1
EDELS
ZOON
he Stoffen
Plaatselijk Nieuws.
TWEEDE BLAD
ORTEN
ÏER1CHT1887
TEL. 12121
GARAGE
:helin
W
garantie
plaatsen
atwerk
jrstellingsoord
- 13-15 Blezenweg
ieer-Inrichting
iglazen - Kijkers,
tieerapparaten, enz.
lp
OPTICIEN
otoren en Rijwielen
huur
1. Rustenburgerl. 14r.
Bloemendaal
BLOEMIST
8
DROGIST
Eenige regels uit de geschie
denis van het Magnetisme.
BLOEMENDAAL
Voeten en Schoenen.
RANDKASTEN
huis vanaf de Gr. Houtstraat
es Coupe
nden vanaf f 2.— p. dag,
craamvrouwen met zuige-
meerde kraamverzorgster
HERT HILVERSUM
- Tel. 2493
alle voorkomende
LfcN
LUNDIGE ADRES
Ï.AT 63 SCHOTEN
TELEFOON 22242
TTERSW AREN
EESCHWAREN
ONM AAK ARTIKELEN
i. Levering van boomen,
Iwes 74.
la. Overveen. Tel. 1441J.
>@@•«•«©<50®®®*®
AAL
Tel. 22195
i
n rondstoven.
heelemaal donker voor de
orde geheiligd" riep hij in ver-
zich toen vol doodsverachting
uit, jij, wil jij daar wel eens
jaasd den kop op en zag he.
bberende menschenkindje ver-
jn rood gloeiende oogen, Maf
riep met zijn jongensstemmetk
it, jij" toen zei het beest lang
tmoedig met gebogen kop
„moe. .oe. .oe. .oeh" en stap e
ilenterend weg. j
met een dankbaar hart l
•inde. Nog kwam de angst voo'
terug, maar Niels bleef toe»
t hem.
i zou Niels met zijn werk be I
>est, als er maar geen Za'cr'!
ran, want op deze dagen rn°e^|
;r avondeten naar bed.
lier „slapen gaan" want eC
Niels niet al den tijd van g
sliep altijd in de hooiberg.
en op Zaterdag ging het aW#J
s moest hoeden, behoorde I
boeren, van wie ieder„„ J
5en een week de kost gaf- j
om was, dan rolde Niels,ZoC|
en vertrok van den eenen I
om zich daar voor de k»"1®,]
tieren. Dan zei de boerin a j
in je nieuwe tehuis zulle
op je gerekend hebben
(Wordt vervolg*'
No. 3.
Bloemendaalsch Weekblad"
ZATERDAG 24 JANUARI (925
De geschiedenis van het magnetisme is zoo oud
als de menschheid en reeds in de eeuwen, die
achter ons liggen, opgemerkt geworden,
IHet lic'ht, b.v. dat scheen over de philosophic
en de geschiedenis der oude Indiërs, toont dag
helder aan, dat men in de bakermat der bescha
ving zich daarvan uitstekend rekenschap wist te
geven in tijden, toen onze voorvaderen in Europa
nog als wilden in de oerwouden leefden.
Overal wijst de geschiedenis op verschijnselen,
die met dit onderwerp in verband te brengen zijn.
Het zou natuurlijk ons bestek te ver overschrij
den, wanneer wij in uitvoerige beschouwingen tra
den. Enkele aanhalingen en punten echter kunnen
een denkbeeld vormen, hoezeer psychische en
bovenzinnelijke verschijnselen als het ware met de
geschiedenis der menschheid samen te vatten zijn.
Zoo bijv. wezen reeds vroeger Dr. Bernier,
Colebrook, Fr. von Schlegel en andere geleerd
mannen, op de opvallende overeenkomst tusschen
de extase der Brahmanen en het magnetisch hel-
derzien.
In de heilige boeken van Indië wemelt het van
aanduidingen, die betrekking hebben op psycho
logische verschijnselen.
De Tempelslaap, de orakels van de Egyptenarei,
Grieken en Romeinen, de behandeling der pythia's,
d< genezingen door de priesters van genoemde
volken en de middelen, waardoor zij die bereikten,
dat alles komt zeer duidelijk met de soortgelijke
verschijnselen uit onzen tijd overeen.
Zeer dikwijls treft men op de muren der oude
Egyptische tempels beeldhouwwerken aan, die on
miskenbaar magnetische manipulatiën voorstellen.
Dit zijn alle onweerlegbare bewijsstukken.
Seneca, Martialis, Plautius, Solon, e.a. spreken ons
van bestrijken met de handen, waarna inslapen
of genezing volgt.
De overbekende geschiedenissen van de extases,
vu nderen, genezingen, stigmata, visioenen der
Heiligen, zijn even zoovele bewijzen voor het feit,
dat ten allen tijde bovenzinnelijke verschijnselen
van het hoogste gewicht, zijn opgemerkt geworden.
De tijd, dat men die met schouderophalen beje
gende, is reeds lang voorbij.
Zoo is de geleerde wereld gedwongen rekening
te houden met de gestigmatiseerden uit den nieu-
weren tijd, zooals Catharina Emmerich, wier ge
schiedenis niemand minder dan Bretana samenstel
de en omtrent wie belangrijke rapporten bestaan
van andersdenkenden sceptici, zooals Maria Laz-
zari en Louise Lateau.
Hiermede is echter niet gezegd, dat bovenge
noemde categoriën van verschijnselen alle onder
het magnetisme moeten gerangschikt worden. Zoo
b.v. be'hooren de extases en visioenen der Heiligen
zeer zeker tot bovenzinnelijk gebied, doch sprui- I
ten volstrekt niet uit dezelfde bron van het „hek-
senwezen en de verrichtingen der ,,Toovenaars".
Het is wel is waar zeer goed bekend, dat vele
onzer moderne geleerden voor dat alles de schou
ders ophalen en dat is zeker gemakkelijk genoeg,
om zich van oude en hinderlijke waarheden, die
eenig geliefkoosd stelsel in gevaar brengen, af te
helpen; als argument echter beteekent dat niets.
Zooveel is zeker, dat, vooral in de laatste jaren,
eene merkwaardige kentering in de materialistische
ontkenningsmanie begint te komen, zelfs zoo, dat
dat stelsel reeds lang over het hoogtepunt heen
en aan eene 'hevige daling onderworpen is. Dit
getuigen de talrijke geschriften in alle beschaafde
landen, aan psychologische onderwerpen gewijd.
Het is echter geenszins van waarheid ontbloot,
dat vele der hiervoor genoemde verschijnselen tot
in lateren tijd veelal verkeerd geïnterpreteerd of
overdreven voorgesteld, kortom op onvoldoende
wijze nagegaan en onderzocht zijn geworden of
brutaalweg ontkend werden, en dit vooral door
geleerden van materialistische richting.
Eerst nadat moedige en bekende mannen van
het Levensmagnetisme eene meer bepaalde studie
en <de kennis daarvan openbaar gemaakt hebben,
begon het licht in de duisternis te gloren.
Doch, niettegenstaande dat, blijft er nog zeer
veel te onderzoeken en op te lossen.
Staan we hier bij de geschiedenis van het
levensmagnetisme en de moedige mannen, die zich
niet schaamden zich met die wetenschap in de
laatste tijden bezig te houden, nog een korte wijle
stil.
Ik wil u eenige voorgangers van Anton Mesmer
noemen, die niet alleen magnetische verschijnse
len in het leven riepen en genezingen verrichtten,
maar bovendien zich zeer goed bewust waren van
welken aard de door hen aangewende kracht was,
en daarover verschillende geschriften in het licht
gaven.
Zoo o.a. Cardanus, Paracelsus, van Helmont,
Jacob Böhme, Kircher, Charlton, Fludd, Maxwell,
Greatrakes, Gassner, enz.
De eerste groote verspreider van de kennis van
het magnetisme was Dr. Anton Mesmer, die, toen
hij in Duitschland eerst optrad, het terrein vrijwel
bereid vond door de Rozekruisers, die zich daar
met ijver op de beoefening en studie van de „ge
heime Wetenschappen" toe'egden genezingen
verrichtten enz.
Omstreeks denzelfden tijd en onafhankelijk van
Mesmer, bielden zich nog de Doctoren Abbley in
1770, Marmaduc in 1787, Bel in 1792 e.a. met het
onderzoek van het magnetisme bezig.
In Februari 1778 kwam Mesmer te Parijs, waar
hij door zijne bemerkingen en zijn bocquet de ge-
heele aristocratie in beweging bracht. Men ver
drong zich in zijn verblijf, dat ongeveer lag waar
de Place Royale de Medicine is, dezelfde, die de
inenting ook met vuur bestreed.
Mesmer ging ijverig door en verweerde zich
dapper. De beroemde Desion trad als zijn verde
diger op en werd daardoor, door zijn geneeskun
dige collega's in den ban gedaan, evenwel, Desion
begon even ijverig te magnetiseeren a's zijn leer
meester.
In 1771 gaf Mesmer zijn bekende propositiën uit
Zelfs Dubois moest erkennen, dat de geneeskun
dige faculteit tegenover Mesmer onverantwoorde
lijk handelde.
Op 28 Maart 1771 werden Mesmer door den
minister Maurepas namens het hof voorstellen ge
daan om hem voor de behandeling van de offi-
cieele geleerden schadeloos te stellen en hem voor
goed in Frankrijk te houden, doch, die Mesmer,
moedig als hij was, onvoldoende achtte en alle
verwierp.
Intusschen had zich te Parijs de „L'Harmonie"
gevormd; ze bestond uit leerlingen van Mesmer en
telde tegen het einde van 1780 reeds 48 leden,
waaronder edellieden, geneesheeren, rechtsgeleer
den en geestelijken.
Zij opende een cursus, die binnen veertien
dagen meer dan 50 nieuwe leden uit dezelfde stan
den aanbracht.
In 1784 verkondigde de beroemde kanselrede
naar Hervier te Bordeaux den lof van het magne
tisme openlijk van den kansel.
Aan den anderen kant werd Mesmer in de
„Comédie Italienne' 'op belachelijke wijze in de
„Docteurs modernes" geparodieerd.
De Fransche academie, die in 1784 het magne
tisme verwierp, kwam in 1831 weer op haar oor
deel terug, in haar bekend, door Husson geredi
geerd rapport, waarin somnabulisme, gevoelloos
heid, genezingen, gedachtenlezen enz. volkomen
werden geconstateerd.
De commissie was van 1823 tot 1831 bezig ge
weest en had dus gelegenheid tot onderzoek ge
noeg gehad.
Dat rapport werd niet voor het publiek gedrukt,
omdat volgens Castel, een der leden van de aca
demie, de feiten, „de helft van de psychiologische
wetenschap" vernietigden! Nu, dat was zoo en is
nog zoo in het jaar Onzes iHeeren 1925, als die
helft nu ten minste niet is aangegroeid tot drie
kwart, om wellicht, in een niet al te lang verwij
derde toekomst het geheele tegenwoordige stelsel
der physiologie onderste boven te werpen.
In 1837 werd het magnetisme weder voor de
variatie door de academie onder handen genomen,
en voor de verandering, verworpen.
Het was in de dagen, toen Frappart, Tteste e a.
in hun kracht waren en velen voor de studie van
het magnetisme wonnen.
Dr. Velpeau, Guermeau en Azam legden in 1858
aan de academie merkwaardige verslagen over,
die men weder aannam!!!
Mesmer bracht zijn laatste levensjaar aan het
meer van Constance door, waar hij 15 Maart 1815
op 81-jarigen leeftijd overleed.
Tot slot wensch ik hier nog mede te deelen, dat
het Levensmagnetisme kan worden aangewend tot
bestudeering van de eigenschappen van 's men-
schen geest en zijn latente vermogens.
Daartoe leveren vooral de psychisch hoogere
expirimenten een onafzienbaar veld, waarop nog
slechts weinig voetstappen staan.
Deze zijde van het magnetisme is van zooveel
belang, dat het alleen daarom de opmerkzaamheid
van elk denkend en beschaafd individu ten volle
verdient. De physioloog, die meent de studie van
het magnetisme te kunnen missen, zal het op zijn
duister gebied voorzeker niet ver brengen.
Men wordt zich trouwens in officieel-geleerde
kringen in onze dagen van deze onomstootelijke
waarheid allengs bewust.
Maar er is méér.
Het levens-magnetisme kan ook worden aange
wend tot genezing van gemoeds- en lichaamsziekte,
geestelijke infectie en dit is een niet minder
wettig gebruik van deze natuurkracht.
Men kan door het magnetisme verkeerde rich
tingen van het gemoedsleven wijzigen in slechte
gewoonten verbetering brengen, maar ook licha
melijk lijden, chronische of acute ongesteldheden
met vrucht bestrijden, alhoewel het evenmin als
welke andere geneesmethode ook, een „panacée"
is voor a'lle menschelijke kwalen.
Dat alles wisten niet alleen de wetenschappe
lijke magnetiseurs reeds voor tientallen van jaren,
maar ze voerden 'het ook in de praktijk uit, en
ziet, in onze dagen drukken de quasi „ontdekkin
gen" op dit gebied, daarop het zegel.
Verreweg de meeste menschen zijn nog totaal
onbekend met de wijze, waarop het magnetisme
kan worden toegepast; de meesten verkwisten het
nutteloos.
Sommige personen (bezitten van nature groo-
tere magnetische kracht dan andere en in enkele
gevallen is ze erfelijk. Ze kan niet alleen op
vreemden maar ook op eigen persoon worden toe
gepast.
De bekende R.K. geestelijke Faria, bezat inder
tijd een verbazend magnetisch vermogen, evenals
ook de Baron Dupotet en meer andere bekende
specialiteiten.
Door oefening en zuivere levenswandel hadden
zij het in hooge mate doen toenemen, en dit is het
geval met iedereen, die de praktijk met oordeel en
gezond verstand aanvat,
De middelen daartoe zijn psychische of mentale
en physische. Ze worden afzonderlijk of vereenigd
aangewend.
Het psychische middel is de geconcentreerde
wil; het physische het gebruik van de magnetische
uitstraling door zekere manipulatiën.
De Kunst en Kracht van magnetiseeren bestaat
in het richten van den magnetischen invloed op
een bepaald doel.
In 1902 werd eene inschrijving geopend om het
monument voor Mesmer op de begraafplaats te
Meersberg aanhet meer van Constance te herstel
len, die spoedig en volkomen slaagde: op 18 Mei
van dat jaar werd te Constanz het 8e congres der
Duitsche magnetiseurs gehouden en op den 19den
begaven de leden zich en corps naar Meersberg
en werd het monument ingewijd.
Het is een steen, die de vorm van een prisma
heeft en op drie r-onde treden is opgericht.
De voorzijde vertoont een alziend oog, waaron
der de naam van Mesmer, de tweede zijde een
menschenhoofd in eenige cirkels, met Mesmers
geboortedatum en de derde zijde een fakkel met
palmtak, gekroond door een ster, waaronder de
datum van zijn dood.
Tegelijkertijd, dat ik eindig met dit schrijven,
breng ik U, Mesmer, een eere-saluut.
C. C. J. WITBRAAD.
Jaarverslag Kon. Ned. Mij. voor Tuinbouw en
Plantkunde.
De afdeeling BloemendaalVeisen der K. N. M.
T. P. hield Dinsdag, 20 dezer hare maandelijksche
bijeenkomst te Bloemendaal.
Zooals g bruikelijk werd deze vergadering in het
nieuwe jaar geheel in beslag g nomen door be
handeling van huishoudelijke aangelegenheden.
Nadat de voorzitter de vergadering had geopend
met een Nieuwjaarswensch voor leden en de af
deeling, werden de verkorte notulen der vergade
ring van 16 December 1924 voorgelezen, goedge
keurd en mitsdien gearresteerd.
Vervolgens las de secretaris het jaarverslag 1924
voor, waarin geconstateerd wordt dat ene kleine
toename in het ledental heeft plaats gehad en
1925 wordt ingegaan met 267 leden. De inzendin
gen voor het Puntenstelsel waren zeer toege
nomen; de Propagandatuin bij 'Hotel Duin en Daal
bevond zich steeds in zeer goeden staat van on
derhoud en verheugde zich in voldoende belang
stelling zijdens het publiek. Verder werden geme
moreerd de excursie naar Wageningen op 10 Juli,
de „Rozenavond" op 2 Juli en het groote succes
der Onderlinge Najaars-Tentoonstelling op 31 Oct.
1 en 2 Nov., welke niettegenstaande het drukke
bezoek van betalende bezoekers welks aantal
350 bedroeg een groot bedrag aan de afdeeling
heeft gekost.
Op 9 October werd een Tuinbouw-wintercursus
met Rijkssubsidie opgericht. Vervolgens wordt
eene opsomming gegeven van alle voordrachten
op de winterbijeenkomsten gehouden, waarbij ge
klaagd wordt over het zeer matige bezoek en ein
digt het verslag met eene opwekking tot de leden
om de vergaderingen beter te bezoeken en nieuwe
leden aan te werven.
Dan volgt het Verslag 1924 van den penning
meester, waaruit bleek dat de Jaarrekening sloot
met een voordeelig saldo van f 242.40 ofschoon het
tctaal der inkomsten ad f 1640.toch f 138.
minder was dan in 1923. De giften die in 1923
f 268.bedroegen, war n in 1924 slechts f 22.50.
De gemeente bleef de afdeeling steunen met
eene subsidie van f 200.waar voor dank wordt
gebracht aan het Gemeentebestuur. De vergelij
kende cijfers van uitgaven 1923 en 1924 deden zien
dat op diverse posten was bezuinigd, waardoor
een batig saldo werd verkregen dat de afdeeling in
staat zal stellen in te zenden op de a.s. Intern.
Voorjaars-Bloemententoonstelling Haarlem-Heem
stede 1925.
De Bibliothecaris brengt dan zijn verslag uit en
deelt mede dat maar zeer weinig gebruik wordt
gemaakt van de bibliotheek, welke toch "goede
werken bevat en die door schenking in 1924 werd
verrijkt met 25 boeken.
Nadat de voorzitter den secretaris, penningmees
ter en bibliothecaris had dank gezegd voor hunne
toewijding aan de belangen der afdeeling en de
uitgebrachte verslagen, werd overgegaan tot be
handeling der Begrooting 1925.
De ontvangsten werden geraamd op een totaal
van f 2027.40, de uitgaven werden geraamd in
overeenstemming met de werkelijke uitgaven in
1924: voor de excursie werd uitgetrokken f 150.
voor een onderlinge tentoonstelling f 260.voor
de inzending op de tentoonstelling Haarlem-Heem
stede f 200.Daar iedereen met de voorgestelde
begrooting accoord ging, werd deze aldus vast
gesteld en werd overgegaan tot verkiezing dei-
bestuursleden. Op voorstel van den heer Beunder
werden de HH. Dr. W. Posthumus Meyjes en P.
W. Waller bij acclamatie herkozen tot respectie
velijk voorzitter en penningmeester, welke her
benoeming door den heer Dr. Posthumus Meyjes,
ook namens den heer Waller werd aanva rd.
Overgaande tot de verkiezing yan 3 bestuurs
leden, waarvan een liefhebber en 2 vaklieden,
releveert de voorzitter dat door een misverstand
lü de vorige vergadering geen afscheid werd-geno-
men van het aftredend bestuurslid, d^n heer R. H.
A Muyen. De voorzitter herdenkt dan de aang -
name samenwerking en de deskundige voorlichting
die het bestuur steeds van dezen bij uitstek kundi-
gen vakman mocht ondervinden en zegt hem dank
voor het vele door hem in het belang onzer afdee
ling gedaan.
Als stembureau fungeerden de heeren: Beunder
en Ende. In eerste stemming werd als liefhebber de
heer E. A. W. Hirschfeld ?n a's vakman de heer
A Jager en moest een tweede vrije stemming
plaats hebben voor het 2e Bestuurslid-vakman,
waarbij gekozen werd de heer H, Heesbergo.
In de plaats van den heer Joh. Mey, die bedankt
heeft, werd gekozen de heer G. J. van Dijk, zoo
dat daarmede het Bestuur weer voltallig is, n.l.
10 leden, waarvan 5 liefhebbers en 5 vaklieden.
Tijdens de stemopname deed de Voorzitter aan
de vergadering mededeeling dat het Bestuurslid,
de heer Leonard A. Springer den 24sten Januari
zijn 70e verjaardag zou bereiken en dat velen in
den lande besloten hiervan een feestdag te ma
ken voor den Jubilaris. De Voorzitter steU nog
maals de groote verdiensten van den heer Sprin
ger in het licht, die als Bestuurslid onze afdeeling
zooveel heeft doen profiteeren van zijne groote
kennis en ervaring. Hij is dan ook overtuigd in
den geest der leden te hebben gehandeld door
onze afdeeling te doen bijdragen in het stoffelijk
blijk van belangstelling dat den jubilaris op dien
dag zal worden aangeboden. Hij wekt de leden op
den jubilaris Zaterdag a.s. tusschen 3 en 4 uur te
gaan complimenteeren.
Dan komt punt 7 der agenda aan de orde en
deelt de Voorzitter mede dat enkele leden van het
Bestuur eene bijeenkomst hebben gehad met eenige
Hoofden van scholen om te geraken tot vorming
eener Commissie om vast te stellen op welke wijze
de „Moederdag" gepropageerd zal kunnen wor
den. Door onvoldoende opkomst werd zoodanige
Commissie nog niet gevormd, doch blijft het Be
stuur in die richting werkzaam.
Punt 8. Opgave van punten ter behandeling op
dc a.s. winterbijeenkomst stelt de Secretaris voor
namens onze afdeeling de vraag te stellen of het
op den weg der Afdeeling ligt het vormen van
school- en werktuinen aan te moedigen. Na eenige
gedachten wisseling tusschen Voorzitter en Secre
taris wordt besloten die vraag te stellen.
De heer van Nederhasselt informeert hoe ver
het staat met het werk der Commissie van Nomen
clature, waarop de Voorzitter mededeelt dat deze
Commissie druk in actie is en de eerste opgaven
reeds verschenen zijn in de officieele mededeelin-
gen en in Floralia; men is gevorderd tot „Abies".
De heer Ende zou graag ter sprake brengen de
toetreding van de Vereeniging van Oud-Cursist n
tot de K.N.M.T.P. Hij zou graag willen weten hoe
in het algemeen de geest der afdeelingen is tegen
over deze toetreding.
De Voorzitter heeft er niets op tegen dat deze
vraag gesteld wordt en zal die dan nader formu
leeren.
De heer de Meza stelt hier de vraag of de
K.N.M.T.P. in eenig verband of verhouding slaat
tot de Vereeniging „Heemschut". Hij zou het op
den weg onzer Maatschappij vinden liggen deze
nuttige vereeniging te steunen.
De Voorzitter zegt dat onze Maatschappij geen
lid is en in geen enkele verhouding tot die Ver
eeniging staat, maar er wel veel voor voelt steun
te geven.
De vragenbus bevat eenige vragen omtrent
naa'm van de planten waarvan takjes ter tafel aan
wezig. Het eene takje blijkt te zijn van Evonymus
japo nica, de plant is door stek te vermenigvul
digen. Het andere takje is van Ilex aquifolia fruc-
tuluteo, terwijl het derde takje niet thuis ge
bracht kan worden en de heer Bleeker zich zal
belasten met zoo mogelijk den naam vast te stel
len.
Bij de rondvraag vraagt de heer Dijkman of onze
Afdeeling in relatie staat met den nieuw opgerichten
Planten- en Vogeltuin van Bloemendaal en zegt
de Voorzitter dat dit nog niet het geval is, maar
dat dit ter sprake zal komen op de eerstvolgende
Bestuursvergadering.
De heer Schuyt vraagt of in Bloemendaal eene
vcreenigng Floralia bestaat, en of het op den weg
onzer afdeeling ligt zoodanige vereeniging te steu
nen of zoo zij niet bestaat op te richten.
Over het nut daarvan is men het niet eens; de
heer Beunder is er voor, maar de heeren van
Nederhasselt en Jager opperen bezwaren. Besloten
wordt deze aangelegenheid ook tot onderwerp van
bfispreking—ap de, a,£^J3estuursyer£adering te ma
ken.
De Voorzitter deelt dan verder mede dat op het
orogram staan een voordracht van Prof. Dr. Stomps
over zijne reis in Ceylon in Februari of in Maart
al naar het ZHgGel. convenieeren zal, dan de ver
handelingen van den heer van Cruyningen over
dc cultuur van Cypripediums en van den heer van
Nederhasselt over die der Odontoglossums, beiden
te geschieden op dezelfde bijeenkomst en dan nog
een filmavond van den bijenstand „Mellona" van
Joh. de Meza. In verband hiermede merkt de
Voorzitter op dat hoezeer hij ook de Kalender van
Zeist als reclame apprecieert, het het minder ge-
wenscht acht vooruit voor een geheel seizoen de
onderwerpen der voordrachten vast te stellen,
vooral niet omdat men daardoor eigen sprekers
den pas afsnijdt, want de beste voordrachten komen
dikwijls voort uit onze „Vragenbus''.
'Niets meer aan de orde zijnde, wordt de verga
dering gesloten.
Zaterdagavond 31 Januari, des avonds 8 uur,
geeft het Fanfarecorps „Oefening Kweekt Kunst",
van het Prov. Ziekenhuis alhier, directeur de heer
H. W. Hofmeister, voor donateurs en genoodigden
en tegen entrée een concert in Hotel Vreeburg te
Bloemendaal.
'Na afloop der muzieknummers zuilen eenige
Een vraag die geregeld voorkomt, en waarvoor
et antwoord bijna altijd verkeerd gegeven wordt,
zoodat goede resultaten niet bereikt kunnen wor-
en, geeft mij aanleiding daar als vakman een ant
woord op te geven.
I). raag gaat dagelijks uit van de moeder in het
belang van haar kind, als zij ziet dat steeds weer
elk paar schoentjes, dat slechts kort gedragen is,
er weer scheef en verzakt hij staan, zoodat goed
oopen voor de kleine onmogelijk is, wat de moe-
er aanleiding geeft te veronderstellen, dat haar
kleine voetgebreken heeft of bezig is die te krijgen.
Teneinde raad wordt dan de vraag gesteld van
hulp aan den huisdokter of voetspecialist. Dat de
moeder zich m een zoodanig geval tot haar dokter
wendt is volkomen te begrijpen, daar het naar
haar oppervlakkige meening gaat om het lichaam,
speciaal de voetjes der kleine. Maar waar in een
zoodanig geval door den deskundige eerst vast
gesteld moet worden, of het hierbij nu gaat om de
voetjes of dat eigenlijk de ondoelmatige schoenen
aanleiding zijn voor het verkeerd loopen en de on
gerustheid der moeder, is het noodzakelijk dat dit
onderzoek niet door den dokter alleen gedaan
wor t, doch dat dit ook gedaan wordt, wat schoe
nen etreft, door een maatschoenmaker.
-oo ver zijn wij echter nog steeds niet, nog altijd
s aat de medicus op het standpunt van ook schoen-
ma er 'e zi'n' en wel in staat te zijn zelfstandig
over sc oenen te kunnen adviseeren; dit is een
erou erd standpunt, dat niet toelaatbaar is. Doc-
in ennen de schoenmakerij niet, noch haar
rrChh: Wr,de' n0ch de stand van het vak,
's het Zlch aangepast wat betreft anato
mische kennis. Elke maatschoenmaker van eenige
beteekenis is tevens orthopaedist; is niet meer de
lapper uit het verleden, die slechts als uitvoerder
te gebruiken was, als door anderen, meer weten
schappelijk bevoegden, hem den weg gewezen was,
Deze voorlichting werd in den ouden tijd ook door
den schoenmaker dankbaar aanvaard, en als heden
de medicus door iets meer te weten van de maat
schoenmakerij, tevens tot de overtuiging komt, dat
hij van ons vak eigenlijk niets weet en zich tot
de maatschoenmakerij wendt om een technis.h
oordcel in te winnen, dan wordt ook thans die
samenwerking nog zeer gewaardeerd, altijd met
dit verschil, dat hij niet zonder meer gehoorzaamt;
dc maatschoenmaker van heden is, wat het voet
lijden betreft, bevoegd tot oordeelen, wil weten
waar hij zich toe leent, wil zijn vak erkend zien,
omdat dit betere methodes heeft.
En nu de vraag uit de praktijk als voorbeeld
naar voren gebracht. Een moeder laat mij weten,
dat haar kleine van anderhalf jaar zeer slechte
voetjes heeft, en bovendien het eene been zoo
staat en het andere zus. De dokter had met schoe
nen dit geprobeerd en dat toegepast, doch nu
moesten er maatschoenen komen. Nu leven wij in
een tijd dat maatschoenen hoog in prijs zijn, door
allerhande bedrijfsbelemmeringen (verkorte ar
beidstijd) en door de vele belastingen (sociale
wetten), is het product altijd nog te duur, temeer
daar het tegendeel blijkt van intensieve arbeid,
zoodat de moeder schrikt van den prijs, maat
schoenen te duur vindt, en zoekt naar een andere
oplossing. Wel is het begrip duur in vele gevallen
zeer eigenaardig. De moeder die f 20.voor goede
schoenen, die de ontwikkeling niet belemmeren,
duur vindt, heeft veel minder strijd over f 100.
als de specialist adviseert, dat platvoetzolen en
houten kniespalken 's nachts in bed door de kleine
gebruikt moet worden, waarmede intusschen de
voeten bedorven worden, en door de 'houten spal
ken het kind slechts gepijnigd, doch niet verbeterd
wordt. Want de natuur laat zich wel belemmeren,
doch niet bespoedigen, als de oorspronkelijke
voorwaarden van het kind rechte beenen op kun
nen leveren, komen die van zelf, mits men de
ontwikkeling niet belemmert door geforceerde
methodes.
Als de chirurg voor een voet-operatie met na-
operatie f 1000.in rekening brengt, maar tevens
verklaart, dat maatschoenen van f 50.te duur
zijn, en adviseert dat er maar confectieschoenen
gebruikt moeten worden met zijn steunzolen er in,
waardoor de operatie een mislukking wordt, dan
doet het begrip duur wel eigenaardig aan, het is
maar hoe men de dingen opvat. Maar in ieder
geval, maatschoenen zijn hoog in prijs terwijl con
fectie als massaproduct een te groot prijsverschil
opleveren om daar geen rekening mede te houden
en te overwegen of in een dergelijk geval de
moeder niet te helpen is, om met confectie-
schoeisel, mits gewijzigd, haar toch te helpen; dit
kan in vele gevallen wel, maar ook alleen als de
vakman zijn medewerking verleent, niet als de
huisdokter zelf schoenmakert met de winkelier en
een lapper, zooals bij mijn kleine patiënt gedaan
werd. Laat de moeder in een zoodanig geval haar
dokter raadplegen, dat is aan te bevelen en kan
nuttig zijn, doch voor schoenen het advies inwin
nen van de vakman, die weet te oordeelen en te
handelen. Die kleine onvolmaakte wezentjes tob
ben in verreweg de meeste gevallen, niet met hun
voetjes, doch wel met 'hun schoenen, waar zij de
strijd mee aan moeten vangen en probeeren
moeten om het tot goed loopen te brengen.
Mijn kleine patiënt, een mooi gezond en goed
gevormd kind, heeft natuurlijk door zijn kraak-
heenvoorwaarde kromme beenen, die slechts vra
gen om een gezonde levenswijs, om behoorlijk
recht te worden en aangezien er geen sprake is
van rachitis, dat zullen worden te zijner tijd, mits
men niet met spalken, punten onder de voet
holte en gekke schoenen de normale ontwikkeling
belemmert. Beter en verplichtend is het, de maat
schoenmaker als technicus over schoenen, waar
het in dergelijke gevallen uitsluitend om gaat, te
erkennen en zijn oordeel over schoenen te vragen.
Door mij kon worden toegestaan het dragen van
heele lichte lage schoenen, waarbij de hak aan de
binnenzijde iets verhoogd was, zoodat de enkel
recht gezet werd, en deze uit den winkel gekochte
schoenen het goed zullen blijven doen, zoodat
rustig de verdere ontwikkeling afgewacht kon
worden; in geen geval worden door mij wiggen
onder de voorvoet gegeven, daar dit de natuur
lijke buiging van de voorvoet belemmerd en het
kind belet goed te loopen. Spalken 's nachts in bed,
metalen pla'tvoetzolen en punten onder voetholte,
zijn alle sterk te veroordeelen en doen denken
aan folterwerktuigen, wat bijgaand beeld u wel
duidelijk zal maken. De bedoeling hiervan is, dat
dc kleine, gedwongen door de pijn die de punt
veroorzaakt, de voetjes om en op zal trekken,
wat het natuurlijk ook doet, maar waardoor dan
tevens een tegennatuurlijke gang ontstaat, althans
van normaal het voetje afwikkelen geen sprake
kan zijn.
Bovendien de volgende aan mij gedane vraag
beantwoord. Met het oog op het groote prijsver
schil is het nemen van maats hoeis 1 nog al be
zwaarlijk; om bij ieder kleed een verschillend paar
naatschoenen te nemen, is niet te doen. Ant-
voord. Als maatschoenen door de toestand der
'oeten noodzakelijk zijn geworden, verdient het
\anbeveling daar ernstig rekening mede te houden,
n kan men de keus van zijn schoeisel zoodanig
regelen, dat men met minder paren volstaan kan.
Wil en moet men het er op wagen, verander dan
van systeem van dragen en neem voor avond en
concerten dun salonschoeisel goedkoop gekocht,
'och overdag bij loopen in huis, werkkring, of be
drijf, waarbij men den geheelen dag actief de
voeten gebruikt, en er veel van gevergd wordt,
Iaat daarvoor maatschoeisel maken, speciaal loop
schoeisel of Luxe Orthopaedie, dit voldoet goed en
doen de voeten goed blijven.
Haarlem. ALEX HUIJKMAN.
Technisch medewerker van het
Vakblad „De Schoenmakerij".
1
w
idwa