreker zou
er dan mede willen werken dat dat er een samen
werking tot stand kwam tusschen de gemeentelijke
en de vrijwillige brandweer.
De heer Otto ziet veel tegenstrijdigheden in de
besprekingen. De menschen van den tegenwoordi-
gen tijd kunnen zich maar niet onttrekken aan
deze fataliteit dat niets goed kan gaan buiten de
overheid.
De heer de Waal Malefijt acht de brandweer
ondergebracht bij de politie, vooral des nachts,
van groot belang, daar de politie dan wakker is
en gereed.Concurrentie tusschen de beide brand
weerkorpsen is altijd een doelmatige bestrijding
van brand.
De Voorzitter vraagt wat de oplossing is die
den heer Otto het beste zou achten.
De heer Otto bestrijdt de idee dat de vrijwillige
brandweer zelf de slangen droogt en 't materiaal
behandeld. Natuurlijk zal de vrijwillige brandweer
indien er materiaal gegeven wordt door de ge
meente, de zeggingschap en behandeling van 't
materiaal door de gemeente aanvaarden. Laten
wij deze zaak eens royaal aanpakken.
De heer van Nederhasselt zegt op het ze'fde
standpunt te staan als den heer Otto. Het brand-
fcluschmateriaal behoort voor beiden hetzelfde te
zijn. Spreker stelt voor dat een combinatie ge
zocht wordt die samenwerking tot stand berengt
tusschen gemeente en vrijwillige brandweer.
De heer Luden waarschuwt vooral de overheid
niet geheel en al uit te schakelen. De overheid
heeft nu eenmaal de bevoegde menschen, o ndat
zij overheid is, die absoluut onmisbaar zijn. Welk
materiaal gebruikt zal moeten worden is nu nog
vervallen in details, het principe hoe staan wij
tegenover de hulp van vrijwillige brandweer is
nu voldoende belicht.
De heer de Waal Malefijt herhaalt wel voor
gemeentelijke en vrijwillige brandweer te zijn.
Alles alleen overlaten aan vrijwillige brandweer
beteekent geen verbetering, want zouden die men
schen vlugger en beter zijn dan 't gemeente-per
soneel?
De heer Schulz wil alleen een practische be
schouwing geven. Het gaat niet om 't principe
overheidszorg en particulier initiatief, het gaat om
de kwestie hoe krijgen wij de beste brandweer,
Het moet worden een edele wedijver, dat er ge
zorgd wordt dat hier zoo weinig mogelijk plaats
heeft.
De heer van Nederhasselt wijst in zijn antwoord
aan den heer de Waal Malefijt erop dat, door de
telefoon die de particulieren hebben, wel degelijk
vlugger bij den brand kan komen.
De heer Otto wijst erop dat plaatsen als Rot
terdam, den Haag, Zaandam, Utrecht enz. een
vrijwillige brandweer hebben die klinkt als een
klok. Indien B. en W. deze zaak tot October rek
ken, dan is de zaak dood; het particulier initia
tief laat zoo niet met zich sollen.
De heer Laan is het particulier initiatief alge-
vallen zoodra hij Wethouder was, besluit de heer
Otto.
De heer van Nederhasselt weerlegt het dat B
en W. de zaak op de lange baan schuiven. Laat
de heer Otto zoo spoedig mogelijk komen met
andere voorstellen voor de Raad, dan zal spreker
er ook aan meewerken dat dit zoo spoedig mogelijk
behandeld wordt.
De heer Laan wijst erop dat zoolang hij Wethou
der is altijd het particulier initiatief opgehouden
heeft, spr. wijst op zijn houding t.o.z. van de rei
niging.
De heer Otto stelt voor de vrijwillige brand
weer als organisatie bij stemming te erkennen.
De Voorzitter zegt toe dat dit wel momenteel
gemaakt kan worden door samenwerking. Doch de
kwestie van het materiaal zal later onderzocht
worden.
Met algemeene stemmen wordt de vrijwillige
brandweer Bloemendaal erkend.
Rondvraag.
De heer De Waal Malefijt vestigt de aandacht
op de Zeeweg, het gevaar voor de fietsen door
d< zandhoopen, ook in voetpaden zijn gaten van
M. diep. Er moet noodig een zandopruiming
plaats hebben.
De heer Laan antwoordt dat wanneer dit goed
aangepakt moet worden, dit eenige duizende gul
dens kost. Er zijn in Bloemendaal meer wegen te
behandelen, doch er moet meer geld komen, want
van de 30.000.die er nog voor de wegen zijn
kan alles niet opgeknapt worden.
De heer Otto wijst erop dat de Zeeweg gebruikt
wordt voor 't inrijden van motorfietsen en auto
mobielen. Is het niet mogelijk dat dit niet meer
gebeurt.
B. en W. kunnen desnoods een der beide wegen
afsluiten voor 't automobielverkeer. Spreker dringt
erop aan het misbruiken der weg te beletten.
De Voorzitter betoogt dat indien er voor de
politie een motor met zijspan disponibel is, dit er
toe bijdraagt dat verschillende bepalingen op het
vervoer beter en doeltreffender worden gehand
haafd.
De heer Laan stelt voor één weg open te stel
len voor automobielen en motoren en één weg
voor rijwielen en voetgangers.
De Voorzitter acht het van belang dat de Raads
leden dat in studie nemen.
De heer van Kessel wijst nog op den wegentoe
stand in Aerdenhout en dringt aan op besproei
ing aldaar.
De heer Laan zegt toe dat Aerdenhout met spra-
mex behandeld zal worden.
Hierna sluiting.
Vrijdagavond concerteerde „Euphonia" in het
Bloemendaalsche bosch op het aardappelveld. De
opkomst van het publiek was ook thans weer
tamelijk groot en wat heel veel wil zeggen; thans
geen stofwolken.
Gelukkig hield het weer zich tamelijk goed.
Koninginnefeesten.
In vervolg op een bericht in ons hoofdblad om
trent de te houden feesten op den verjaardag van
onze Koningin kunnen wij thans reeds het vol
gende programma publiceeren.
Optocht met versierde rijwielen, aanmelding
vóór 10 Augustus a.s. bij den heer W. F. G.
Dankbaar, Brederodelaan 15, Bloemendaal.
Athletiekwedstrijden: Driekampen, loopen,
werpen, springen. Voor Juniores A, 14 en 15 jaar;
voor Juniores B, 16, 17 en 18 jaar; Seniores daar
boven, estafette, 4 maal 80 meter.
Deze wedstrijden worden gehouden onder goed
keuring en volgens de bepalingen der N.A.U. en
zijn opengesteld voor: 1, Inwoners van de ge
meente Bloemndaal; 2. Leerlingen van Bloemen
daalsche Scholen; 3. Leden van Bloemendaalsche
Sportvereenigingen; 4. Personen, werkzaam bij
een Bloemendaalsche firma of bedrijf.
Aanmeldingen vóór 15 Augustus bij Chr. de
Vries, Verbindingsweg 34, Bloemendaal.
Kinderfeesten: Draaimolen, poppenkast, gooche
laar, enz.
Volkswedstrijden: voor mannen en jongens:
Tonste'ken, wedloop met hindernissen, mastklim-
men, blaastrappen, karretje rijden.
Voor dames en meisjes: Bloempotjesloopen,
fietsrijden met hindernissen, eierenloopen.
Aanmelding voor bovenstaande wedstrijden
vóór 10 Augustus a.s. bij de heeren A. E. Beek
man, Bloemendaalscheweg 107, Bloemendaal, G.
Cornelisse, Bloemendaalscheweg 18, Bloemendaal,
B. Doorn, Joh. Verhulstweg 56 (Duinlustpark), H.
Freudenborg, Zijlweg 6, Overveen.
Vogelschieten: Aanmelding bij den heer Alb.
Bos Hzn., Zijlweg, Overveen,
Tot slot: Avondfeest.
Opening Sigarenmagazijn. Woensdag 16 Juli
j.l. opende de heer B. Hombroek en zusters aan
de Korte Kleverlaan, tegenover „de Centrale" een
naar de eischen des tijds ingerichte zaak in tabak,
sigaren en sigaretten, genaamd „De Toerist".
Het perceel ziet er keurig uit, zoowel aan de
winkelbetimmering, door Gebrs. Verduin, als het
schilderwerk, door B. Stals en Zn., is de uiterste
zorg besteed. De electrische installatie is uitge
voerd door den heer C. J. Cassee.
De ondernemer heeft zorg gedragen voor een
groote keuze van rookbenoodigdheden, die goed
gerangschikt in de etalage worden tentoongesteld
lerhooging aan huis bezorgd
SSCHEN en ONDULEEREN f 1.25
KEN In elk genre.
RAAT 69 - Telef. 883
h beleefd aan voor het leveren van
lemslraat 7 SCHOTEN
>E LIGHAi.
Een Levensverhaal.
Aan den door Fenna de Meyier vertaalde en bij
uitgeversmaatschappij „Elsevier" te Amster-
im uitgegeven roman „De Gebrekkige met de
.anden van Licht", van Edouard Estaunié ontlee-
nen wij het volgend levensverhaal.
„Als jonge man, ontmoette ik te Parijs een
vrouw, die per slot niet beter of niet slechter was
n anderen die als fatsoenlijk bekend staan,
moest weldra naar de provincie om mij op een
Notariskantoor in te koopen; ik had een beetje
Beid; de vrouw was vrij en begeerenswaardig; wij
■ngen dus samen wonen, als reizigers die door het
toeval naast elkaar zijn komen te zitten en die
Bes te meer van hun samenzijn genieten, omdat
Hj zeker zijn zoo dadelijk te worden gescheiden..
®n toen het uur kwam van uit elkander te gaan,
■sheidden wij als goede kameraden, dankbaar,
Blaar ook berustend. Wij hadden samen heerlijke
HL ij11 ^00rTc^rac^' Wij hadden elkaar niets be-
jpofd. Van beide kanten zou bitterheid ons af
scheid onnoodig bedorven hebbenMaar eeni-
'*n daarna berichtte een kort briefje mij dat
<?e vrouw zwanger was. Zeven maanden later be-
Ujel zij van een dochter en stierfWat zoudt u
mijn plaats gedaan hebben? Ik ging het kind
•len en bracht het bij mij. Al was ik achteraf
■v, he,el zeker of het wel van mij was; zelfs als
y adigheid beschouwd, zou ik niet beter kunnen
K>en' Zo°dat ik mij als notaris vestigde, met een
Wem kind in huisAls je vijf en twintig jaar
BV?» t a^es luehtig op. Het denkbeeld dat
K. mi)11 huwelijk zou kunnen bederven of
lE'n even in de war brengen, kwam zelfs niet
H °P- ziet, dat de omstandigheden tot hier
toe mets bijzonders hebben...."
|kenmtÏCh om zijn smarte-
wó'on rkpj61" £ekeurdc, was ook niet buitenge-
'S ad een stukje mensch tot last, dat niets
anders deed dan luiers vuil maken en schreeuwen,
dus u begrijpt, dat ik er mij zoo min mogelijk mee
bemoeide. Ik trachtte het zoo goed ik kon te ver
geten en vond het al mooi als ik de min betaalde.
Maar hoe zorgvuldig ik ook ons domein voor elk
afzonderlijk had afgebakend, grenzen bestaan niet
voor een klein wezen, dat op zijn manier leven
wil. Heel spoedig kwam ik voortdurend met het
kind in aanraking, naar aanleiding van alle moge
lijke en onmogelijke zaken. Nu eens waren het de
tanden, dan toiletaangelegenheden. De minste be
wegingen werden als belangrijk nieuws aangekon
digd. In 't kort, hoe veilig beschut ik scheen in
mijn onafhankelijkheid, ik werd door overmacht
gewonnen. En op een goeden dag vond ik het heel
natuurlijk naar het stadhuis te gaan en er vandaan
te komen met een wettig bewijs van vaderschap
in handen. Ik was gevangen en, wat vreemd is,
ook te veel vragen, waarop ik niet antwoorden
kon, en die Henriëtte met des te meer aandrang
deed, omdat zij er den irriteerenden terugslag van
voelde in mijn huwelijk. Dat is alles heel moei
lijk weer te geven. Woorden dikken die fijne scha
keeringen te veel aan. Wat ik nu uitdruk, bestond
wel, maar in een onbegrijpbaren toestand. Nie
mand vermoedde het, zelfs ik niet. Voor de oogen
der wereld, vormden wij integendeel een model
gezin. Zelfs de aanwezigheid van Henriëtte werd
aanvaard, omdat wij geen kinderen kregen. Wat
eerst schandaal had verwekt, werd vergeten; wat
meer zegt, werd ons bijna als een verdienste aan
gerekend! Zoo gingen zestien jaar voorbij, heel
eenvoudig, zonder bijzondere gebeurtenissen. Het
huishouden ging als geolied, op rolletjes. Zooals
alle dingen er hun vaste plaats hadden, schenen
wij ook de onze te hebben. Ik aanbad mijn vrouw;
mijn vrouw scheen van Henriëtte te houden; ik
had reden te gelooven dat Henriëtte ook hield van
haar; en de tijd ging voort, zonder dat wij eenig
voorgevoel hadden van wat er komen ging
O, niemand weet van den afgrond die drie we
zens onder één dak kan scheidenl Zij gaan nooit
van elkaar; zij stellen elkander voortdurend vra
gen; en de gedachten ontsnappen u; de gezichten
liegen; de woorden verbergen; ieder wordt door
den ander bedrogen; en wij weten niets van
elkaar! De hel was in mijn huis; en ik dommelde
nog voort in den schijn van het paradijs!
'Het ontwaken was afgrijselijk.
De datum, zooals u begrijpen kunt, is mij bijge
bleven: 26 October. Het was in den vroegen mor
gen. Wij zaten aan het ontbijt en wachten op
Henriëtte. Ik zie mij nog naar den schoorsteen
gaan om mij een poosje te warmen, terwijl mijn
vrouw de dienstbode opdraagt mijn dochter te
waarschuwen, dat zij te laat is. Plotseling komt
het dienstmeisje terug; „De juffrouw is niet op
haar kamer."
„Heb je in den tuin gekeken?" vraagt mijn
vrouw. En ik keek in dien tusschentijd onverschil
lig naar het dienstmeisje en wachtte haar ant
woord af, alsof het mij niet aanging,
„Ja maar.... de juffrouw heeft hier zeker niet
geslapen. De sprei ligt nog op het bed."
„Wat zeg je?"
Mijn vrouw stond op en kwam bij me; ik be
greep nog altijd niets. Zij schudde mij bij den arm;
„Hector, versta je!"
En toen scheurde pas de wolk; een bliksemflits
gloeide en deed mij tot in het merg van mijn ge
beente rillen,
Henriëtte weg! maar waarom? Ik keek mijn
vrouw onderzoekend aan: Aan haar bleekheid zag
ik, dat zij ook, lang vóór mij, geraden had, dat
een nieuw schandaal, duizendmaal erger dan het
eerste, mijn huis had getroffen, en daar gingen
wij beiden de trap op, met onzekere beenen, als
ik had er geen spijt van
Vier jaar later trouwde ik. Mijn vrouw had van
te voren berust in den toestand en mij aangebo
den Henriëtte als een eigen dochter te behande
len. Ik vond het heel natuurlijk. Als je liefhebt,
vind je al de offers natuurlijk, die het geluk waar
je naar verlangt, moeten bevorderen. En dus wa
ren wij van dien tijd af met ons drieën in huis;
drie menschen die het geluk schijnbaar zóó maar
voor 't grijpen hadden! Hetgeen gebeurde...."
Hier verloor Champel zijn afwezigen blik en
wendde zich tot mij: „Eerst moet ik u zeggen wie
mijn vrouw was!.Toen ik haar trouwde, zag zij
er uit als een verlegen schoolmeisje, als een teer
plantje, dat niet leven kon zonder zich aan een
sterken stam vast te hechten. Heel rijkblijk
baar te rijk voor mij.... maar daar dacht ik niet
aan. Een hartstochtelijke liefde dreef ons tot
elkander; en evengoed als het mijn vrouw er toe
bracht het bestaan van Henriëtte op den koop
toe te nemen, maakte het mij verblind.
Wie haar nu ziet, kan zich niet voorstellen hoe
zij toen was: die onschuldige oogen, die kinderlijke
glimlach, die zachte stem!Zij sprak zooals
een ander zingt. Niemand dacht er aan dat zij een
eigen wil kon hebben. Ik had altijd lust haar te
behandelen als een kind, dat zoet genoeg is om
geen grillen te hebben, maar niet genoeg om zich
voor iets anders dan voor beuzelingen te interes
seeren. Tot mijn blijde verwondering merkte ik,
dat het kind op den koop toe een uitstekende
huisvrouw was, dat zij nooit anders dan verstan
dige dingen zeide en ten slotte dat zij, zonder ooit
haar stem te verheffen, en zelfs zwijgend, won
derlijk goed alles wist te regeeren en zich alleen
scheen bezig te houden met wat haar werd toe
vertrouwd. Begrijpt u nu, hoe ik onder haar in
vloed kwam? Ik werd niet alleen gedreven door
mijn liefde; ik had er immers alle reden voor,
nu 'alles in schijn zoo evenwichtig en rechtvaardig
verliep.
Zet nu tegenover dien schijn ik gebruik dit
v/oord opzettelijk een ongehoorzaam kind, met
een levendige verbeelding, altijd in opstand, om
dat opstandigheid haar in 't bloed zat, en bedenk
dan of ik beter kon doen dan tegen mijn vrouw
zeggen: „Ik laat het kind aan je leiding over;
vorm haar, als je kunt, naar je eigen beeld!" In
mijn plaats zou iedereen zoo gehandeld hebben!
Herinner u ook in welke onzekerheid ik Hen
riëtte bij mij had genomen; dat ik, achteraf, mij
meer door gewoonte dan door instinct aan haar
gehecht voelde; en u zult niet zoo verwonderd
zijn, dat ik na mijn huwelijk weer wat losser van
haar werd. Mijn genegenheid, die geen echte tee-
derheid was, werd daarenboven slecht beloond.
In den loop der tijden was het of een scheids
muur tusschen ons verrees, die telkens hooger
werd en gevormd was door wederzijdsch en onwil
lekeurig gemis aan begrip. Misschien waren er
dronken menschen. Wij kwamen in de kamer.
Alles was er netjes en onaangeroerd. De meubels
zagen er kalm uit, het bed leek maagdelijk, en
toch schreeuwde alles ons toe, dat mijn dochter
was gevlucht!
Bij het zien van dat alles, gelukte het mij einde
lijk te spreken: „Zou zij niet wat achtergelaten
hebben? een briefje.... of iets anders?
„Natuurlijk.... dat moet...."
Onze handen zochten op tafel. Mijn vrouw zocht
met evenveel ijver als ik. Wij leken wel honden,
die driftig naar een spoor zoeken. En terwijl ik
dat deed, kreeg ik den indruk of de muren om me
heen begonnen te buigen als boomtakken, dat de
vloer op en neer rolde en heel het universum
mijn dronkenschap deelde.... Eindelijk vonden
wij een couvert. Ik greep het. Een minuut die
een eeuw leek verging vóór ik den inhoud
kende: „Ik ga heen met hem dien ik liefheb. Ver
geet mij, zooals ik vergeet."
Dat was alles. Geen woord van spijt of ver
driet. Bijna een verwijt! Zou ik slecht gelezen
hebben? Ik volhardde er in het briefje over te
lezen en langzamerhand voelde ik een verscheu
rend verdriet, zooals ik nooit gevoeld had. Het
scheen me of een ramp op mij neersloeg, en dat
jaren voorbijgingen in een seconde. Domweg be
gon ik te huilen. Mijn vrouw omhelsde mij: „Het
is niet jouw schuld! je moest er op bedacht
zijn!...." Zij schreide met mij; tenminste, dat ver
beeldde ik mij. Maar terwijl ik door mijn tranen
heen naar haar opkeek om haar te bedanken,
kreeg ik ineens het gevoel of zij glimlachte. Wat
was het: opluchting, ironie, blijdschap, medelijden?
In elk geval, ik zag dien glimlach; ik zweer dat
ik hem gezien heb! ik vergis me niet.... En die
glimlach .mijnheer, op zulk een oogenblik, dat was
al mijn toekomst; misschien ook mijn verleden!..
Wij begonnen.I"