1 EDELS ZOON he Stoffen Plaatselijk Nieuws. TWEEDE BLAD ORTEN ÏER1CHT1887 TEL. 12121 GARAGE :helin W garantie plaatsen atwerk jrstellingsoord - 13-15 Blezenweg ieer-Inrichting iglazen - Kijkers, tieerapparaten, enz. lp OPTICIEN otoren en Rijwielen huur 1. Rustenburgerl. 14r. Bloemendaal BLOEMIST 8 DROGIST Eenige regels uit de geschie denis van het Magnetisme. BLOEMENDAAL Voeten en Schoenen. RANDKASTEN huis vanaf de Gr. Houtstraat es Coupe nden vanaf f 2.— p. dag, craamvrouwen met zuige- meerde kraamverzorgster HERT HILVERSUM - Tel. 2493 alle voorkomende LfcN LUNDIGE ADRES Ï.AT 63 SCHOTEN TELEFOON 22242 TTERSW AREN EESCHWAREN ONM AAK ARTIKELEN i. Levering van boomen, Iwes 74. la. Overveen. Tel. 1441J. >@@•«•«©<50®®®*® AAL Tel. 22195 i n rondstoven. heelemaal donker voor de orde geheiligd" riep hij in ver- zich toen vol doodsverachting uit, jij, wil jij daar wel eens jaasd den kop op en zag he. bberende menschenkindje ver- jn rood gloeiende oogen, Maf riep met zijn jongensstemmetk it, jij" toen zei het beest lang tmoedig met gebogen kop „moe. .oe. .oe. .oeh" en stap e ilenterend weg. j met een dankbaar hart l •inde. Nog kwam de angst voo' terug, maar Niels bleef toe» t hem. i zou Niels met zijn werk be I >est, als er maar geen Za'cr'! ran, want op deze dagen rn°e^| ;r avondeten naar bed. lier „slapen gaan" want eC Niels niet al den tijd van g sliep altijd in de hooiberg. en op Zaterdag ging het aW#J s moest hoeden, behoorde I boeren, van wie ieder„„ J 5en een week de kost gaf- j om was, dan rolde Niels,ZoC| en vertrok van den eenen I om zich daar voor de k»"1®,] tieren. Dan zei de boerin a j in je nieuwe tehuis zulle op je gerekend hebben (Wordt vervolg*' No. 3. Bloemendaalsch Weekblad" ZATERDAG 24 JANUARI (925 De geschiedenis van het magnetisme is zoo oud als de menschheid en reeds in de eeuwen, die achter ons liggen, opgemerkt geworden, IHet lic'ht, b.v. dat scheen over de philosophic en de geschiedenis der oude Indiërs, toont dag helder aan, dat men in de bakermat der bescha ving zich daarvan uitstekend rekenschap wist te geven in tijden, toen onze voorvaderen in Europa nog als wilden in de oerwouden leefden. Overal wijst de geschiedenis op verschijnselen, die met dit onderwerp in verband te brengen zijn. Het zou natuurlijk ons bestek te ver overschrij den, wanneer wij in uitvoerige beschouwingen tra den. Enkele aanhalingen en punten echter kunnen een denkbeeld vormen, hoezeer psychische en bovenzinnelijke verschijnselen als het ware met de geschiedenis der menschheid samen te vatten zijn. Zoo bijv. wezen reeds vroeger Dr. Bernier, Colebrook, Fr. von Schlegel en andere geleerd mannen, op de opvallende overeenkomst tusschen de extase der Brahmanen en het magnetisch hel- derzien. In de heilige boeken van Indië wemelt het van aanduidingen, die betrekking hebben op psycho logische verschijnselen. De Tempelslaap, de orakels van de Egyptenarei, Grieken en Romeinen, de behandeling der pythia's, d< genezingen door de priesters van genoemde volken en de middelen, waardoor zij die bereikten, dat alles komt zeer duidelijk met de soortgelijke verschijnselen uit onzen tijd overeen. Zeer dikwijls treft men op de muren der oude Egyptische tempels beeldhouwwerken aan, die on miskenbaar magnetische manipulatiën voorstellen. Dit zijn alle onweerlegbare bewijsstukken. Seneca, Martialis, Plautius, Solon, e.a. spreken ons van bestrijken met de handen, waarna inslapen of genezing volgt. De overbekende geschiedenissen van de extases, vu nderen, genezingen, stigmata, visioenen der Heiligen, zijn even zoovele bewijzen voor het feit, dat ten allen tijde bovenzinnelijke verschijnselen van het hoogste gewicht, zijn opgemerkt geworden. De tijd, dat men die met schouderophalen beje gende, is reeds lang voorbij. Zoo is de geleerde wereld gedwongen rekening te houden met de gestigmatiseerden uit den nieu- weren tijd, zooals Catharina Emmerich, wier ge schiedenis niemand minder dan Bretana samenstel de en omtrent wie belangrijke rapporten bestaan van andersdenkenden sceptici, zooals Maria Laz- zari en Louise Lateau. Hiermede is echter niet gezegd, dat bovenge noemde categoriën van verschijnselen alle onder het magnetisme moeten gerangschikt worden. Zoo b.v. be'hooren de extases en visioenen der Heiligen zeer zeker tot bovenzinnelijk gebied, doch sprui- I ten volstrekt niet uit dezelfde bron van het „hek- senwezen en de verrichtingen der ,,Toovenaars". Het is wel is waar zeer goed bekend, dat vele onzer moderne geleerden voor dat alles de schou ders ophalen en dat is zeker gemakkelijk genoeg, om zich van oude en hinderlijke waarheden, die eenig geliefkoosd stelsel in gevaar brengen, af te helpen; als argument echter beteekent dat niets. Zooveel is zeker, dat, vooral in de laatste jaren, eene merkwaardige kentering in de materialistische ontkenningsmanie begint te komen, zelfs zoo, dat dat stelsel reeds lang over het hoogtepunt heen en aan eene 'hevige daling onderworpen is. Dit getuigen de talrijke geschriften in alle beschaafde landen, aan psychologische onderwerpen gewijd. Het is echter geenszins van waarheid ontbloot, dat vele der hiervoor genoemde verschijnselen tot in lateren tijd veelal verkeerd geïnterpreteerd of overdreven voorgesteld, kortom op onvoldoende wijze nagegaan en onderzocht zijn geworden of brutaalweg ontkend werden, en dit vooral door geleerden van materialistische richting. Eerst nadat moedige en bekende mannen van het Levensmagnetisme eene meer bepaalde studie en <de kennis daarvan openbaar gemaakt hebben, begon het licht in de duisternis te gloren. Doch, niettegenstaande dat, blijft er nog zeer veel te onderzoeken en op te lossen. Staan we hier bij de geschiedenis van het levensmagnetisme en de moedige mannen, die zich niet schaamden zich met die wetenschap in de laatste tijden bezig te houden, nog een korte wijle stil. Ik wil u eenige voorgangers van Anton Mesmer noemen, die niet alleen magnetische verschijnse len in het leven riepen en genezingen verrichtten, maar bovendien zich zeer goed bewust waren van welken aard de door hen aangewende kracht was, en daarover verschillende geschriften in het licht gaven. Zoo o.a. Cardanus, Paracelsus, van Helmont, Jacob Böhme, Kircher, Charlton, Fludd, Maxwell, Greatrakes, Gassner, enz. De eerste groote verspreider van de kennis van het magnetisme was Dr. Anton Mesmer, die, toen hij in Duitschland eerst optrad, het terrein vrijwel bereid vond door de Rozekruisers, die zich daar met ijver op de beoefening en studie van de „ge heime Wetenschappen" toe'egden genezingen verrichtten enz. Omstreeks denzelfden tijd en onafhankelijk van Mesmer, bielden zich nog de Doctoren Abbley in 1770, Marmaduc in 1787, Bel in 1792 e.a. met het onderzoek van het magnetisme bezig. In Februari 1778 kwam Mesmer te Parijs, waar hij door zijne bemerkingen en zijn bocquet de ge- heele aristocratie in beweging bracht. Men ver drong zich in zijn verblijf, dat ongeveer lag waar de Place Royale de Medicine is, dezelfde, die de inenting ook met vuur bestreed. Mesmer ging ijverig door en verweerde zich dapper. De beroemde Desion trad als zijn verde diger op en werd daardoor, door zijn geneeskun dige collega's in den ban gedaan, evenwel, Desion begon even ijverig te magnetiseeren a's zijn leer meester. In 1771 gaf Mesmer zijn bekende propositiën uit Zelfs Dubois moest erkennen, dat de geneeskun dige faculteit tegenover Mesmer onverantwoorde lijk handelde. Op 28 Maart 1771 werden Mesmer door den minister Maurepas namens het hof voorstellen ge daan om hem voor de behandeling van de offi- cieele geleerden schadeloos te stellen en hem voor goed in Frankrijk te houden, doch, die Mesmer, moedig als hij was, onvoldoende achtte en alle verwierp. Intusschen had zich te Parijs de „L'Harmonie" gevormd; ze bestond uit leerlingen van Mesmer en telde tegen het einde van 1780 reeds 48 leden, waaronder edellieden, geneesheeren, rechtsgeleer den en geestelijken. Zij opende een cursus, die binnen veertien dagen meer dan 50 nieuwe leden uit dezelfde stan den aanbracht. In 1784 verkondigde de beroemde kanselrede naar Hervier te Bordeaux den lof van het magne tisme openlijk van den kansel. Aan den anderen kant werd Mesmer in de „Comédie Italienne' 'op belachelijke wijze in de „Docteurs modernes" geparodieerd. De Fransche academie, die in 1784 het magne tisme verwierp, kwam in 1831 weer op haar oor deel terug, in haar bekend, door Husson geredi geerd rapport, waarin somnabulisme, gevoelloos heid, genezingen, gedachtenlezen enz. volkomen werden geconstateerd. De commissie was van 1823 tot 1831 bezig ge weest en had dus gelegenheid tot onderzoek ge noeg gehad. Dat rapport werd niet voor het publiek gedrukt, omdat volgens Castel, een der leden van de aca demie, de feiten, „de helft van de psychiologische wetenschap" vernietigden! Nu, dat was zoo en is nog zoo in het jaar Onzes iHeeren 1925, als die helft nu ten minste niet is aangegroeid tot drie kwart, om wellicht, in een niet al te lang verwij derde toekomst het geheele tegenwoordige stelsel der physiologie onderste boven te werpen. In 1837 werd het magnetisme weder voor de variatie door de academie onder handen genomen, en voor de verandering, verworpen. Het was in de dagen, toen Frappart, Tteste e a. in hun kracht waren en velen voor de studie van het magnetisme wonnen. Dr. Velpeau, Guermeau en Azam legden in 1858 aan de academie merkwaardige verslagen over, die men weder aannam!!! Mesmer bracht zijn laatste levensjaar aan het meer van Constance door, waar hij 15 Maart 1815 op 81-jarigen leeftijd overleed. Tot slot wensch ik hier nog mede te deelen, dat het Levensmagnetisme kan worden aangewend tot bestudeering van de eigenschappen van 's men- schen geest en zijn latente vermogens. Daartoe leveren vooral de psychisch hoogere expirimenten een onafzienbaar veld, waarop nog slechts weinig voetstappen staan. Deze zijde van het magnetisme is van zooveel belang, dat het alleen daarom de opmerkzaamheid van elk denkend en beschaafd individu ten volle verdient. De physioloog, die meent de studie van het magnetisme te kunnen missen, zal het op zijn duister gebied voorzeker niet ver brengen. Men wordt zich trouwens in officieel-geleerde kringen in onze dagen van deze onomstootelijke waarheid allengs bewust. Maar er is méér. Het levens-magnetisme kan ook worden aange wend tot genezing van gemoeds- en lichaamsziekte, geestelijke infectie en dit is een niet minder wettig gebruik van deze natuurkracht. Men kan door het magnetisme verkeerde rich tingen van het gemoedsleven wijzigen in slechte gewoonten verbetering brengen, maar ook licha melijk lijden, chronische of acute ongesteldheden met vrucht bestrijden, alhoewel het evenmin als welke andere geneesmethode ook, een „panacée" is voor a'lle menschelijke kwalen. Dat alles wisten niet alleen de wetenschappe lijke magnetiseurs reeds voor tientallen van jaren, maar ze voerden 'het ook in de praktijk uit, en ziet, in onze dagen drukken de quasi „ontdekkin gen" op dit gebied, daarop het zegel. Verreweg de meeste menschen zijn nog totaal onbekend met de wijze, waarop het magnetisme kan worden toegepast; de meesten verkwisten het nutteloos. Sommige personen (bezitten van nature groo- tere magnetische kracht dan andere en in enkele gevallen is ze erfelijk. Ze kan niet alleen op vreemden maar ook op eigen persoon worden toe gepast. De bekende R.K. geestelijke Faria, bezat inder tijd een verbazend magnetisch vermogen, evenals ook de Baron Dupotet en meer andere bekende specialiteiten. Door oefening en zuivere levenswandel hadden zij het in hooge mate doen toenemen, en dit is het geval met iedereen, die de praktijk met oordeel en gezond verstand aanvat, De middelen daartoe zijn psychische of mentale en physische. Ze worden afzonderlijk of vereenigd aangewend. Het psychische middel is de geconcentreerde wil; het physische het gebruik van de magnetische uitstraling door zekere manipulatiën. De Kunst en Kracht van magnetiseeren bestaat in het richten van den magnetischen invloed op een bepaald doel. In 1902 werd eene inschrijving geopend om het monument voor Mesmer op de begraafplaats te Meersberg aanhet meer van Constance te herstel len, die spoedig en volkomen slaagde: op 18 Mei van dat jaar werd te Constanz het 8e congres der Duitsche magnetiseurs gehouden en op den 19den begaven de leden zich en corps naar Meersberg en werd het monument ingewijd. Het is een steen, die de vorm van een prisma heeft en op drie r-onde treden is opgericht. De voorzijde vertoont een alziend oog, waaron der de naam van Mesmer, de tweede zijde een menschenhoofd in eenige cirkels, met Mesmers geboortedatum en de derde zijde een fakkel met palmtak, gekroond door een ster, waaronder de datum van zijn dood. Tegelijkertijd, dat ik eindig met dit schrijven, breng ik U, Mesmer, een eere-saluut. C. C. J. WITBRAAD. Jaarverslag Kon. Ned. Mij. voor Tuinbouw en Plantkunde. De afdeeling BloemendaalVeisen der K. N. M. T. P. hield Dinsdag, 20 dezer hare maandelijksche bijeenkomst te Bloemendaal. Zooals g bruikelijk werd deze vergadering in het nieuwe jaar geheel in beslag g nomen door be handeling van huishoudelijke aangelegenheden. Nadat de voorzitter de vergadering had geopend met een Nieuwjaarswensch voor leden en de af deeling, werden de verkorte notulen der vergade ring van 16 December 1924 voorgelezen, goedge keurd en mitsdien gearresteerd. Vervolgens las de secretaris het jaarverslag 1924 voor, waarin geconstateerd wordt dat ene kleine toename in het ledental heeft plaats gehad en 1925 wordt ingegaan met 267 leden. De inzendin gen voor het Puntenstelsel waren zeer toege nomen; de Propagandatuin bij 'Hotel Duin en Daal bevond zich steeds in zeer goeden staat van on derhoud en verheugde zich in voldoende belang stelling zijdens het publiek. Verder werden geme moreerd de excursie naar Wageningen op 10 Juli, de „Rozenavond" op 2 Juli en het groote succes der Onderlinge Najaars-Tentoonstelling op 31 Oct. 1 en 2 Nov., welke niettegenstaande het drukke bezoek van betalende bezoekers welks aantal 350 bedroeg een groot bedrag aan de afdeeling heeft gekost. Op 9 October werd een Tuinbouw-wintercursus met Rijkssubsidie opgericht. Vervolgens wordt eene opsomming gegeven van alle voordrachten op de winterbijeenkomsten gehouden, waarbij ge klaagd wordt over het zeer matige bezoek en ein digt het verslag met eene opwekking tot de leden om de vergaderingen beter te bezoeken en nieuwe leden aan te werven. Dan volgt het Verslag 1924 van den penning meester, waaruit bleek dat de Jaarrekening sloot met een voordeelig saldo van f 242.40 ofschoon het tctaal der inkomsten ad f 1640.toch f 138. minder was dan in 1923. De giften die in 1923 f 268.bedroegen, war n in 1924 slechts f 22.50. De gemeente bleef de afdeeling steunen met eene subsidie van f 200.waar voor dank wordt gebracht aan het Gemeentebestuur. De vergelij kende cijfers van uitgaven 1923 en 1924 deden zien dat op diverse posten was bezuinigd, waardoor een batig saldo werd verkregen dat de afdeeling in staat zal stellen in te zenden op de a.s. Intern. Voorjaars-Bloemententoonstelling Haarlem-Heem stede 1925. De Bibliothecaris brengt dan zijn verslag uit en deelt mede dat maar zeer weinig gebruik wordt gemaakt van de bibliotheek, welke toch "goede werken bevat en die door schenking in 1924 werd verrijkt met 25 boeken. Nadat de voorzitter den secretaris, penningmees ter en bibliothecaris had dank gezegd voor hunne toewijding aan de belangen der afdeeling en de uitgebrachte verslagen, werd overgegaan tot be handeling der Begrooting 1925. De ontvangsten werden geraamd op een totaal van f 2027.40, de uitgaven werden geraamd in overeenstemming met de werkelijke uitgaven in 1924: voor de excursie werd uitgetrokken f 150. voor een onderlinge tentoonstelling f 260.voor de inzending op de tentoonstelling Haarlem-Heem stede f 200.Daar iedereen met de voorgestelde begrooting accoord ging, werd deze aldus vast gesteld en werd overgegaan tot verkiezing dei- bestuursleden. Op voorstel van den heer Beunder werden de HH. Dr. W. Posthumus Meyjes en P. W. Waller bij acclamatie herkozen tot respectie velijk voorzitter en penningmeester, welke her benoeming door den heer Dr. Posthumus Meyjes, ook namens den heer Waller werd aanva rd. Overgaande tot de verkiezing yan 3 bestuurs leden, waarvan een liefhebber en 2 vaklieden, releveert de voorzitter dat door een misverstand lü de vorige vergadering geen afscheid werd-geno- men van het aftredend bestuurslid, d^n heer R. H. A Muyen. De voorzitter herdenkt dan de aang - name samenwerking en de deskundige voorlichting die het bestuur steeds van dezen bij uitstek kundi- gen vakman mocht ondervinden en zegt hem dank voor het vele door hem in het belang onzer afdee ling gedaan. Als stembureau fungeerden de heeren: Beunder en Ende. In eerste stemming werd als liefhebber de heer E. A. W. Hirschfeld ?n a's vakman de heer A Jager en moest een tweede vrije stemming plaats hebben voor het 2e Bestuurslid-vakman, waarbij gekozen werd de heer H, Heesbergo. In de plaats van den heer Joh. Mey, die bedankt heeft, werd gekozen de heer G. J. van Dijk, zoo dat daarmede het Bestuur weer voltallig is, n.l. 10 leden, waarvan 5 liefhebbers en 5 vaklieden. Tijdens de stemopname deed de Voorzitter aan de vergadering mededeeling dat het Bestuurslid, de heer Leonard A. Springer den 24sten Januari zijn 70e verjaardag zou bereiken en dat velen in den lande besloten hiervan een feestdag te ma ken voor den Jubilaris. De Voorzitter steU nog maals de groote verdiensten van den heer Sprin ger in het licht, die als Bestuurslid onze afdeeling zooveel heeft doen profiteeren van zijne groote kennis en ervaring. Hij is dan ook overtuigd in den geest der leden te hebben gehandeld door onze afdeeling te doen bijdragen in het stoffelijk blijk van belangstelling dat den jubilaris op dien dag zal worden aangeboden. Hij wekt de leden op den jubilaris Zaterdag a.s. tusschen 3 en 4 uur te gaan complimenteeren. Dan komt punt 7 der agenda aan de orde en deelt de Voorzitter mede dat enkele leden van het Bestuur eene bijeenkomst hebben gehad met eenige Hoofden van scholen om te geraken tot vorming eener Commissie om vast te stellen op welke wijze de „Moederdag" gepropageerd zal kunnen wor den. Door onvoldoende opkomst werd zoodanige Commissie nog niet gevormd, doch blijft het Be stuur in die richting werkzaam. Punt 8. Opgave van punten ter behandeling op dc a.s. winterbijeenkomst stelt de Secretaris voor namens onze afdeeling de vraag te stellen of het op den weg der Afdeeling ligt het vormen van school- en werktuinen aan te moedigen. Na eenige gedachten wisseling tusschen Voorzitter en Secre taris wordt besloten die vraag te stellen. De heer van Nederhasselt informeert hoe ver het staat met het werk der Commissie van Nomen clature, waarop de Voorzitter mededeelt dat deze Commissie druk in actie is en de eerste opgaven reeds verschenen zijn in de officieele mededeelin- gen en in Floralia; men is gevorderd tot „Abies". De heer Ende zou graag ter sprake brengen de toetreding van de Vereeniging van Oud-Cursist n tot de K.N.M.T.P. Hij zou graag willen weten hoe in het algemeen de geest der afdeelingen is tegen over deze toetreding. De Voorzitter heeft er niets op tegen dat deze vraag gesteld wordt en zal die dan nader formu leeren. De heer de Meza stelt hier de vraag of de K.N.M.T.P. in eenig verband of verhouding slaat tot de Vereeniging „Heemschut". Hij zou het op den weg onzer Maatschappij vinden liggen deze nuttige vereeniging te steunen. De Voorzitter zegt dat onze Maatschappij geen lid is en in geen enkele verhouding tot die Ver eeniging staat, maar er wel veel voor voelt steun te geven. De vragenbus bevat eenige vragen omtrent naa'm van de planten waarvan takjes ter tafel aan wezig. Het eene takje blijkt te zijn van Evonymus japo nica, de plant is door stek te vermenigvul digen. Het andere takje is van Ilex aquifolia fruc- tuluteo, terwijl het derde takje niet thuis ge bracht kan worden en de heer Bleeker zich zal belasten met zoo mogelijk den naam vast te stel len. Bij de rondvraag vraagt de heer Dijkman of onze Afdeeling in relatie staat met den nieuw opgerichten Planten- en Vogeltuin van Bloemendaal en zegt de Voorzitter dat dit nog niet het geval is, maar dat dit ter sprake zal komen op de eerstvolgende Bestuursvergadering. De heer Schuyt vraagt of in Bloemendaal eene vcreenigng Floralia bestaat, en of het op den weg onzer afdeeling ligt zoodanige vereeniging te steu nen of zoo zij niet bestaat op te richten. Over het nut daarvan is men het niet eens; de heer Beunder is er voor, maar de heeren van Nederhasselt en Jager opperen bezwaren. Besloten wordt deze aangelegenheid ook tot onderwerp van bfispreking—ap de, a,£^J3estuursyer£adering te ma ken. De Voorzitter deelt dan verder mede dat op het orogram staan een voordracht van Prof. Dr. Stomps over zijne reis in Ceylon in Februari of in Maart al naar het ZHgGel. convenieeren zal, dan de ver handelingen van den heer van Cruyningen over dc cultuur van Cypripediums en van den heer van Nederhasselt over die der Odontoglossums, beiden te geschieden op dezelfde bijeenkomst en dan nog een filmavond van den bijenstand „Mellona" van Joh. de Meza. In verband hiermede merkt de Voorzitter op dat hoezeer hij ook de Kalender van Zeist als reclame apprecieert, het het minder ge- wenscht acht vooruit voor een geheel seizoen de onderwerpen der voordrachten vast te stellen, vooral niet omdat men daardoor eigen sprekers den pas afsnijdt, want de beste voordrachten komen dikwijls voort uit onze „Vragenbus''. 'Niets meer aan de orde zijnde, wordt de verga dering gesloten. Zaterdagavond 31 Januari, des avonds 8 uur, geeft het Fanfarecorps „Oefening Kweekt Kunst", van het Prov. Ziekenhuis alhier, directeur de heer H. W. Hofmeister, voor donateurs en genoodigden en tegen entrée een concert in Hotel Vreeburg te Bloemendaal. 'Na afloop der muzieknummers zuilen eenige Een vraag die geregeld voorkomt, en waarvoor et antwoord bijna altijd verkeerd gegeven wordt, zoodat goede resultaten niet bereikt kunnen wor- en, geeft mij aanleiding daar als vakman een ant woord op te geven. I). raag gaat dagelijks uit van de moeder in het belang van haar kind, als zij ziet dat steeds weer elk paar schoentjes, dat slechts kort gedragen is, er weer scheef en verzakt hij staan, zoodat goed oopen voor de kleine onmogelijk is, wat de moe- er aanleiding geeft te veronderstellen, dat haar kleine voetgebreken heeft of bezig is die te krijgen. Teneinde raad wordt dan de vraag gesteld van hulp aan den huisdokter of voetspecialist. Dat de moeder zich m een zoodanig geval tot haar dokter wendt is volkomen te begrijpen, daar het naar haar oppervlakkige meening gaat om het lichaam, speciaal de voetjes der kleine. Maar waar in een zoodanig geval door den deskundige eerst vast gesteld moet worden, of het hierbij nu gaat om de voetjes of dat eigenlijk de ondoelmatige schoenen aanleiding zijn voor het verkeerd loopen en de on gerustheid der moeder, is het noodzakelijk dat dit onderzoek niet door den dokter alleen gedaan wor t, doch dat dit ook gedaan wordt, wat schoe nen etreft, door een maatschoenmaker. -oo ver zijn wij echter nog steeds niet, nog altijd s aat de medicus op het standpunt van ook schoen- ma er 'e zi'n' en wel in staat te zijn zelfstandig over sc oenen te kunnen adviseeren; dit is een erou erd standpunt, dat niet toelaatbaar is. Doc- in ennen de schoenmakerij niet, noch haar rrChh: Wr,de' n0ch de stand van het vak, 's het Zlch aangepast wat betreft anato mische kennis. Elke maatschoenmaker van eenige beteekenis is tevens orthopaedist; is niet meer de lapper uit het verleden, die slechts als uitvoerder te gebruiken was, als door anderen, meer weten schappelijk bevoegden, hem den weg gewezen was, Deze voorlichting werd in den ouden tijd ook door den schoenmaker dankbaar aanvaard, en als heden de medicus door iets meer te weten van de maat schoenmakerij, tevens tot de overtuiging komt, dat hij van ons vak eigenlijk niets weet en zich tot de maatschoenmakerij wendt om een technis.h oordcel in te winnen, dan wordt ook thans die samenwerking nog zeer gewaardeerd, altijd met dit verschil, dat hij niet zonder meer gehoorzaamt; dc maatschoenmaker van heden is, wat het voet lijden betreft, bevoegd tot oordeelen, wil weten waar hij zich toe leent, wil zijn vak erkend zien, omdat dit betere methodes heeft. En nu de vraag uit de praktijk als voorbeeld naar voren gebracht. Een moeder laat mij weten, dat haar kleine van anderhalf jaar zeer slechte voetjes heeft, en bovendien het eene been zoo staat en het andere zus. De dokter had met schoe nen dit geprobeerd en dat toegepast, doch nu moesten er maatschoenen komen. Nu leven wij in een tijd dat maatschoenen hoog in prijs zijn, door allerhande bedrijfsbelemmeringen (verkorte ar beidstijd) en door de vele belastingen (sociale wetten), is het product altijd nog te duur, temeer daar het tegendeel blijkt van intensieve arbeid, zoodat de moeder schrikt van den prijs, maat schoenen te duur vindt, en zoekt naar een andere oplossing. Wel is het begrip duur in vele gevallen zeer eigenaardig. De moeder die f 20.voor goede schoenen, die de ontwikkeling niet belemmeren, duur vindt, heeft veel minder strijd over f 100. als de specialist adviseert, dat platvoetzolen en houten kniespalken 's nachts in bed door de kleine gebruikt moet worden, waarmede intusschen de voeten bedorven worden, en door de 'houten spal ken het kind slechts gepijnigd, doch niet verbeterd wordt. Want de natuur laat zich wel belemmeren, doch niet bespoedigen, als de oorspronkelijke voorwaarden van het kind rechte beenen op kun nen leveren, komen die van zelf, mits men de ontwikkeling niet belemmert door geforceerde methodes. Als de chirurg voor een voet-operatie met na- operatie f 1000.in rekening brengt, maar tevens verklaart, dat maatschoenen van f 50.te duur zijn, en adviseert dat er maar confectieschoenen gebruikt moeten worden met zijn steunzolen er in, waardoor de operatie een mislukking wordt, dan doet het begrip duur wel eigenaardig aan, het is maar hoe men de dingen opvat. Maar in ieder geval, maatschoenen zijn hoog in prijs terwijl con fectie als massaproduct een te groot prijsverschil opleveren om daar geen rekening mede te houden en te overwegen of in een dergelijk geval de moeder niet te helpen is, om met confectie- schoeisel, mits gewijzigd, haar toch te helpen; dit kan in vele gevallen wel, maar ook alleen als de vakman zijn medewerking verleent, niet als de huisdokter zelf schoenmakert met de winkelier en een lapper, zooals bij mijn kleine patiënt gedaan werd. Laat de moeder in een zoodanig geval haar dokter raadplegen, dat is aan te bevelen en kan nuttig zijn, doch voor schoenen het advies inwin nen van de vakman, die weet te oordeelen en te handelen. Die kleine onvolmaakte wezentjes tob ben in verreweg de meeste gevallen, niet met hun voetjes, doch wel met 'hun schoenen, waar zij de strijd mee aan moeten vangen en probeeren moeten om het tot goed loopen te brengen. Mijn kleine patiënt, een mooi gezond en goed gevormd kind, heeft natuurlijk door zijn kraak- heenvoorwaarde kromme beenen, die slechts vra gen om een gezonde levenswijs, om behoorlijk recht te worden en aangezien er geen sprake is van rachitis, dat zullen worden te zijner tijd, mits men niet met spalken, punten onder de voet holte en gekke schoenen de normale ontwikkeling belemmert. Beter en verplichtend is het, de maat schoenmaker als technicus over schoenen, waar het in dergelijke gevallen uitsluitend om gaat, te erkennen en zijn oordeel over schoenen te vragen. Door mij kon worden toegestaan het dragen van heele lichte lage schoenen, waarbij de hak aan de binnenzijde iets verhoogd was, zoodat de enkel recht gezet werd, en deze uit den winkel gekochte schoenen het goed zullen blijven doen, zoodat rustig de verdere ontwikkeling afgewacht kon worden; in geen geval worden door mij wiggen onder de voorvoet gegeven, daar dit de natuur lijke buiging van de voorvoet belemmerd en het kind belet goed te loopen. Spalken 's nachts in bed, metalen pla'tvoetzolen en punten onder voetholte, zijn alle sterk te veroordeelen en doen denken aan folterwerktuigen, wat bijgaand beeld u wel duidelijk zal maken. De bedoeling hiervan is, dat dc kleine, gedwongen door de pijn die de punt veroorzaakt, de voetjes om en op zal trekken, wat het natuurlijk ook doet, maar waardoor dan tevens een tegennatuurlijke gang ontstaat, althans van normaal het voetje afwikkelen geen sprake kan zijn. Bovendien de volgende aan mij gedane vraag beantwoord. Met het oog op het groote prijsver schil is het nemen van maats hoeis 1 nog al be zwaarlijk; om bij ieder kleed een verschillend paar naatschoenen te nemen, is niet te doen. Ant- voord. Als maatschoenen door de toestand der 'oeten noodzakelijk zijn geworden, verdient het \anbeveling daar ernstig rekening mede te houden, n kan men de keus van zijn schoeisel zoodanig regelen, dat men met minder paren volstaan kan. Wil en moet men het er op wagen, verander dan van systeem van dragen en neem voor avond en concerten dun salonschoeisel goedkoop gekocht, 'och overdag bij loopen in huis, werkkring, of be drijf, waarbij men den geheelen dag actief de voeten gebruikt, en er veel van gevergd wordt, Iaat daarvoor maatschoeisel maken, speciaal loop schoeisel of Luxe Orthopaedie, dit voldoet goed en doen de voeten goed blijven. Haarlem. ALEX HUIJKMAN. Technisch medewerker van het Vakblad „De Schoenmakerij". 1 w idwa

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1925 | | pagina 5