STOEL'S WONINGBUREAU, BFdaalscheweg 161, Bloem endaal BANDEN F. STAPPERS STADSSCHOUWBURG REPARATIE INRICHTING DE OPTIMISTEN TiENEKE La La La AUTOMOBIELEN en MOTOREN GARAGE STALLING EXPERTISE NEDERL. OOST-I N DIË TOONEEL KALENDERS HUMOR EN SATYRE GEVONDEN VOORWERPEN EERSTE KLAS STOCK- MICHELIN- BLOEMENDAAL OVERVEEN. AERDENHOUT. SANTPOORT HAARLEM. den. Te Londen ïheden nu eene op neerkomende in volstaan met meenschappelijk d in eene mate [itairen toestand ligging. Omdat llioen inwoners iag houden is de oor Nederland n Nederlandsche lensioneerde lui- iolemans Beijnen van 27 Novem- md-militair zijn tegenover prof. er. voor Krijgs. dpunt innam. De ïindigt zijn arti- de van den oor- est dat die vrede het verdrag van ite vrede, komen ,n Locarno is te irkelijk en ken. ;n geest, was wel afgevaardigden, j hun aankomst Idaar verzamelde applaus werden spraken, door de lordigers uitge. geest. Het tref. t de verklaringen e gedelegeerden, ■opa nu één groot relijk is gemaakt mo. Ik zie tegen, riand, den Duit. k ben zeker, dat tomen, een goed beiden zijn wij it Europa weldra e zal zijn, waar. arakter, nationa. ten zal verliezen, nwerken aan den aan de bescha. den vooruitgang, d voor zijn woor. at de volken van hebben, n.l. tus. gezamenlijk om. loor de meerder, c hebben de Duit. in handteekening n Locarno gezet, ïen voor dit vre. n zijn bereid, al. iet laatste wan. aan het vormen eldbeeld mede te binnenlandschen .at, kan nog mei. van een scherpen op de regeering reroordeeling der hij diende in het waarin hij deze ling noemde van rechten betref, woord. De motie d, een Ministerie van noemen wij mlandsche zaken, iche Zaken, Lou. levé Oorlog. Alle door cartellisten n het nieuwe Mi. d met de samen, tar links zijn. De enland het meest financiën, is aan wiens saneerings met dat van de i. Naar verluidt lidatie der schat, nieuwe belastin. rd opbrengen, tot iok zou Berenger nden worden, om /er de schulden, st blijft nog tob. nkrijk met zijne >evolking (hierbij aan 't Parijs der ngetwijfeld spoe. eer het inwendig van arbeidzame Keulsche zone is emaakt. Dus nog ;eekening van het tactvolle beleefd. irie zal aftreden, nann uit Londen De besprekingen m nieuw kabinet Centrum en De- •s van de vorming e Duitsche Volks, van het midden, .Democraten zijn daar zij weigeren >alitie uit de mid. een zeker econo. hrijven. Dit pro. Dem. in de eerste dat aanzienlijke ïsteun en verhoo. issen worden uit. OVER ONZE KOFFIE. Koffij, zuster van de thee, Koffij, koffij geldt hier mee, Koffij is een eêle drank, Koffij maakt geen hersens krank; Koffij maakt een ronde baan, Koffij lokt gezelschap aan, Koffij warmt en koffij koelt, Koffij reinigt, koffij spoelt, Koffij maakt den dronkaards fris, Koffij is voor zieken goet, Koffij wakers noodig is, Koffie zuivert maag en bloet, Koffij maakt ons appetijt, Koffij maakt ons 't water kwijt, Koffij smaakt op zoet en zuur, Koffij drinkt men op den duur, Koffij drinkt men zonder maat, Koffij ongepegelt staat. Aldus zong een paar eeuwen geleden een zekere dichter Jonkers de deugd van koffie. Het gebruik van dezen drank was toen nog ver van algemeen. Pas in het laatst der 17de en der 18de eeuw begon het meer in. gang te vinden en werden mede en bier aan de ontbijttafel door koffie vervangen. In dien tijd kookte men de koffie in ver tinde blikken of koperen kannen en dronk ze zoo heet als men maar even ver dragen kon. Ze werd met honig of suiker zoet gemaakt, ook wel gemengd met nage len of kaneel. Om aan den wensch van den thesaurier-generaal Hop te voldoen, die de koffie wilde gebruiken zonder iets met warm water te doen te hebben, werden de Haagsche hopjes vervaardigd. In 't algemeen werd het gebruik van koffie zeer aangeprezen, ook door de ge- neesheeren. Dr. Bontekoe achtte haar een uitstekend geneesmiddel tegen scheur buik, keelgezwellen, koliek, podegra, kwade gal, slechten adem, roode oogen, enz. Dr. Blankaert, die zelf per dag 12 flinke kop pen vol gebruikte,hield koffie voor de ge zondste aller dranken, en schreef ze dan ook veelal voor aan zijn patiënten. Zijn al gemeen oordeel en raad aan zijn vrienden luidde: „Drinkt koffie, daar heeft men geen ziekte van te wachten. Zij maakt een luchtig verstand en doet de ziele-instru- menten vaardig wezen. Zij houdt ons bloed buiten bederving en uit alle schimmel of scheurbuik. In 't kort, zij heeft een kracht, die geen drank tot nog toe in de wereld, zoo veel bekend is, heeft, want daar is meer kracht in om onze gezondheid te onder houden als ik met mijn pen kan uiten." Met het grootste enthousiasme werd de nieuwe drank dus ontvangen. Maar lang zamerhand, in 't midden der 18de eeuw, kwamen ook de tegenstanders los. De Ne derlandsche Spectator schreef toen: ,,'t Is waarlijk een zaak van groot gewicht, dat onze landgenooten eens onder de oogen wordt gebracht, hoezeer men zich door dat langzaam en op tijd werkend vergif ver zwakt, bederft en vernielt. Dat doodelijk en verderfelijk koffie- en theewater sleept er jaarlijks velen ter aarde; de meeste of een groot gedeelte van onze hedendaagsche moedertjes brengen een deel zwakke en krachtelooze scheppels ter wereld, ómdat zij haar gestel reeds vroegtijdig verdorven hebben door het ordinair vergif, en hoe meer die verderfelijke gewoonte de over hand krijgt, hoe ongelukkiger immers. Onze voorgaande eeuw heeft zeker in ons vaderland sterker menschen uitgeleverd als de tegenwoordige, en om daarvan over tuigd te zijn, beschouw maar eens die uit muntende en veelvuldige afbeeldsels van onze voorvaderen, zoo als de meeste doel- zalen der Hollandsche steden dezelve repre. senteeren. Wat ziet gij daar mannen met ruggen en wat hebben zij koppen! Wat kleur ligt er op die bollen! Hoe forsch zijn armen en beenen gespierd! 't Zijn Hercu lessen bij onze hedendaagsche saletloo- persen waar van daan dit verval Alleen door het misbruik van die geliefde koffie en thee." Dit oordeel was niet malsch, maar even overdreven als de meening van hen, die in koffie een middel tegen alle kwalen ont dekten. Men heeft niet alleen getwist over de voor- en nadeelen, aan het gebruik van koffie verbonden, maar ook over den oor sprong. Zeer waarschijnlijk is Abessinië het vaderland van de koffieplant en Zuid. Arabië het land, waar de koffie het eerst als genotmiddel is gebruikt. In deze Oos- tersche landen leven onder het volk nog verscheidene sagen over den oorsprong der koffie. Eens ontdekte een Arabisch herder tot zijn groote verbazing, dat zijn kudde op een nacht niet als gewoonlijk ging rusten, maar den geheelen nacht sprong en hup pelde. Hij vertelde zijn ervaring aan een paar monniken van een naburig klooster. Deze schreven de oorzaak toe aan het voedsel. Op de plaats, waar het vee ge graasd had, vonden zij een struik, waarvan de dieren gegeten hadden, zooals nog best te zien was. De monniken plukten een paar vruchten van den struik en lieten die in het klooster koken. Zij dronken van het sap en werden daarop heel vroolijk en brach. ten den nacht slapeloos door. Sedert dien tijd gaf men aan de monniken, die 's nachts waken moesten, van dit sap te drinken. Een andere sage luidt: In 1257 reisden Abouhasan Schazali en Omar naar Mekka. De eerste voelde on derweg, (dat hij spoedig sterven ging, en hij verzocht zijn vriend hem te beloven, dat hij blindelings de bevelen zou opvol gen van den eersten man, dien hij na zijn dood zou ontmoeten. Omar beloofde wat hem gevraagd was, en daarna stierf Mou- hasan in vrede. Maar onmiddellijk daarop verscheen tot groote verbazing van Omar een man, die een put groef, met het daar uit opborrelende water het lijk afwa3chte en daarna ter aarde bestelde. Toen dit af- geloopen was, wilde de vreemdeling ver trekken. Hij werd echter tegengehouden door Omar, die daarop nog meer schrok, want hij herkende in den vreemdeling zijn afgestorven vriend. Deze liet hem een hou ten bal zien, bracht den bal aan 't rollen en zei tegen Omar, dat hij dien volgen moest tot hij liggen bleef. Omar gehoorzaamde en volgde den bal. Onderweg genas hij verscheidene zieken op wonderbaarlijke wijze. Daaronder was ook een koningsdochter, die zoo verheugd was over haar genezing, dat zij uit ge hechtheid aan haar geneesheer hem over al volgde. Hierover was de koning zeer vertoornd en hij verbande Omar naar een afgelegen gebergte, waar geen ander voed sel te krijgen was dan de vrucht van den koffieboom. Omar ontdekte, dat die vrucht ook geneeskrachtige eigenschappen bezat. Hij genas eenige melaatschen, die in het gebergte rondzwierven. Dit geval kwam ook den koning ter oore, die nu terstond den banneling terug riep, hem met gunsten overlaadde en hem zelfs een paleis schonk. In Mekka was in de 16de eeuw het ge bruik van koffie reeds vrij algemeen. Van daar verbreidde het. zich over Egypte en Syrië. In 1554 verrezen de eerste koffie huizen te Constantinopel. De overheid ver zette zich er tegen, maar toch werd de drank spoedig zeer populair. De naam kof fie, kaffee is ontstaan uit den Turkschen naam voor den drank: Kahweh. In 't mid den der 17e eeuw kwam de koffie naar Italië, waar ook weldra koffiehuizen geo pend werden. In 1652 kreeg Londen, in 1659 Marseille zijn eerste koffiehuizen. Onder Lodewijk XIV werd het koffiedrin ken te Parijs populair, toen omstreeks 1670 een Armeniër er een café naar Ooster- schen trant oprichtte, spoedig gevolgd door meerdere van die inrichtingen. Langza. merhand schonk men er ook andere dran ken en werden de koffiehuizen „café's" genoemd. Het eerste koffiehuis in Den Haag verscheen in 1680. Zoo heeft het gebruik van koffie zich sterk uitgebreid in betrekkelijk korten tijd, tot in den loop der 19e eeuw in alle lagen der bevolking koffie gedronken werd ter vervanging van wijn en bier. De aanplant op groote schaal van de koffieplant heeft het gebruik zeer bevor derd, waarbij de Nederlanders de belang rijkste rol gespeeld hebben. Van uit Mekka geïmporteerde zaden gelukte het een aan plant te krijgen op de kust van Malabar, en van daar werden de planten in 1699 naar Java overgebracht. De koffiestruik gedijde er goed, zoodat in 1706 de eerste Javakoffie te Amsterdam gedronken werd. In hetzelfde jaar ontving de Amsterdam- sche burgemeester Nicolaas Witsen, die tevens bewindhebber van de O.I. Compag- nie was, een paar stekken van den kof fiestruik. Hij liet ze in den Hortus planten, van waar in 1714 jonge planten naar den Jardin des Plantes te Parijs werden over gebracht. Een aantal stekken gingen la ter van Parijs naar Martinique. Slechts één kwam levend over en deze werd de stammoeder van de geheele koffiecultuur ir. de Fransche koloniën in Amerika. De cultuur breidde zich over Centraal en Zuid-Amerika uit, vooral Brazilië bleek een geschikt klimaat te bezitten. Nog he den is deze republiek de grootste produ cent der aarde. De koffieplant is een kleine boom met kruisgewijs tegenover elkaar staande glim mende bladeren. In de bladoksels ontwik kelen zich op ongeregelde tijden groepen witte stervormige bloemen, die een aange- namen geur verspreiden. Op Java bloeit de koffie een keer of vijf per jaar. De vruchten zijn één jaar na den bloei pas rijp. Zij zijn eerst groen, later rood en ten slotte blauw. De blauwe bessen bevatten twee zaden, in een harde hoomschil inge sloten. De buitenwand der zaden is dun en vliezig en wordt zilvervlies genoemd. Met behulp van stroomend water wordt het vruchtvleesch eerst los gemaakt en dan verwijdend, waarna de zaden in de hoornschil gedroogd worden. Na het dro gen worden hoornschil en zilvervlies ma chinaal verwijderd. Dan volgt sorteering naar grootte en kleur en kan de koffie opgeslagen worden. Meestal wordt de koffie voor het bran den nog eerst gekleurd met gele en bruine oker of indigo. Het branden geschiedt in draaiende trommels, waarin door verhitte lucht de koffie tot 200 a 250° C. verhit wordt. Dit is noodig om de boon brozer te maken en de aromatische stoffen te vor men. Het branden moet te lang vóór het tijdstip van gebruik gebeuren, daar door het lange liggen het aroma weer verloren gaat. Meestal volgt op het branden nog een bewerking, hierin bestaande, dat men de boonen met een zeer dun laagje schellak bedekt, waardoor het aroma langer behou den blijft. Van de totale wereldproducctie, onge veer 800000 ton, komt ±70 a 80 procent voor rekening van Zuid-Amerika. De Nederlanders drinken veel koffie, per hoofd der bevolking bedroeg dit 6,85 K.G. in 1910 tegen Duitschland slechts 2,63 K.G. De invoer per jaar bedroeg voor den oorlog ongeveer 100000 ton. In het jaar 1915 werd 210000 ton ingevoerd, in 1916 slechts 77000 ton, daarna tot het eind van den oorlog nog veel minder. Tijdens de koffiedistributie hebben we grootendeels geteerd op den grooten invoer van 1915. Maar menigeen heeft zich toen tevreden moeten stellen met een slap „kopje troost". Misschien is het hier en daar wel weer gegaan als in de 18e eeuw bij arme lieden, die des morgens een half lood koffie zet ten en dit de „jurkenfluit" noemden. Op het afgetrokken dik goten zij eenige uren later opnieuw water en dronken dan „schuddekul". Het derde aftreksel, dat zij 's avonds dronken, noemden zij „kwansel". Ook is tijdens de koffieschaarschte veel gebruik gemaakt van surrogaten, meestal uit geroosterde plantaardige producten be staande. Door de afwezigheid van caféine missen die surrogaten de opwekkende wer king. Bekend is, dat men erwten brandde en suiker, om toch maar een zwart aftrek sel te kunnen drinken. Van den wortel stok der cichorei bereidt men peekoffie, in ons land ongeveer 4000 ton per jaar. Ook de beetwortel wordt gedroogd en gebrand ter bereiding van kofiestroop. Uit slechte vijgen bereidt men vijgenkoffie, die weer vervalscht wordt met gebrande peren. Door het branden van graan verkrijgt men mout- koffie. BLANKE BALLAST. (Tropenwee zegt de heer Schuyl in Haarlem's Dagblad, zou 't ook kunnen heeten), één naar een Engelsche Novelle bewerkt stuk, met gevoelige momenten, maar nu en dan een beetje branie, trok Dinsdag in den Stads schouwburg een volle zaal. Het Nieuwe Neder landsche Tooneel van Louis Saalborn, die de hoof d rol vervulde verovert met dit stuk blijkbaar stor menderhand de belangstelling van het publiek; in Amsterdam vijf opvoeringen, hier dadelijk een volle zaal; het is voor Saalborn en zijn wakkere schaar een aanmoediging. Degeneratie, verrotting van den Europeaan in tropisch klimaat is voor ons, noordelingen, iets waarvan wij wel eens hoorde.1- oud-Indisch-gasten, en hoevelen wonen er niet in Haarlem en ook in onze gemeente kennen haar uit eigen beschouwing. Dit stuk door den heer Stegt- man vertaald in een Hollandsch dat 'n enkele maal wat conventioneel klinkt, doet in zijn rauw en toch fijn realisme, dat die verrotting schetst sterk aan. Een rubber-factorij op de Westkust van Afrika is het tooneel van de degeneratie-tragedie, die be nauwend als het klimaat zelf zich van het begin tot het eind in het stuk doorzet. Enkele afwisse lingen vormen de fijnere gevoelens van de hoofd persoon, de dokter (Saalborn), die hoewel dronk aard, toch een beetje innerlijke harmonie en hu mor, een beetje wijsheid heeft bewaard. Zijn figuur is het middenpunt van den kring, maar tevens het aanknoopingspunt tusschen de bedorven zeden en opvattingen ginds, en de „beschaafde" hier. Zoo dat den geheelen avond onze aandacht telkens weer zich op hem richt. De toeloop was zoo groot, du omstreeks 8 uur bij 't loket bijna zwarigheden rezen. Een ietwat verwarrende indruk maakte 't publiek bij enkele dronkemansscène's en- handelingen te hooren lachen; de schrijver en de spelers hebben dat niet zoo bedoeld. Zijn wij dan zelf niet zoo •heel ver van die soort degeneratie af? En is deze tropische degeneratie misschien ook symbolisch te zien, is er in elk onzer een element dat hier tot oer-woeste uiting komt? Dat zou een verklaring zijn, maar tevens een aansporing tot zelfbezinning. VICTORIA-WATER - Oberlahnstein. 'Evenals vorige jaren geeft de Victoria-Bron Oberlahnstein ook dit jaar weder een zeer prac- tische maandkalender uit. De duidelijke datum- cijfers zullen dezen kalender zeer gewild maken, waardoor hij gemakkelijk een goede plaatsing zal verkrijgen. De kalender is versierd met eenige aardige afbeeldingen betrekking hebbende op het bedrijf, alsmede het nieuwe gebouw der Neder landsche Handel Maatschappij te Amsterdam. Snibbel en Snubbel kwamen samen van een be grafenis. Nou, zei Snibbel ik zou er alles voor over hebben, als ik de plaats zou weten, waar ik zou sterven. Wat zou je daaraan hebben, vroeg Snubbel. Groote grutjes, zei Snibbel, ik zou nooit, nooit van mijn leven naar die plaats toe gaan! Hein Schraap, een veelbelovende jongeman, had de gewoonte, bij den bakker van het dorp binnen te loopen en te vragen, of ze hem tien centen wilden geven voor een dubbeltje. Dit begon de bakkersvrouw te vervelen en toen hij op een dag weer kwam weigerde ze het dubbeltje te wisselen, terwijl ze hem een duchtig standje gaf en hem dreigde, de deur uit te gooien als hij weer terug kwam. De jonge man schoof zijn pet op zij, krabde zich achter het oor en zei dan ernstig; Allemachtig, ik sta verstomd hoe U Uw klanten nog zoo houdt! Een professor kwam van een lange wandeling terug en zijn voeten deden hem erg pijn. Men raad de hem aan, een heet voetbad te nemen. De pro fessor deed het en begon daarna zijn voeten af te drogen. Eerst droogde hij één voet af, en toen dat gebeurd was, stak hij die weer in 'het bad. Daarna droogde hij de andere af, die hij ook weer in het bad stak. Zoo ging hij geruimen tijd door, met zijn voeten afdrogen en onderdompelen. Lieve help, riep hij tenslotte uit, ik wist niet, dat ik zooveel voeten 'had! Sommige Amerikanen hebben de gewoonte, als zij ons land bezoeken, om te trachten, een hond binnen te smokkelen. Op zekeren dag zag de douanebeambte een dame, waarvan hij veronder stelde, dat zij de wet trachtte te ontduiken. Mevrouw, zei hij beleefd, het is verboden, hon den in te voeren. De dame protesteerde, en zei dat z» geen hond had. Dan, zei de beambte, moet ik aannemen, dat die staart, die onder Uw mantel uithangt, van U zelf is!? Dokter; Houdt U zich aan mijn voorschriften be treffende het drinken? Patiënt; Ja. Zes glazen per dag. Maar ik had U er maar drie toegestaan? Dat weet ik wel. Maar een andere dokter heeft me er ook drie toegestaan! Wat een fijne bontjas heb je daar, Rie, wat heeft die je wel gekost? O, maar drie zenuwaanvallen en een huilbui! In de tram: Ik zou niet graag beweren, dat zij scheel kijkt. Maar haar oogen zijn blijkbaar zoo mooi, dat ze elkaar steeds aankijken. Er werd in een annonce een reisgenoot voor een wereldreis gevraagd, 's Nachts om drie uur belde een student, in eenigszins vroolijke stemming aan het opgegeven adres aan. Een oud heer in pyama, brieschend van woede, deed op het herhaalde bel len een raam open; Wat mot je? bulderde hij uit 'het raam. Is U de meneer, die een reisgenoot vraagt, vroeg de student? Ja, voor den dmaar waarom kom je nu, in het holste van den nacht! Ik ,hik, zei de student ernstig, ik wilde je, hik, alleen maar even komen zeggen, hik, dat ik, hik, niet mee ga! Een ongeluk?, vroeg de voorbijganger, die te laat op 'het terrein van het automobielongeluk kwam, om nog van eenige hulp te kunnen zijn. Neen, dank U, zei het slachtoffer, ik heb er net een gehad. WETENSWAARDIGHEDEN. Is het U bekend: dat Sacharine zoo zoet is, dat 1 deel een goed waarneembare smaak geeft op 10.000 deelen water? dat botten en schollen en andere platte vis- schen, als ze jong zijn rechtop in het water zwem men, met een oog aan iederen kant van hun kop? dat zij eerst later op één kant gaan liggen? dat nu dus één oog nutteloos wordt, omdat het naar onderen gekeerd is? Daarom begint dat oog rond te draaien, totdat het na drie of vier dagen aan den bovenkant is aangeland, vlak naast 'het andere oog. dat volgens meteriologisc'he waarnemingen en vergelijkingen van den winters van de jaren 995, 1553 en 1740 (telkens een tusschenpoos van een bepaald aantal jaren) tusschen Dececmber 1925 en Januari 1927, er in Europa hevige koude zal heer- schen? dat men met het bloote oog ongeveer 5000 ster ren aan den hemël kan waarnemen? dat men echter met den grootsten telescoop te Victoria, Britsch Columbia, er minstens 300.000,000 ziet? dat de koker van dezen telescoop zoo wijd is, dat een gewone auto er makkelijk door kan rijden? •dat dit kijkertje 55 000 Kilo weegt? dat door de fokmethoden der laatste jaren, het gemiddelde gewicht der varkens, schapen, enz. zeer sterk is gestegen? Terug te bekomen bij: G. Zwarteveen, Lage Duin en' Daalscheweg 9b, Bloemendaal, een 'bobslede (stuk); Popta, Vijverweg 3 Bloemendaal, een paar- denleidsel (kinderspeelgoed); Dissevelt, Kinhetm- weg 61 Bloemendaal, een diploma IJsclub Haar lem en Omstreken ten name van Rings Santpoort; Sterreboschlaan 10 Bloemendaal, een armband (ge kleurd); Hesseling, Zuider Stationsweg 7 Bloemen daal, een bruine kinderhandschoen; v. d. Ham, Bloemendaalscheweg 65 Bloemendaal, een paar wollen handschoenen; K. Baan, Stoel's Hofje 8, Bloemendaal, een zilveren kinderarmbandje; C. Kaptein, Dompvloedslaan 39 Overveen, een auto deken; Bood, Zuidertuindorplaan 15 Overveen, een paar Friesc'he schaatsen; C. Roozen-v. d. Aardweg, Middentuindorplaan 9 Overveen, een rozenkrans in etui; Mej. Meier, Uitenlaan 7 Aerdenhout, een zil veren heerenhorloge; Ritter v. Boetzelaar, Ver- spronckweg 76 Haarlem, een zilveren broche; H. Wortman, Vaart en Duin Overveen, een knip mes; A, Endelen, Leidschestraat 129 Haarlem, een paar kinderhandschoenen; Veenstra, v. Stolberg- laan 9 Aerdenhout, een vulpotlood; aan 'het bureau van politie te Overveen, twee knotjejs sajet, 'n sleu teltje, een dameshandschoen, een ijsmuts, een da- m„s'handschoen, een monteurstang, een handmof, een schooltasc'h, een dameshandschoen, een witte want, een rijwie'lpomp, een huissleutel, een vermoe delijk zilveren broche (Vlinder), een sleutelring, waaraan 5 kleine sleuteltjes, een kinderhand- schoentje. HAARLEM ZONDAG 13 DECEMBER CABARET onder leiding van ADOLF BOUWMEESTER. DINSDAG 15 DECEMBER VOLKSVOORSTELLING van Jhr. VAN RIEMSDIJK. WOENSDAG 16 DECEMBER VEREEN1GD TOONEEL (Dir. Verkade en Verbeek) Blijspel van A. DEFRESNE. VAN GED.OUDE GRACHT 40, HAARLEM TELEFOON 14454 KERK&OEHDH ZONDAG 13 DECEMBER. NED. HERV. GEMEENTE, voormiddags 10 uur, Ds. J. C. van Dijk. Nam. 5 uur dezelfde. Bidstond Zaterdag 12 Dec. des avonds 9 uur in de consistoriekamer. JONGELIEDENSAMENKOMST in gebouw „Mara- natha", des voormiddags 10 uur. De heer Mr. Nic. Stufkens, Bilt'hoven, Secr. N. C. S. V., Liturgische dienst. GEREFORMEERDE KERK, voormiddags 10 uur, Ds. J. C. Brussaard. Nam. 5 uur dezelfde. LOCAAL OPENBARE SCHOOL, voorm. 10 uur, De heer K. Koopman. Woensdag 16 December. Nam. 8 uur de heer K. Koopman, Bijbellezing. „RELIGIEUZE KRING" Aerdenhout—Bentveld. Vereeniglngslokaal Eikenlaan 5, v.m, 10.30 u. Geen dienst. Nam. 7.30 uur Ds. P. Dr Ta'lsma, Rem. Pred., Gouda. NED. HERV. GEMEENTE, voormiddag 10 uur, De heer Jac. Kortenhoeven, van Heemstede. .Levensoffer en Levenslied" 2 kron. 29, vs. 27. GROOTE KERK Markt, voorm. 10 uur, Prof. Dr. G. A. van den Bergh van Eysinga. Onderwerp; „Het heil nabij", Jes. 56 vs. 1.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1925 | | pagina 3