Tweede Blad Bloemendaalsch Weekblad van Zaterdag 29 Augustus 1925. Kamer van Koophandel. Duitsch Douanetarief. V olksgezondheid. Het wonder der zon. Boeken en Tijdschriften. Lichamelijke opvoeding van het Het gewijzigde Duitsche douanetarief, zooals dit onlangs door de Duitsche Volks vertegenwoordiging is aangenomen, zal eerst op 1 October a.s. in werking treden. Echter zullen van kracht worden op 1 September a.s. de invoerrechten voor granen, mout, vee, versch vleesch, producten van meelfabrieken en suiker; op 16 October a.s. de invoerrechten op wijn, aangezien op dat tijdstip het Duitsch- Spaansche handelsverdrag buiten werking treedt. De invoerrechten voor ïjzerlegeenngen (Ferromangaan, Fefrochrom, enz.) zullen voorloopig niet worden geheven. Laat ons nu nog eens nagaan wat men op het gebied der Licht-lucht therapie in de laatste jaren heeft geleerd en toege past. De bewoners van het hooggebergte, dus daar waar de zonne-geneeskunde haar triomfen viert, zijn evengoed aan tuber- culeuse aandoeningen onderworpen als de laaglandbewoners. Een verwarrend feit, zou men bij oppervlakkige beoordeeling zeggen. Maar verklaarbaar, wanneer wij bedenken in hoeverre de levenswijze van patiënten en bewoners verschilt! De eer ste gaan naakt, de tweede difc-gekleed In 't Britsch geneesk. Journal van Nov. '24 komt het volgende bericht voör: „Be handeling van zwakke kinderen in (14 open lucht". In Hayling Island, aan de Engelsche kust, staat een Kindertëhuis, waarin de kinderen op bijzondere wijze worden behandeld. Het Tehuis staat vlak achter het strand en de kinderen brengen al den tijd, dat zij wakker zijn buiten door; alleen voor het eten en het slapen gaan zij in hun hutjes, die aan één kant geheel en al open zijn. De kinderen gaan bijna naakt; alleen in den winter dragen zij wat losse kleertjes. De medici van de inrich ting meenen, dat het leven in de open lucht de kinderen snel gezond, doet <wor den. In November 1922 werd een hut met tién bedden geplaatst, die werd afgestaan aan het Consultatiebureau voor tuber culose te Chelsea en deze stichting zond in een jaar zevenendertig zeer slecht uit ziende, magere en zwakke kinderen naar de inrichting. Zij kwamen uit de armste en slechtste gezinnen en tien van de 37 hadden reeds aantoonbare tuberculose. De kinderen bleven er minstens drie maan den, sommige langer; gelijk gezegd droe gen zij zoo min mogelijk kleeren. De uit komsten waren buitengewoon goed. Ge middeld bleven de kinderen er drie en een halve maand; het gewicht nam ge middeld toe met 3.7 K.G. (de grootste gewichtstoeneming was 9 K.G.)de leng te nam van twee en een half tot zes c.M toe. De kinderen zagen er bij hun Ontslag blozend en stevig uit, htln geheele voor komen was veranderd. Prof. Bier heeft de proef met zijn laag land-tubercülose-patiënten aangedurfd. Niet langer zendt hij ze naar het hoogge bergte, maar hij past zijn licht-lucht the rapie op hen toe in het hartje van de millioenen-stad Berlijn, waaruit zij zijn voortgekomen. Ik laat hem hier zelf aan het woord, hij schrijft: „In 1921 kwam het „sanatorium met 400 bedden gereed, maar „het aantal behandelden is veel grooter, „omdat ongeveer 50% ambulant verpleegd „wordt. Deze patiënten komen 's ochtends „en gaan 's avonds weder, naar huis. Het „proefmateriaal (als ik het zoo noemen „mag) loopt dus alles te zamen al flink „in de duizend en ik kan zeggen, dat mijn „verwachtingen niet beschaamd zijn ge worden. Is er zon, heerlijk! maar is zij „er niet, dan blijven daarom alle Meede den toch evengoed aan den kapstok han- „gen en de kuur wordt daarom toch even „goed voortgezet, en ook onder die om- „standgiheden schrijdt de genezing voort!" „Ik ben", zegt Prof. Bier verder, „er „nu geheel van overtuigd, dat wij zelfs in „deze vuile (d.w.z. met stof en bacteriën „sterk bezwangerde) gróote-stads-lucht „onder de nevelwolk die steeds over Ber- „lijn hangt, onze resultaten (alhoewel in „wat langzamer tempo) toch evengoed „verkrijgen zullen als in het hooggebergte, „of aan den boschrand op de hei!" Zoo zal men dan hoe langer hoe meer gaan begrijpen dat, om gezond te zijn en te blijven, de Meeding het grootste belet sel is. Dr. Backer heeft te Riezlern (Allgau) in zijn Heilanstalt gevonden, dat zieken die onder een, verscheidene meters hoog afdak lagen, minder snel genazen dan anderen, die deze beschutting misten, dus „in geheel vrije lucht" hun kuur beoefen den! Men heeft gevondendat wanneer bij de naakt-therapie, kleine gedeelten van het zieke lichaam (bij wijze van proef) be dekt werden, deze deelen toch, alhoewel minder snel, in de algemeene beterschap deelden. In aansluiting hieraan is men begonnen bij longzieken, die vroeger zorg vuldig gedekt .in de vrije lucht lagen, ook de geiifiel-bestralmg toe te passen. Waar bij dan de longgedeelten, om congestie te voorkomen, worden afgedekt en aldus veel sneller genezing verkregen werd dan volgens de oude methode! Men heeft gevonden: dat kinderen die langeren tijd de naakt-therapie hadden toe gepast, verschoond bleven van Kinder ziekten als mazelen, roodvonk, diphterie! Terwijl nieuwkomers-op-de-galerij die ziekten vertoonden. In verband hiermede geef ik nog even het woord aan Prof. Bier, hij schrijft: en dan willen wij „op het naakte lichaam niet alfeen de zon, „maar evengoed lucht en wind en regen „laten inwerken al deze natuurlijke prik kels versterken, verstandig toegepast, „het lichaam en maken het bestand niet „alleen tegen de tuberculose, maar ook „tegen andere ziekten en ongemakken!" Men heeft gevonden: dat Tuberculose aangetast beenweefsel in grootere en klei nere stukken pijnloos uit het lichaam wer den gestooten en vervangen door normaal gezond beenweefseldat den juisten door de natuur gewenschten vorm aannam! Ook aangetaste kliergedeelten worden op deze wijze uitgedreven. Men heeft gevonden: dat, onder den in vloed der naakt-therapie, verstijfde ar men en beenen, heup- en andere gewrich ten hun lenigheid en bruikbaarheid, zoo goed als volkomen herkregen! Men heeft gevonden: dat door de tu berculose geheel vervormde ledematen, waaraan niets menscheljjks meer te zien was, onder de inwerking van licht en lucht, hun normalen vorm en beweegbaar heid herkregen. Voor rachitis en scrofulose en tal van andere ziekten bestaat geen beter heilmid del dan de zonne-therapie! Welke lessen kunnen nu de gezonden of zij, die er voor doorgaan!! uit deze er varingen trekken? Dat de huid een van de gewichtigste organen van het mensehelijk lichaam is. Dat wij dus de huidfuncties zoo min mo gelijk moeten belemmeren. Dat deze functies slechts by onbedekte huid volle dig tot hun recht kunnen komen, dat wij derhalve onze kleeding niet zoo dik mo gelijk maar zoo dun mogelijk en poreus hebben té kiezen. De kleeding mag n.l. niet anders doen dan de lichaams-warmte be waren; derhalveweg met de veelal overtollige overjassen, hoeden, petten, dassen, boufantes en hoe al die extra om hullingen meer mogen heeten! Dan eiken dag minstens 'n half-, liefst een heel uur naakt zich te bewegen, hetzij loopen, turnen, enz.liefst buiten, kan dit niet, clan is een zonkamer, dus open aan de zon-zijde ook goed. Vooral voor kin deren is dit voorschrift absoluut toe te passen en wat betreft, het door het fat soen!!! toegelatene, gelukkig nog al ruim te nemen. Petten en overjassen kunnen direct weg, flink uitgesneden blouses, schillerhemden, korte broek, geen kou sen, inplaats van schoenen sandalen, zijn gelukkig alles zaken, die door hen toege past kunnen worden. In Duitschland ziet men reeds op vele plaatsen o.a. te Mu/n- chen, jongens en meisjes beneden de 12 jaar, in zwembroek of nethemd op straat en naar school gaan en Prof. Bier zegt, dat het niet lang meer zal duren of de openbare meening is in geheel Duitsch land met dezen hygiënischen maatregel verzoend! De nood der tijden werkt krachtig mede in deze richting. Verder moeten alle herstellingsoorden en sanatoria onverwijld het voorbeeld geven door de inrichting van Licht-lucht baden, welk voorbeeld dan wel spoedig door de Gemeenten gevolgd zal worden. Een Licht-lucht bad, hetzij door ge meente of particulier geopend, kost niet' 'Ac van wat een bad-inrichting of zwem bad kost en heeft voor de gezondheid on eindig grooter waarde en kan, voor arm en rijk, voor jong en oud, met luttele on kosten, aan de volksgezondheid worden dienstbaar gemaakt.. Laat ons nooit ver geten, dat wij Lichi-lucht-zonne-dieren zijn; geen visschen of amphibiën! Het zwemmen en water-turnen moet sport blijven, met alle voor- en nadeelen daar aan verbonden. Ten slotte moeten „Buiten- en dak-scho len" zoo spoedig mogeljjk, niet alleen voor het zieke-, maar evengoed voor het nog- niet-zieke kind, als voorbehoedmiddel worden ingericht. Daar moet elke mooie dag en elk mooi uur, zou ik gaarne zeggen, voor de gezondheid benut worden. In Amerika, waar het „platte dak" reeds lang inheemsch is en voor velerlei doel einden wordt gebruikt, is de „Dakschool" al niets bizonders meer. Wat geeft ons alle wetenschap als het lichaam niet ge zond en krachtig ontwikkeld is? We zijn den tijd van eenzijdige hersenontwikke- ling nu toch wel zoowat te boven, meen ik en zeker komt de verhoogde levens vreugde, die men het misdeelde groote- stads-kind daarmede bezorgt, nog ver hoogd door de afwezigheid der bewe ging-belemmerende kleeren, wis-en-zeker een snellere en vrije ontwikkeling van den geest ten goede. Neemt allerwege de proef. (Uit het orgaan der Ver. tot bestrij ding der t.b.c, te Haarlem en o.). „F ocus". Het tweede Augustusnummer van „Fo cus", het veertiendaagsche fotoblad onder redactie van Adr. Boer staat voornamelijk in het teeken van het oude vraagstuk: „Kan fotografie kunst zijn?" Over dit onderwerp wordt een uitne mend opstel geschreven door J. v. d. Pant, een Hollandsch kunstfotograaf, wonend in Canada. De kern van het artikel wordt gevormd door de volgende gedachte „Laat ons niet vergeten het groote, prin- cipieele verschil tusschen fotografie en Pictorial fotografie; het eerste is: fotogra fisch technisch copieeren, het afbeelden van feiten en gebeurtenissen, het laatste isdichten in lijn, componeeren in spel van zon en schaduw en moet geven niet de technische afbeelding van het geval of landschap, dat gefotografeerd wordt, maar het gevoel, de ontroering, door 't geval of landschap in den maker gewekt. Als fotografie zonder meer vergeleken wordt met journalistiek reporterwerk, dan is Pic torial fotografie het schrijven van een son net of beter nog van een sonnettenbundel. Hetzelfde materiaal wordt gebruikt, dezelfde actie heeft plaats, de eerste is louter ver standelijk, de laatste is gevoelswerk in de eerste plaats." In het artikel spreekt de auteur gere geld over „Pictorial fotografie". Dat vindt schrijver een beteren naam voor het be doelde dan „Kunstfotografie". In een artikel onder den titel, „Kunst fotografie", met opschrift: „What is in a Name verklaart de redacteur zich homo geen metde gedachten van Van der Pant, maar maakt terecht bezwaar tegen de door dezen voorgestelde benaming, die in Hol land niet bruikbaar is. Pictorial in het Hollandsch vertaald beteeken t niet anders dan schilderachtig, en dat is een verkeerde term voor hetgeen de ernstige fotograaf, die streeft naar het maken van kunst, wil berei ken. Tevens wordt nog gewezen op het on juist gebruik van het woord picture, dat men in Engeland heeft voor wat wij hier noe men een kunstfoto. De redactie komt dan ook tot de slotsom, dat de woorden kunst foto en kunstfotografie, mits niet verkeerd uitgelegd, beter zijn dan de in Engeland geldende en misleidende termen. De re dacteur omschrijft kunstfotografie als volgt een eerlijke uiting van het diepste gevoel van een kunstzinnig mensch, voortgebracht met behulp der fotografie. Dit nummer bevat een vervolg van de serie over het eeuwfeest der fotografie te Parijs en bespreekt het werk der uitvin ders. In de rubriek „Tochten voor Land schapsfotografie" wordt behandeld Mooi Twente, verlucht door een drietal zeer fraaie foto's. Als groote platen brengt „Focus" een achttal, waaronder een schilderachtig werkje van N. Coppens, getiteld „Nieuw Leven". Ook een foto van J. van Stiphout, geti teld „s Morgens Vroeg" enteen fraai beeld, getiteld „Oud Amsterdam" van C. J. B. Breyer verdienen de aandacht. In de „Geïllustreerde Critiek" worden aan de hand van gereproduceerde foto's stand, verdeeling en uitdrukking bij kin derportretjes behandeld. Het Beginners hoekje houdt zich bezig met het onderwerp: Vacantie, terwijl we verder nog aantreffen wenken over de autochroomfotografie. rechters, groote kooplieden en alle anderen, die van het economisch verkeer op de hoogte moeten zijn om hun werk met oor deel des onderscheids te verrichten, slechts naar deze bron verwijzen. De prijs is slechts f 1.50 voor de 4 afleveringen, die per jaar uitkomen (Gironummer 64100). Tom Sawyer's Reisavonturen door Mark Twain (vert.). Holkema Warendorff 1.25. De familie Hervé, door E. de Pressensé (vert.). Holkema Warendorf f 1.25. A. M. de Jong, Merijntje Gijzen's Jeugd. Het verraad. Bespreking volgt. Den Gulden Winckel. No. 8 van 20 Aug. bevat o.a. een gesprek van J. H. Panne koek Jr. met J. C. van Schagen, den dich ter van narrenwijsheid, met zorg door Pal ladium (Hijman, Stenfert Kroese en van der Zande) te Arnhem uitgegeven. Johan Huyts bespreekt in hetzelfde nummer dit boek. Reimond Herreman schrijft over Ri chard Minne, den vlaamschen dichter, van wien in Dirk Coster's nieuwe, veel ver beterde uitgave van „Nieuwe Geluiden (bloemlezing uit Nederlandsche Poëzie van den laatsten tijd) ditmaal werk is opge nomen. Het Centraal bureau voor de Statistiek te 's Gravenhage geeft uit en stelt bij zich verkrijgbaar eene Beknopte Sociaal Econo mische Kroniek van Nederland, de Kolo niën en het buitenland. De onlangs ver schenen aflevering over het 2e kwartaal 1925 bevat in 52 bladzijden en l tabel samengeperst een zee van gegevens over den economischen toestand in Nederland in 1923 en 1924, over den toestand der bedrijven en den stand der arbeidsmarkt in het tweede kwartaal van 1925, over arbeids bemiddeling, werkloosheid en werkloos heidsverzekering, werkstakingen en uitslui tingen, vakbeweging, arbeidsvoorwaarden, arbeidersbescherming,arbeidersverzekering, gezondheidswezen, volkshuisvesting, het grondvraagstuk, prijzen en kosten van levensonderhoud, bedrijfsorganisatie, coö peratie, voortbrenging, handel en verkeer en finantiewezen, alles in dat kwartaal. Wij kunnen accountants (althans die van hen, welke in Duitschland en Scandinavië kritische revisoren genoemd worden), ad vocaten met eene groote handelspraktijk, Lichaamsoefeningen voor verschillende leeftijden Alvorens de meest op den voorgrond tre dende oefeningsvormen voor verschillende leeftijden te bespreken, is het noodzakelijk1 de verschillende levensperiodes af te bake nen, welke ieder voor zich uit den aard van den liehaams-toestand een bijzonder soort, oefenstof vergen. Daar n.l. op ver schillende leeftijden de onderlinge verhou dingen in het lichaam verschillend zijn (b.v. tusschen longvolume en lichaamsvolume, tusschen hart-inhoud en slagader-doorsnede, enz.), dient de lichaamsoefening met deze omstandigheden rekening te houden. Het meest doeltreffend is de verdeeling zoo als Prof. F. A. Schmidt die maakt, n.l.: 1°. De jaren der kindsheid, van de ge boorte tot het begin van het tandwisselen. 2°. De jongens- en meisjes-leeftijd van 6 tot 14 jaar, de leeftijd dus waarop de lagere school wordt bezocht. Deze leeftijd wordt nog in twee periodes verdeeld, n.l. van 6 tot 9 jaar, waarin het kind allereerst geestelijk en lichamelijk moet wennen aan het schoolleven. In het eerste van deze jaren is vooral de lengtegroei zéér sterk. De tweede periode is die van 914 jaar. Reeds op 8-jarigen leeftijd komt de breedtegroei meer op den voorgrond ten opzichte van den lengtegroei. Vooral op 9 en 10 jaar komt een sterke ontwikkeling der spierkracht, terwijl ook het geraamte veel sterker wordt. Tusschen de 10 en 14 jaar wordt de lengtegroei weer sterker. Dit is vooral opvallend bij meisjes, die het op dezen leeftijd gewoonlijk van de jongens winnen in lengte en lichaamsge wicht, doch niet in borstomvang en spier kracht. 3°. De puberteitsleeftijd van 14 tot 19 jaar. Bij den jongeman kenmerkt het begin dezer jaren zich door een krachtigen groei, zoo zelfs, dat tusschen de 15 en 16 jaar de voorsprong is ingehaald, dien de meisjes in lengte en gewicht hadden. Bij de meisjes vol trekt zich de geslachts-rijpheid na het 14e levensjaar vaak zeer snel en is zij meestal met het 17e levensjaar voleindigd. Meestal is na het 18e levensjaar de lengtegroei afgeloopen. Langzamer gaat de geslachtelijke ontwikke ling van den jongeling, terwijl zijn lengte groei zich vaak nog na het 20e levensjaar voortzet. Behalve door deze feiten, die bij den jongeman nog gepaard gaan met „den baard in de keel", waardoor de stem lager en voller wordt, kenmerkt deze leeftijd zich vooral door een sterken groei van hart en longen. De verhouding van hart-inhoud tot de doorsnee der slagaderen wordt een geheel andere. Bij het kind is het hart klein de slagaderen, waarin het bloed door het hart geperst moet worden, zijn wijd. Het hart moet dus sneller kloppen, de bloeddruk is geringer, de bloedsomloop gaat lichter. Hier door kunnen de stofwisseling en de groei ge makkelijk plaats hebben. In den puberteitsleeftijd heeft de over gang plaats tot de verhoudingen zooals die bij volwassenen zijn. De hartsinhoud wordt bijna tweemaal zoo groot, terwijl de wijdte- groei der slagaderen vrijwel stilstaat. Het gevolg hiervan is gemakkelijk te zien: het hart moet veel krachtiger, werken, de bloed druk wordt hooger. In den puberteitsleeftijd neemt de lichaams lengte toe met 17 het lichaamsgewicht met 42 het longvolume met 63 en het hartvolume met 92 4°. De overgangstijd van jongeling tot man, van het jonge meisje tot vrouw, de leeftijd van 20 tot 30 jaar. De lengtegroei houdt op, alleen in de breedte ontwikkelt het lichaam zich nog, tot ook dit ophoudt. Men is volwassen, de beenderen van het skelet zijn alle volgroeid. De spieren zijn sterk, de gewrichten bewegen zich gemakkelijk, het geheele lichaam is vol levensvreugd en durf. 5°. Tusschen de 30 en 40 jaren is men in de volle kracht van het leven. Het skelet is uitgegroeid, de spieren zijn geoefend, kracht en uithoudingsvermogen staan op het hoogte punt. Doch de gewrichtsbanden worden stij ver, de lenigheid begint reeds te verdwijnen en ook de snelheid begint af te nemen. Het karakteristieke van dezen leeftijd is groote kracht en taai uithoudingsvermogen. 6°. De leeftijd na het 40e jaar. Nu gaat het in dalende lijn. Bij den een vroeger, den ander later treden veranderingen op in het bloed vatenstelsel; de wanden der slagaderen ver liezen hun veerkracht; krachts-, maar vooral snelheids-oefeningen beginnen spoedig te lei den tot hart- en longen-uitputting, men raakt veel sneller „buiten adem". Dit wordt nog er ger wanneer zich op dezen leeftijd het embon point gaat vertoonen. Steeds noodzakelijker wordt het op dezen leeftijd een geregelde levenswijze te gaan volgen. Zeker geldt dit ook voor de lichaamsoefe ningen, waarbij nog een tijdlajig zeer goed een gemiddelde prestatie van kracht, snel heid en uithoudingsvermogen kan worden geleverd, doch een overdrijving in een dezer richtingen zeer spoedig schade aan de ge zondheid kan doen. De overgangsjaren, die bij de .vrouw meestal tussohen de 40 en 50 vallen, gaan dikwijls vergezeld van storingen in de gezondheid, die soms zeer lang kunnen duren. Na het bovenstaande zal het duidelijk zijn, dat alle soorten lichaams-oefeningen, op de zelfde wijze toegepast, niet geschikt kunnen zijn voor alle leeftijden. Een eerste eisch is dus, dat deze oefeningen staan onder deskundige leiding, die niet alleen technisch, doch ook physiologisch ge noeg onderlegd is om te weten wat voor de verschillende leeftijden nuttig en noodig is. De leeftijd, waarop het lichaam het best tegen een stootje kan, ligt tusschen de 20 en 40; voor den leeftijd daaronder en daarboven is dus de eisch van goede deskundige leiding nog dringender. Deze leeftijden zijn die van de lagere en middelbare school en van de „seniores" onzer gymnastiek-vereenigingen. Het kind In de eerste levensjaren. Als hulpeloos wezen komt het kind ter wereld om een zelfstandig bestaan te gaan voeren. Van het zieleleven zijn nog slechts onbestemde gevoelens van behaaglijkheid of onbehaaglijkheid aanwezig, speciaal aan de gevoelens van honger en pijn weet de zui geling uiting te geven. Daarbij komen be paalde voor het leven noodzakelijke bewegin gen, zooals hartslag en ademhaling, die ge heel mechanisch geschieden, evenals de zuig- beweging vanzelf begint zoodra er wat te zuigen valt. Met de ontwikkeling van gezicht en gehoor komen de willekeurige bewegingen, die met een bepaald doel worden uitgevoerd. Het kind begint, gedreven door zijn lust naar beweging te grijpen naar allerlei voorwer pen die het in 't oog krijgt. Dit gebeurt in 't begin nog onzeker, het kind mist de macht om de verschillende voor een bepaalde beweging noodzakelijke spiergroepen op de juiste wijze te doen samenwerken, het coör dinatievermogen is nog niet genoeg ontwik keld. Tegen het einde van het eerste levensjaar komt ook de lust tot spreken: het kind pro beert dikwijls gehoorde klanken na te boot sen als vervolg op zijn ongearticuleerde geluiden. Met het staan zijn tevens de natuur lijke bochten in de ruggegraat gekomen. In het begin zat het kind nog met het hoofd voorover en verliep de ruggegraat van hoofd tot bekken als in fig. 1, bij het oprich ten van het hoofd kwam de halsboeht en kreeg de wervelzuil dus den vorm als in fig 2, terwijl bij het opstaan ook de lendenboeht te voorschijn komt en de ruggegraat ver loopt als in fig. 3. Fig. 1 Fig. 2 Fig. 3 De onderlinge verhouding der verschil lende lichaamsdeelen is nog niet zooals bij den volwassene: het hoofd meet van de geheele lichaamslengte, zoodat de hersenen naar verhouding bovenmatig groot zijn echter moeten ze langzaam-aan leeren ar beiden. De voedselopname en groei zijn zeer groot. In geen enkel levensjaar gaat het groeien zoo snel als in het eerste. Reeds na een half jaar is bij een normaal kind het lichaams gewicht verdubbeld en aan het einde van het eerste levensjaar is het kind reeds 23/4 maal zoo zwaar. Tot ongeveer het 3e levensjaar behoudt de romp zijn naar verhouding groote lengte, dan beginnen armen en beenen snel te groeien en tusschen het 3e en 6e levensjaar bereiken armen en beenen de lengte van den romp. Later wint de beengroei het van de armen, zoodat bij volwassenen het been (van lies tot voetzool) 24 langer is dan de arm met de hand en 40 langer dan de romp. Tot het 4e levensjaar groeien bovenarm en dij snel ler dan onderarm en onderbeen, daarna be ginnen onderarm en onderbeen sneller te ontwikkelen. Als we ons afvragen welke prikkel er van buiten komt om den sterken groei der ledematen in verhouding tot den romp te bevorderen, dan moet ongetwijfeld het antwoord hierop zijn: de arbeid, die door die lichaamsdeelen wordt verricht. Bij den zuigeling overwegen de ademhaling en de spijsvertering, vandaar dat er in de eerste levensjaren nauwelijks verandering komt in de verhouding tusschen den te grooten romp en de ledematen. De sterke voedselopname en de spijsvertering vormen een prikkel voor den groei der buikorganen, het schreien voor den longengroei. Hoe onaangenaam dik wijls voor de omgeving, als longenoefening is het schreeuwen van den zuigeling uitste kend, het bevordert sterk de ontwikkeling van deze zoo buitengewoon belangrijke orga nen. Aldoor voor den schoolplichtigen leeftijd moeten de ouders het kind de gelegenheid trachten te verschaffen, een uitstekend stel longen te krijgen. De natuur wijst hier den weg. De drang tot schreeuwen, juichen, spe len,. hollen, stoeien, is geen lust om lawaai te maken of druk te zijn, doeh enkel een ge zonde levensuiting en de beste prikkel voor den krachtigen groei van longen en lede maten. Absoluut verkeerd is het, in kinder kamers voor kinderen van dezen leeftijd ringen en dergelijke toestellen te hangen. Voor hang-oefeningen is het jonge lichaam ten eenenmale ongeschikt; gaat zoo'n kind hangen, dan wordt het werk niet verricht door 3e spieren van arm, schoudergordel en romp, doch door de banden die de verschil lende gewrichten bijeenhouden. De hang is dan passief, terwijl eerst de actieve hang zijn nut kap doen. Deze komt evenwel eerst

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1925 | | pagina 5