Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Bloemendaal, Overveen, Aerdenhout en Vogelenzang Hotel Duin en Daal - Bloemendaal A.H v.d. STEUR Jr. Exploitatie: LEIDSCHE UITGEVERSMAATSCHAPPIJ, OUDE RIJN 39, LEIDEN, Telefoon 53 en 73. ZONDAG Namiddag- en Avondconcert F. H. SMIT UITGEVER, KUNSTHANDELAAR 19e JAARGANG ZATERDAG 25 JULI 1925 No. 29 Doortrappen! Garage F. STAPPERS Gedempte oude Gracm ao, haarleiyi Kleverparkweg 154 - Telefoon 10303 Heeren- en Dameskleermakerij BLOEMENDAALSCH WEEKBLAD Abonnementsprijs van Het Bloemendaalsch Weekblad per jaar f3.50, per half jaar f 1.75; per 3 maanden f 0.875. De prijs voor afzonderlijke nummers is 5 cents. Abonnementen kunnen met elk nummer beginnen. Exploitatie: LEIDSCHE UITGEVERSMAATSCHAPPIJ TE LEIDEN, Oude Rijn 39. Telef. 53 en 73. Adres voor redactie en administratie te Haarlem bij: Boekhandel EDW. JORIS, Groote Houtstraat 94, Telefoon 13864. Advertentiën18 cents per regel, bij afname van 500 regels of meer, korting. Vraag en aanbod, huur en verhuur, koop en verkoop, van 1 tot 10 regels f 1.50, elke regel meer 15 cents. Tusschen den tekst of op een bepaalde plaats speciaal tarief, dat op aanvrage verkrijgbaar is. (Nadruk verboden.) Onze levenswijze voorvaderen hielden ervan, de voorwerpen uit hun dagelijksche omgeving te beschouwen als zinnebeelden. Vader Cats en Jan Luyken hebben het zoutvat, den korenmolen, de klok, de bier kan of zelfs den pekelharing tot uitgangs punt van hun zededichten en zinneprenten genomen. Waarom zou ik geen wijsheid zien in mijn fiets? Het opmerkelijke van de fiets is, dat zy op gang moet zijn, om iets te beteekenen. Een stilstaande fiets heeft geen waarde. Een fiets kan zelfs niet eens stilstaan. Een stilstaande fiets valt omver en blijft lig gen. Wanneer zij modern opgetuigd is, met een electrische lantaarn, geeft een fiets sterker licht naarmate zjj harder rijdt. Staat ze stil, dan valt ze niet alleen om, maar haar licht verduistert. En gelijk de fiets: de fietser. Hij moet doortrappen, om staande te blijven. Houdt hy met trappen op, dan rolt ook hy over den weg; houdt hij met trappen op, dan staat ook hij in het donker. Stilstand is voor de fiets en den fietser geen achter uitgang, maar ondergang. Gelijk de fiets is ons leven wij zitten in 't zadel en moeten doortrappen zonder respijt. Geven wij het op, hetzij uit ver moeidheid, uit verzet of uit tegenzin, dan liggen wij tegen den grond. En het valt moeilijk weer op te krabbelen, want met onzen val is het licht uitgegaan. Eerst als we weer doortrappen, vlamt het licht ster ker op en zien we den weg vóór ons, den uitweg, die ons voert naar het doel. We zitten bij 't leven in 't zadel als op de fiets. Op een kar, in een rijtuig, in een spoorweg-coupé kan men het zich behage- lijk maken, men kan gaan dutten des noods, maar het leven is geen stevige zit plaats, doch een wankel en steeds bewege lijk steunpunt. Uit zichzelf staat het leven nimmer in evenwicht, wij zijn het, die het in evenwicht moeten houden. Op oude afbeeldingen ziet men den mensch, die zijn pad gaat als een ruiter te paard. Maar ook een paard biedt zeker heid voor den berijder. De ruiter te paard heeft slechts te sturen, maar de fietsrijder moet behalve het stuur ook de trappers hanteeren, want verzuimt hij ook een oogenblik slechts de beweging, dan is het uit met zijn evenwicht. Als een topzwaar gevaarte op een rank rad gezeten, beweegt zich de mensch door het leven. Wat biedt het leven uit zichzelf hem tot steun Heeft hij gelegenheid, zich hierover te bezinnen? Zoo hij onder het mijmeren den gang er maar inhoudt, want niet zoodra verleidt zyn gepeins hem tot stilstand, of hij tuimelt met zijn smal zeteltje onderste boven. Op stilstand of stilzitten is 't leven niet berekend. Slechts arbeidend, handelend, zich bewegend kan men zijn evenwicht handhaven. Slechts voortgaande, doortrap pend, onverschillig langs welken weg of naar welk doel, blijft het menschenbestaan mogelijk. Soms lijkt dit een wreede wet. Men komt op een tweesprong. Welken kant moet men uit? Welken weg moet men inslaan? Men vertraagt zijn gang en wil op den hand wijzer lezen. Men wil afstappen, om zich te vergewissen omtrent richting en afstand. Maar naarmate men zijn vaart inhoudt, dooft het licht uitmen voelt zijn voertuig onder zich wankelen, en zoo men niet, plotseling op gevaar bedacht, een flinken duw op de trappers gaf, zou men zijn even wicht hebben verloren. De fiets heeft voor haar meester gekozen. Zjj is doorgeredenhet is haar onverschillig, of ze rechts gaat of linkshls ze maar doorrijdt. Het leven is niet berekend op •talmen en overwegen; het leven moet zijn gang gaan, het doet er niet toe, waarheen. Het leven kan niet zonder vaart, het wil vooruithet leven kan veel hebben en veel ontberen, maar met één ding gaat het nimmer gepaard: de onbewegelijkheid. De HAARLEM, Groote Houtstraat 69 - Tel. 404 LIJSTENMAKERIJ onbewegelijkheid is de val, is de ondergang, is de dood. Hierdoor draagt het leven zijn genees middel in zichzelf; het zou ondragelijk zijn, zoo het niet vastgekoppeld zat aan dien eersten eisch, aan die alles overheerschende voorwaarde: doortrappen! Hoe vaak komt er een tijdstip in ons bestaan, waarop we moedeloos zouden willen blijven zitten aan den weg. Een sterfgeval slaat ons terneer, een terugslag in zaken, een teleurstelling door vrienden, miskenning, nederlaag, ziekte Wij verdiepen ons in ons verdriet, we gaan op in ons leed, we zitten verward en geslagen, niet wetend, wat verder te doen. Luidruchtig uiten wjj onze smart of we verbijten onze tranen, maar de buiten wereld bemerkt het en zelf bemerken we het ook, hoe daar iets niet in orde is in ons binnenste. Dit is het oogenblik, waar op de wereld zegt en wij zelf het beamen, dat wij ons evenwicht hebben verloren. Het is iets ontzettends, het evenwicht te verliezen. Duizenden middelen heeft de wetenschap bedachtde geneesheer komt met zijn medicijnen, de geestelijke met zijn troost, de kunstenaar met zijn aflei ding, maar wij vinden ons evenwicht niet terug. Het is, alsof wij met onze schijnbaar beschadigde machine bij den rijwielher steller komen. Onze fiets is omver geval len, zij wil niet meer vooruit; de man onderzoekt ketting en banden, het is alles in orde. Er is slechts één raad, dien hij kan gevenwil de wielrijder zijn even wicht niet verliezen, dan moet hij, alles ten spijt en ten overstaan van de moeilijk ste omstandigheden, dan moet hij in lief en leed, bij zegepraal en mislukking door trappen, doortrappen, doortrappen Slechts wie doortrapt, blijft het leven de baas en houdt zich in evenwicht. C. De geschiedenis van den overgang der exploitatie der uitgave van „Het Bloe mendaalsch Weekblad" op de Leidsche Uitgeversmaatschappij per 1 Juli 1925. Gelijk reeds in de plaatselijke bladen van Haarlem is aangekondigd wenschen wij eenige mededeelingen te doen naar aan leiding van de deels onware, deels phan- tastische en overigens tendentieuss bewe ringen door den heer A. Eikelenboom dezer dagen door middel van eene circulaire en persberichten over bovenstaand onderwerp verbreid. Reeds geruimen tijd vóór 1920 was door de Uitgeversmaatschappij Het Middenge vestigd te Haarlem, o.a. eigenaresse en uitgeefster van „Het Bloemendaalsch Week blad" en van alle jaarhoekjes getiteld „Help u zelf" (welke titel ook haar eigendom is) voor de gemeente Bloemendaal en voor de gemeenten Hillegom en Lisse, de exploitatie dier uitgaven opgedragen aan de handelsvennootschap onder de firma Ver- eenigde Drukkerij en Eikelenboom en Timmer, gevestigd te Santpoort en te Bloemendaal, waarvan leden waren de heer T. Timmer, thans nog voor eigen rekening onder den naam Eikelenboom en Timmer eene druk kerij drijvende aan de De Genestetweg no. 23 te Bloemendaal en A. Eikelenboom thans in het telefoonboekje vermeld als Uitgever, reclame- en advertentie-bureau Bloemen- daalsche weg 42 te Bloemendaal. De dienaangaande gemaakte afspraak (Het Midden vertrouwde de heeren A. Eikelen boom en T. Timmer volkomen en vertrouwt den heer Timmer nóg) werd eerst in Juli 1920 gevolgd door eene schriftelijke be vestiging daarvan in den vorm van een contract. Dit contract behelsde o.a. dat bin nen 3 maanden na het einde van elk jaar, voor het eerst vóór 1 April 1921 door de handelsvennootschap onder de firma Ver- eenigde Drukkerijen Eikelenboom en Timmer eene overzichtelijke nauwkeurig met de werkelijke ontvangsten en uitgaven over eenstemmende rekening over de verschenen uitgaven zou worden opgemaakt, na goed keuring binnen 3 maanden daarna gevolgd door afdracht aan de uitgeversmaatschappij „Het Midden" van de helft der met de uit gaven behaalde winst, en dat de afrekening over 1919 afzonderlijk zoude plaatshebben. Op 10 Augustus 1920 droeg de firma bij de uitgeversmaatschappij als haar aandeel in de winst over 1919 een bedrag vanbe- teekenis af. Zulks geschiedde sedert dien niet meer. Herhaalde vriendelijke aanmanin gen om tot rekening en verantwoording en afdracht te komen leidden tot niets. Eenig vermoeden, dat daarbij onzuivere bedoelingen bij de firmanten voorzaten, koesterde de uitgeversmaatschappij niet. Wel was vreemd, wat haar ter oore kwam, dat achter haar om door de firma over den verkoop van „Het Bloemendaalsch Week blad" met een derde werd onderhandeld. Dit bleek de directeur der Stadseditie te zijn. Na onderzoek dienaangaande berichtte de heer van Riemsdijk 26 Oct. 1923 aan den directeur van Het Midden, dat met de heeren Eikelenboom en Timmer was onderhandeld in eene conferentie, waarin bleek dat „Het Bloemendaalsch Weekblad een gewichtig object was aan hunne druk kerij, dat aan het blad zooveel werd ver diend, dat bij verkoop de meergenoemde heeren een niet onbelangrijke winst zou den derven, wat den heer Van Riemsdijk vóór de onderhandelingen niet bekend was dat de koopsom dus niet anders dan hoog zou zijn, wilden beide heeren hetzelfde inkomen behouden uit het bedrag, dat zij (de cursiveering is van ons) als kooppen ningen voor het blad zouden ontvangen; van zijn kant had de heer Van Riemsdijk geen groot bedrag voor het blad over, waarop de heeren Eikelenboom en Timmer bij schryven van 20 October '23 hem me dedeelden, dat zij van verdere besprekingen moesten afzien." Naar de heer Timmer ons nu mededeelt, is deze zaak zoo goed als geheel door den heer Eikelenboom persoonlijk behandeld. Op 1 November 1923 gingen de heeren Eikelenboom en Timmer uiteen. Blijkens akte op 24 Januari 1924 gepasseerd voor notaris J. H. Wildervanck de Blécourt te Bloemendaal, verklaarden zij hunne ven nootschap met ingang van 1 November 1923 te hebben ontbonden, alle baten en schulden der Vennootschap te hebben ver deeld en het hun elk toekomende te heb ben ontvangen, overgenomen en aanvaard elkaar over en weder finaal kwiteerende en dechargeerende waarbij verder werd be paald dat de betalingen, welke nog door contractanten zouden moeten plaats hebben op grond van het contract, gesloten op één Juli 1920 met den heer Meester P. Tide- man te Bloemendaal, door elk der con tractanten werden gedragen voor de helft. Straks zal blijken dat de heer Tideman, na Augustus 1920 in afrekening op de halve winst in het geheel f 200 zegge f200 ontving! De heer Eikelenboom huurde daarna een kantoortje voor zichzelf en zette met toestemming van Het Midden de exploitatie van het weekblad alleen voort. Op 29 November 1923 berichtte Mr. Tideman, in kennis gesteld met het uiteen gaan der firmanten, den heer Eikelenboom gaarne spoedig iets van de inrichting zijner boekhouding te willen zien. Daarvan is nooit iets gekomen en eenige afrekening of af dracht van gelden werd door de Uitgevers maatschappij ook over 1923 niet ontvangen. In het voorjaar van 1924 sommeerde Mr. Tideman èn den heer Eikelenboom èn den heer Timmer, ieder voor zooveel hem aan ging, om zoo niet geheel dan althans in paiementen af te rekenen, waarop den 28 Juni 1924 door den heer Eikelenboom werd geschreven, dat het hem leed deed Mr. T. telkens te moeten teleurstellen, dat hij door omstandigheden een betrekking had moeten aanvaarden en aangezien de heer Timmer op zich had genomen alles te regelen hij gehoopt had, dat deze ook dat had kunnen regelen. De laatste Zaterdag van elke maand zou hij echter per overschrijving Haarlem- sche Bank zooveel maal f 10.— zenden als er Zaterdagen in die maand geweest zijn zulks te beginnen met 1 Juli voorloopig voor een half jaar, dus tot 31 Dec. 1924. Op 1 Augustus 1924 kwam inderdaad zij 't langs anderen weg f 40.—, op 9 Sept. op 3 Oct. en op 14 Nov. gelijk bedrag, waarna de afbetalingen weder werden stop gezet; nadat met moeite 13 Februari nog TELEFOON 14454 le klasse Reparatie-inrichting. Expertise f 40.— was ontvangen, gevoelde èn de heer Eikelenboom èn Mr. Tideman, dat deze toestand niet langer kon stand houden en op Vrijdag 22 Mei 1925 deelde Mr. Tideman dit den heer Eikelenboom mede. Zy kwamen daarop overeen, dat de heer Eikelenboom de exploitatie zou neerleggen, waarop Mr. Tideman met de Leidsche Uitgeversmaat schappij te Leiden overeenkwam, dat de exploitatie op deze zou overgaan. Op 23 Mei 1925 berichtte de heer Eikelenboom aan Mr. Tideman o.a. het volgende„In „aansluiting op ons gesprek van Vrijdag avond zou ik u willen verzoeken als datum „van overgang te stellen 1 Juli. Verschil lende bezwaren, welke aan een verandering „vastzitten worden met dien datum tamelyk „uit den weg geruimd of vereenvoudigd. „Zoo b.v. inning abonnementsgelden, fran- „keering by abonnement, regeling met de „medewerkers, welke per maand of per 3 „maanden aan onze zaak verbonden zijn, „personeel, zoowel in 't kantoor als op „straat. Indien wij spoedig een regeling „zouden kunnen treffen, zou ik tijdig met „een en ander rekening kunnen houden." Het Midden contracteerde daarop definitief met de Leidsche Uitgeversmaatschappij dat ook de heer Eikelenboom begreep, dat hier eene overeenkomst was getroffen, die hem verplichtte ook zijnerzijds redelijker wijs al het mogelijke te doen om den over gang der exploitatie per 1 Juli 1925 te doen plaats hebben (bij een weekblad uit den aard der zaak eene aangelegenheid waarbij veler lei in een korte spanne tijds moet worden samengedrongen) blijkt hieruit, dat hy zijn personeel opzegging deed, hetgeen weer hier uit is gebleken, dat een lid van het personeel op dien grond schriftelijk solliciteerde bij de aangewezen nieuwe exploitante. Op 12 Juni 1925 bevestigde de heer Eikelenboom nog maals aan den overgang van Het Bloemen daalsch Weekblad op 1 Juli te zullen medewerkenhij gaf eenige kleine wijzi gingen in overweging ten aanzien van ondergeschikte punten en in een paar conferenties ten huize van mr. Tideman tusschen dezen als directeur van Het Mid den en de heer P. J. Eman als directeur der Leidsche Uitgevers-Mij met den heer Eikelenboom werd alles afgesproken en naar genoegen van laatst gemelde geregeld en werden de overeengekomen punten ge noteerd om in eene onderhandsche akte als bewijsstuk van het overeengekomene te worden opgenomen. Intusschen was aan mr. Tideman geble ken, dat de heer Eikelenboom had gesticht en zich uitgever had gemaakt van een „Weekblad voor Santpoort en omstreken" en van een „Weekblad voor Schoten en omstreken", waarvan hij geregeld de copie en de advertentiën ontleende aan Het Bloe mendaalsch Weekblad. Hem werd geen verwijt gemaakt van het plagiaat, dat hij aldus had gepleegd, doch uitdrukkelijk en herhaaldelijk medegedeeld, dat van over name dier organen uit den aard der zaak geen sprake kon zijndat de heer Eikelen boom ook dit begreep blijkt uit zijn brief van 12 Juni hier reeds vermeld, waarin hij te kennen geeft dat overname van hem door de Leidsche Uitgevers-Mij van kan toortje en meubilair voor hem alleen van belang zou zyn als naast Het Bloemen daalsch Weekblad ook het Schotensch Weekblad overging, daar een kantoortje voor hemzelf dan overbodige luxe zou zijn. Mr. Tideman moest op reis, nog steeds ge- loovende in den heer Eikelenboom met een betrouwbaar persoon te doen te hebben, liet hij het teekenen van de akte der over eenkomst, waarin op verzoek van den heer Eikelenboom nog eenige wijzigingen ten zijnen gunste waren aangebracht, over, en vertrok op 16 Juni welgemoed naar Luxem burg. Mr. Tideman ontving daarop den 22 Juni in Echternach tot zijn verbazing en teleur stelling bericht, dat de heer Eikelenboom niet wilde teekenen en begon te draaien en te difflculteeren. Later is gebleken, dat hjj een „onbeëedigd advocaat", waarschijn- TEGENOVER DE MIDDELB. TECHN. SCHOOL OPGERICHT 1903 Het beste adres voor EERSTE KLAS KLEEDINO tegen b i 11 ij k e prijzen lijk 'n zaakwaarnemer, aan de hand had, die hem tot allerlei rare handelingen ad viseerde. Een zullen wij vermelden. Op 22 Juni 1925 komt de heer Eikelen boom bij den heer Timmer en legt hem ter medeteekening een brief voor van dezen inhoud, gesteld op papier met het adres dat hy niet meer mocht gebruikenDe Genestetweg 23, postrekening 30785, tele foon 22003 (allen van den heer Timmer) Den Weledelgestr. Heer Mr. P. Tideman Advocaat en Procureur Bloemendaal Weledelgestr. Heer In verband met de ontbinding van onze firma De Vereenigde Drukkerijen Eikelen boom en Timmer, waarvan wij U bij dezen formeel in kennis stellen, hebben wij de eer U het tusschen onze firma en U be staande contract van Juli 1920 betreffende de uitgaven van het Bloemendaalsch Weekbl. enz. tegen 1 Januari 1927 op te zeggen. Het spreekt vanzelf, dat wij, tot dien datum toe, de uitgaven op de ge wone wijze zullen verzorgen. Hoogachtend - Namens Vereenigde Drufkerijen Eikelenboom en Timmer i. 1. (get.) A. Eikelenboom De heer Timmer, die behalve dat hij voor hem drukte en de verrekening, die daaruit voortspruit, niets meer met den heer Eikelenboom te maken had en wiens ven nootschap met hem reeds 1 Nov. 1923 was ontbonden en geliquideerd (zie hiervoren) viel niet in deze hinderlaag, welke scheen te beoogen den heer Timmer tegenover Het Midden ook aansprakelijk te maken voor de halve winst na 1 Nov. 1923. Mr. Tideman, daarvan nog onkundig, ver zocht intusschen van uit Echternach de advocaten Mrs. Van Ittersum en van Rees den heer Eikelenboom bij zich te ontbieden, hem over de zaak te onderhouden en te trachten, alles met hem in der minne te regelen of hem als hij te kwader trouw zyn woord niet wilde houden, ten verzoeke van „Het Midden" hem in kort geding te dagvaarden voor de President der Recht bank, opdat tijdig voor Zaterdag 4 Juli 1925 de nieuwe exploitant moest in staat gesteld zijn het eerste nummer onder'hare directie in gereedheid te brengen. Op 27 Juni 1925 heeft de heer Eikelen boom ten kantore van die advocaten op hunne vragen, of hy met de regeling zoo als die was opgesteld accoord was gegaan, tot twee keer toe geantwoord, dat hij 's avonds ten huize van Mr. Tideman zich daarmee accoord had verklaard, dat hy zich echter den volgenden dag bezonnen en op advies van zijn „raadsman" toen het plan had opgevat zich niet aan zijn woord te zullen houden. Aan het einde der conferentie, waarin hem de keuze werd gegeven óf in kort geding gedagvaard te worden óf mede te werken, dat de L. U. M. met hare exploitatie aan kon vangen, koos hij het laatste, „hoewel zijn raadsman hem wel gek zou vinden als hij iets toestond," hy gaf een volgbriefje af waarop de ver schillende bescheiden bij hem konden wor den afgehaald. De advocaten seinden Mr. Tideman, dat de zaak geregeld was, maar, wat bleek aan de L. U.M. Dat Eikelen boom op 't lijstje niet vermeld had die bescheiden, waar het juist omging: de copie om het nummer van 4 Juli en het advertentie-contractenboek, zoodat toen, de L. U. M. aan het werk wilde gaan, de hoofd zaken ontbraken. Mr. Tideman heeft daarop zjjn terugkomst naar het Vaderland ver vroegd en in een onderhoud met Eikelen boom dezen tot Donderdag 2 Juli, 8 uur v.m. tijd gegeven, zich alsnog fatsoenlijk te gedragen en de ontbrekende bescheiden in te leveren. Wederom gaf E. toe, dat alles geregeld was, dus voegde hy er lie-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1925 | | pagina 1