Tweede Blad
Bloemendaalsch Weekblad
van Zaterdag 29 Augustus 1925.
Kamer van Koophandel.
Duitsch Douanetarief.
V olksgezondheid.
Het wonder der zon.
Boeken en Tijdschriften.
Lichamelijke opvoeding
van het
Het gewijzigde Duitsche douanetarief,
zooals dit onlangs door de Duitsche Volks
vertegenwoordiging is aangenomen, zal
eerst op 1 October a.s. in werking treden.
Echter zullen van kracht worden
op 1 September a.s. de invoerrechten voor
granen, mout, vee, versch vleesch, producten
van meelfabrieken en suiker;
op 16 October a.s. de invoerrechten op
wijn, aangezien op dat tijdstip het Duitsch-
Spaansche handelsverdrag buiten werking
treedt.
De invoerrechten voor ïjzerlegeenngen
(Ferromangaan, Fefrochrom, enz.) zullen
voorloopig niet worden geheven.
Laat ons nu nog eens nagaan wat men
op het gebied der Licht-lucht therapie
in de laatste jaren heeft geleerd en toege
past.
De bewoners van het hooggebergte, dus
daar waar de zonne-geneeskunde haar
triomfen viert, zijn evengoed aan tuber-
culeuse aandoeningen onderworpen als de
laaglandbewoners. Een verwarrend feit,
zou men bij oppervlakkige beoordeeling
zeggen. Maar verklaarbaar, wanneer wij
bedenken in hoeverre de levenswijze van
patiënten en bewoners verschilt! De eer
ste gaan naakt, de tweede difc-gekleed
In 't Britsch geneesk. Journal van Nov.
'24 komt het volgende bericht voör: „Be
handeling van zwakke kinderen in (14
open lucht". In Hayling Island, aan de
Engelsche kust, staat een Kindertëhuis,
waarin de kinderen op bijzondere wijze
worden behandeld. Het Tehuis staat vlak
achter het strand en de kinderen brengen
al den tijd, dat zij wakker zijn buiten door;
alleen voor het eten en het slapen gaan
zij in hun hutjes, die aan één kant geheel
en al open zijn. De kinderen gaan bijna
naakt; alleen in den winter dragen zij wat
losse kleertjes. De medici van de inrich
ting meenen, dat het leven in de open
lucht de kinderen snel gezond, doet <wor
den. In November 1922 werd een hut met
tién bedden geplaatst, die werd afgestaan
aan het Consultatiebureau voor tuber
culose te Chelsea en deze stichting zond
in een jaar zevenendertig zeer slecht uit
ziende, magere en zwakke kinderen naar
de inrichting. Zij kwamen uit de armste
en slechtste gezinnen en tien van de 37
hadden reeds aantoonbare tuberculose. De
kinderen bleven er minstens drie maan
den, sommige langer; gelijk gezegd droe
gen zij zoo min mogelijk kleeren. De uit
komsten waren buitengewoon goed. Ge
middeld bleven de kinderen er drie en
een halve maand; het gewicht nam ge
middeld toe met 3.7 K.G. (de grootste
gewichtstoeneming was 9 K.G.)de leng
te nam van twee en een half tot zes c.M
toe. De kinderen zagen er bij hun Ontslag
blozend en stevig uit, htln geheele voor
komen was veranderd.
Prof. Bier heeft de proef met zijn laag
land-tubercülose-patiënten aangedurfd.
Niet langer zendt hij ze naar het hoogge
bergte, maar hij past zijn licht-lucht the
rapie op hen toe in het hartje van de
millioenen-stad Berlijn, waaruit zij zijn
voortgekomen. Ik laat hem hier zelf aan
het woord, hij schrijft: „In 1921 kwam het
„sanatorium met 400 bedden gereed, maar
„het aantal behandelden is veel grooter,
„omdat ongeveer 50% ambulant verpleegd
„wordt. Deze patiënten komen 's ochtends
„en gaan 's avonds weder, naar huis. Het
„proefmateriaal (als ik het zoo noemen
„mag) loopt dus alles te zamen al flink
„in de duizend en ik kan zeggen, dat mijn
„verwachtingen niet beschaamd zijn ge
worden. Is er zon, heerlijk! maar is zij
„er niet, dan blijven daarom alle Meede
den toch evengoed aan den kapstok han-
„gen en de kuur wordt daarom toch even
„goed voortgezet, en ook onder die om-
„standgiheden schrijdt de genezing voort!"
„Ik ben", zegt Prof. Bier verder, „er
„nu geheel van overtuigd, dat wij zelfs in
„deze vuile (d.w.z. met stof en bacteriën
„sterk bezwangerde) gróote-stads-lucht
„onder de nevelwolk die steeds over Ber-
„lijn hangt, onze resultaten (alhoewel in
„wat langzamer tempo) toch evengoed
„verkrijgen zullen als in het hooggebergte,
„of aan den boschrand op de hei!"
Zoo zal men dan hoe langer hoe meer
gaan begrijpen dat, om gezond te zijn en
te blijven, de Meeding het grootste belet
sel is.
Dr. Backer heeft te Riezlern (Allgau)
in zijn Heilanstalt gevonden, dat zieken
die onder een, verscheidene meters hoog
afdak lagen, minder snel genazen dan
anderen, die deze beschutting misten, dus
„in geheel vrije lucht" hun kuur beoefen
den!
Men heeft gevondendat wanneer bij de
naakt-therapie, kleine gedeelten van het
zieke lichaam (bij wijze van proef) be
dekt werden, deze deelen toch, alhoewel
minder snel, in de algemeene beterschap
deelden. In aansluiting hieraan is men
begonnen bij longzieken, die vroeger zorg
vuldig gedekt .in de vrije lucht lagen, ook
de geiifiel-bestralmg toe te passen. Waar
bij dan de longgedeelten, om congestie te
voorkomen, worden afgedekt en aldus
veel sneller genezing verkregen werd dan
volgens de oude methode!
Men heeft gevonden: dat kinderen die
langeren tijd de naakt-therapie hadden toe
gepast, verschoond bleven van Kinder
ziekten als mazelen, roodvonk, diphterie!
Terwijl nieuwkomers-op-de-galerij die
ziekten vertoonden. In verband hiermede
geef ik nog even het woord aan Prof.
Bier, hij schrijft: en dan willen wij
„op het naakte lichaam niet alfeen de zon,
„maar evengoed lucht en wind en regen
„laten inwerken al deze natuurlijke prik
kels versterken, verstandig toegepast,
„het lichaam en maken het bestand niet
„alleen tegen de tuberculose, maar ook
„tegen andere ziekten en ongemakken!"
Men heeft gevonden: dat Tuberculose
aangetast beenweefsel in grootere en klei
nere stukken pijnloos uit het lichaam wer
den gestooten en vervangen door normaal
gezond beenweefseldat den juisten door
de natuur gewenschten vorm aannam!
Ook aangetaste kliergedeelten worden op
deze wijze uitgedreven.
Men heeft gevonden: dat, onder den in
vloed der naakt-therapie, verstijfde ar
men en beenen, heup- en andere gewrich
ten hun lenigheid en bruikbaarheid, zoo
goed als volkomen herkregen!
Men heeft gevonden: dat door de tu
berculose geheel vervormde ledematen,
waaraan niets menscheljjks meer te zien
was, onder de inwerking van licht en
lucht, hun normalen vorm en beweegbaar
heid herkregen.
Voor rachitis en scrofulose en tal van
andere ziekten bestaat geen beter heilmid
del dan de zonne-therapie!
Welke lessen kunnen nu de gezonden of
zij, die er voor doorgaan!! uit deze er
varingen trekken?
Dat de huid een van de gewichtigste
organen van het mensehelijk lichaam is.
Dat wij dus de huidfuncties zoo min mo
gelijk moeten belemmeren. Dat deze
functies slechts by onbedekte huid volle
dig tot hun recht kunnen komen, dat wij
derhalve onze kleeding niet zoo dik mo
gelijk maar zoo dun mogelijk en poreus
hebben té kiezen. De kleeding mag n.l. niet
anders doen dan de lichaams-warmte be
waren; derhalveweg met de veelal
overtollige overjassen, hoeden, petten,
dassen, boufantes en hoe al die extra om
hullingen meer mogen heeten!
Dan eiken dag minstens 'n half-, liefst
een heel uur naakt zich te bewegen, hetzij
loopen, turnen, enz.liefst buiten, kan dit
niet, clan is een zonkamer, dus open aan
de zon-zijde ook goed. Vooral voor kin
deren is dit voorschrift absoluut toe te
passen en wat betreft, het door het fat
soen!!! toegelatene, gelukkig nog al ruim
te nemen. Petten en overjassen kunnen
direct weg, flink uitgesneden blouses,
schillerhemden, korte broek, geen kou
sen, inplaats van schoenen sandalen, zijn
gelukkig alles zaken, die door hen toege
past kunnen worden. In Duitschland ziet
men reeds op vele plaatsen o.a. te Mu/n-
chen, jongens en meisjes beneden de 12
jaar, in zwembroek of nethemd op straat
en naar school gaan en Prof. Bier zegt,
dat het niet lang meer zal duren of de
openbare meening is in geheel Duitsch
land met dezen hygiënischen maatregel
verzoend! De nood der tijden werkt
krachtig mede in deze richting.
Verder moeten alle herstellingsoorden
en sanatoria onverwijld het voorbeeld
geven door de inrichting van Licht-lucht
baden, welk voorbeeld dan wel spoedig
door de Gemeenten gevolgd zal worden.
Een Licht-lucht bad, hetzij door ge
meente of particulier geopend, kost niet'
'Ac van wat een bad-inrichting of zwem
bad kost en heeft voor de gezondheid on
eindig grooter waarde en kan, voor arm
en rijk, voor jong en oud, met luttele on
kosten, aan de volksgezondheid worden
dienstbaar gemaakt.. Laat ons nooit ver
geten, dat wij Lichi-lucht-zonne-dieren
zijn; geen visschen of amphibiën! Het
zwemmen en water-turnen moet sport
blijven, met alle voor- en nadeelen daar
aan verbonden.
Ten slotte moeten „Buiten- en dak-scho
len" zoo spoedig mogeljjk, niet alleen voor
het zieke-, maar evengoed voor het nog-
niet-zieke kind, als voorbehoedmiddel
worden ingericht. Daar moet elke mooie
dag en elk mooi uur, zou ik gaarne zeggen,
voor de gezondheid benut worden. In
Amerika, waar het „platte dak" reeds
lang inheemsch is en voor velerlei doel
einden wordt gebruikt, is de „Dakschool"
al niets bizonders meer. Wat geeft ons
alle wetenschap als het lichaam niet ge
zond en krachtig ontwikkeld is? We zijn
den tijd van eenzijdige hersenontwikke-
ling nu toch wel zoowat te boven, meen
ik en zeker komt de verhoogde levens
vreugde, die men het misdeelde groote-
stads-kind daarmede bezorgt, nog ver
hoogd door de afwezigheid der bewe
ging-belemmerende kleeren, wis-en-zeker
een snellere en vrije ontwikkeling van den
geest ten goede. Neemt allerwege de proef.
(Uit het orgaan der Ver. tot bestrij
ding der t.b.c, te Haarlem en o.).
„F ocus".
Het tweede Augustusnummer van „Fo
cus", het veertiendaagsche fotoblad onder
redactie van Adr. Boer staat voornamelijk
in het teeken van het oude vraagstuk:
„Kan fotografie kunst zijn?"
Over dit onderwerp wordt een uitne
mend opstel geschreven door J. v. d. Pant,
een Hollandsch kunstfotograaf, wonend in
Canada.
De kern van het artikel wordt gevormd
door de volgende gedachte
„Laat ons niet vergeten het groote, prin-
cipieele verschil tusschen fotografie en
Pictorial fotografie; het eerste is: fotogra
fisch technisch copieeren, het afbeelden
van feiten en gebeurtenissen, het laatste
isdichten in lijn, componeeren in spel
van zon en schaduw en moet geven niet
de technische afbeelding van het geval of
landschap, dat gefotografeerd wordt, maar
het gevoel, de ontroering, door 't geval
of landschap in den maker gewekt. Als
fotografie zonder meer vergeleken wordt
met journalistiek reporterwerk, dan is Pic
torial fotografie het schrijven van een son
net of beter nog van een sonnettenbundel.
Hetzelfde materiaal wordt gebruikt, dezelfde
actie heeft plaats, de eerste is louter ver
standelijk, de laatste is gevoelswerk in de
eerste plaats."
In het artikel spreekt de auteur gere
geld over „Pictorial fotografie". Dat vindt
schrijver een beteren naam voor het be
doelde dan „Kunstfotografie".
In een artikel onder den titel, „Kunst
fotografie", met opschrift: „What is in a
Name verklaart de redacteur zich homo
geen metde gedachten van Van der Pant,
maar maakt terecht bezwaar tegen de door
dezen voorgestelde benaming, die in Hol
land niet bruikbaar is. Pictorial in het
Hollandsch vertaald beteeken t niet anders
dan schilderachtig, en dat is een verkeerde
term voor hetgeen de ernstige fotograaf, die
streeft naar het maken van kunst, wil berei
ken. Tevens wordt nog gewezen op het on
juist gebruik van het woord picture, dat men
in Engeland heeft voor wat wij hier noe
men een kunstfoto. De redactie komt dan
ook tot de slotsom, dat de woorden kunst
foto en kunstfotografie, mits niet verkeerd
uitgelegd, beter zijn dan de in Engeland
geldende en misleidende termen. De re
dacteur omschrijft kunstfotografie als volgt
een eerlijke uiting van het diepste gevoel
van een kunstzinnig mensch, voortgebracht
met behulp der fotografie.
Dit nummer bevat een vervolg van de
serie over het eeuwfeest der fotografie te
Parijs en bespreekt het werk der uitvin
ders. In de rubriek „Tochten voor Land
schapsfotografie" wordt behandeld Mooi
Twente, verlucht door een drietal zeer
fraaie foto's.
Als groote platen brengt „Focus" een
achttal, waaronder een schilderachtig werkje
van N. Coppens, getiteld „Nieuw Leven".
Ook een foto van J. van Stiphout, geti
teld „s Morgens Vroeg" enteen fraai beeld,
getiteld „Oud Amsterdam" van C. J. B.
Breyer verdienen de aandacht.
In de „Geïllustreerde Critiek" worden
aan de hand van gereproduceerde foto's
stand, verdeeling en uitdrukking bij kin
derportretjes behandeld. Het Beginners
hoekje houdt zich bezig met het onderwerp:
Vacantie, terwijl we verder nog aantreffen
wenken over de autochroomfotografie.
rechters, groote kooplieden en alle anderen,
die van het economisch verkeer op de
hoogte moeten zijn om hun werk met oor
deel des onderscheids te verrichten, slechts
naar deze bron verwijzen. De prijs is
slechts f 1.50 voor de 4 afleveringen, die
per jaar uitkomen (Gironummer 64100).
Tom Sawyer's Reisavonturen door Mark
Twain (vert.). Holkema Warendorff 1.25.
De familie Hervé, door E. de Pressensé
(vert.). Holkema Warendorf f 1.25.
A. M. de Jong, Merijntje Gijzen's Jeugd.
Het verraad.
Bespreking volgt.
Den Gulden Winckel. No. 8 van 20 Aug.
bevat o.a. een gesprek van J. H. Panne
koek Jr. met J. C. van Schagen, den dich
ter van narrenwijsheid, met zorg door Pal
ladium (Hijman, Stenfert Kroese en van
der Zande) te Arnhem uitgegeven. Johan
Huyts bespreekt in hetzelfde nummer dit
boek. Reimond Herreman schrijft over Ri
chard Minne, den vlaamschen dichter, van
wien in Dirk Coster's nieuwe, veel ver
beterde uitgave van „Nieuwe Geluiden
(bloemlezing uit Nederlandsche Poëzie van
den laatsten tijd) ditmaal werk is opge
nomen.
Het Centraal bureau voor de Statistiek
te 's Gravenhage geeft uit en stelt bij zich
verkrijgbaar eene Beknopte Sociaal Econo
mische Kroniek van Nederland, de Kolo
niën en het buitenland. De onlangs ver
schenen aflevering over het 2e kwartaal
1925 bevat in 52 bladzijden en l tabel
samengeperst een zee van gegevens over
den economischen toestand in Nederland
in 1923 en 1924, over den toestand der
bedrijven en den stand der arbeidsmarkt in
het tweede kwartaal van 1925, over arbeids
bemiddeling, werkloosheid en werkloos
heidsverzekering, werkstakingen en uitslui
tingen, vakbeweging, arbeidsvoorwaarden,
arbeidersbescherming,arbeidersverzekering,
gezondheidswezen, volkshuisvesting, het
grondvraagstuk, prijzen en kosten van
levensonderhoud, bedrijfsorganisatie, coö
peratie, voortbrenging, handel en verkeer
en finantiewezen, alles in dat kwartaal.
Wij kunnen accountants (althans die van
hen, welke in Duitschland en Scandinavië
kritische revisoren genoemd worden), ad
vocaten met eene groote handelspraktijk,
Lichaamsoefeningen voor verschillende
leeftijden
Alvorens de meest op den voorgrond tre
dende oefeningsvormen voor verschillende
leeftijden te bespreken, is het noodzakelijk1
de verschillende levensperiodes af te bake
nen, welke ieder voor zich uit den aard
van den liehaams-toestand een bijzonder
soort, oefenstof vergen. Daar n.l. op ver
schillende leeftijden de onderlinge verhou
dingen in het lichaam verschillend zijn (b.v.
tusschen longvolume en lichaamsvolume,
tusschen hart-inhoud en slagader-doorsnede,
enz.), dient de lichaamsoefening met deze
omstandigheden rekening te houden.
Het meest doeltreffend is de verdeeling zoo
als Prof. F. A. Schmidt die maakt, n.l.:
1°. De jaren der kindsheid, van de ge
boorte tot het begin van het tandwisselen.
2°. De jongens- en meisjes-leeftijd van 6
tot 14 jaar, de leeftijd dus waarop de lagere
school wordt bezocht.
Deze leeftijd wordt nog in twee periodes
verdeeld, n.l. van 6 tot 9 jaar, waarin het
kind allereerst geestelijk en lichamelijk moet
wennen aan het schoolleven. In het eerste
van deze jaren is vooral de lengtegroei zéér
sterk. De tweede periode is die van 914
jaar. Reeds op 8-jarigen leeftijd komt de
breedtegroei meer op den voorgrond ten
opzichte van den lengtegroei.
Vooral op 9 en 10 jaar komt een sterke
ontwikkeling der spierkracht, terwijl ook het
geraamte veel sterker wordt. Tusschen de
10 en 14 jaar wordt de lengtegroei weer
sterker. Dit is vooral opvallend bij meisjes,
die het op dezen leeftijd gewoonlijk van de
jongens winnen in lengte en lichaamsge
wicht, doch niet in borstomvang en spier
kracht.
3°. De puberteitsleeftijd van 14 tot 19
jaar.
Bij den jongeman kenmerkt het begin
dezer jaren zich door een krachtigen groei,
zoo zelfs, dat tusschen de 15 en 16 jaar de
voorsprong is ingehaald, dien de meisjes in
lengte en gewicht hadden. Bij de meisjes vol
trekt zich de geslachts-rijpheid na het 14e
levensjaar vaak zeer snel en is zij meestal met
het 17e levensjaar voleindigd. Meestal is na
het 18e levensjaar de lengtegroei afgeloopen.
Langzamer gaat de geslachtelijke ontwikke
ling van den jongeling, terwijl zijn lengte
groei zich vaak nog na het 20e levensjaar
voortzet. Behalve door deze feiten, die bij
den jongeman nog gepaard gaan met „den
baard in de keel", waardoor de stem lager
en voller wordt, kenmerkt deze leeftijd zich
vooral door een sterken groei van hart en
longen. De verhouding van hart-inhoud tot
de doorsnee der slagaderen wordt een geheel
andere. Bij het kind is het hart klein de
slagaderen, waarin het bloed door het hart
geperst moet worden, zijn wijd. Het hart
moet dus sneller kloppen, de bloeddruk is
geringer, de bloedsomloop gaat lichter. Hier
door kunnen de stofwisseling en de groei ge
makkelijk plaats hebben.
In den puberteitsleeftijd heeft de over
gang plaats tot de verhoudingen zooals die
bij volwassenen zijn. De hartsinhoud wordt
bijna tweemaal zoo groot, terwijl de wijdte-
groei der slagaderen vrijwel stilstaat. Het
gevolg hiervan is gemakkelijk te zien: het
hart moet veel krachtiger, werken, de bloed
druk wordt hooger.
In den puberteitsleeftijd neemt de lichaams
lengte toe met 17 het lichaamsgewicht
met 42 het longvolume met 63 en het
hartvolume met 92
4°. De overgangstijd van jongeling tot
man, van het jonge meisje tot vrouw, de
leeftijd van 20 tot 30 jaar. De lengtegroei
houdt op, alleen in de breedte ontwikkelt het
lichaam zich nog, tot ook dit ophoudt. Men
is volwassen, de beenderen van het skelet
zijn alle volgroeid. De spieren zijn sterk, de
gewrichten bewegen zich gemakkelijk, het
geheele lichaam is vol levensvreugd en durf.
5°. Tusschen de 30 en 40 jaren is men in
de volle kracht van het leven. Het skelet is
uitgegroeid, de spieren zijn geoefend, kracht
en uithoudingsvermogen staan op het hoogte
punt. Doch de gewrichtsbanden worden stij
ver, de lenigheid begint reeds te verdwijnen
en ook de snelheid begint af te nemen. Het
karakteristieke van dezen leeftijd is groote
kracht en taai uithoudingsvermogen.
6°. De leeftijd na het 40e jaar. Nu gaat het
in dalende lijn. Bij den een vroeger, den ander
later treden veranderingen op in het bloed
vatenstelsel; de wanden der slagaderen ver
liezen hun veerkracht; krachts-, maar vooral
snelheids-oefeningen beginnen spoedig te lei
den tot hart- en longen-uitputting, men raakt
veel sneller „buiten adem". Dit wordt nog er
ger wanneer zich op dezen leeftijd het embon
point gaat vertoonen. Steeds noodzakelijker
wordt het op dezen leeftijd een geregelde
levenswijze te gaan volgen.
Zeker geldt dit ook voor de lichaamsoefe
ningen, waarbij nog een tijdlajig zeer goed
een gemiddelde prestatie van kracht, snel
heid en uithoudingsvermogen kan worden
geleverd, doch een overdrijving in een dezer
richtingen zeer spoedig schade aan de ge
zondheid kan doen. De overgangsjaren, die
bij de .vrouw meestal tussohen de 40 en 50
vallen, gaan dikwijls vergezeld van storingen
in de gezondheid, die soms zeer lang kunnen
duren.
Na het bovenstaande zal het duidelijk zijn,
dat alle soorten lichaams-oefeningen, op de
zelfde wijze toegepast, niet geschikt kunnen
zijn voor alle leeftijden.
Een eerste eisch is dus, dat deze oefeningen
staan onder deskundige leiding, die niet
alleen technisch, doch ook physiologisch ge
noeg onderlegd is om te weten wat voor de
verschillende leeftijden nuttig en noodig is.
De leeftijd, waarop het lichaam het best
tegen een stootje kan, ligt tusschen de 20 en
40; voor den leeftijd daaronder en daarboven
is dus de eisch van goede deskundige leiding
nog dringender. Deze leeftijden zijn die van
de lagere en middelbare school en van de
„seniores" onzer gymnastiek-vereenigingen.
Het kind In de eerste levensjaren.
Als hulpeloos wezen komt het kind ter
wereld om een zelfstandig bestaan te gaan
voeren. Van het zieleleven zijn nog slechts
onbestemde gevoelens van behaaglijkheid of
onbehaaglijkheid aanwezig, speciaal aan de
gevoelens van honger en pijn weet de zui
geling uiting te geven. Daarbij komen be
paalde voor het leven noodzakelijke bewegin
gen, zooals hartslag en ademhaling, die ge
heel mechanisch geschieden, evenals de zuig-
beweging vanzelf begint zoodra er wat te
zuigen valt. Met de ontwikkeling van gezicht
en gehoor komen de willekeurige bewegingen,
die met een bepaald doel worden uitgevoerd.
Het kind begint, gedreven door zijn lust naar
beweging te grijpen naar allerlei voorwer
pen die het in 't oog krijgt. Dit gebeurt in
't begin nog onzeker, het kind mist de macht
om de verschillende voor een bepaalde
beweging noodzakelijke spiergroepen op de
juiste wijze te doen samenwerken, het coör
dinatievermogen is nog niet genoeg ontwik
keld.
Tegen het einde van het eerste levensjaar
komt ook de lust tot spreken: het kind pro
beert dikwijls gehoorde klanken na te boot
sen als vervolg op zijn ongearticuleerde
geluiden. Met het staan zijn tevens de natuur
lijke bochten in de ruggegraat gekomen. In
het begin zat het kind nog met het hoofd
voorover en verliep de ruggegraat van
hoofd tot bekken als in fig. 1, bij het oprich
ten van het hoofd kwam de halsboeht en
kreeg de wervelzuil dus den vorm als in fig
2, terwijl bij het opstaan ook de lendenboeht
te voorschijn komt en de ruggegraat ver
loopt als in fig. 3.
Fig. 1
Fig. 2
Fig. 3
De onderlinge verhouding der verschil
lende lichaamsdeelen is nog niet zooals bij
den volwassene: het hoofd meet van de
geheele lichaamslengte, zoodat de hersenen
naar verhouding bovenmatig groot zijn
echter moeten ze langzaam-aan leeren ar
beiden.
De voedselopname en groei zijn zeer groot.
In geen enkel levensjaar gaat het groeien
zoo snel als in het eerste. Reeds na een half
jaar is bij een normaal kind het lichaams
gewicht verdubbeld en aan het einde van
het eerste levensjaar is het kind reeds 23/4
maal zoo zwaar.
Tot ongeveer het 3e levensjaar behoudt de
romp zijn naar verhouding groote lengte,
dan beginnen armen en beenen snel te groeien
en tusschen het 3e en 6e levensjaar bereiken
armen en beenen de lengte van den romp.
Later wint de beengroei het van de armen,
zoodat bij volwassenen het been (van lies tot
voetzool) 24 langer is dan de arm met de
hand en 40 langer dan de romp. Tot het
4e levensjaar groeien bovenarm en dij snel
ler dan onderarm en onderbeen, daarna be
ginnen onderarm en onderbeen sneller te
ontwikkelen. Als we ons afvragen welke
prikkel er van buiten komt om den sterken
groei der ledematen in verhouding tot den
romp te bevorderen, dan moet ongetwijfeld
het antwoord hierop zijn: de arbeid, die door
die lichaamsdeelen wordt verricht. Bij den
zuigeling overwegen de ademhaling en de
spijsvertering, vandaar dat er in de eerste
levensjaren nauwelijks verandering komt in
de verhouding tusschen den te grooten romp
en de ledematen. De sterke voedselopname
en de spijsvertering vormen een prikkel
voor den groei der buikorganen, het schreien
voor den longengroei. Hoe onaangenaam dik
wijls voor de omgeving, als longenoefening
is het schreeuwen van den zuigeling uitste
kend, het bevordert sterk de ontwikkeling
van deze zoo buitengewoon belangrijke orga
nen.
Aldoor voor den schoolplichtigen leeftijd
moeten de ouders het kind de gelegenheid
trachten te verschaffen, een uitstekend stel
longen te krijgen. De natuur wijst hier den
weg. De drang tot schreeuwen, juichen, spe
len,. hollen, stoeien, is geen lust om lawaai
te maken of druk te zijn, doeh enkel een ge
zonde levensuiting en de beste prikkel voor
den krachtigen groei van longen en lede
maten. Absoluut verkeerd is het, in kinder
kamers voor kinderen van dezen leeftijd
ringen en dergelijke toestellen te hangen.
Voor hang-oefeningen is het jonge lichaam
ten eenenmale ongeschikt; gaat zoo'n kind
hangen, dan wordt het werk niet verricht
door 3e spieren van arm, schoudergordel en
romp, doch door de banden die de verschil
lende gewrichten bijeenhouden. De hang is
dan passief, terwijl eerst de actieve hang zijn
nut kap doen. Deze komt evenwel eerst