WIJNEN U dwaalt WAARSCHUWING FA. C. CASSEE BLOEMENDAAL FA. B. A. RIPPING C°. Iein35 echte MONTA N.R.V. SCHOENEN L FABER, Zn, KI. Houtstraat 10, HAARLEM BEGRAFENIS-ONDERNEMING R.SMINK TEL.10441 PEDICURE-MAHICURE KINDERHUISVEST 33 TEL.10441 Haarlem De Bloemendaalsche vrij willige brandweer. alleen bij L FABER Zn. - KI. Houtstraat 10 SCHOENENMAGAZIJN - OPGERICHT 1898 ORTHOPAEDIE W, IJSELMUIDEh Uit de Omstreken. Van den politieken sterren hemel. GENEVER LIKEUREN EN LIMONADES VAN DE AMSTERDAM V i o t o ria-W ater Zondagmorgen. :iGEN ROUW EN VOLG-AUTO 'S De Voorzitter zegt dat het beginselbesluit be doelt, dat we later een definitief besluit kunnen nemen. De heer Hogenbirk betreurt deze samenkomst, omdat ze z. i. nutteloos is. Spreker hoopt dat Ged. Staten er geen 5 minuten aan zullen ver. spillen. De heer Schulz spreekt er zijn leedwezen over uit, dat de agenda zoo vaag is geweest, dat de raadsleden eigenlijk niet weten, waarvoor zij zijn bijeengeroepen. Spreker zou juist omdat het uit breidingsplan nog niet vaststaat, zich eenig voor behoud kunnen voorstellen; maar spreker vraagt waarom het noodig is het besluit ter goedkeuring naar Ged. Staten te zenden. Spreker hoopt dat het uitbreidingsplan tijdig naar Ged. Staten wordt gezonden en vraagt of dan dit tweede besluit nog noodig is. Volgens de inlichtingen van spreker is het niet onmogelijk, dat Mr. van Styrum een ander uit breidingsplan heeft ontvangen bij het opstellen van zijn besluit, dan het plan dat ten laatste door den Raad is vastgesteld. Spreker betreurt dezen gang van zaken zeer. De heer Van Kessel behoort tot degenen, die deze raadsvergadering hebben aangevraagd. Spreker had vernomen, dat de Erven Van der Vliet het besluit nog niet hadden ontvangen. Daarom meenden spreker en de andere onderteekenaars, dat ter bespoediging van de zaak het wenschelijk zou zijn het besluit, zooals voorgesteld is, te wijzigen. In de vorige vergadering is gezegd, dat de Erven Van der Vliet met het besluit, als toen genomen, accoord gingenals dat zoo is, dan is de verklaring van den voorzitter niet juist, dat nu de onder handelingen kunnen beginnen. Het besluit, zooals het genomen is, behoeft z.i. niet naar Ged. Staten maar als wij nu weer gaan wijzigen, dan is de moge lijkheid, dat de Erven Van der Vliet zich opnieuw aan de besprekingen onttrekken, in het leven ge roepen. De heer Kremer zou gaarne willen weten of er nu ook details zijn in het plan, waarop toch de onderhandelingen tenslotte kunnen mislukken. De Voorzitter herhaalt dat het besluit, zooals het in de vorige vergadering is genomen, aan de goed keuring van Ged. Staten moet worden onderworpen. De heer dr. Bornwater zou gaarne weten waarom en op grond waarvan de voorzitter deze meening heeft. De Voorzitter: Op grond van de Woningwet. Laten wij er nu niet langer over praten, dat geeft niets. Br. Bornwater: Hier heb ik de Woningwet, mag ik weten op welk artikel uw standpunt berust? De Voorzitter: Het staat in de Woningwet. We kunnen de wet hier niet gaan uitleggen. De heer De Waal Malefijt zegt, dat de voorzitter de zaak eigenlijk omkeert. Als het besluit nu naar Ged. Staten gaat en later blijkt, dat de Erven Van der Vliet het er niet mee eens zijn, waar zijn we dan eigenlijk? Wij moeten eerst met de Erven Van der Vliet tot een definitieve overeenkomst komen, daarna zenden wij ons besluit aan Ged. Staten. Als wij het uitbreidingsplan langs den Zeeweg kunnen vaststellen, dan is dit besluit in het geheel niet noodig. De heer Schulz meent dat de voorzitter eigenlijk over de belangrijkste zaken zoo maar heen stapt. Dat den rechtskundigen adviseur oude kaarten worden gezonden, acht Spr. een ernstig feit. En als gevraagd wordt op welk artikel van de Wo ningwet het oordeel van den voorzitter berust, dat het besluit moet worden opgezonden aan Ged. Staten, dan mag de voorzitter den Raad niet met een kluitje in het riet sturen en zeggendat is zoo mijn opvatting daarvan. Het maakt op spr. den indruk, dat men de zaak weer op de lange baan wil schuivendaarom vraagt spr. nu welke bepalingen van de Woningwet de voorzitter op het oog heeft. De Voorzitter herhaalt wat hij over zijn stand punt heeft gezegd. De heer Van Kessel meent dat de voorzitter op deze wijze een conflict met den Raad uitlokt. Het heeft den schijn alsof de voorzitter weer in deze zaak wil tegenwerken. De Voorzitter: De wet geeft den voorzitter het recht een raadsbesluit, dat hij niet in het belang van de gemeente acht, niet uit te voeren. wanneer U bij het koopen van kleeding uitsluitend op den prijs let Een costuum, dat U alleen maar koopt omdat het goedkoop is, zal er ook altijd goedkoop uitzien Onze EERSTE KLAS ENGELSCHE GEMAAKTE HEERENKLEEDING Is in verhouding tot de prima kwaliteit der stoffen laag gesteld in prijs. Ze wordt door uitsluitend eerste krachten met gebruik van prima fournituren vervaardigd, vandaar haar duurzaamheid en elegant inodel; terwijl een groote verscheidenheid van modellen in elke maat een onberispelijken pasvorm voor ieder figuur garandeert. De recommandatie bewijst het Tel: 11265 iVitelimpelierMtrait yr...Qi Colbert cosluums in de nieuw ste dessins en modellen. vanaf f 32 50 Jongeheeren-costuums «^O.— Gabardine regenjassen 25.— Sportcostuums. Linnen costuums. Flanellen pantalons enz. De heer de Waal MalefijtWij vragen ook geen uitvoering. De heer de Boo van Alderwerelt is van meening, dat het besluit nog niet naar Ged Staten behoeft. De juiste weg is, dat we nu ons besluit zenden aan de Erven Van der Vliet. De hr. Van Kessel heeft gesproken van een conflicthet is zeer ongewenscht dat het werkelijk daartoe komt. De VoorzitterJa, juist. Als we een olficieëlen brief sturen, is het uitvoeringanders moeten we maar een officieuzen blief zenden. De wethouder, de heer Van Nederhasselt zegt, dat de fout van de kaarten, waarop de heer Schulz wees, niet zoo ernstig is als deze meende. Het uitbreidingsplan mag eenig verschil geven met de andere kaart, die de heer van Styrum heeft, de bijzonderheden waarover het in het be sluit gaat, zijn op beide gelijk. Wat nu de meening betreft, of het besluit moet worden gezonden aan Ged. Staten of niet, zegt spr.: laten wij die woorden er bijvoegen, al is het volgens sommigen wat komiek. De heer Prinsenberg: Het is hier toch geen cabaret. De heer Van Nederhasselt meent, dat het in elk geval de zaak bespoedigen kan. De heer Vau Kessel meent, dat over de con cessie-voorwaarden Ged. Staten moeten worden gehoord. De heer dr. Bornwater heeft nog altijd geen zakelijk argument gehoord vóór het voorstel van den voorzitter. De VoorzitterAls er nu bijgevoegd wordt „in beginsel", dan is de zaak afgeloopen. De heer Schulz meent met den wethouder, dat er een einde aan het debat moet komen; maar toch zou spr niet willen meewerken aan de toevoeging „in beginsel", omdat daardoor de in druk zou worden gewekt, dat de Raad eigenlijk nog wat chicaneeren wil, en dat zou de zaak weer op losse schroeven stellen. Spr. zou daarom het besluit niet willen nemen „in beginsel", maar het willen laten, zooals het genomen is. De heer Bornwater zou er aan toe willen voegen „zoover noodig met goedkeuring door Ged. Staten". De heer Prinsenberg wijst er nog eens op, dat z.i. geen goedkeuring van Ged. Staten noodig is; als de voorzitter het toch wil doen, ondanks het verzet van den Raad, dan maakt het op spr. den indruk, dat de voorzitter het besluit wil saboteeren. De heer De Boo van Alderwerelt is van meening, dat de Raad met de toevoeging van de woorden „behoudens goedkeuring van Ged. Staten" den rechtskundigen adviseur zou desavoueeren. Daar wil spreker niet aan medewerken. De heer Van NederhasseltLaten we in 's hemels naam als pis-aller dat woord er maar bijzetten. De heer Kremer vraagt of de voorzitter absoluut ongenegen is het genomen besluit zonder meer aan de Erven Van der Vliet te zenden. De Voorzitter: Dat is uitvoering, dat is tegen de wet. De heer Hogenbirk vraagt of het nu werkelijk noodig is, dat de voorzitter zich tegen den wil van den Raad verzet. Spreker wil niet aan deze bespotting medewerken. Er wordt in de gemeente gezegdwaarom werkt de burgemeester niet mede Spreker heeft steeds geantwoord, dat de burge meester te goeder trouw is. Maar nu zou spreker inderdaad tot een andere gedachte kunnen komen- Spreker zou het zeer betreuren als de Raad zich, door nu het besluit te wijzigen, ging belachelijk maken, en hij zou den Raad willen ontraden aan deze zaak meer woorden te wijden. De Voorzitter kan de verzekering geven dat dit besluit moet worden goedgekeurd door Ged. Staten. Dus het besluit „in beginsel" wordt in stemming, gebracht. De heer Van Kessel vraagt of de voorzitter het besluit zonder „beginselverklaring" aan Ged. Staten zal zenden. De VoorzitterDan is het in strijd met de wet, en onwettige besluiten voer ik niet uit. De heer Van Kessel zou wenschen, dat een com missie naar Ged. Staten ging om te vragen of het besluit moet worden goedgekeurd door Ged. Staten. De heer Bornwater vraagt nog eens of de voor zitter verklaren wil, waarom hij niet wil mede werken, De Voorzitter: Dat ben ik aan den Raad niet verplicht. De heer Bornwater constateert, dat de voorzitter een conflict wenscht. De Voorzitter: Laten wij er dan maar van af stappen. Het voorstel om in te lasschen de woorden „in beginsel" wordt in stemming gebracht en met 1 stem vóór verworpen. De Voorzitter wil hierop nog andere onderwerpen aan de orde stellen, doch de vergadering verzet zich daartegen. De vergadering wordt daarna gesloten. De vrijwillige brandweer is eindelijk in Bloemendaal in 't leven geroepen en wij ver heugen er ons in dat het aan 't particulier initiatief is mogen gelukken een dergelijke belangrijke instelling in het leven te roepen. Het bewijst behalve ondernemingslust een gezonden gemeenschapszin, waarvan de gan- sche gemeente de vruchten kan plukken. Een woord van hulde aan het bestuur der vrijwillige brandweer, bestaande uit de heeren Meeuwig, Landsdorp, Cassée, v. Keulen, Donselaar en Veen is dan zeker ook wel op zijne plaats. Teneinde nu eens wat meer op de hoogte te komen van de plannen der brandweer, hebben wij ons tot den commandant ge wend, den heer Ir. W. L. C. Brunings, en hem om een onderhoud verzocht, hetwelk ons dadelijk zeer welwillend werd toege staan. Zonder MONTA N.R.V. WANDEL SCHOENEN gaat men toch niet op reis? Of lange wandeltochten te ondernemen? Alsvorens voorzien te zijn van de welke verkrijgbaar zijn in hoog, laag, Bruin en Zwart Let goed op adres en No. 10, wil men verzekerd zijn de echte MONTA N.R.V. te ontvangen, daar er een mindere soort In den handel wordt aangeboden Beleefd aanbevelend TELEFOON 2896 Wij vroegen den heer Brunings allereerst wat hij van de brandweer dacht en wat zijne plannen in verband hiermede voor de naaste toekomst waren. „Ja, dames," was het antwoord, vde eerste vraag is de moeilijkste. Sinds kort ben ik inwoner van deze gemeente, heb een drukken werkkring, welke veel van mijn aandacht vergt ook buiten de „kantooruren", wel ke feitelijk voor ons, ingenieurs van een elec- triciteitsbedrijf, niet bestaan, zoodat ik met de wordingsgeschiedenis van de vrijwillige brandweer slecht of beter gezegd niet op de hoogte ben. Het schijnt alleen een moei lijke weg geweest te zijn om tot de oprichting te geraken. Ik was er dan ook absoluut onkundig van totdat het actieve bestuur in overleg met een commissie uit den Raad mij verzoe ken kwam om als commandant op te treden en mij met de organisatie te belasten. Ik kan u de verzekering geven, dat ik danig verwonderd was, dat dit verzoek tot mij kwam en heb vol verbazing gevraagd, waar om de heeren juist mij hadden uitgezocht, 't Is waar dat ik als oud-zeeman veel met water te doen heb gehad, maar niet met „brand", niets! Enfin, na eenig geredeneer zoo vervolgde de heer Brunings „heb ik, waar een beroep op m'n burgerzin gedaan werd, niet „neen" willen zeggen, en de op dracht aangenomen, en zoo ziet u mij dus voorloopig als commandant van de brand weer. Zeer zeker geloof ik er in, dat een vrijwil lige brandweer, bij voldoende toewijding suc cesvol werk kan verrichten, mits aan twee eischen voldaan wordt: vooreerst voldoende toewijding bij de „werkende leden" en belang stelling bij de overige gemeentenaren en ten tweede voldoende medewerking van het ge meentebestuur en zijne ambtenaren. Het materiaal, dat benoodigd is, zal aan wezig en in orde moeten zijn en er zal voldoende mede geoefend moeten worden. Wat het materiaal betreft zal de gemeente voorloopig ons dit ter beschikking moeten stellen, en dan valt er dadelijk op te merken, dat hetgeen thans aanwezig is onvoldoende moet worden geacht. Zonder één of wellicht meer motorbrandspuiten, zal het moeilijk zijn zich voldoende beveiligd te achten. De gemeente zal voorloopig moeten voor zien in dit noodige materiaal, hoewel ik het mij als billijk voorstel, dat door een vaste jaarlijksche bijdrage per perceel in de be hoefte aan financiën voorzien zal kunnen worden." „Een soort progressieve vrijwillige brand- belasting dus!" informeerden wij. „Juist, dat is 't wat ik bedoel," was het antwoord. „Het is zoo rationeel, dat het ieder ingezetene duidelijk te maken moet zijn, dat het de moeite waard is om in verband met de waarde van perceel en inboedel jaarlijks een klein bedrag te offeren, dat ik me voor stel dat dit plan succes kan hebben, daar het in elk geval toch voordeeliger moet zijn dan de kosten van een beroepsbrandweer. Stelt u zich eens voor dat de gemeente ook nog de salarissen, pensioenen, administratiekosten enz. van de „werkende" leden zou moeten op brengen!" Een tweede punt, dat de heer Brunings nog aanroerde betrof den waarschuwingsdienst. Behalve eenige acoustische signalen, meende hij dat samenwerking met de telefoon-admi nistratie zou moeten worden gezocht om hier tot een oplossing te geraken. Reeds had op zijn advies het bestuur der V. B. zich in ver binding gesteld met een bekend telefoon specialist in deze gemeente en dien verzocht een advies uit te brengen omtrent de beste wijze van signaleering. Daar vrijwel alle leden een telefonische aansluiting hadden, zou dit wel geen bezwaar opleveren. „En wanneer treedt de brandweer in wer king?" vroegen wij nog. „Niet eerder," was het antwoord, „dan dat wij volledig georganiseerd zijn. Voorloopig wachten wij nog op enkele samensprekingen met de vertegenwoordigers van het gemeente bestuur. Het materieel moet nog aan ons worden overgegeven; wij moeten nog de in lichtingen hebben omtrent brandkranen enz. en dan zullen wij een datum vaststellen waarop wij de verantwoordelijkheid aan vaarden, en daarna.... bij den eersten brand!", liet de heer Brunings er schalks op volgen. „Dan zijn er nog verdere plannen omtrent een eere-eomité Van invloedrijke ingezetenen, samenwerking met omliggende gemeenten, oefeningen, vooraf bekend gemaakt, en later, zal, ter oefening, op niet vooral bepaalde oogenblikken alarm worden gemaakt, maar dat is allemaal nog te veel in een aanvangs stadium om reeds thans besproken te wor den." Wij begrepen uit dit laatste dat onze nieu we commandant bedoelde thans voldoende verteld te hebben, en toen wij een beetje on deugend vroegen of ons vermoeden juist was, kwam uit den ingenieur de zeeman te voor schijn en was het rondborstig antwoord, lachend gegeven: „Dames, de brandweer is er niet om te praten, maar om te dóen!" Nu, dat moesten we toegeven, voorloopig was onze nieuwsgierigheid ook bevredigd en we verlieten den heer Brunings met de pret tige zekerheid, dat er aan de veiligheid in onze gemeente druk en met overleg gewerkt wordt. Met een woord van dank en een wenseli tot succes, namen we afscheid. PIETER-NEL. -4 Co-.curreerend Adres voor alle soort Ortho paedisch schoenwerk speciale Inrichting voor schoenen naar maat FRANKENSTR. 13 HAARLEM IEL. 13534 Harmonie „De Eendracht" te Velsen naar Brussel. De Directie van de Koninklijke Diergaarde te Antwerpen, heeft aan de Harmonie „De Eendracht" te Velsen, van de Koninklijke Papierfabriek te Velsen, de hoogst vereeren- de uitnoodiging gezonden om 10 Augustus 1925 te Antwerpen een concert te willen ge ven. De Directie van de Koninklijke Papierfa briek heeft toestemming gegeven, zoodat het corps 8 Augustus a.s. reeds vertrekt. Wij twijfelen er niet aan of genoemd ge zelschap zal wel op succes kunnen-rekenen. Zandvoort. Een jubileum. Den 5den Augustus zal een bekende persoon lijkheid, n.l. de strandstoelenman E. Schuiten, bij leven en welzijn zijn veeriigjarig jubileum als zoodanig vieren. Wij twijfelen er niet aan of de 76-jarige grijsaard zal dien dag vele blijken van belang stelling ondervinden. Wanneer dit nummer van ons blad onder de oogen van onze lezers komt, zal de Kabinetscrisis waarschijnlijk zijn opgelost en het Nederlandsche Volk weten, welke mannen (er zullen dezen keer nog geen vrouwen onder zijn) zullen trachten onder het oog van de vrouwelijke kapitein-aan- wal, H.M. de Koningin, het schip van Staat weder een tikje verder te sturen. Dan zal tevens vast staan of liet gerucht waarheid bevat, dat het af zonderlijk Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen wordt opgeheven en zal samen vloeien met het Ministerie van Binnenlandsche Zaken. De Grondwet bepaalt niet meer dan dat de Koning(in) ministerieele departementen instelt en er de hoofden van benoemt. De Koningin zou derhalve zonder met de Grondwet in strijd te komen de benoeming van een nieuwen minister van onderwijs enz. achterwege kunnen laten. Van tal van zijden, zoowel bij het onderwijs betrok kene als andere, heeft men echter bij den de- missionairen Minister Colijn er op aangedrongen te bevorderen, dat het Ministerie van Onderwijs enz. als afzonderlijk departement blijft bestaan. Blijkbaar is Minister De Visser er in geslaagd, zoowel in Onderwijs- als in Kunstkringen den arbeid van zijn departement gewenscht en aan genaam te maken. Moet dit Ministerie na een korten glorietijd weer verdwijnen, dan zal het de zgn. bezuinigingsmanie zijn, welke de hand aan dit kostelijk leven heeft gelegd, een beslissing die, naar wij vreezen, ons later zal berouwen. De in vele gezindten verdeelde nederlandsche natie heeft tengevolge van de doorgevoerde scheiding van Kerk en Staat geen Ministerie van Eeredienst noodig; zij vindt dus alleen op het gebied van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen gelegen heid om langs ambtelijken weg het geestelijk nationaal leven te bevorderen. Moet dit nu uit zijn? Moet de bevordering van het geestelijk wel zijn der natie achterstaan bij elk ander belang: politie, justitie, waterstaat, oorlog, marine, land bouw, handel en nijverheid? Dit lijkt ons de ont wikkeling op den kop gezet. Er moest nog maar bijkomen dat een nieuw departement van licha melijke ontwikkeling of sport werd ingesteld, we zouden dan geheel den materialistischen kant op drijven. Onze nog altijd wakkere gep. generaal C. J. Snijders heeft, geheel in de lijn van zijn visie op het leven, een pleidooi geleverd voor vlagvertoon, een nationaal belang. Hij wenscht naar aanleiding van de noorsche reis van den nieuwen kruiser „Java", dat onze marine doorga met trots en met de haar kenmerkende waardigheid en tact aan vreemden te toouen, dat Nederland nog altijd in staat en bereid is den nederlandschen naam als zeevarende en koloniale mogendheid smetteloos te bewaren en nederlandsche belangen tegen onrechtmatige aanranding te beschermen. Eilieve. Zou er in den nederlandschen naam, hetzij wat betreft de zeevaart, of het koloniseeren of eenig ander belang iets eigenaardigs liggen, dat de moeite van het tegen aanranding te beschermen waard was, indien het niet gewekt was door onze wijze van beoefenen van de natuurwetenschap en van de sociologische wetenschappen, mitsgaders door het onderwijs daarin en in honderd andere dingen? Zijn wij alleen iets in de wereld door praktische ervaring zonder geordend nadenken, of is cultuur datgene, waarvan eigenlijk al het ijo- en Bierhandel BLOEMENDAALSCHEWEG 48 KLEVERLAAN No. 139 TELEFOON No. 2.2.4.4.4 iiiiiiimiiiiiiiimiifiiiimimiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiii iiiiiiiiiiiiiiiiiimmiiiiiimiiiiiitii iiiiiiiiiiimiiiiimtiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiii OBEBLAHNSTEIN Natuurlijk Mineraalwater Voor huishoudelijk gebruik bijzonder aanbevolen in heele Literschroeffles- schen, inhoudsprijs 32 cent. andere in het leven van een volk een uitvloeisel is Laat ons hopen, dat de raadslieden onzer Ko ningin of H.M. zelve op liet laatste oogenblik op dit punt tot inkeer komen omtrent de eminente waarde van onze geestelijke goederen, al kunnen die dan ook niet in een bepaald bedrag hollandsche guldens worden uitgedrukt. En wat het vlagvertoon betreft: onze kruiser „Java" moge keurig zijn, „een voortreffelijke proeve van nederlandschen scheepsbouw" (en als zoodanig een voortreffelijk bewijs van nederland sche wetenschap en techniek) en een krachtig, volkomen „up to date" wapen wij hebben wel eens gehoord, dat op dit gebied wat op heden up to date was, een jaar later niet veel meer be- teekende. Een lieel ander vlagvertoon zien wij ons in de toekomst maken. Dan varen koopvaardij schepen bemand met de knapste, reislustigste koppen van Nederland de aarde om, cultuurdragers, die zonder revolver op zak aan de wereld in vriendschap komen toonen, wat wij hier tezamen tot heil der menschheid door onderwijs in kunsten en wetenschappen hebben teweeg leeren brengen. Inspiratie. Niet slechts profeten leven van inspiratie en klagen wanneer zij uitblijft. Zij hebben zich opgeworpen 0111 het geweten en de stem te zijn voor honderden; maar om deze taak te vervullen, moeten zij in zichzelf gelooven, 011 daartoe onmisbaar is inspiratie. In deze ligt hun verzekerheid en zonder haar is hun talent maar een arm vermogen. Eenigen tijd kan men op oude inspiratie teren, doeh niet zeer lang. Het vuur der groote dagen gloeit na, ook als de vlammen slinken, maar zonder nieuwe ontlading dooft het uit. Er zijn profeten groot en klein naar mate van den omvang van hun taak en hun talent; en hoezeer verwachten zij inspiratie; en hoe vaak is het dat de inspiratie niet komt. Het zijn ook de kunstenaars, maar niet slechts zij, die zonder inspiratie kwijnen. Zij zeker, want wat valt voor hen meer te vreezen dan matte nahootsers te worden van eigen betere tijden en verleden werk? Waai de overtuiging ontbreekt en de innerlijke noodwendigheid niet getuigt, is de kunst leeg. De beschouwer wordt teleurgesteld en de kunstenaar ontmoedigd. De kunst volle bedrevenheid kan het werk nog eenigen tijd in gang houden, maar als de inspiratie te kort schiet, is het groote gemis voelbaar. Kunstenaar, dichter, wijsgeer, al wie uit de gedachte leeft en niet uit de routine zij weten dat de zegen van binnen welt, uit den grond der ziel, en zonder dezen gebeurt niets grootsch. Dit wetend wacht zulke inensch op de inspiratie, of zij weerkomt, en hoe vaak is het dat de inspiratie niet komt. Het is de woestijnperiode van het geestes leven, welker reisverhaal in deze korte zin snede is vermeld. Het leven heeft zijn periodiciteit, zooals de zee haar eb en vloed, en het jaar zijn seizoenen. Toeneming en STOEL afneming, beweging elkaar af; geestelijk onmacht. Er is o en er is gemis. Wat naars plaats heeft alleen voor dezen is merkt het innerlij iedere mensch, die 11 staan opgaat, maar leven wenscht te lei< neele banen der ke hoeft een inspirati grond. Het geestel en heeft anders geer als stilstaande wa oude begrippen hun pen, maar als inner als het uitwendig 1 standigheden, prikk doende in beweging ke leven actie; bij re omstandigheid waar beweging beheerscht binnen uit; zedelij verblijding, religieu: kende wereldbeschoi openbaring van het het innerlijke wezen lijke mensch is pro: zichzelf; profeet e slechts, indien hij h waartoe nog heel w voor zichzelf te zijl tieve der gedacht overeenkomst. Inspiratie is het in het menschelijk Wereldwezen, nerge den mensch bewust wezen is niet blindi looze toevalligheid 1 ontstaat, maar Ge denkt. De alwerke bovenover maar de aan haar deel heef wereld is het elat z komt. Daarin ligt 1 lijkheid der inspira der mijner vinding Geest, die niets doe drukken. Hoe oors is, d.i. hoe meer hij zooveel te meer ge lijkheid is diepte en waar zij geen eigen te uiten. Maar denkt in haar on de naehtschemers e Want het is de Ge haar. De mensch, dit v Godheid, geloove a zij uitblijft. Het 1( stijging op de wij: Wat heden inzinkt In matte tijden inspiratieve kracht dichtwoord: dat éi voorhoven beter is J. I Aerdenhout. (Overgenomen u van 25 Juli j.l.) m Sydney Bulletin, Aus „Wat heb jij? Ge< „Ik weet alle win „Waarom kijk je „Ik heb geen geld Goblin, Toronto Vrouw: Ik ver« goed huwelijk doen ManJe kan to alles jou gelyke zij

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1925 | | pagina 2