DE ANNEXATIE-KWESTIE.
Zondag Namiddagconcert
A. H. v. d. STEUR Jr.
Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Bloemendaal,
Overveen, Aerdenhout en Vogelenzang
ïnüië
NHANDEL
ANSDORP
STAAL
""garage
DIFFUUS LICHT.
Wijnhandel J. Reinders
igselpapier
19, Haarlem
Fotografisch Atelier RTCHF"
Hotel Duin en Daal - Bloemendaal
Amateurskiekjes.
RUL Jr.
EMENDAAL
"el. 22012
raciet, Eier
en Gascokes
irdt gaarne verstrekt
)1\S ESSEX
mmaakartikelen
ontant 5 pCt. Korting
AARD
Haarlem
- en Heiwerken
Directe levering
ichelin
en Rijwielen
e huur
pi. Rustenburgerl. 14r.
Het wetsontwerp komt voorloopig niet in behandeling.
HEEREN- EN DAMESKLEERMAKER
Het beste adres voor EERSTE KLAS
KLEED ING tegen billijke prijzen
Uitgever: A. EIKELENBOOM, Bloemendaal. Kantoor voor Redactie en Administratie: Bloemendaalscheweg 42. - Tel. 22324.
tie-Inrichting
□mobielen
RIJWIELEN
ide prijzen
;r rol
en - Motorrijwielen
in Luxe Automobielen
I en Onderhoud
.cheweg 8 - Tel. 22387
DEMENDAAL
Bloemendaal - Tel. 22242
45
XXXXXXXXXXXXXXOOOÜ
3000CCOOOCOCOOCOOOO
iwde de nachtelijke reizigers
nd aan zijn zwaard. „Wie zij'
srft, terwijl op 's koning's kas-
ordt?"
ook", antwoordde RübezaW
e die stem.
van Bergen?"
pere prins, wiens lol ik
den feestdisch?"
ipper! Wat baat mij mijn dap-
mij de moed van mijn trou-
s, gij, sterkste onder de ster-
r nooit-verslagenen, gij zijt he'
van dezen dag, prinses Ag»'
wonnen. Wat rest mij andefS
iet te uiten?"
Prinses Agatha zal nooit m'i11
,p. „Wat zegt gij? Is het waar-
Jan!"
irins. Nooit zal mijn voet wee
el van den koning Verdrijf
r u vernam op dezen dag wa
ik u helpen wil. Neem i»«
henk. Ga na een half jaar
toon haar het zwaard van
n zeg haar, dat ik maar
4 gij, dappere edelman
den overwinningskrans
?den". ijl
:t prachtige zwaard, dat t
een glans afstraalde van
aan en stamelde zijn dank-
bezahl en zijn schildknaap
Abonnement:
Voor een half jaar 1.75
LOSSE NUMMERS 5 CENT.
Advertentiën: 15 cent per regel, bij afname van 500 regels of meer, korting.
Vraag en aanbod, huur en verhuur, koop en verkoop, van 1 tot 10 regels
1.elke regel meer 10 cent. Tusschen den tekst of op een bepaalde
plaats speciaal tarief.
DE PLOEG.
O Vechter die in 't Vaderland,
met scherpgeschuurden tee en tand,
door vodde en vilte en voren vecht,
en 't taaie tarwland omme'legt!
Ik zie u gaarne, ontembaar aan,
uw diepe en duistre wegen gaan,
van al dat vreeze is vrank en vrijl
Mijn doen is dat, zoo dunk'et mij!
Wanneer gij rust in 't wagenkot,
en roestend daar uw tanden bot,
dan zal allicht een edel graan
al waar gij vocht te golven staan,
Mij geve God dat, moegewrocht,
en 't zalig rusten weerd gerocht,
ik zie eens 't edel terruwveld,
dat stijve zakken koorn geldt!
GUIDO GEZELLE
Een aardig KINDERPORTRET M.M-J
Gr. Houtstr. 169, Tel. 13472
verhoogt het geluk van uw jaardag
is er geen haard meer. De warmte heeftaan 't werk zijn dan die zich in één enke-
zich verspreid, regelmatig en gelijkelijk len persoon belichamen.
tot in de verste hoeken van 't huis. 't Is
behagelijk overal, in de gangen, op de
slaapkamers, die poolstreken van vroeger,
net zoo goed als in 't woonvertrek. De
't Is, of ook op geestelijk gebied het licht
niet meer straalt Uit de ééne fel brandende
lamp, die wij in 't middelpunt onzer ge
meenschap hebben opgehangenof de
(Nadruk verboden).
De groote tegenstelling tusschen de da
gen, waarin het thans volwassen geslacht
kind is geweest en onzen tijd kenmerkt
zich wel het sterkst in de wijze, waarop
wij ons kunstlicht ontvangen.
Steeds algemeener wordt tengevolge van
de toepassing der electriciteit in de huis
houding het gebruik van lampen, die haar
licht achter matglas verbergen en door
terugkaatsing tegen het zoldervlak of de
wanden haar schijnsel algemeen versprei
den. Nog is dit gebruik van diffuus licht
in particuliere woningen niet overal door
gedrongen, maar in openbare gebouwen
als schouwburgen, kantoren, feestzalen,
vergaderlokalen en hallen vindt men het
reeds bijna zonder uitzondering.
Het groote verschil bij het vroegere
licht is, dat men thans geen lichtbron kan
ontdekken en geen middelpunt van het
schijnsel ziet. Hoe anders was dit in onze
jeugd!
Toen immers was de lamp het centrum
van het gezin. De warmroode petroleum
vlam scheen als een zon in de huiskamer
en wierp haar stralen onder de lampekap
uit over de tafel, waaromheen de huisge
nooten gezellig bijeenzaten. Dit zachtros-
sige schijnsel was als een symbool van
genoeglijkheid en gemoedelijkheid. De pe
troleumvlam deed de eenheid uitkomen,
legde nadruk op de innigheid van het ge
meenschappelijke. Als de lamp suisde, was
dit den huisgenooten als een gewijd ge
luid; het leek een gebed of een zegen. Dat
ééne, innige warme plekje verbond gansch
het gezin als tot een huiselijke godsdienst
oefening.
Men zou evengoed de petroleumlamp het
middelpunt van het gezin hebben kunnen
noemen als men dat heeft gedaan met den
huiselijken haard. Hoe is ook de huiselijke
haard veranderd!
Tegenwoordig heeft men centrale ver
warming. Maar het eigenaardige van deze
verwarming is, dat ze heelemaal niet cen
traal is. De warmte, die zij uitstraalt is
onzichtbaar en onhoorbaar. Men verlustigt
zich niet langer aan de grillige vlammen
noch aan de speelschheid van het knappen
de hout. Men kruipt niet langer rondom
de kachel, omdat de kachel overal is en
't hoekje van den haard is niet langer een
hoekje, omdat deze haard heel het huis in
beslag neemt.
Hoe was de huiselijke haard vroeger
een centrum van warmte en licht! Wan
neer het vuur vroolijk vlamde, was het
binnen zijn cirkel goed zijn. Daar verza
melden zich de huisgenootendaar werden
sprookjes verteld of raadsels opgegeven;
daar werd gesmuld en gestoeid of ook wel
tersluiks een uiltje geknapt.
Wie buiten den cirkel zich waagde,
kwam in de kou. Van den haard verwij
derd, stond men in 't duister. Hoe ongena
dig koud kon het zijn, enkele meters van
het haardvuur verwijderd. Geen wonder,
dat men in den huiselijken haard alle in
nigheid van het gezinsleven gesymboli
seerd heeft gezien.
In dezen tijd van centrale verwarming
warmte is diffuus geworden, tegelijk met i warmte zich niet langer beperkt tót den
het licht. I cirkel rondom den éénen knetterend op-
Diffuus licht, diffuse warmte, ook op laaienden haard,
geestelijk gebied kenmerken zij onzen tijd' Licht en warmte zijn diffuus geworden;
in tegenstelling met vroeger. Hadden onze het fonkelende koningschap week voor de
voorouders en hadden ook wij in onze yale, veelkoppige republiek; het inzicht
jeugd niet onze geestelijke lampen en der potentaten voor het algemeen kies-
haarden, die als brandpunten van gods- rechtde sterren op het gebied der kunst
dienst, van zedelijkheid, van kennis of losten zich op in den melkweg der menig-
karakter een kring vormden rondom ons te; de moed van Napoleon ontlaadde zich
heen Hoe koud en hoe donker was het, in de lange linie van den „onbekenden sol-
zoodra wij dien kring verlieten. daat". Voor het parool van den leider
Daar was onze vader of onze meester of kwam het program der organisatievoor
onze dominee. Daar waren de groote hel- het machtwoord van den deskundige de
den uit den Bijbel of uit de vaderlandschewetenschap der volksuniversiteit. Het ge-
geschiedenis, die zij ons ten voorbeeld hiel- zag van den geestelijke verbleekte voor
den. En de groote mannen der wetenschap
de geweldige artisten: Bouwmeester, Sa
rah Bernard; de geweldige politici: Kuy-
per of Troelstra en in onze eigen woon
plaats de geweldigen in miniatuur-for
maat; welk een gezag straalde er uit van
den burgemeester of van den rijken boer
van het dorp.
„Er is geen respect meer!", verzucht
menig oudere, als hij thans de jeugd gade-
het algemeen priesterschap der geloovigen
en zelfs in het godsbegrip weerspiegelde
zich de nieuwe gesteldheid, die haar God
niet langer zoekt in een persoonlijke gestal
te boven zon en sterren, maar spreekt van
den goddelijken geest in het Al.
Moeten wij de wijziging betreuren? Is
het kouder geworden sinds onze centrale
verwarming, duisterder sinds ons diffuus
licht? Hoe zouden v:."j ever ongerief kla-
slaat. Want het is met de helden vereering gen, zoo de haard en de petroleumpit te-
gedaan. Zelfs op het veld van eer mist men rugkeerdenElke tijd heeft zijn eigen
den Napoleonwas dit niet de algemeeneeischen. En de innigheid en de waarheid,
klacht tijdens den wereldoorlog? Een Mus- noch de kracht en het karakter verliezen
solini kan zich een tijdlang den schijn aan- aan gehalte of waardigheid, zoo zij inplaats
matigen van den „sterken man"; doch hoe van monopolie gemeengoed zijn geworden,
spoedig blijkt het, dat er sterkere machtenC.
Erkenning der Tweede Kamerleden dat Haarlem sterk overdreven heeft.
(Wordt
vervolg)
Het voorloopig verslag omtrent het wetsontwerp
inzake de Grensregeling is verschenen.
Voor onze gemeente kan dit verslag gunstig wor
den genoemd. Immers is, èn door het steeds uit
stellen èn door de wijze waarop men zich in de
Tweede Kamer heelt uitgelaten bij de algemeene
beschouwingen, wel gebleken dat men er voorloo
pig nog niet aan denkt Haarlem toe te staan wat
het wenscht te bezitten, doch bovendien dat rond
weg verklaard wordt dat de motieven steeds door
Haarlem aangevoerd, toch werkelijk ver gezocht
zijn en zelis soms kant nog wal raken.
Zoo werden indertijd als argumenten aangevoerd
dat de gasalname door Bloemendaal, de waterlei-
dingwerken van Haarlem welke geheel in Bloe-
mendaalsch grondgebied liggen, de aanwezigheid
van een Stadsschouwburg in Haarlem waarvan
Bloemendaal proiiteert e.m.a. het recht op annexa
tie wettigde.
Van het tegendeel schijnt men in de Kamer
overtuigd te zijn, althans er werd opgemerkt, dat
deze gemeente destijds haar medewerking heelt
verleend hij het stellen van waterleidinigwerken
voor Haarlem in de Bloemendaalsche duinen en
het dus wel zeer eigenaardig aandoet, wanneer
men thans de aanwezigheid van de genoemde wer
ken in die duinen hoort bezigen als argument voor
de annexatie door Haarlem van een gedeelte van
Bloemendaal.
Eenzelfde overdrijving constateerde men bij het
punt: „Industrie en Haventerreinen''.
Verscheidene leden vonden in deze opmerking
aanleiding als hun meening te kennen te geven,
dat de industriegebouwen en de havenwerken,
waarover in de Memorie van Toelichting wordt
gesproken niet meer dan luchtkasteelen zijn. Am
sterdam en de Zaanstreek zijn door hun ligging
zóó zeer boven Haarlem bevoorrecht, dat het ver
langen van Haarlem om een industrie en haven
stad te worden, wel nimmer zal worden verwe
zenlijkt. In elk geval rechtvaardigt, naar men
meende, een zoo onzeker perspectiel niet de ver
strekkende annexatievoorstellen, welke met 'het
oog daarop worden gedaan. De hierbedoelde leden
gaven er hun verbazing over te kennen, dat de
simpele mededeeling van een gemeentebestuur, dat
in de gemeente industrie- en havenplannen be
staan, voor de Regeering een voldoende niotiei
schijnt te zijn om aan een andere gemeente een
doodelijken slag toe te brengen
Ook waren er leden, die meenden, dat voor het
volvoeren van de industrie- en havenplannen
zich als industrie- en havenstad genoegzaam zou
kunnen ontwikkelen, indien een kleiner deel van
het nationale inkomen zoo schadelijke kapitaal-
vlucht. En in de tweede plaats vormen zulke ge
meenten met lage belasting in de nabijheid van
groote gemeenten een 'bij uitstek geschikt preven
tie! middel tegen opdrijving van de uitgaven in de
laatstgenoemde gemeenten: het schrikbeeld van
vertrek der rijksten uit de gemeente deed alzien
van menig werk en menige proelneming, welke
tot verhooging van lasten zouden hebben geleid.
Ook het gevaar voor de scholen, het kleiner aan
tal leerlingen n.L werd onder de oogen gezien.
Waar door de wijziging de scholen, gevestigd
in de gemeente Schoten en Spaarndam en in die
gedeelten van Bloemendaal, Heemstede, Haarlem-
merliede en Spaarnwoude ernstig gevaar loopen
de rijks- en gemeentelijke vergoeding te verliezen,
drongen eenige leden erop aan, aan het ontwerp
een artikel toe te voegen, waarbij bepaald wordt,
dat voor de bestaande scholen de aanvankelijke
geldende minima aan leerlingen gehandhaafd blij
ven.
Summa summarum: we zullen afwachten en ho
pen. Als ik in het begin van mijn verslag schreef
dat het voorloopig verslag voor Bloemendaal gun
stig kan worden genoemd, dan bedoel ik daar niet
■mede dat wij geheel ongehavend uit den strijd
zullen komen, doen meer dat wij thans nog geheel
onzeker zijn van hetgeen zal gebeuren, ook zelfs
wat betreft het kleine plan.
De overzichtschrijver van Haarl. Dagblad sterkt
mij in die meening wanneer hij schrijft:
„Als men nu vraagt, of iemand, zelfs die de
geschiedenis van de zaak kent, uit de gedachten-
wisseling in de afdeelingen zou kunnen opmaken,
hoe de stemming zou zijn, wanneer die vandaag
kon worden gehouden, dan zeg ik neen. Iedere
belanghebbende kan, naar zich toe rekenende, een
uitslag naar zijn smaa'k fantaseeren, tusschen de
geheimzinnigheid der velen en sommigen, der ver
scheidene en eenige is geen zekerheid te con-
strueeren. Hoeveel te minder is dan peil te trek
ken op de nieuwe Kamer". Vast staat thans wel
dat wij ons gedurende dezen zomer nog niet onge
rust behoeven te maken. E.
KLEVERPARKWEG 154 TELEFOON 10303
TEGENOVER DE MIDDELBARE TECHNISCHE SCHOOL
OPGERICHT 1903
Multatuli heeft eens een verhandeling geschre
ven over „De onzedelijkheid van 't hengelen". Ten
minste, een dergelijk stuk was er bij 't bekende
pak van Sjaalman uit de Max Havelaar. Wie nu,
evenals de brave Droogstoppel, het woord „onze
delijkheid" opvat in de enge betee'kenis van die
welke er in den regel aan gegeven wordt, zal
Haarlemmerliede aan het grondgebied dier ge- waarschijnlijk groote oogen opzetten bij dat woord
meente zou worden toegevoegd. onzedelijkheid. Jammer, dat ik bedoeld stukje over
Of er dan heelemaal geen gevaar dreigt? die onzedelijkheid in geen van de werken van Mul
O zeker, voor Overveen of althans een gedeelte tatuli heb kunnen vinden. En nog jammerder is 't,
daarvan, dreigt zeker nog wel eenig gevaar. dat 't niet bij de groote massa van 't hengelend
Eenige leden verklaarden zich in het algemeen publiek bekend is. Want Multatuli zal er wel in
met den inhoud van het wetsontwerp wel te kun
nen vereenigen. Echter zouden zij gaarne zien,
dat ten opzichte van Bloemendaal een andere
grenslijn zou worden geprojecteerd. Deze leden
achtten het een bezwaar, dat zoo dicht in de buurt
van Haarlem, Overveen als gedeelte van Bloemen
daal zal blijven voortbestaan. Overveen is naar
hun oordeel het gedeelte van Bloemendaal, dat
het meest voor annexatie in aanmerking komt.
Volkomen aan Haarlem aangebouwd, behoort dit
in het gemeentelijk verband van Haarlem te wor
den opgenomen. Een vrijwel ongehavende gemeen
te Bloemendaal, gelijk het ontwerp kent, achtten
de hier aan het woord zijnde leden een bedreiging
voor de toekomst van Haarlem, Velsen en het
verkleinde Heemstede. Hef zal de vluchtheuvel
worden vooor allen, die beveiliging zoeken tegen
den zwaren gemeentelijken belastingdruk, die in
de eerste twee der genoemde gemeenten reeds
bestaat en in de laatstgenoemde zonder twijfel zal
komen te bestaan.
Andere leden wenschten met kracht tegen deze
redeneering op te komen. Deze leden erkenden,
dat het voor een gemeente met normalen of hoo-
gen belastingdruk onaangenaam is in haar onmid
dellijke nabijheid een gemeente te hebben, die zóó
welvarend is, dat slechts een zeer gering percen
tage als gemeentebelasting behoeft te worden ge
heven, en die daardoor de bewoners der eerst
bedoelde gemeente als het ware tot verandering
van woonplaats uitlokt. Zij meenden echter, dat
een zoodanige minder gunstige situatie nimmer een
annexatie van de welvarende gemeente door de
financieel minder voorspoedige kan rechtvaardi
gen. Integendeel ligt 'het naar hun oordeel op den
weg van den wetgever 'het zelfstandig blijven van
financieel krachtige gemeenten te bevorderen,
zooveel, dat maar eenigszins is overeen te brengen
met de eischen van 'het algemeen belang. Boven
dien achtten de leden, hier aan het woord, twee
groote voordeelen verbonden aan de aanwezigheid
van zoodanige oasen. In de eerste plaats houden
■deze een aantal personen in ons land, die zich
zonder twijfel elders zouden vestigen, zoo zij niet
geenszins zulk een uitgebreide annexatie noodig een plaats zouden kunnen vinden, waar de be
is als thans wordt voorgesteld'. Deze leden waren lastingschroef minder sterk wordt aangedraaid dan
van oordeel, dat, in dien daartoe overigens de j hier te lande op dit oogenblik in het algemeen het
noodige factoren aanwezig zouden zijn, Haarlem geval is; op deze wijze zijn zij een rem op de voor
van leer getrokken 'hebben tegen veel afkeurens
waardigs, dat zich bij 't hengelen voordoet, 'k Ver
wonder me er dan ook zeer over, dat de vereeni-
ging tot bescherming van dieren nog niet meer
werk heeft gemaakt van 't bestrijden der hengel
sport. Want door wie wordt die sport voor een
groot deel beoefend? Als men eens langs die
vischwaters kijkt, dan bestaat 't grootste deel der
hengelaars uit kleine jongens. Nu bestaat er geluk'
kig weinig kans, dat onze vischwaters ontvolkt
zullen worden door de enorme vangsten van dat
soort hengelaars. In den regel trekken die jongens
er op uit met een hengel en veel aas en veel goe
den moed, maar na betrekkelijk korten tijd, als de
vangst door ongeoefendheid of door gebre'k aan
geduld zoo gering wordt, dat de aardigheid er
spoedig af is, ontaardt de visscherij in spelerij en
morserij en de hengelaar trekt huiswaarts. Als er
dan een poes thuis is, gaat die in den regel met
de vangst strijken. De vischbuit doet dan tenmin
ste nog eenig nut. Maar vaak is 't nuttig effect
van de visscherij nog niet eens zoo groot, In vele
gevallen worden de enkele vischjes, die als slacht
offer vielen van het verraderlijke aas, niet eens
meer naar huis genomen, maar dood weer in het
element terug gegooid, waaraan ze te vroeg wer
den ontrukt. En indien de magere vischbuit al
mee naar huis wordt genomen, om daar bij wijze
van zegeteekenen vertoond te worden, dan bereikt
deze in den regel nog niet de vischpan. Want
moeder, die voor een paar katvischjes liever niet
de rompslomp van vischbakken zich op den hals
haalt, weet den jeugdigen hengelaar met een zoet
lijntje jvel te bewegen, zijn vangst maar aan den
vuilnisbak toe te vertrouwen. Maar wie zal nu het
aantal van de visschen en vischjes tellen, dat jaar
lijks op deze wijze vermoord wordt? De reigers,
die de zieke visch uit onze waters wegvangen, ha
len zich daardoor zoo den haat van de vischlief-
'hebbers op den hals, dat zij als zeer schadelijk voor
de vischvangst worden uigekreten. Groote oprui
mingen onder deze gevleugelde visschers zijn er dan
ook 't gevolg van. Maar zouden zij wel een vierde
part voor hun voeding gebruiken van 't aandeel ge
zonde vischjes, dat door jeugdige hengelaars tot
niemand's nut wordt weggevangen? 'k Geloof het
niet. En toch laat men de jeugdige moordenaars
ongestoord hun gang gaan. 't Verwondert me dan
ook zeer, dat men voor 't visschen nog geen leef
tijdsgrens bepaald heeft voor de hengelaars. Als
een jongen een hond met steenen gooit, dan krijgt
hij van een agent van politie een reprimande of
wat misschien nog beter is, een vier om z'n
ooren. Maar men laat 't ongehinderd toe, dat
visschen op de meest gruwelijke manier, alleen
voor genoegen, mishandeld en gedood worden, om
later, als een stuk vuilnis, weggeworpen te wor
den, De natuur heeft de visschen in dit opzicht
geweldig misdeeld door hun een stem te onthou
den. Welke jongen heeft geen medelijden met een
hond, die b.v. bij overrijden van een poot, zijn
smart kan uitjanken? En welke jongen zou in staat
zijn, een jankenden hond een marteling te doen
ondergaan? Maar een visch blijft bij de gruwelijk
ste foltering zoo stom als een visch. Of men
hem een haak diep uit 't lichaam scheurt, zoodat
een gedeelte van de 'keel mee komt, hij zwijgt.
Of men hem den 'haak, die door 't oog gedron
gen is, ontrukt, zoodat 't oog aan de punt van den
haak zit en den bek mee uitkomt hij zwijgt. De
stumper kan zijn nameloos leed niet uitschreeuwen,
schijnt ongevoelig en verwekt alzoo geen medelij
den. Zijn stomheid maakt van de menschen mon
sters, die met de grootst mogelijke koelbloedig
heid een weerloos schepsel de gruwelijkste folte
ringen doen ondergaan. Is 't te veel gezegd
monsters? Of lijkt 't niet 't werk van de meest
ongevoelige wilde, om een worm te doorrijgen met
een stalen priem, om die een argelooze visch voor
te houden, om hem, als hij zich vast gebeten heeft,
met één ruk, aan den bek uit 't water te slinge
ren. De 'kranten vermeldden eenigen tijd geleden
een berichtje over jongens, die met een vischhaak
en een stuk brood hongerige meeuwen vingen, 'k
Weet niet meer, welk woord, om den afschuw en
't minachtende van een dergelijke handelwijze te
kennen te geven, er boven dat berichtje stond.
En als 't zelfde gedaan wordt bij visch, dan
vindt men 't de gewoonste zaak van de wereld.
Maar de visscher is op zijn manier nog 'hu
maan ook. Want als hij de gevangen visch naast
zich in 't gras legt of in een zakje doet, dan gaat
deze zoo gauw dood. Daarom wordt 'hij in een
netje in 't water gehangen. Vreeselijk verminkt,
mag hij 'dan nog zoo lang de visc'hpartij duurt,
daarin profiteeren van 't water, om zooveel te lan
ger zijn smartelijk bestaan te rekken, Is 't lot van
den visch, die in de zen op den kant liggend, zijn
dood onder pijn en benauwdheid afwacht, niet te
verkiezen boven den langzamen marteldood in 't
net? Vroeger heb ik me ook wel eens vermaakt
met de visscherij. Maar toen ik eens 't ongeluk
had, een haak in m'n been te krijgen, die er met
veel moeite en veel pijn uit verwijderd moest wor
den, dacht ik onwillekeurig aan m'n slachtoffers,
die ik een veel vreeselijker vischhaakverlossing
had doen ondergaan.
En 'k kon niet nalaten, me zeil te beschuldigen
van de grootst mogelijke inconsequentie, I'k, „die
geen kip kwaad kon doen", maakte me schuldig
aan de gruwelijkste dierenmishandeling. Dit naden
ken bracht mij tot inkeer. En 'k liet in den ver
volge mijn hengel ongebruikt. 'k Was van mijn
vischlust genezen. DIXI.
Korte Kleverlaan naast Hotel „Rusthoek"
Telefoon 22145
Depot van Wijnen der Fa. Ferwerda Tieman
BIEREN EN BRONWATEREN, B1NNEN-
EN BUITENLANDSCH GEDISTILLEERD
Roode Bordeaux Wijnen vanaf f 1.— p. fl.
Witte Bordeaux-Wijnen 1.50
Bourgogne-Wijnen2.—
Rijn-Wijnen1.30
Moezel-Wijnen1.40
Champagne-Wijnen
Renaudin Bollinger Co.
Lanson Père Fils
Moet Chandon
Louis Roederer
Heidsieck Co.
Poininery Greno.
Muscaat-Wijnen1.50
Port-Wijnen1.20
Sherry1.50
Madeira1 60
Cognac3.40
Whisky's6.-
Holl. Genever en Brandewijn 2.60
Likeuren
Ferwerda en Tieman f 2.35 per V2 f'-
Bols3 25
Wijnand Fockinck 3.25
VRAAGT UITGEBREIDE PRIJSCOURANT
BLOEMENBAALSCH WEEKBL
19e JAARGANG ZATERDAG 6 JUNI 1925 No. 22
0P
Gebonden f 6.90
:eld bij:
BLADERGROEN
BLOEMENDAAL