Dankbetuiging Uit hande 2 verantwoordelijkheid. Z DHnSeVe «^dékken advrrtkntie ®©@0®®e®®<S«@®O©®®®©0®3®®®®®©©©«® e e 3 3 o Niet in staat allen persoonlijk te bedanken, wil ondergeteekende, mede namens zijn echtgenoote, alle vrienden en bekenden, ook de leden van de Sociëteit „Vrienden kring" en zijn personeel, hartelijk bedanken voor de zeer groote belangstelling, bij hun Zilveren Huwelijksfeest ondervonden. L. H. RINGS. Santpoort, Jan Gijsenvaart, 24 Januari 1925. ®®©®aoe®«®©©ö®ö®@8®©®»e®®®«®8®»® domes en heeren van „Oefening Kweekt Kunst", hunne medewerking verleenen tot het opvoeren van een tooneelstukje getiteld: Arme Rijke. Een vroolijk spel in één bedrijf en een komische scène getiteld: De Harmonie van Knuppelveen. Verder is er bal na met Jazz-bandmuziek onder leiding van den heer C. Egbrink. Het geheel belooft een genotvolle avond te wor den. Wijziging stemdistrict. De „Staatscourant" bevat de gewijzigde verdee ling in stemdistricten van kieskring XI voor de verkiezing van leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, voor zooveel Bloemendaal be treft. Auto-ongeluk. 'Donderdagmiddag omstreeks 1 uur reed een autobus van de dienst Noordwijk—'Haarlem nabij de Beeklaan langs den Bloemendaalscheweg. Uit tegenovergestelde richting naderde een vrachtwa gen. Toen beide voertuigen elkaar bijna genaderd, waren, zag de bestuurder van den vrachtwagen tot zijn groote ontsteltenis, de bus vlak langs hem heen den kant inrijden. Door spoedig remmen kon eerstgenoemde een botsing voorkomen. De auto bus reed door het hek van den heer Bodel de Bienfait heen en bleef aldaar, doordat de voor wielen diep in den drassigen grond drongen, ste ken. Het linkervoorwiel was hiertegen niet be stand en werd geheel in elkaar gedrukt, zoodat de wagen in een scheeve houding kwam te staan. De weinige passagiers die er in zaten kwamen met den schrik vrij en verlieten zoo spoedig mo gelijk de verongelukte bus. Nadat er materiaal gehaald was, werd er een nieuw wiel aangezet en kon de bus op eigen kracht zijn weg vervolgen. Wegenverbetering. Het modderpad, dat men in den regel Domp- vloedslaan noemde, is thans na langen tijd einde lijk eens onderhanden genomen, zoodat de men- schen die a'daar wonen, zonder vrees uit hun woning kunnen loopen. Ook is de kans om in de modder weg te zakken weggenomen. Het is voor de bewoners een greote verbetering. De heer Stoel uit Haarlem, bezitter van het Hofje van Stoel alhier, heeft het ook eens noodig gevonden de weg aldaar eens een beetje op te laten knappen. Teveel mocht hier echter niet aan besteed worden en men heeft dan ook niets anders gedaan, dan den weg met steenkolengruis opnieuw behard. Verder heeft men aan het begin van het laantje een afsluithek gemaakt, zoodat er met voertuigen niet meer ingereden kan worden. Het beharden van het laantje is niet voldoende en is maar van tijdelijken aard. Na een aantal flinke regenbuien is alles weer in modder herschapen. De heer S. had beter gedaan inplaats van een duur afsluithek te plaatsen, het laantje te laten bestraten, dan waren alle bewoners voor goed van den modderpoel bevrijd geweest. Vereeniging Volkstuinen. De Vereeniging voor Volkstuinen hield j.l. Don derdag haar jaarvergadering in café „Ruimzicht" alhier. Te 8 uur opende de voorzitter, de heer H. Hoek stra de vergadering. De notulen der vorige ver gadering werden gelezen en zonder wijzigingen goedgekeurd. Daarna bracht de secretaris het jaarverslag over 1925 uit. Hieruit valt het volgende te vermelden: De tuinen, in huur van de Gebr. Roozen, werden geheel verhuurd, maar niet geheel beteeld. De tuinen van „Veen en Duin" werden geheel ver huurd en ook geheel beteeld. Pogingen, om nieuwe tuinen te huren, ten einde te kunnen voldoen aan aanvragen om tuintjes, mislukten door gebrek aan beschikbare teelgrond in onze gemeente. Uit het verslag van den penningmeester bleek, dat de exploitatie-rekening sloot met een batig saldo van f 35.32. Ook de huishoudelijke rekening wees een bevredigend saldo aan. De aftredende bestuursleden, de heeren v, Beem en Huizenga, werden bij acclamatie herkozen. De bescheiden van den penningmeester werden door een commissie van 2 personen nagezien en in orde bevonden. Na rondvraag werd de vergadering om ruim 9 uur gesloten. OVERVEEN. Teraar dbes telling D. D. Stuten. Woensdagmiddag had op „Westerveld" onder zeer groote belangstelling de teraardebestelling plaats van den heer D. D. Stuten, directeur der Ontvang- en Betaalkas te Amsterdam, thans in woner van Overveen. Onder de aanwezigen merkten wij op mr. W. 1 Westerwoudt, mr, van 'Heukelom en mr. dr. Slees- j wijk, commissarissen van de Ontvang- en Betaal- i kas, den heer D. Rahusen, oud-directeur der Ned. Bank, mr. P. Hofstede de Groot, directeur der Am- j sterdamsche Bank, mr. R. E. Kielstra, directeur der Kasvereeniging, mr. Aug. Philips, directeur der Buitenlandsche Bankvereeniging, den heer An- driessen van de firma Pierson en Co., den heer Uit den Bogaard van de firma Langerhuysen, de heeren W. F. Druyvesteyn, mr. Deking Duraen, dl. Huët, geneesheer-directeur van het Kinder sanatorium „Hoog-Blaricum", dr. Heinsius v. d. Berg, secretaris van het sanatorium „Hoog Laren" e.a. Gesproken werd door mr, W. Westerwoudt, president-commissaris van de Ontvang- en Betaal kas, die zeide dat de heer Stuten zijn gansche leven gewijd heeft aan de Ontvang- en Betaalkas. Hij had nog de illusie, spoedig weer aan het werk te mogen gaan. Wij brengen, zeide spr. onze dank bare hulde en betreuren in hem een degelijken trouwen vriend en een kloek en voorzichtig direc teur. Hij gaf zich ook naar buiten en deed het aanzien van onze instelling daardoor verhoogen. Namens de sanatoria „Hoog Laren" en „Hoog Blaricum" sprak dr. L. C. van der Meulen woorden van dankbare hulde aan den overledene die zich met zijn groote liefde ook gaf voor deze instellin gen. Vervolgens spraken als vriend de heer O. Ka- merlingh Onnes, de heer A. G. Joosting Bunk, 'di recteur van de Ontvang- en Betaalkas, mede namens het personeel, de procuratiehouder, de heer P. Hooft, waarna een zoon dankte voor de groote belangstelling. N.H.Crt. T 0 0 N E E L „Het Vereenigd Tooneel". „St. Joanne" van Bernard Shaw. Een gebeurtenis van beteekenis op tooneelgebied was het, wat wij Donderdagavond in den Stads schouwburg bijwoonden. Shaw, de felle spotter, die in zijn merkwaardige tooneelstukken het poo- vere, ijdele menschdom ondersteboven zet en binnenstebuiten keert en de lange ooren wascht en den (blufferigen pels-) mantel uitveegt, Shaw, die den voortreffelijken en beschaafden toeschou wers zoodra het scherm omhoog is, een geweldigen lachspiegel voorhoudt, waarin dezen hun kwierse gestalten en hollebolle tronies niet herkennen, ze voor die hunner minderwaardige evennaasten aan zien en zich er zoodoend mee vermaken, Shaw, voor wiens satyre niets en niemand heilig is, Shaw is ontroerd geworden door een aangrijpende figuur uit de geschiedenis der menschheid, en met diepe bewondering en liefde heeft hij haar tragedie neergeschreven. Shaw, dien we steeds om zijn vernuft bewonderden, heeft ons nu ook zijn hart getoond. Niet dat Shaw in dit drama geen even groot spotter als altijd zou zijn, doch hij werd getroffen door de historische figuur van Jeanne d'Arc. Een ieder kent de geschiedenis van het Fransche boerinnetje uit de 15e eeuw, die vizioenen had en stemmen hoorde, welke haar hare roeping open baarden: haar vaderland te redden van de Engel- sche overbeersching. Hoe zij als zeventienjarig kind de stad Orléans ontzette, de Engelschen in het veld daarop nogmaals versloeg, en den dauphin in de kathedraal van Reims tot koning van Frankrijk kroonde. Hoe ze een jaar later door de Bourgondiërs werd gevangen genomen, en, ter wijl de door haar gekroonde koning Karei de Zevende geen hand uitstak om haar te bevrijden, aan haar aartsvijanden, de Engelschen, werd uit geleverd. Voor een geestelijk gerechtshof van den bisschop van Beauvais wegens ketterij en tooverij aangeklaagd, werd ze tot den brandstapel ver oordeeld, en stierf zij den vuurdood op haar 19e jaar. Haar vonnis werd later herzien, en haar on schuld daarbij aangetoond. De Roomsche kerk verklaarde haar heilig. Intusschen: Shaw ziet in Jeanne de draagster van de idee der vrije gedachte, die eigendunkelijk haren weg gaande, tegen de opvatting der Room sche Kerk in, en die dus noodwendig in botsing meest komen met het gezag dier kerk. En daar aan ten offer vallen. Hij noemt haar de eerste Protestantsche martelares. Het is Shaw's levensbeschouwing, die hem Jeanne zoo doet zien, en in het drama, dat hij schiep, is het groote conflict zóó gesteld, dat het ons tot deelgenoot van zijn inzicht maken kan. Of dc geschiedenis van Jeanne zich echter in werke lijkheid aldus heeft afgespeeld? Zoo vraagt men zich b.v. af, of een Fransche rechtbank (een gees telijke of een wereldlijke: dat scheelt niet zooveel) onder Engelsche overheersching rechtsprekend, met zóó in de benauwheid voor die overheer- schers kan zitten, dat de uitspraak op end'op aan het verlangen van die overheerschers tegemo t komt. Dan zou Jeanne met behulp van een kwasi wettig proces, voor een geterroriseerde rechtbank gevoerd, eenvoudig vermoord zijn door haar bit terste vijanden: de Engelschen. Doch we kunnen deze beschouwing terzijde laten. Wie Shake speare's „Macbeth" bijvoorbeeld gaat zien, be hoeft waarlijk zich niet af te vragen of hij meer van de Engelschen of meer van de Schotten houdt: hij zal worden meegesleept door het geweldig drama zelf. Zoo hier: Engelsch of Fransch, Protes- tantsch of Roomsch, ons grijpt dit grootsche drama van Jeanne aan, dit drama van het boersche kind, dat zich medium eener ontzettende macht voelt, tot aanvoerster van het leger zich opwerpt en in de veldslagen het lot van haar volk doet keeren, om, als haar taak volbracht is, en zij naar de ijzeren wet des levens dus overbodig geworden is, laf in den steek gelaten door den vorst, wien zij den troon van zijn vaderen had weergegeven, ten prooi te vallen aan haar haters, het vijandige volk dat eens zoo fel door haar geteisterd werd. Vol geestdrift en teederheid en bewondering drong Shaw door tot het leven, schoon en schrikkelijk, van deze heldin, heilige, martelares, en heerlijk heeft hij het ons herschapen. En dan: Jeanne, een kind uit het volk, kampend tegen adel en geeste lijkheid. Wie Shaw kent, weet welke partij hij hierin koos en welk een satyre tevens daaruit groeien moest! De opvoering zelve verdient ook alle waar deering, zoowel voor de zeer geslaagde de ors als voor de in het algemeen voortreffelijke ver tolking. Hulde. S. SPORT. Overzicht 2e Klase A. Van de vijf vastgestelde wedstrijden gingen er slechts drie door. Q.S.C.Alcmaria werd niet ge speeld wegens onbespeelbaarheid van 't Q.S.C.- terrein, terwijl HollandiaA.F.C. uitgesteld werd, om den A.F.C.-ers die hun 30-jarig jubileum vier den, gelegenheid te geven dit behoorlijk te her denken. Zandvoort liet 't er leelijk bij zitten en zag zich door W.F.C. een zeer kostbaar puntje afgesnoept. Het resultaat van dezen wedstrijd was een punt loos gelijk spel en kan men verschillende oog getuigen gelooven, dan mag Zandvoort nog tevre den zijn met dit eene punt. D.E.C. had meer moeite met West-Frisia dan we verwacht hadden. Slechts op 't nippertje en met korfbalcijfers bleef D.E.C. de baas. De uit slag was hier 54. Bloemendaal wist, hoewel met groote inspan ning, Z.V.V. er onder te houden. Lang was de stand 22, totdat ten slotte captain Bakker uit een schitterend genomen vrijen schop keeper Mars, die voortreffelijk zijn doel verdedigde, wist te passeeren. Toegegeven moet worden, dat de Zaandamsche verdediging zich al bijzonder ontac tisch opstelde, waardoor het Bakker mogelijk was, onbelemmerd het doel onder vuur te nemen. Een verblijdend teeken was voorts, dat door Bloemendaal vrij wat beter gespeeld werd, dan we in de laatste wedstrijden gewoon waren. Speciaal Jan Mooy, die voor den wedstrijd als herinnering aan zijn verblijf in de witte gelederen een souve nir ontving, speelde zijn laatste ontmoeting in goe den vorm. Het zeer belangrijke programma voor a.s. Zon dag luidt: West-FrisiaBloemendaal. W.F.C—D.E.C. Alcm. VictrixZandvoort. A.F.C—Q.S.C. Z.V.V—Hollandia. Bloemendaal, dat thuis uitgespeeld is, heeft een 3-tal noordelijke uitwedstrijden voor den boeg, waarvan Zondag een der lastigste aan de beurt is West-Frisia is op eigen terrein nog maar twee maal geslagen en zag in Enkhuizen zelfs kans Alcmaria te kloppen. De onzen staan dus voor een moeielijke taak, vooral waar het elftal zonder Sun- ter en Mooy zeer verzwakt is. Gelukkig is eerst genoemde speler spoedig (waarschijnlijk den vol genden wedstrijd) weer van de partij. R. Strik zal Zondag de plaats innemen van J. Mooy, terwijl M. Jansen zijn oude plaats als linksbuiten weer zal bezetten. We hebben hoop, dat er tenminste een punt meer naar Bloemendaal gebracht wordt. Bij W.F.C.D.E.C. houden we 't op een punten- verdeeling, waardoor dus een zelfde resultaat wordt verkregen als in Amsterdam. En nu de match van den dag. AlcmariaZand- vGort. Deze ontmoeting stempelt 't programma als zeer belangrijk, immers, de gelukkige winnaar zul len we heel waarschijnlijk ook als kampioen kun nen begroeten. Gaan we alle factoren eens na, dan zien we in de eerste plaats, dat de Alkmaar- ders zwaarder programma hebben: thuis Zand voort en Bloemendaal, uit Z.V.V. en Q.S.C. Zand voort uit Alcmaria en Q.S.C. Daartegenover staat echter, dat de Alkmaarders zonder eenigen twijfel de meest homogene ploeg met verreweg het mooiste spel van deze afdeeling hebben. Beide partijen verloren drie wedstrijden: Zand voort van Hollandia, D.E.C. en W.F.C., Alcmaria van D.E.C., West-Frisia en Zandvoort, en speelden er drie gelijk: Zandvoort tegen Bloemendaal, W.F.C. en Z.V.V., Alcmaria tegen Bloemendaal, Hollandia en A.F.C, Alcmaria heeft terreinvoor deel, en is hierdoor alleen al voor op de Zand- voorters. We voorspellen een Alkmaarsche zege. Zeker is het, dat een record aantal toeschouwers getuige zal zijn van een spannende kamp. Scheids rechter v, d. Lee zal alles binnen de perken hou den, en we hopen dat de sterkste wint. A.F.C. zal Q.S.C. het laatste duwtje geven, voor al om haar jubileum door een ongunstig resultaat niet te bederven, terwijl we uit Z.V.V.Hollandia een gelijk spel distilleeren, waarmee dan tevens de laatste kans van Hollandia te niet gedaan zal zijn. Het was weer eens een goede dag voor Bloe mendaal: drie elftallen in 't veld, drie overwin ningen. Het meest verblijdende was wel de zege van de reserves op Schoten 2. Het gevaar is niet geheel geweken, maar de kans de laatste plaats te verlaten is toch beduidend grooter geworden. Zelden zagen we in een wedstrijd zooveel een voudige kansen missen als Zondagmorgen, Beide voorhoeden maakten zich hieraan schuldig. Bij Bloemendaal waren het vooral v. Lent, v. Dam, Sabelis en Jansen die enorm gezwoegd hebben, en het succes van laatstgenoemden speler beide doel punten te maken, was volkomen verdiend. Wordt er in de resteerende wedstrijden even goed aan gepakt, dan behoeven we niet te wanhopen. We zagen het vijfde elftal aan 't werk tegen D.I.S. 3 en hebben met genoegen naar het keurige spel van ons jongste elftal gekeken. Werkelijk er is eenheid en systeem bij de jongens en er wordt met animo gespeeld, vandaar het onvoorziene goede figuur dat het vijfde in de competitie maakt. In de meeste gevallen zijn veel grootere en zwaar dere spelers hun tegenstanders, maar dat is geen beletsel om toch door samenspel goed partij te geven. Bravo! Ten slotte zij vermeld, dat een onzer donateurs het eerste elftal voor Zondag een gratis autotocht naar Enkhuizen aangeboden heeft. Een schitterend aanbod, waaruit blijkt, dat de donateurs hun ver eeniging een goed hart toedragen. Dit bleek ook uit de aanbieding van een verlengstuk van de ter reinafsluiting, dat geheel buiten de clubkas tot stand kwam. Verblijdende teekenen die wijzen op een goed verband tusschen vereeniging en be gunstigers! IHet tweede elftal speelt Zondagmorgen op eigen terrein voor de eerste ronde van den nieuwen Stads-Editie Beker tegen O.V.A. 2. We verwach ten dat onze reserves de bekercompetitie een ge- reede aanleiding vinden, zich te rehabiliteeren. Het vijfde elftal speelt 's middags in Halfweg tegen Halfweg-Vooruit 3. BROCHURES EN TIJDSCHRIFTEN. Van het bouwbureau Kreeneweg 61, Groningen, Architect D. Smit Jr., ontvingen wij een brochure waarin de arbeid van dit bouwbureau op zeer duidelijke wijze wordt gedemonstreerd. BURGERLIJKE STAND. BEVALLEN: L. R. Altenavon Toczylowski, z; B de KruijffHartog, d.; R. L. RikkersProot, z.; M van KesselMense, z.; E. G. JansenRib- bers, z. OVERLEDEN: M. Gout, 82 j.; D. D. Stuten, 61 j. KERKAGENDA. Zondag 25 Januari. BLOEMENDAAL. NED. HERV. GEMEENTE, voormidd. 10 uur, •Dr. M. J. A. de Vrijer, Amsterdam, n.m. 5 u. de heer A. A. Wildschut, theol. can- didaat te Haarlem. GEREFORMEERDE KERK, voormidd. 10 uur, Ds. J. C. Brussaard. Heilig Avondmaal, n.m. 5 uur dezelfde. OVERVEEN. LOCAAL OPENBARE SCHOOL, voorm. 10 uur, Donderdag 29 Januari a.s. 's av. 8 uur, de heer K. Koopman, bijbellezing. AERDENHOUT. „RELIGIEUZE KRING" Aerdenhout—Bentveld. Vereenigingslocaal Eikenlaan 5, v.m. 10.30 u. Ds. B. P. Plantinga, Doopsgez. Pred. Haarlem. SANTPOORT. NED. HERV. GEMEENTE, voormidd. 10 uur, Prof. Dr. G. A. van den Bergh van Eysinga. Jeugddag. Gal. 4 19b. HAARLEM. VEREEN. VAN VRIJZINNIG HERVORMDEN v.m, 10 uur, ingang Jacobstraat. Ds. A. Trouw. FRAGMENTEN. Een liedelaarsliestaau. Een bijzonder boek is De Bedelaar van A. Kar- kavitsas, door J. A. Lambert-van der Kolf uit het Nieuw Grieksch vertaald en bij W. L. J. Brusse s Uitg. Mij. te Rotterdam uitgegeven. Deze roman behandelt de macht die een slimme bedelaar heeft over de bevolking van een van die heel kleine, triestige dorpjes die in de vlakte van Thessalië verspreid liggen. In enkele tafreelen typeert de schrijver de boerenbevolking, vertelt over de opleiding in het bedelaarsvak, en verhaalt hoe de bedelaar zich weet te wreken op een douanekommies, door wien hij zich had laten mis handelen. Tot welk een uitbarsting van misdadige razernij het bijgeloof op het platteland de bevol king kan brengen, blijkt uit de uitwerking van dit gegeven. Het volgende geeft een aardigen kijk in het bedelaarslevenzooals dat op het Thessalisc'he platteland zich openbaart. Als de boeren al getroffen waren door de treu rige manier waarop de bedelaar getrapt werd door den kommies, dan was dat nog geen gevoel van sympathie voor -den verongelijkte, of medelijden of verontwaardiging. Met zoo iets houden de boe ren zich niet op. Ze hadden slechts één gevoel, een gevoel van verbazing. Ze konden niet begrij pen, waarom de bedelaar zoolang over den grond lag te rollen, zonder iets te zeggen, zonder zich te verzetten, zonder dat er zelfs eenig teeken van woede op zijn gezicht te zien kwam. Wat dromm 1, zelfs geduld heeft zijn grenzen! Maar de boeren wisten niet precies wat het zeg gen wil een bedelaar te zijn. Tziritókostas was heusch wel dubbel zooveel waard als de kommies. Onder zijn vuile lompen waren ijzeren armen ver borgen en stalen spieren en flink gebouwde schou ders en een rundernek en een kracht als van een stier. In zijn vaderland, waar men hem goed kende, beefde iedereen voor 'hem. Van zijn daden werd daar verteld, als van de daden der reuzen uit de sprookjes. Eens, bij gemeentelijke verkiezingen, was hij, om zijn vriend die kandidaat was, te hel pen, in zijn eentje er opuit gegaan en had de be woners van Hagios Vlasios die tegenstanders wa ren, verhinderd om te gaan stemmen. En 's avonds, bij de opening van de stembus, toen hij zag dat zijn vriend het zou verliezen, was hij weer in zijn eentje met de revolver in de hand de kerk bin- nengesprongen, had den wacht weggejaagd en de stembussen met kist en al omgesmeten. En ook op zijn reizen had Tziritókostas trou wens geen geringe dingen gedaan. Drie had hij er tot nu toe, diep in het geheim, naar de andere wereld geholpen. Zeker, hij sprak nooit een woord tegen. Hij verdroeg met JobsgeduM alles wat hem werd aangedaan. Maar in zijn binnenste schreef hij met zwarte letters op wie bij hem in de schuld stonden, en wee hun als zij hem ooit gemakkelijk in handen vielen. Kóstas Tziritis en Tziritókostas, volgens de ge woonte in Róémeli om den bijnaam met den naam te verbinden, was afkomstig uit een streek die binnen zijn enge grenzen de ge'heele ongeregelde geschiedenis van de Grieksche bedelarij vere :nig- de. In zijn tijd was het daar de gewoonte, dat, terwijl de krachtige mannen op hun reizen waren en de vrouwen buiten op de omliggende bergrug gen hun spichtige mais inzamelden, de zeventig jarigen dan de kinderen op de dansplaats verza melden en hen oefenden in de trucs van het bede- laarsberoep. Onder toezicht van die witharige hoofden, die zich door de langdurige vernedering hadden gebogen, onder toezicht van die gezichten, die wanstaltig verstijfd waren door het eeuwige gezichten-trekken; voor oogen van de verminkte gestalten, die niet door den snellen gang des tijds, niet door de verborgen macht der ziekte, niet door den plotselingen invloed van den tijd, maar door hun hardnekkig volhouden zoo leelijk waren ge worden, onder toezicht daarvan oefende zich de jeugd, de hoop en de vreugde van het dorp, om hun vaderen waardig, zoo niet nog voortreffelijker dan dezen te zijn. De Dans der Manken, Vermink ten en Blinden was in die dagen de voornaamste oefening. De kinderen, die ieder een stok vasthiel den liepen rond terwijl zij elkaar bij de hand hiel den en veinsden allen een lichaamsgebrek te hebben. De een deed of hij mank was, en zijn lichaam ging op en neer bij iederen stap, als een zuiger tusschen de metalen wanden van een pomp. Een ander deed of hij stekeblind was en liep voort met zijn stok vooruit, met de punt ervan tastend over den grond, uit vrees dat er plotseling een hoogtetje of een kuil, een afgrond of een berm, een steen of een boomstronk zou zijn, waardoor hij zou vallen en een ongeluk krijgen, de stakker! En op zijn gezicht stond het onzekere en het ang stige van een blinde te lezen. Een derde deed of 'hij verlamd was: zijn handen hield hij tegen den grond, met sprongen als van een snelvoetigen haas lichtte hij zijn doode, onbuigzame voeten op, en sloeg tegelijkertijd zijn heldere, argelooze oogen omhoog, met een trek van zachte droefheid op zijn frissche gezicht en een asketische berusting in den wil van God, den rechtvaardigen rechter, den al- machtigen! Een ander, die zoogenaamd door de nerai'den betooverd was, rekte zijn lijf languit en liep te beven over zijn geheele lichaam, terwijl hij één stap vooruit en twee achteruit deed en drie naar rechts en vier naar links; hij wilde den eenen kant op en ging den anderen; hij probeerde naar rechts te draaien en deed het naar links; hij trachtte zijn beenen bij elkaar te brengen en liep juist wijdbeens; hij beproefde zijn handen te buigen eri strekte ze stokstijf uit, en bij het loopen tril den al zijn ledematen, alsof de gewrichten ver lamd waren. Weer een ander deed het voorkomen alsof de nerai'den hem in het ravijn van Kanali uit afgunst van zijn stem hadden beroofd en hij strekte zijn keel en plooide met inspanning zijn lippen, hij wou spreken en bracht een afschuwelijk gekrijsch uit zijn nauwe keel te voorschijn. Een ander deed of hij maar één voet had en liet zijn lichaam tusschen de krukken schommelen als een vuile lap die fladdert in den wind. En tien of twintig anderen deden alsof zij tien of twintig andere lichaamsgebreken hadden, vele die bestaan en vele die nog nergens ter wereld bestonden. Terwijl de kinderen zich aldus oefenden om de menschlievende gevoelens van hun medemenschen later te misleiden, hield een van de grijsaards, een beroemd muzikant met een mooie stem, een drie- snarige lier rechtop op zijn knieën, met de bedoe ling door zijn gezang de dagelijksche inspanning te verlichten en hun toekomstige leven als benij denswaard en verrukkelijk voor te stellen. Met klagende, doffe, eentonige stem, aanvankelijk niet vlug, daarna met een plotseling loopje, en vervol gens met een gerekten, lagen, lang aangehouden toon, zeide hij een eenvoudig lied, inheemsch gelijk ook de akkerkool van de dorre berghelling en even als deze naar, armelijk, miserabe'. En hij begeleidde zijn lied met een eentonig, dof en klagend gebrom van zijn lier. En in zijn lied toonde hij den kinderen de omringende dorre en leelijke bergen van hun vaderland, de Aarde, de slechte, geheel onvruchtbare moeder. Hij vergeleek haar ontstaan met een vloek van God en een verwen- sching, en ging in verrukking iterug tot het ont staan van het Heelal, toen het Al slechts Chaos en Niets was. God sprak, hij wilde toen de Wereld scheppen. Hij nam een groote zeef en hing deze als een wolk boven den afgrond. 'Daarop nam hij hit aarde in zijn handen, wierp die in de zeef, en schudde deze heen en weer. De aarde, de goede en vruchtbare aarde, viel natuurlijk naar beneden en vulde den afgrond en plotseling ontstond de Aarde, zeer vruchtbaar en zeer schoon. Ten slotte bleven er in de zeef alleen de steenen en rotsblok ken over. En de Schepper, woedend omdat hij niet van tevoren er aan gedacht had ook deze recht vaardig te verdeelen, gaf een schop tegen de zeef, zoodat alles wat erin was overgebleven op één plaats tegelijk neerkwam. En God noemde die plaats Krakoera, wat zooveel wil zeggen als: ge vloekt als de schoot van Sara. De zanger vertelde dit echter niet om zijn hoor ders bang te maken. Integendeel, gelijk een be zielde zanger uit de oudheid, ontleenend aan de nederigheid de fierheid en aan den angst den moed, ging hij tegelijk voort met zachten, lieflijken mond, en terwijl hij de aarde vervloekte, prees hij 'haar kinderen gelukkig. Toen de duivels, zei hij, dc Aarde in koninkrijken wilden verdeelen, was ei geen een onder hen die er voor voelde om Krakoera onder zijn gezag te krijgen. Ze lieten het onverdeeld en verkondigden dat zij allen heer- schers en beschermers ervan waren. Maar een plaats die zulke beschermheeren heeft, is gelukkig en gelukzalig, voegde de grijsaard er aan toe. De bewoner ervan zal nooit van zijn leven honger of dorst lijden. Zijn handen zullen nooit den ruwen ploegboom kennen, noch den steel van de bijl zijn gouden jeugd zal niet verwelken door het loshakken van zware steenen en zijn voorhoofd zal geen rimpels krijgen van het denken. Hij zal niet in angst zitten dat de zuidwestenwind zijn zaaisel verschroeit, dat de droogte zijn druiven doet verdrogen, dat de regen zijn laaggelegen groentenvelden zal vernietigen. Anderen zullen daarover peinzen en anderen zullen den wingerd planten waarvan hij den wijn zal drinken; anderen zullen het graan zaaien en maaien waarvan hij het brood zal eten; anderen zullen .de olijven plukken en de olie inzamelen. Hij zal slechts één doel heb ben: de wereld doortrekken van oost naar west en bezield door zijn almachtigen geleigeest de stomme wereld misleiden en beladen met rijkdom naar huis terugkeeren. Aldus sprak tot hen en aldus onderrichtte hen de grijsaard. En bij elk koepiet van zijn lied, bij elke pauze van zijn lier, ging de zonderlinge Dans van Manken, Verminkten en Blinden voort en zengen zij met klagende, doffe, eentonige stem: Dat God je moeders ziel bewaar', Geef mij wat uit dien meelzak daar, Dan maak ik er een koek van klaar; Van een, twee, drie! Dat God je vaders ziel bewaar', Geef mij wat van die olie daar, Dan maak ik er den koek mee klaar; Van een, twee, drie! Dat God je grootje's ziel bewaar', Geef mij een van die uien daar, Dan stoof 'k 'm met de olie gaar En maak er dan den koek mee klaar, Dien 'k voor mijn avondmaal bewaar; Van een, twee, drie! De meeste menschen dra f nog leelijker staan dan hun A. O. Weber in zeitung für die 0000c*xx<xxx>00cxxx30000000000000000cx DE KIKVORSCH I De vorsch -die tot de keel to Riep tot de muis, die om ec [I „Gaf ik aan duizend die du „Mij zou op 'i lest zelf voc „Elk zorgt voor zich. 'k Bei De muis hernam: „Naar allei H „Zal haast de regen vloeier „En deze poel doen groeien j „Misschien gebeurt zulks nic Zei de ander, „en dan liep n Met greep een reiger uit de Den vrek, die toen geen dn En slokte straks hem cp. Gods nat aan alle dorstigen J. B. WEL (Nadruk ver Wanneer men de gri menschheid vraagt, h< perkte krachten van zulk een geweldigen ai nen tot stand brengen, I den, dat de kunst van h< werken. Generaal Boot die wereld-omspannendi Heilsleger, verrichtte z: leuze: „Doe nooit iets, ander kunt laten doen." Deze spreuk klinkt vi doet ons denken aan de king van maatschappeli I den, dat de wereld uit 1 lieden bestaat: zij die a I laten arbeiden. Laatstg hun oogen dan de para I leving. Maar laten werken b stilzitten te beteekene vereischt soms zelfs me zelf doen. Onder de men schillende gaven zeer Plannen maken is iets a "uitvoeren. Maar het t ontwerp is een zwaar st Het uitvoeren van eer tuigelijke verrichting, spieren of de aandacht houdt, maar geen inspar [brem. Het ontwerpen 'scheppen, en scheppen is uitput. De kapitein van een van handelshuis, d jeen bedrijf, zij dr tallen Van- honderdtall J tallen overzien; zij mo f eggen tusschen zeer onderdeden. Zij moeten de geheimen van prakt: schap en voortdurend op |U moeten de geschied het diepste verleden inTef^aangri^en - net. heden maar tee-eli vooruitziende blik de7e spannen, om daar alwe we?kenSHo/eWeldiee 1 wei Ken. Hoe zou een leic nen vervullen, zoo hij nis kon geven, wat een anH ^hten a]s hij Mjsg olies wSnodokUdStenaar: Hén ding is lde ovenigei hen, en i„fY- de 0 Jf aardige taak ééne ■bepalen. Waartoe Wanneer men 1 gevraagd: „Acht gH /te li een gewoon Heilso)^6 iron.' zou hii vT Lu „Geenszins, maar ik fspilhng achten. wam l eerste de beste co alleen. En wann^ik* werkCOlnCtfren' laat ferk m den steek, e RH

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1925 | | pagina 6