JE NIJVERHEID"
Carrosserieën
OPRUIMING
ELECTRISCHE MELKINRICHTING
J. WALTER, BloniM - Telefoon 22509
A. H. v. d. STEUR Jr.
Fa. HOUTGRAAF BOLSENBROEK
r~r
Electrische Rijtuig-Wagenmakerij
H. J. A. v. ZOMEREN
H. BOERENDANS
Antieke Meubelen
MAISON LAMBOUR
De onge
j. huybens-
W. F. HOED
J. J. LANSDORP
i: H. Dijkman, Carrosseriemaker
SMEDERIJ vanH.DE MON
Voor de Kinderen.
ROOMBOTER
bericht de ontvangst der
NOUVEAUTÉ'S
voor het aanstaand seizoen
Vraagt prijsopgaaf Vraagt prijsopgaaf
Behangerij Stoffeerderij Beddeninakerij
KODAKS EN FILMS
I Brandstoffenhandel Fa. J. H. KRÜL Jr.
Marmerwerken en Schoorsteenmantels
Grafmonumenten
Atelier „LE NOBEL"
Fijne Wasch- Glans- en Strijkinrichting
MELK- EN ZUIVELPRODUCTEN
Hoogstfijne
ROOMBOTER
EIEREN
GOUDSCBE-,
LEIDSGHE- en
VOLVETTE
jg* EDAMMER
KAAS
J. P. MAAS - BLOEMENDAAL
ïi H. Aannemers en Kuiseigenaren
TILBURG en HALM
Verhuur= en Reparatie-Inrichting;
Rijwielen Automobielen
Agent der „UNION"-RIJWIELEN
JAC. J. VAM LEUVEN
Amstertamsclievaart 26-28 en 28a Haarlem
Opgericht 1876 Telefoon 2311
Ingericht naar de laatste eischen des tijds
Vraagt Prijscourant
Zee- en Rivierviscliliaiideï F. KARTENBGRP
Fa. j. P. STAAL - Bloemetidaal
Hesren- en Dameskleermaker
KLEVERPARKWEG 154 - TEL. 303
Internationaal Meubeltransport onder garantie
Nagizaamstraat 65, Haarlem
Telefoon 2470
ADR. KÖHLINGER, Cuisinier
C. CASSEE
Magazijn „DE HERTEKOP"
s= ZIJLVEST 3
DAMES!
T. DOEVENDANS
Jansstraat 31
F. BROERSMA
Timmerman,
Metselaar
en Aannemer
SCHOUTEN's
MAGAZIJN
S- KUIPERS
Kleverparkweg 70, Tel. 1543 g
Rampenlaan 52 Overveen
SCHOENMAKER
Garenkokerskade 20
Gaelstraat 26
Haarlem
Gefl. 0. Cracht 62, Haarlem
Verhuur van Luxe Automobielen
Stalling en Onderhoud
Bloemendaalscheweg 8 - Tel. 22387
BLOEMENDAAL
Stock - Michelin HUDSON ESSEX
A. G. KRUUP BLOEMIST
J. WINDHORST DROGIST
P. J. STEFFENS
I; Judith Leysterstraat 15, b.d. Kleverlaan Haarlem
Reparatie-inrichting voor Luxe Carrosserieën
P. H. Brinkman, Fa. Wed. J. de Reiger
f8e JAARGANl
Uitg
ROJM
Prima versche agg
Speciaal adres
voor le kwal.
Bl'daalschestraatweg 20 t.o. het Postkantoor
Speciaal adres voor Ramen, Deuren, Kozijnen, Trappen
en Verbouwingen.
Leidsche Vaartweg 112 HEEMSTEDE
Werkplaats: Lange Boogaardstraat 15 HAARLEM
is een artikel van vertrouwen, wend U
daarom tot een oud vertrouwd adres. L)e
naam (gevestigd ongeveer 1838) waarborgt de kwaliteit.
Bezorging dagelijks voor Haarlem en omstreken zonder prijs-
verhooging (marktprijs).
J. H. C. v. RUYVEN, Jansstraat 12, Haarlem. Telef. 1212
Wagenweg 27 Telefoon 1741 HAARLEM
Levering van alle soorten visch, ook gefileerd
Beveelt zich beleefd aan voor de levering van:
IJlbot, Snoek, Baars, Tong, Tarbot, Schol, Griet, Kabeljauw,
Schelvisch, Versche en gerookte Zalm en Faling, Ansjovis,
Nieuwe Haring, Garnalen, enz., enz.
Paling in Gelei. Gebakken Visch.
STEEDS VERSCHE EIEREN VOORRADIG
Men wordt beleefd verzocht op den voornaam te letten.
OPGERICHT 1845 TELEFOON 22242
KRUIDENIERS- EN GRUTTERSWAREN
COMESTIBLES, FIJNE VLEESCHWAREN
DROGISTERIJ SCHOONMAAKARTIKELEN
TEGENOVER DE TECHNISCHE SCHOOL
Korte Kieverlaan 23 - Tel. 22299 Boschlaan 7
Speciaal adres voor het vervaardigen van alie soorten
Tevens goedkoopst adres voor nieuw en reparatie
aan alle soorten wagens
Parklaan 101, HAARLEM, Tel. 2032
Levering van:
KOUDE
DEJEUNERS
DINERS
EN SOUPERS
EN WARME
SCHOTELS
9
DELISTR. 38
SCHOTEN
BILLIJKE PRIJZEN VLUGGE BEDIENING
Prijsopgaaf wordt kosteloos verstrekt
OOOO JOOCXXXXXJOOOCOOOOOCXJOOOCCQGCÜCCCOOCDCCOC
HEINEKENS EN AMSTEL BIEREN - MEDICINALE EN
GAZEUZE DRANKEN - WIINEN DER FIRMA'S IAGER
GERLINGS, HOFLEVERANCIER, EN DE LUZE ET FILS
BINNEN- BUITENLANDSCHE LIKEUREN
Bloemendaalscheweg 14 - Telefoon 22265
COOOOOOODCXXXICOOOSGOOOOQOOOCOOGQOOOOOOOCOOOC
PUDDINGEN, IJS, enz.
Dagelijks uitzenden van Diners a f 1.25
KOOPT NU
tegen spotprijzen, ook ruilen tegen
gewone meubelen. Kabinetten, da
mes en heeren bureaux, commode's
halfmaantafeltjes, enz. enz. enz.
Komt eens kijken Vrij entrée
Repareeren van antiek porselein enz.
LAAT UW HAAR WASSCHEN
EN KAPPEN BIJ
Dames- en Heerenkapper
Haarwerker
Let op het huis met witte uithangbol
KINDERHUISSINGEL 58
HAARLEM TELEF. 3111
Ontwikkelen en afdrukken
GROOTE MARKT 23a
Telef. 744
VRACHTRIJDER
o®®©®®®©®®®®©®©®©#©©®©®©®©®®®®®©®®®©©*®*®®©©
OVERVEEN
TELEFOON 1617-22012
(Na 5 uur en Zaterdag na 1 uur alléén 22012).
©••«••••®e®©e®s®90®e®e®®®®®o®®®»0®069««<»«®®ê
Ondergeteekende beveelt zich beleefd aan voor het leveren van
STEENHOUWERIJ: van Sillemstraal 7 SCHOTEN
OVER DE LIGHAL
SALONS VOOR
DAMES HAARWASSCHEN,ONDULEEREN B
HOOFD- EN GEZICHTSMASSAGE, MANI-
CURE EN HAARBEHANDELING
Tevens uitstekend adres voor het
vervaardigen van alle soorten en mo
dellen Haarvuilingen en Postiche's
Handel in Grond, Mest,
Grint enz. Telefoon 2077
SIOAR EX 31A GA ZIJ N
T KLGVEKPARK
Specialiteit in
IMPORT-SIGARETTEN en
KWALITEITS-S1GAREN
CHR. NAWEE
Ostadestr. 14, Haarlem, Tel. 2563
Gebrandschilderd Glas
Gebrandschilderde Lampen
Glas in Lood
Telefoon 1042
Gevestigd 1892
Automobielen - Motorrijwielen
Aanleg en onderhoud van tuinen. Levering van boomen,
planten en gewassen. Kweekerij: Zijlweg 74.
Woonplaats: Midden Tuindorplaan 22, Overveen. Tel. 3819.
900e0®eo0000o®®0se®000®o090®$@ee00©®®e©0 0000
Tel. 22195 BLOEMENDAAL Tel. 22195
©©•se»90e«0®®0®®e000®o00®00®000000009e0a0e»»
Nassaulaan 69 HAARLEM
Grofsmederij en
Constructie werkplaats Floresstraat 71 - SCHOTEN
VERWULï T 7 Opgericht 1819 TELEFOON 215S
Groote sorteering
FIJN MANDENWERK - TUIN- EN SERRE-MEUBELEN
N.B. Specialiteit in eigen gemaakte Reis- en Waschmanden,
Fietsmanden, enz., enz. REPARATIE-INRICHTING
DE VERJAARDAG.
„Morgen ben ik jarig, nog maar één nachtje,
Heerlijk. Morgen! Wat zou ik van vader en moeder
krijgen? Hé, 'k wou dat hei al morgenochtend
was!" Den heelen dag was Piet ongeduldig ge
weest, hij kon maar niet stil zitten. Telkens vroeg
hij aan moeder of hij nog niet wat voor haar doen
ken, of zij nog niet een boodschap voor hem had,
en dan weer of hij even naar Mien-tjes poesjes
mocht gaan zien, die hadden van'daag voor 't eerst
de oogjes open, 't waren zulke snoesjes. „Hé,
moe, ik wou dat het al morgen was", zei hij tel
kens. „Dat geloof ik best", zei moeder, en ze
lachte een beetje, „je 'bent ook maar eens in 't
jaar jarig. Ik weet wel wie er morgen blij zal
zijn!" „Toe, moe, zeg het nu eens", „Nee,
nee, nog maar één nachtje, jongetje".
Al om 6 uur was Piet wakker geworden. Om 7
uur, had moe gezegd, mocht hij opstaan. Het had
juist buiten op de klok 6 uur geslagen. Nog een
uur dus stil zijn. Een beetje zachtjes zingen, de
figuren van het behang tellen, wat spelen met de
wolletjes van de deken en naar de vogeltjes bui
en luisteren. Wat was het toch heerlijk in Mei
jarig te zijn. Hoor ze eens een lawaai maken, de
meeste drukte kwam van die spreeuwen, en dat
was een merel; musschen waren toch ook wel
aardig. Lieve kraaloogjes hadden ze, Piet hield dol
veel van dieren, hij kon er maar niet genoeg naar
kijken, en altijd weer hoopte hij er van te hooren
vertellen, wanneer ze buiten wandelden. Hoe de
vogels nestjes maakten, waaraan je zien kon van
wie de eieren waren, wat ze aten, wanneer ze
wegtrokken, dat moest hij allemaal weten. Laatst
hadden ze ook in een sloot gevischt, wat was 'dat
aardig geweest. Henk had zoo'n netje en een hark,
en die wist goede plekjes, waar salamanders
zaten.... „Tik, tik, zeven uur, opstaan".
Roef, eruit, was 't nu al zeven uur? Gelukkig.
Gauw wasschen. Heerlijk, 't was mooi weer. 't
Beste pak had moeder gisterenavond al klaar ge
legd. In een kwartier was ie aangekleed en stond
op 't portaal. „Mag ik al in de kamer" vroeg
hij. „Nog even wachten, we zijn dadelijk klaar"
Hij ging nog even in zijn slaapkamertje; daar
had hij warempel vergeten 't bed af te halen.
Gauw maar gedaan. Juist was hij ermee klaar, toen
hij hoorde vader roepen: „Kom maar, Piet!" Met
twee sprongen was hij in de kamer. Daar stonden
vader en moeder bij 't eene raam en hij stormde
naar hen toe. Moeder pakte hem eens goed en
vader gaf hem een kus.' Maar wat was dat, ze
hadden geen pakje voor hem. Zou hij soms van 't
jaar niets.... Maar voor hij 't nog gedacht had,
daar gingen ze iéder aan een kant van 't raam
staan en op het oude bloementafeltje stond een
groote glazen, vierkante bak met helder water ge
vuld, en daar zwommen vischjes in. Piet's oogen
schitterden. Een aquarium; zoo'n bak, waar hij al
een heel jaar naar verlangd had. Hij vloog naar
vader toe, want hij wist, dat die het uitgezocht
had. „O, ik dank u wel, ik ben er zoo blij mee".
„Dat is goed jongen en er nu maar goed opge
past, anders heb je er verdriet van". Dat zei vader,
maar hij had er geen ooren naar. Hij stond al weer
in het water te kijken. Wat zag het er allemaal
frisch en jong uit. Op den bodem 'helder wit zand,
daaronder, dat kon je door 't glas zien, een laagje
zwarte aarde, daarin stonden met hun wortels een
paar forsche waterplanten. Er was er een met
lange, dunne blaadjes en een, die zulke lange
stelen had, dat de blaadjes bovenop 't water dre
ven, en mooie groene slingers dreven in het water,
bovenin. O, daar zat een waterslakje, en daar tus-
schendoor, in dien tuin onder water, zwommen
statig en kalm een goudvischje, een voorntje en
een paar stekeltjes. Wat kon je ze goed zien! Tel
kens gingen ze naar boven, hapten wat met den
bek boven 't water en sierlijk met den staart
zwenkende, zwommen ze weer naar beneden.
„Wat doen ze toch boven aan 't water, eten ze
daar iets?" „Nee ze spelen maar wat en hap
pen een beetje lucht naar binnen", zei vader, die
ook nog maar steeds te kijken stond. „Je weet
toch wel, dat alle dieren lucht noodig hebben, an
ders gaan ze dood. Voor visschen zit er genoeg in
't water, maar nu en dan happen ze toch nog een
beetje pure lucht boven aan den bak. Kijk, daar
gaat er weer eentje naar boven. Maar dat is maar
gespeel. Als 't water maar goed versch is, dan
kunnen ze, met wat er in 't water zit, best toe".
„Maar wat moeten ze dan eten?" vroeg Piet,
die zelf zeker ook een beetje zin in een boter
ham kreeg. „Nu, dat zal ik je onder 't ontbijt
wel vertellen" zei vader, „want ik moei gauw
weg".
Piet moest altijd zorgen, dat het aquarium rustig
stond, op een vaste plaats, niet erg warm en toch
een beetje zon, dat hadden de planten zoo noodig.
De planten zorgden verder voor 't schoonhouden
van het water en ook voor de lucht in 't water,
die de visschen noodig hadden. Dat zouden ze
Zondagmorgen wel samen eens bekijken. Piet was
een en al aandacht. „Maar wat eten ze nu?' vroeg
hij nog eens. „O, dat is waar ook, dat zal ik van
avond voor je meebrengen, maar ik moet nu weg.
Dag Móéder, dag Piet", weg was hij. Piet wipte
direct ook van zijn stoel en stond al wea naar zijn
visschen te kijken. Daar zat een slakje tegen die
plant aan en 'hij zag van voren een snuit bewegen,
hij at van de plant. Hij wachtte een tijdje, of ook
de visschen stukjes van het blad af zouden happen.
Maar nee, die bekommerden zich om die groene
sprieten niet. Maar opeens daar zag hij de goud-
visch zijn bek: ver open doen en hap deed hij, en
■daar ging iets naar binnen, een klein, wit beestje
was het geweest. Verbaasd keek Piet in 't water.
O, dat had hij warempel nog niet gezien, daar
waren massa's kleine, witte beestjes in 't water,
die zwommen daar met kleine schokjes rond. Daar
en daar, overal waren ze. O, 'daar zaten er op den
bodem, ze waren heel klein, maar 'hij kon zien, dat
ze ook hier en daar aan bladen en stelen van de
planten zaten. Nu nog eens wachten of de goud-
visch er een opslokte. Maar rustig zwommen de
vischjes rond. „Jongetje, zou je niet eens naar
school gaan, 't is kwart voor 9." Hé, wat ver
velend nu, hij had juist zoo graag willen kijken
wat de visschen deden met die kleine spikjes in 't
water. „Nu, maar alles staat er immers om 12
uur nog net zoo", zei moeder. Piet rende naar
school, want opeens bedacht hij, dat Henk 't nog
niet wist. Nu konden ze samen gaan visschen
Woensdagmiddag en de vangst in 't aquarium
doen en in leven houden en goed bekijken. Henk
was al even blij. Hij had den vorigen Zondag een
sloot gezien, waar vast salamanders in zaten. Hij
wist ook mooie, zwarte torren te zitten, maar dat
was een 'heel eind loopen. Achter de boerderij van
baas Jansen. Nou goed, dan gingen ze dezen
Woensdagmiddag, morgen dus. Henk zou het netje
meebrengen en de hark, en Piet zou zien een
flesch of een emmertje te krijgen, om de vangst
in te doen.
's Avonds kwam vader thuis, Piet ging direct
naar hem toe. „Ik heb hem zien eten", zei hij.
„Wie zien eten?" vroeg vader. „De goudviscb
heeft een wit beestje opgehapt en de witte
beestjes zitten overal in 't water en op de plant
en de slak eet van de plant", vertelde Piet in één
adem. ,,0, dat is waar ook, ga eens in mijn
jaszak voelen, daar zit een wit spanen doosje in
met visscheneten". „Visschen-eten?" vroeg Piet,
toen hij met het doosje terug kwam. „Ja, vent,
zoo'n doosje kost 5 cent en dat kun je in winkels
krijgen, dat noemen ze mieren-eieren, en daarmee
kan je je vissc'hen in leven houden". Mieren
eieren, houden ze daar dan van, moeten ze dan
geen brood hebben?" „Nee, jongen, een enkel
stukje brood kan geen kwaad, maar het zijn echte
roofdieren, die visschen, ze eten in de slooten
alleen maar andere dieren op, en omdat je
aquarium-bak niet zooals een sloot vol zit met
andere kleinere dieren, moet je ze helpen om te
blijven leven en ze voeren met dieren
De kweekers hebben nu miereneieren in 't
groot verzameld. Het zijn eigenlijk jonge mieren
in de pop; omdat die gemakkelijk bij de mieren-
hoopen te verzamelen zijn; die geef je ze nu in-
plaats van wat ze buiten allemaal zelf zouden van
gen.
„O, dus ze eten eigenlijk liefst andere dieren
op, en eigenlijk geen brood en planten". Piet zat
een tijdje te denken. „En wat eten dan de
kleinere"? „Ja, sommige kleine dieren eten ook
weer nog kleinere dieren, maar de meeste kleine
eten planten. Weet je niet meer, dat 1k je eens
verteld heb wat een lijster allemaal voor torretjes
w'rmen, vliegjes, rupsen at, eer hij zijn buikje
vol had en ons zijn mooie liedje kon voorzingen
en weet je niet meer, hoe we toen zeiden: rupsen,
wormen, torren leven bijna allemaal van planten-
kost; als de planten er niet waren, konden er geen
insecten en geen wormpjes zijn en zonder die
zouden er geen vogels kunnen leven?" „Ja", zei
Piet, „dat weet ik nog wel. Maar ik wist niet,
dat er zooveel dieren elkaar opaUn. Is dat niet
akelig? Nu die visschen elkaar ook al. En de plan
ten worden dus ook weer gébruikt door die
beestjes."
„Ja Piet, de planten, die beginnen. Met hun
wortels zitten ze in den grond, met hun bladeren
in de lucht en de zonneschijn. Met hun mooie bloe
men bloeien ze en maken zaad. Zij maken van het
sap van de aarde, van lucht en water en door de
zonnewarmte zichzelf iets wat dieren niet zou
den kunnen. Zoo groeien en gedijen ze en worden
stevig en zijn zonder het zelf te willen de voor
raadschuur voor alle dieren, ook voor de men-
schen. Sommige dieren azen op de bladeren, dat
zijn rupsen, andere op de bloemen, dat zijn vliegen
en bijen, weer andere op de wortels, en een heele-
boel op de zaden; dat doen ook wij groote men-
schen. Denk maar eens aan 't graan, aan appels en
peren, en aan boonen en erwten.
„Die arme planten", zei Piet met een ernstig
gezicht, „dan houden zij zelfs niets over en zullen
zij wel dood gaan". Toch niet, mijn jongen, er zijn
zooveel planten en zij zijn zoo stevig en gezond, en
zij maken zooveel zaadjes, dat ze wel een klein
beetje kunnen missen. Ze maken dus uit de sappen
van de aarde, uit het water, uit de lucht en uit
de zonneschijn zooveel, dat er kleine en soms ook
groote dieren van kunnen bestaan, en dat ze zelf
nog een heeleboel overhouden. Van die dieren
leven weer andere grootere dieren, maar ook van
die blijven er nog altijd genoeg in leven. Er zijn
veel dieren, die niet anders kunnen eten dan
dieren; denk maar eens aan de merels, de zwalu
wen eten bijna niets dan insecten. Leeuwen eten
andere dieren: schapen, geiten, wat ze maar kun
nen krijgen. En onze katten hebben wij wel ge
wend om ook van aardappelen te eten en van
brood. Maar of ze 't lekker vinden? 't Liefst peu
zelen ze toch een vischje, of gaan op jacht naar
jonge vogels. Dat kun je de kat maar niet afloeren,
dat is zijn natuur.
Piet had aandachtig geluisterd. „Maar nu gaan
we naar bed", zei moeder. 'Hij had nog niet veel
slaap. Maar t was al lang over tijd. Nadenkend
kleedde hij zich uit en in zijn bedje kon hij eerst
maar niet slapen en dacht aan alles wat hij ge
hoord had. Dus de goudvisschen konden niet an
ders dan de mierenjongen eten en de witte beestjes
in het water en de mieren aten weer van de
planten in 'den tuin, en de witte beestjes in 't
water knabbelden aan de planten en de slakken
ook, en de mooie, goede planten stonden maar te
groeien en te bloeien; en de dieren namen allerlei
van ze weg. Maar de plant maakte overvloed, als
't maar mooi en lekker weer was. O, de lieve zon,
die was het eigenlijk, ja, ook wel de sappige
vruchtbare aarde en het frissche water en de
versche lucht. Maar de mooie, koesterende, hel
dere zon, die maakte de planten zoo krachtig. En
zoo sliep hij in en droomde heel den nacht van wat
hij alles gehoord had. Hij droomde, dat hij mei
Henk had gevischt en dat hij prachtige gouden
salamanders in zijn aquarium-bak had, en dat de
visschen die hadden opgegeten, en dat er een
groote vogel aan kwam vliegen, die zijn goudvisch
wegpikte, en dat de vogel op zijn bed kwam zit
ten en een prachtig lied zong. Toen Piet den vogel
wilde grijpen, werd hij wakker en hij hoorde den
merel zijn morgenlied zingen. Gauw sprong hij uit
bed en liep in zijn nachthemd direct naar zijn
aquariumbak. Gelukkig, de visschen zwommen nog
'kalm rond. Alles was nog net als gisterenavond.
Want 'hij vond het wel niet zoo akelig meer dat
het eene dier van het andere leefde, maar hij
hoopte toch nog zoo, dat hij lang naar zijn vischjes
zou kunnen kijken.
Voor een half
Ik heb gevoeld, dat
omgang men beter woi
heel de wereld verschi
A
De dag wanl
Is alles stil
Uit het dal i
Rijst weer m
Ik zie de aa
De nacht t
Alles zwijgt
In d' avondv
Ben ik wed<
Dit oogenb
O geen leed
Geen stille s
C. S. ADA
V,
(Nadruk
Onder de voorstel
ming van den kalen
enze regeering doo
geraadpleegd, is ei
aanbeveling verdien
dat het nieuw in te
van 365 slechts 3
waardoor men vier i
elk van 91 dagen, ve:
mee men het thans
korten en die in se
malen lang zal zijn,
loosd; hij bestaat wi
naam of bestemming
telde dag.
Ik weet niet, of d<
kans op invoering 1
daarvan zou ik veel g
meene aanvaarding
dag. Eén dag in het
niet verantwoordelijk
ons rekenschap hoef
doen en latenook on
Een algemeene vacaj
de andere gewichtig*
lijke dagen de rol zal
in een circus. Of liet
wij gemeenschappen,
rade spelen; ons am
onzen naam zelfs hi
want niets telt mede
dag.
Wij bestaan niet; r
daag voor de werelc
met haar verwikkeli
slaat een dag over;
gezin laten voor één
eischen varen. Deze d
oterschot, het gescht
Koop toekrijgen, om
wij willen.
De instelling van
komt tegemoet aan ei
eischen van het mens
is een zielkundige noc
m den grond van ons 1
Ja- °°k gij v
kinderen. En g„ Lpri
dertij d nog heel goed
telijkste bezit is gew'e
Misschien hebt gij
voorrechten, wien het
Speelgoed, eten en d
ken. En geld, ja
spaarbankboekje en t
jaardag kwam'er een
daalder van tante 0f
hadt ge aan dit geld
den dag, daar kreegt g
enkel onnoozel dubbelt
ge aan vader en moec
niet op de spaarbank
in uw zak mocht hou
doen wat ge wildet.
Welk een schat was
kondt er allerlei dingei
dingen, die thuis tot
behoorden, want ge
ééne stukje geld geen
te leggen. Misschien h
zonderling ding voor g
thans lacht. Maar was
Juist om dingen voor 1
de anderen zouden heb
se er vader en moeder
zouden ze boos zijn ge
den mal hebben gehou
trachten te overreden,