JE NIJVERHEID" Carrosserieën OPRUIMING ELECTRISCHE MELKINRICHTING J. WALTER, BloniM - Telefoon 22509 A. H. v. d. STEUR Jr. Fa. HOUTGRAAF BOLSENBROEK r~r Electrische Rijtuig-Wagenmakerij H. J. A. v. ZOMEREN H. BOERENDANS Antieke Meubelen MAISON LAMBOUR De onge j. huybens- W. F. HOED J. J. LANSDORP i: H. Dijkman, Carrosseriemaker SMEDERIJ vanH.DE MON Voor de Kinderen. ROOMBOTER bericht de ontvangst der NOUVEAUTÉ'S voor het aanstaand seizoen Vraagt prijsopgaaf Vraagt prijsopgaaf Behangerij Stoffeerderij Beddeninakerij KODAKS EN FILMS I Brandstoffenhandel Fa. J. H. KRÜL Jr. Marmerwerken en Schoorsteenmantels Grafmonumenten Atelier „LE NOBEL" Fijne Wasch- Glans- en Strijkinrichting MELK- EN ZUIVELPRODUCTEN Hoogstfijne ROOMBOTER EIEREN GOUDSCBE-, LEIDSGHE- en VOLVETTE jg* EDAMMER KAAS J. P. MAAS - BLOEMENDAAL ïi H. Aannemers en Kuiseigenaren TILBURG en HALM Verhuur= en Reparatie-Inrichting; Rijwielen Automobielen Agent der „UNION"-RIJWIELEN JAC. J. VAM LEUVEN Amstertamsclievaart 26-28 en 28a Haarlem Opgericht 1876 Telefoon 2311 Ingericht naar de laatste eischen des tijds Vraagt Prijscourant Zee- en Rivierviscliliaiideï F. KARTENBGRP Fa. j. P. STAAL - Bloemetidaal Hesren- en Dameskleermaker KLEVERPARKWEG 154 - TEL. 303 Internationaal Meubeltransport onder garantie Nagizaamstraat 65, Haarlem Telefoon 2470 ADR. KÖHLINGER, Cuisinier C. CASSEE Magazijn „DE HERTEKOP" s= ZIJLVEST 3 DAMES! T. DOEVENDANS Jansstraat 31 F. BROERSMA Timmerman, Metselaar en Aannemer SCHOUTEN's MAGAZIJN S- KUIPERS Kleverparkweg 70, Tel. 1543 g Rampenlaan 52 Overveen SCHOENMAKER Garenkokerskade 20 Gaelstraat 26 Haarlem Gefl. 0. Cracht 62, Haarlem Verhuur van Luxe Automobielen Stalling en Onderhoud Bloemendaalscheweg 8 - Tel. 22387 BLOEMENDAAL Stock - Michelin HUDSON ESSEX A. G. KRUUP BLOEMIST J. WINDHORST DROGIST P. J. STEFFENS I; Judith Leysterstraat 15, b.d. Kleverlaan Haarlem Reparatie-inrichting voor Luxe Carrosserieën P. H. Brinkman, Fa. Wed. J. de Reiger f8e JAARGANl Uitg ROJM Prima versche agg Speciaal adres voor le kwal. Bl'daalschestraatweg 20 t.o. het Postkantoor Speciaal adres voor Ramen, Deuren, Kozijnen, Trappen en Verbouwingen. Leidsche Vaartweg 112 HEEMSTEDE Werkplaats: Lange Boogaardstraat 15 HAARLEM is een artikel van vertrouwen, wend U daarom tot een oud vertrouwd adres. L)e naam (gevestigd ongeveer 1838) waarborgt de kwaliteit. Bezorging dagelijks voor Haarlem en omstreken zonder prijs- verhooging (marktprijs). J. H. C. v. RUYVEN, Jansstraat 12, Haarlem. Telef. 1212 Wagenweg 27 Telefoon 1741 HAARLEM Levering van alle soorten visch, ook gefileerd Beveelt zich beleefd aan voor de levering van: IJlbot, Snoek, Baars, Tong, Tarbot, Schol, Griet, Kabeljauw, Schelvisch, Versche en gerookte Zalm en Faling, Ansjovis, Nieuwe Haring, Garnalen, enz., enz. Paling in Gelei. Gebakken Visch. STEEDS VERSCHE EIEREN VOORRADIG Men wordt beleefd verzocht op den voornaam te letten. OPGERICHT 1845 TELEFOON 22242 KRUIDENIERS- EN GRUTTERSWAREN COMESTIBLES, FIJNE VLEESCHWAREN DROGISTERIJ SCHOONMAAKARTIKELEN TEGENOVER DE TECHNISCHE SCHOOL Korte Kieverlaan 23 - Tel. 22299 Boschlaan 7 Speciaal adres voor het vervaardigen van alie soorten Tevens goedkoopst adres voor nieuw en reparatie aan alle soorten wagens Parklaan 101, HAARLEM, Tel. 2032 Levering van: KOUDE DEJEUNERS DINERS EN SOUPERS EN WARME SCHOTELS 9 DELISTR. 38 SCHOTEN BILLIJKE PRIJZEN VLUGGE BEDIENING Prijsopgaaf wordt kosteloos verstrekt OOOO JOOCXXXXXJOOOCOOOOOCXJOOOCCQGCÜCCCOOCDCCOC HEINEKENS EN AMSTEL BIEREN - MEDICINALE EN GAZEUZE DRANKEN - WIINEN DER FIRMA'S IAGER GERLINGS, HOFLEVERANCIER, EN DE LUZE ET FILS BINNEN- BUITENLANDSCHE LIKEUREN Bloemendaalscheweg 14 - Telefoon 22265 COOOOOOODCXXXICOOOSGOOOOQOOOCOOGQOOOOOOOCOOOC PUDDINGEN, IJS, enz. Dagelijks uitzenden van Diners a f 1.25 KOOPT NU tegen spotprijzen, ook ruilen tegen gewone meubelen. Kabinetten, da mes en heeren bureaux, commode's halfmaantafeltjes, enz. enz. enz. Komt eens kijken Vrij entrée Repareeren van antiek porselein enz. LAAT UW HAAR WASSCHEN EN KAPPEN BIJ Dames- en Heerenkapper Haarwerker Let op het huis met witte uithangbol KINDERHUISSINGEL 58 HAARLEM TELEF. 3111 Ontwikkelen en afdrukken GROOTE MARKT 23a Telef. 744 VRACHTRIJDER o®®©®®®©®®®®©®©®©#©©®©®©®©®®®®®©®®®©©*®*®®©© OVERVEEN TELEFOON 1617-22012 (Na 5 uur en Zaterdag na 1 uur alléén 22012). ©••«••••®e®©e®s®90®e®e®®®®®o®®®»0®069««<»«®®ê Ondergeteekende beveelt zich beleefd aan voor het leveren van STEENHOUWERIJ: van Sillemstraal 7 SCHOTEN OVER DE LIGHAL SALONS VOOR DAMES HAARWASSCHEN,ONDULEEREN B HOOFD- EN GEZICHTSMASSAGE, MANI- CURE EN HAARBEHANDELING Tevens uitstekend adres voor het vervaardigen van alle soorten en mo dellen Haarvuilingen en Postiche's Handel in Grond, Mest, Grint enz. Telefoon 2077 SIOAR EX 31A GA ZIJ N T KLGVEKPARK Specialiteit in IMPORT-SIGARETTEN en KWALITEITS-S1GAREN CHR. NAWEE Ostadestr. 14, Haarlem, Tel. 2563 Gebrandschilderd Glas Gebrandschilderde Lampen Glas in Lood Telefoon 1042 Gevestigd 1892 Automobielen - Motorrijwielen Aanleg en onderhoud van tuinen. Levering van boomen, planten en gewassen. Kweekerij: Zijlweg 74. Woonplaats: Midden Tuindorplaan 22, Overveen. Tel. 3819. 900e0®eo0000o®®0se®000®o090®$@ee00©®®e©0 0000 Tel. 22195 BLOEMENDAAL Tel. 22195 ©©•se»90e«0®®0®®e000®o00®00®000000009e0a0e»» Nassaulaan 69 HAARLEM Grofsmederij en Constructie werkplaats Floresstraat 71 - SCHOTEN VERWULï T 7 Opgericht 1819 TELEFOON 215S Groote sorteering FIJN MANDENWERK - TUIN- EN SERRE-MEUBELEN N.B. Specialiteit in eigen gemaakte Reis- en Waschmanden, Fietsmanden, enz., enz. REPARATIE-INRICHTING DE VERJAARDAG. „Morgen ben ik jarig, nog maar één nachtje, Heerlijk. Morgen! Wat zou ik van vader en moeder krijgen? Hé, 'k wou dat hei al morgenochtend was!" Den heelen dag was Piet ongeduldig ge weest, hij kon maar niet stil zitten. Telkens vroeg hij aan moeder of hij nog niet wat voor haar doen ken, of zij nog niet een boodschap voor hem had, en dan weer of hij even naar Mien-tjes poesjes mocht gaan zien, die hadden van'daag voor 't eerst de oogjes open, 't waren zulke snoesjes. „Hé, moe, ik wou dat het al morgen was", zei hij tel kens. „Dat geloof ik best", zei moeder, en ze lachte een beetje, „je 'bent ook maar eens in 't jaar jarig. Ik weet wel wie er morgen blij zal zijn!" „Toe, moe, zeg het nu eens", „Nee, nee, nog maar één nachtje, jongetje". Al om 6 uur was Piet wakker geworden. Om 7 uur, had moe gezegd, mocht hij opstaan. Het had juist buiten op de klok 6 uur geslagen. Nog een uur dus stil zijn. Een beetje zachtjes zingen, de figuren van het behang tellen, wat spelen met de wolletjes van de deken en naar de vogeltjes bui en luisteren. Wat was het toch heerlijk in Mei jarig te zijn. Hoor ze eens een lawaai maken, de meeste drukte kwam van die spreeuwen, en dat was een merel; musschen waren toch ook wel aardig. Lieve kraaloogjes hadden ze, Piet hield dol veel van dieren, hij kon er maar niet genoeg naar kijken, en altijd weer hoopte hij er van te hooren vertellen, wanneer ze buiten wandelden. Hoe de vogels nestjes maakten, waaraan je zien kon van wie de eieren waren, wat ze aten, wanneer ze wegtrokken, dat moest hij allemaal weten. Laatst hadden ze ook in een sloot gevischt, wat was 'dat aardig geweest. Henk had zoo'n netje en een hark, en die wist goede plekjes, waar salamanders zaten.... „Tik, tik, zeven uur, opstaan". Roef, eruit, was 't nu al zeven uur? Gelukkig. Gauw wasschen. Heerlijk, 't was mooi weer. 't Beste pak had moeder gisterenavond al klaar ge legd. In een kwartier was ie aangekleed en stond op 't portaal. „Mag ik al in de kamer" vroeg hij. „Nog even wachten, we zijn dadelijk klaar" Hij ging nog even in zijn slaapkamertje; daar had hij warempel vergeten 't bed af te halen. Gauw maar gedaan. Juist was hij ermee klaar, toen hij hoorde vader roepen: „Kom maar, Piet!" Met twee sprongen was hij in de kamer. Daar stonden vader en moeder bij 't eene raam en hij stormde naar hen toe. Moeder pakte hem eens goed en vader gaf hem een kus.' Maar wat was dat, ze hadden geen pakje voor hem. Zou hij soms van 't jaar niets.... Maar voor hij 't nog gedacht had, daar gingen ze iéder aan een kant van 't raam staan en op het oude bloementafeltje stond een groote glazen, vierkante bak met helder water ge vuld, en daar zwommen vischjes in. Piet's oogen schitterden. Een aquarium; zoo'n bak, waar hij al een heel jaar naar verlangd had. Hij vloog naar vader toe, want hij wist, dat die het uitgezocht had. „O, ik dank u wel, ik ben er zoo blij mee". „Dat is goed jongen en er nu maar goed opge past, anders heb je er verdriet van". Dat zei vader, maar hij had er geen ooren naar. Hij stond al weer in het water te kijken. Wat zag het er allemaal frisch en jong uit. Op den bodem 'helder wit zand, daaronder, dat kon je door 't glas zien, een laagje zwarte aarde, daarin stonden met hun wortels een paar forsche waterplanten. Er was er een met lange, dunne blaadjes en een, die zulke lange stelen had, dat de blaadjes bovenop 't water dre ven, en mooie groene slingers dreven in het water, bovenin. O, daar zat een waterslakje, en daar tus- schendoor, in dien tuin onder water, zwommen statig en kalm een goudvischje, een voorntje en een paar stekeltjes. Wat kon je ze goed zien! Tel kens gingen ze naar boven, hapten wat met den bek boven 't water en sierlijk met den staart zwenkende, zwommen ze weer naar beneden. „Wat doen ze toch boven aan 't water, eten ze daar iets?" „Nee ze spelen maar wat en hap pen een beetje lucht naar binnen", zei vader, die ook nog maar steeds te kijken stond. „Je weet toch wel, dat alle dieren lucht noodig hebben, an ders gaan ze dood. Voor visschen zit er genoeg in 't water, maar nu en dan happen ze toch nog een beetje pure lucht boven aan den bak. Kijk, daar gaat er weer eentje naar boven. Maar dat is maar gespeel. Als 't water maar goed versch is, dan kunnen ze, met wat er in 't water zit, best toe". „Maar wat moeten ze dan eten?" vroeg Piet, die zelf zeker ook een beetje zin in een boter ham kreeg. „Nu, dat zal ik je onder 't ontbijt wel vertellen" zei vader, „want ik moei gauw weg". Piet moest altijd zorgen, dat het aquarium rustig stond, op een vaste plaats, niet erg warm en toch een beetje zon, dat hadden de planten zoo noodig. De planten zorgden verder voor 't schoonhouden van het water en ook voor de lucht in 't water, die de visschen noodig hadden. Dat zouden ze Zondagmorgen wel samen eens bekijken. Piet was een en al aandacht. „Maar wat eten ze nu?' vroeg hij nog eens. „O, dat is waar ook, dat zal ik van avond voor je meebrengen, maar ik moet nu weg. Dag Móéder, dag Piet", weg was hij. Piet wipte direct ook van zijn stoel en stond al wea naar zijn visschen te kijken. Daar zat een slakje tegen die plant aan en 'hij zag van voren een snuit bewegen, hij at van de plant. Hij wachtte een tijdje, of ook de visschen stukjes van het blad af zouden happen. Maar nee, die bekommerden zich om die groene sprieten niet. Maar opeens daar zag hij de goud- visch zijn bek: ver open doen en hap deed hij, en ■daar ging iets naar binnen, een klein, wit beestje was het geweest. Verbaasd keek Piet in 't water. O, dat had hij warempel nog niet gezien, daar waren massa's kleine, witte beestjes in 't water, die zwommen daar met kleine schokjes rond. Daar en daar, overal waren ze. O, 'daar zaten er op den bodem, ze waren heel klein, maar 'hij kon zien, dat ze ook hier en daar aan bladen en stelen van de planten zaten. Nu nog eens wachten of de goud- visch er een opslokte. Maar rustig zwommen de vischjes rond. „Jongetje, zou je niet eens naar school gaan, 't is kwart voor 9." Hé, wat ver velend nu, hij had juist zoo graag willen kijken wat de visschen deden met die kleine spikjes in 't water. „Nu, maar alles staat er immers om 12 uur nog net zoo", zei moeder. Piet rende naar school, want opeens bedacht hij, dat Henk 't nog niet wist. Nu konden ze samen gaan visschen Woensdagmiddag en de vangst in 't aquarium doen en in leven houden en goed bekijken. Henk was al even blij. Hij had den vorigen Zondag een sloot gezien, waar vast salamanders in zaten. Hij wist ook mooie, zwarte torren te zitten, maar dat was een 'heel eind loopen. Achter de boerderij van baas Jansen. Nou goed, dan gingen ze dezen Woensdagmiddag, morgen dus. Henk zou het netje meebrengen en de hark, en Piet zou zien een flesch of een emmertje te krijgen, om de vangst in te doen. 's Avonds kwam vader thuis, Piet ging direct naar hem toe. „Ik heb hem zien eten", zei hij. „Wie zien eten?" vroeg vader. „De goudviscb heeft een wit beestje opgehapt en de witte beestjes zitten overal in 't water en op de plant en de slak eet van de plant", vertelde Piet in één adem. ,,0, dat is waar ook, ga eens in mijn jaszak voelen, daar zit een wit spanen doosje in met visscheneten". „Visschen-eten?" vroeg Piet, toen hij met het doosje terug kwam. „Ja, vent, zoo'n doosje kost 5 cent en dat kun je in winkels krijgen, dat noemen ze mieren-eieren, en daarmee kan je je vissc'hen in leven houden". Mieren eieren, houden ze daar dan van, moeten ze dan geen brood hebben?" „Nee, jongen, een enkel stukje brood kan geen kwaad, maar het zijn echte roofdieren, die visschen, ze eten in de slooten alleen maar andere dieren op, en omdat je aquarium-bak niet zooals een sloot vol zit met andere kleinere dieren, moet je ze helpen om te blijven leven en ze voeren met dieren De kweekers hebben nu miereneieren in 't groot verzameld. Het zijn eigenlijk jonge mieren in de pop; omdat die gemakkelijk bij de mieren- hoopen te verzamelen zijn; die geef je ze nu in- plaats van wat ze buiten allemaal zelf zouden van gen. „O, dus ze eten eigenlijk liefst andere dieren op, en eigenlijk geen brood en planten". Piet zat een tijdje te denken. „En wat eten dan de kleinere"? „Ja, sommige kleine dieren eten ook weer nog kleinere dieren, maar de meeste kleine eten planten. Weet je niet meer, dat 1k je eens verteld heb wat een lijster allemaal voor torretjes w'rmen, vliegjes, rupsen at, eer hij zijn buikje vol had en ons zijn mooie liedje kon voorzingen en weet je niet meer, hoe we toen zeiden: rupsen, wormen, torren leven bijna allemaal van planten- kost; als de planten er niet waren, konden er geen insecten en geen wormpjes zijn en zonder die zouden er geen vogels kunnen leven?" „Ja", zei Piet, „dat weet ik nog wel. Maar ik wist niet, dat er zooveel dieren elkaar opaUn. Is dat niet akelig? Nu die visschen elkaar ook al. En de plan ten worden dus ook weer gébruikt door die beestjes." „Ja Piet, de planten, die beginnen. Met hun wortels zitten ze in den grond, met hun bladeren in de lucht en de zonneschijn. Met hun mooie bloe men bloeien ze en maken zaad. Zij maken van het sap van de aarde, van lucht en water en door de zonnewarmte zichzelf iets wat dieren niet zou den kunnen. Zoo groeien en gedijen ze en worden stevig en zijn zonder het zelf te willen de voor raadschuur voor alle dieren, ook voor de men- schen. Sommige dieren azen op de bladeren, dat zijn rupsen, andere op de bloemen, dat zijn vliegen en bijen, weer andere op de wortels, en een heele- boel op de zaden; dat doen ook wij groote men- schen. Denk maar eens aan 't graan, aan appels en peren, en aan boonen en erwten. „Die arme planten", zei Piet met een ernstig gezicht, „dan houden zij zelfs niets over en zullen zij wel dood gaan". Toch niet, mijn jongen, er zijn zooveel planten en zij zijn zoo stevig en gezond, en zij maken zooveel zaadjes, dat ze wel een klein beetje kunnen missen. Ze maken dus uit de sappen van de aarde, uit het water, uit de lucht en uit de zonneschijn zooveel, dat er kleine en soms ook groote dieren van kunnen bestaan, en dat ze zelf nog een heeleboel overhouden. Van die dieren leven weer andere grootere dieren, maar ook van die blijven er nog altijd genoeg in leven. Er zijn veel dieren, die niet anders kunnen eten dan dieren; denk maar eens aan de merels, de zwalu wen eten bijna niets dan insecten. Leeuwen eten andere dieren: schapen, geiten, wat ze maar kun nen krijgen. En onze katten hebben wij wel ge wend om ook van aardappelen te eten en van brood. Maar of ze 't lekker vinden? 't Liefst peu zelen ze toch een vischje, of gaan op jacht naar jonge vogels. Dat kun je de kat maar niet afloeren, dat is zijn natuur. Piet had aandachtig geluisterd. „Maar nu gaan we naar bed", zei moeder. 'Hij had nog niet veel slaap. Maar t was al lang over tijd. Nadenkend kleedde hij zich uit en in zijn bedje kon hij eerst maar niet slapen en dacht aan alles wat hij ge hoord had. Dus de goudvisschen konden niet an ders dan de mierenjongen eten en de witte beestjes in het water en de mieren aten weer van de planten in 'den tuin, en de witte beestjes in 't water knabbelden aan de planten en de slakken ook, en de mooie, goede planten stonden maar te groeien en te bloeien; en de dieren namen allerlei van ze weg. Maar de plant maakte overvloed, als 't maar mooi en lekker weer was. O, de lieve zon, die was het eigenlijk, ja, ook wel de sappige vruchtbare aarde en het frissche water en de versche lucht. Maar de mooie, koesterende, hel dere zon, die maakte de planten zoo krachtig. En zoo sliep hij in en droomde heel den nacht van wat hij alles gehoord had. Hij droomde, dat hij mei Henk had gevischt en dat hij prachtige gouden salamanders in zijn aquarium-bak had, en dat de visschen die hadden opgegeten, en dat er een groote vogel aan kwam vliegen, die zijn goudvisch wegpikte, en dat de vogel op zijn bed kwam zit ten en een prachtig lied zong. Toen Piet den vogel wilde grijpen, werd hij wakker en hij hoorde den merel zijn morgenlied zingen. Gauw sprong hij uit bed en liep in zijn nachthemd direct naar zijn aquariumbak. Gelukkig, de visschen zwommen nog 'kalm rond. Alles was nog net als gisterenavond. Want 'hij vond het wel niet zoo akelig meer dat het eene dier van het andere leefde, maar hij hoopte toch nog zoo, dat hij lang naar zijn vischjes zou kunnen kijken. Voor een half Ik heb gevoeld, dat omgang men beter woi heel de wereld verschi A De dag wanl Is alles stil Uit het dal i Rijst weer m Ik zie de aa De nacht t Alles zwijgt In d' avondv Ben ik wed< Dit oogenb O geen leed Geen stille s C. S. ADA V, (Nadruk Onder de voorstel ming van den kalen enze regeering doo geraadpleegd, is ei aanbeveling verdien dat het nieuw in te van 365 slechts 3 waardoor men vier i elk van 91 dagen, ve: mee men het thans korten en die in se malen lang zal zijn, loosd; hij bestaat wi naam of bestemming telde dag. Ik weet niet, of d< kans op invoering 1 daarvan zou ik veel g meene aanvaarding dag. Eén dag in het niet verantwoordelijk ons rekenschap hoef doen en latenook on Een algemeene vacaj de andere gewichtig* lijke dagen de rol zal in een circus. Of liet wij gemeenschappen, rade spelen; ons am onzen naam zelfs hi want niets telt mede dag. Wij bestaan niet; r daag voor de werelc met haar verwikkeli slaat een dag over; gezin laten voor één eischen varen. Deze d oterschot, het gescht Koop toekrijgen, om wij willen. De instelling van komt tegemoet aan ei eischen van het mens is een zielkundige noc m den grond van ons 1 Ja- °°k gij v kinderen. En g„ Lpri dertij d nog heel goed telijkste bezit is gew'e Misschien hebt gij voorrechten, wien het Speelgoed, eten en d ken. En geld, ja spaarbankboekje en t jaardag kwam'er een daalder van tante 0f hadt ge aan dit geld den dag, daar kreegt g enkel onnoozel dubbelt ge aan vader en moec niet op de spaarbank in uw zak mocht hou doen wat ge wildet. Welk een schat was kondt er allerlei dingei dingen, die thuis tot behoorden, want ge ééne stukje geld geen te leggen. Misschien h zonderling ding voor g thans lacht. Maar was Juist om dingen voor 1 de anderen zouden heb se er vader en moeder zouden ze boos zijn ge den mal hebben gehou trachten te overreden,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1924 | | pagina 4