HUMOR IN WOORD EN BEELD
SCHAAKRUBRIEK
HAMDEL EU NIJVERHEID
KERSTFEEST
VOOR DE KINDEREN
UITGAVE DEI
Bijkantoor B
VE
Oplossingen, bijdragen, enz. te zenden aan den
Schaakredacteur van dit blad, De Genestetweg
23, Bloemendaal.
Probleem No. 65.
E. KELLER,
Mat in vier zetten.
Stand der stukken!
Wit: Kcl, De8, Pd2, Pfl, b5, h3.
Zwart: Kei, e2, f2, f3.
Klein, maar fijn, zou men van dit meesterstukje
kunnen zeggen.
TOURNOOI TE MOSKOU.
Tiende ronde: de afgebroken partij Rabino-
witsohYates is door Rabinowitsch gewonnen.
Elfde ronde: de afgebroken partij YatesGe
nefski is door Genefski gewonnen.
Twaalfde ronde: de afgebroken partij Marshall
Gotthilf werd remise: de afgebroken partij Lö
wenfischBogoljuboff is door Bogoljuboff gewon
nen.
Veertiende ronde: de afgebroken partij Wer-
li, skyRubinstein is door Werlinsky gewonnen;
de afgebroken partij SubarioffSamisch is door
Subarioff gewonnen.
Vijftiende ronde: de afgebroken partijen Gott-
hiffSpielmann en RabinowitschWerlinsky, wer
den remise; de afgebroken partij LaskerLöwen-
fisch is door Löwenfisch gewonnen.
Zestiende ronde: de afgebroken partij Löwen
fischRomanofski is door Romanofski gewonnen.
De afgebroken partijen SpielmannCapablanca en
SubarioffGotthilf werden remise; de afgebroken
partij SamischBogoljuboff is door Bogoljuboff
gewonnen.
Zeventiende ronde: Gotthilf won van Samisch,
Capablanca van Subarioff, Lasker van Spielmann,
Rubinstein van Chotimirski, Réti van Genefski;
remise werden de partijen RomanofskiTartako-
wer, GriinfeldLöwenfisch, RabinowitschTorre,
BogatirtschukWerlinsky, YatesMarshall; Bo
goljuboff was vrij.
Achttiende ronde: Réti won van Bogatirtschuk,
Rabinowitsch van Chotimirski, Marshall van Ru
binstein, Löwenfisch van Yates, Spielmann van
Romanofski, Lasker van Subarioff, Capablanca van
Samisch, Bogoljuboff van Gotthilf. Remise werden
de partijen TorreGenefski, TartakowerGrün-
feld; Werlinsky was vrij.
Negentiende ronde: Capablanca won van Bogol
juboff, Romanofski van Subarioff, Rubinstein van
Löwenfisch, Genefski van Chotimirski, Bogatirt
schuk van Torre, Tartakower van Yates, Mars
hall van Rabinowitsch; remise werden de partijen
LaskerSamisch, GriinfeldSpielmann, Werlinsky
Réti; Gotthilf was vrij.
Twintigste ronde: Torre won van Werlinsky,
Genefski van Marshall, Löwenfisch van Rabino
witsch, Tartakower van Rubinstein, Capablanca van
Gotthilf. Remise werden de partijen Chotonirski
B gatirtschuk, SpielmannYates, SubarioffGriin
feld, SamischRomanofski, BogoljuboffLasker,
Réti was vrij.
Stand: Bogoljuboff 15, Lasker 13,5, Capablanca
13,5 Marshall 11,5 Torre 11,5 Romanofski 11,
Tartakower 11, Réti 11, Genefski 10,5 Griinfeld
10, Bogatirtschuk 10, Rubinstein 9,5, Rabinowitsch
8,5, Spielmann 8,5, Werlinsky 8,5, Löwenfisch 8,
Gotthilf 6, Chotimirski 6, Samisch 6, Yates 5,5,
Subarioff 4,5.
De Russische grootmeester E. D. Bogoljuboff
heeft dus den eersten prijs behaald. Capablanca
heeft schitterend opgehaald. En Lasker's buiten
gewone prestat;e is op zijn leeftijd (57 jaar) fabel
achtig te noemen.
7
Oplossing Probleem No. 63.
(J. W. te Kolsté).
Stand der stukken:
Wit: Kb7, Dh2, Tb3, Lbl, Lh6, Pa6, Pb6,
b2, e6, e7.
Zwart: Kd4, Tg4, Pb7, Pdl, a5.
1. Lbl - g6, enz.
Goede oplossing ontvangen van:
H. W. van Dordt, te Schoten (ook nog van No 62).
CORRESPONDENTIE.
Bloemendaal. F. E. 1. Dh2 - e2 faalt na 1.
Tg4 g3.
Noot van de Redactie, Wij wisten niet dat de
schaakwereld iemand van omstreeks 57 jaar, al als
'n beetje aftandsch beschouwt.
De Kamer van Koophandel en Fabrieken voor
Haarlem en Omstreken vestigt de aandacht van
belanghebbenden op de volgende regeling, welke
speciaal voor Nederlandsche exposanten op de
Kölner. Voorjaarsmesse 1926 is getroffen.
Een eventueele Nederlandsche inzending zal geen
deel uitmaken van de eigenlijke Messe, doch als
een Nederlandsche Tentoonstelling aan de Messe
verbonden worden; zij zal ook na sluiting der
Messe nog een week voor het publiek openblij
ven en krijgt in verband daarmede een buiteng -
woon gunstige plaats, onmiddellijk links van den
hoofdingang. De Nederlandsche exposanten zul
len, ten einde gemakkelijk ingang aan hun arti
kelen te kunnen verleenen aan particulieren mogen
verkoopen. De Messedirectie zal een uitzonde-
ringsstandprijs van 5.— per vierkante Meter in
rekening brengen.
Deze regeling is daarom getroffen, omdat de Di
rectie der Messe ervan overtuigd is, dat de Ne
derlandsche exposanten door een deelneming
voorloopig meer een indeëel dan een direct zake
lijk succes zullen bereiken. Voor de andere col
lectieve buitenlandsche exposanten (Oostenrijk-
sche, Italiaansch en Zwitsersche inzendingen zijn
reeds toegezegd, zal evenmin als voor de Duitsche
de mogelijkheid bestaan om aan particu'ieren te
verkoopen.
Het Kerstfeest voor De Gevangenen.
In het donkerste jaargetij, in de Ad-
ventdagen, die voorafgaan aan Kerstmis,
wordt wederom onze aandacht gevraagd
voor de Gevangenen. Ds. Foeken, de Gevan-
genis-dominé, die week in week uit den
Kerker binnen gaat om te brengen het
Evangelie.woord, wil in deze sombere om.
geving Kerstfeest vieren, hij wil de ge.
vangenen naast „De Blijde Boodschap"
van Kerstmis ook een verrassing bereiden,
en daarvoor wordt onze steun gevraagd, in
den vorm van een Kerstgave.
Hoort! hier is de Gevangenis-Dominé
zelf aan 't woord:
Ook dit jaar, zoo schrijft hij, zou ik
weer gaarne een beroep doen op degenen,
die belangstellen in den gevangenisarbeid,
om mij te helpen de gevangenen met Kerst,
mis een verrassing te kunnen bereiden.
Wanneer men bedenkt, dat er pl.m. 200
gevangenen zijn want voor deze zaak
deelen protestanten en roomschen gelijk
op dan zal men ook begrijpen, dat er
een groot bedrag noodig is om ieder nog
maar een weinig te kunnen verblijden. Ie
der, die ook maar even zich indenkt in den
toestand der gevangenen, voor zoover hem
dit mogelijk is, zal terstond zeggen: „daar
wil ik in mee helpen", tot zoover de Gevan
genis-Dominé.
Juist zoo, daar willen we allen aan mee
helpen! Laat onze gave zoo zijn, dat dit
jaar de boom met de brandende kaarsen,
zijn intrede kan doen in de Gevangenis.
Dan zal er een oogenblik van vreugde
zijn in het eentonig gevangenisleven, dan
zal er voldoening zijn in het hart van on
zen Dominé, die weet, dat wij met zijn
gezegenden arbeid meêleven.
Welaan dan, laat Uw Kerstgave in rui
me mate vloeien; laat Uwe Kesrtgave een
straal van „het Groote Licht" in den cel
van onze gevallen broeders en zusters
werpen.
Laat Uw Kerstgave een daad zijn in den
geest van Hem, Jezus Christus, die zegt:
„Hetgeen gij een van deze minsten gedaan
hebt, dat hebt gij aan mij gedaan".
Van Eskert,
Klein Heiligland 17, Haarlem
Postgiro no. 119487.
EEN VREEMDE STATIONS.CHEF,
Vele jaren geleden, toen de spoorweig van Ram-
gunge naar Baghpur pas Igeopend was, had de
stationschef van laatsgenoe nde plaats een eigen-
aanrdigen plaatsvervanger. Maar eerst moet ik ver
tellen, dat er heel wat menschen waren, die maar
niet begrijpen konden, wat de Engelsch-Indische
autoriteiten toch bewogen had een spoorweg aan
te leggen, midden door de ongebaande wildernis
in Voor-Indië, waar het krioelde van allerlei wilde
dieren. De naam van het nieuwe station, Baghpur
(Tijgerstad), was dan ook heel toepasselijk. Maar
hoe woest en afgelegen de plaats ook was, de
jeugdige stationschef voelde er zich gelukkig en
was dankbaar, dat hij aangesteld" was.
Op zekeren morgen kwam hij een uur te vroeg
aan het station. Zijn wekker had hem parten ge
speeld. Daar het nog geruimen tijd zou duren, vóór
de eerste passagier een kaartje nam, besloot hij
eerst nog een brief naar huis te schrijven.
Hij ging aan zijn lessenaar zitten en dacht er
niet aan, dat hij vergeten had de deur achter zich
dicht te trekken.
Spoedig had hij reeds e enpaar zijdjes van zijn
brief geschreven en hij was zóó in zijn werk ver
diept, dat hij den zachten voetstap buiten de deur
niet hoorde. Een zekere ongerustheid deed hem
echter omzien, juist tijdig genoeg om de deur lang
zaam wijder open te zien gaan en... een grooten
tijger te zien binnenkomen.
Gelukkig verloor de stationschef geen oogenblik
zijn tegenwoordigheid van geest. De tijger bleef
eenige seconden onbeweeglijk staan, blijkbaar ver
schrikt door den plotselinigen overgang van het
heldere licht buiten tot de schemering, die binnen
keerschte.
Van dit oogenblik maakte de stationschef ge
bruik, Hij sprong door de kamer naar een kast,
waarin allerlei benoodigdheden bewaard werden,
kroop er in en trók de deur achter zich dicht. Hij
kon haar niet afsluiten, daar de sleutel zich van
buiten bevond. Hij trok dus met alle macht de kruk
naar zich toe.
Weldra hoorde hij, hoe het monster aan den
anderen kant de deur besnuffelde en hoe het met
zijn klauwen er aan krabde en probeerde haar open
te maken. In dezen hachelijken toestand werd de
jonge man echter nog door een tweede gevaar be
dt eigd. De kast had namelijk geen andere opening
en hij begon gebrek aan lucht te krijgen. Het duur
de niet lang of hij hoorde buiten het station men.
schen heen en weer loopen; maar al riep hij nog zoo
hard, niemand scheen hem te hooren. En itttus-
sohen kreeg hij het steeds benauwder in zijn enge
verblijfplaats, totdat hij er flauw en duizelig van
werd. Hij zat er nog geen kwartier in, doch dit
korte tijdsverloop scheen hem natuurlijk een
eeuwigheid.
Maar ook de tijger voelde zich lang niet op zijn
gemak. De deur, waardoor hij was binnengekomen,
was achter hem dichtgevallen en het venster was
van ijzeren staven voorzien. Hij voelde zich dus
als in een val.
Zijn woede ging nu weer over in angst. Hij liet
zijn staart hangen, huilde voortdurend en liep
rusteloos in de kamer op en neer om een uitweg
ti zoeken.
Eindelijk kreeg hij het raampje in het oog,
waardoor de kaartjes werden afgegeven. Misschien
had hij het willen stukslaan met zijn poot, mis
schien gleed deze uit, hoe 't kwam, kan natuurlijk
niemand zeggen, maar plotseling schoof het
raampje open,
,,Drie minuten te laat! Waarom doe je toch niet
op tijd open? Twee kaartjes eerste klasse naar
Ramgunga", zei een oude planter ongeduldig.
Zijn woorden werden echter beantwoord door
een vervaarlijk gebrul, waarvan het geheele ge
bouwtje dreunde en de planter, die met zijn ge
zicht Vlak vóór de opening stond, bevond zich
plotseling tot zijn onbeschrijfelijken schrik tegen
over een grooten Bengaalschen tijger.
De oude planter nam een sprong, zooals hij stel.
lig in geen twintig jaar gedaan had, terwijl het
half dozijn Hindoe-koelies, dat bezig was zijn
bagage naar binnen te brengen, door elkaar naar
buiten vluchtte onder het geroep van: „Bagh!
bagh!" („tijger, tijger"!).
„Hallo! wat is hier te doen?" vroeg nu met
zware stem majoor Merrington, die juist met zijn
geweer in de hand binnentrad.
Een hevig gebrul en het geziccht van den tijger,
kop in de opening zeiden hem duidelijk genoeg,
wat er aan de hand was. In een oogenblik had hij
zijn geweer geladen hij legde aan en eenige secon
den later klonk de doodskreet van den tijger, ge
volgd door het geluid van den val van het zware
lichaam. Eenige hevige stuiptrekkingen en het dier
was dood.
„Ik dank u wel, dat u mij bevrijdt hebt, majoor!"
zei de stationschef, terwijl hij half gestikt uit zijn
schuilplaats te voorschijn kwam. En hij ging voort:
„Ik zal u gauw een kaartje geveni, want ik ge
loof, dat mijn plaatsvervanger en hij wees op
den dooden tijger nog niet goed op de hoogte
was van zijn betrekking."
'Abonnementsprijs f3.
vooruitbetaling aan eei
verhooging van 15 ct
Buitenland met verhooc
Abonnementen kunnen
HOOFDADMINISTR;
DE genestetweg
adres van den f
L. S.
AAN DE VA!
Gelijk wij reeds r
zoeken wij onzen le:
gaan tot de keuze vai
advertentie-rubriekei
neer men met ónze at
neemt kan men op de
komen. Onze adverte
dat wy er op gesteld
ook hun vrienden zij:
den schromen aam
eene leverantie of 1
wy hier van elkaar g
Melbourne Punch, Australië.
„Ik trouw alleen met den man, die
mij recht in de oogen kijkt".
„Dan zal je wat langere rokken moe.
ten dragen!"
R u y Bias, Parijs.
„Maakt U eens een schilderij van
me, maar een beetje mooi!"
„Dat gaat wel, als U tenminste
niet te precies let op de gelijkenis!"
London Mail, London.
Ruy Bias, Parijs.
Die Musket e, Weenen.
Zij: „Wat is jou oordeel over vrou.
wen, die mannen nadoen
Hij: „Ze zijn idioten!"
Zij„Dan doen ze het tenminste met
succes!"
„Die is goed. Hij zweert, dat hij me
aanbidt, en hij kent me pas een paar
dagen!"
„Daarom juist!
„Waar heb je dat schilderij van.
daan
„Ik heb een arm artiest geholpen.
Hij heeft zijn huur niet betaald. Hij
had geen meubelen, zijn gereedschap,
pen kon ik niet gebruiken nou,
daarom nam ik toen maar dit schil,
derij."
Sydney Bulletin, Australië.
P 1 e M 1 e, Parijs.
Predikant: „Ik kan naar het dorp
en terug gaan zonder dronken te wor.
den".
Dronkenlap: „Maar dat is juist ons
verschilIk ben populair."
„Wat zou er gebeuren als het touw
brak?
„De ballon zou natuurlijk vallen!"
Aussie, Australia.
„De tandarts kan u vandaag niet
helpen. Hij heeft kiespijn
Aussie, Australia.
„Ik zoende je maar éénmaal!"
„Éénmaal? Ik telde er zes vóór ik
wakker werd!"
Wy nemen nog st<
op en adverteerdei
jaargang, ter persi
breiding en de vele
gereed. Men geve z
aan den heer Timi
door ƒ0.50 op den
na verschijning t(
hoogd. Deze jaarga
ten met levenshe:
ds. Brussaard, ds. V
pen, K. Koopman e
En nogmaals klir
wereld Liefde's w
om luisteren wij ei
ven wij er in, hoe t1
gesteld wij ook zijr
tig, dan dat wij ha;
staan.
Bij het schielijk
is Kerstmis weder
het vermoeden. W;
Kerstmis en de vo
nu weer: veel mis
ling. Het rijk van
nog geenszins ber
heerscht nog een g
wij gevoelen ons n
slachtoffer. Het k:
zijn, dat God nee
Hem zoo weinig ee
Is Kerstmis da
waan, gelijk het h
is gebleken, en hel
ren, sinds men dez
zou het zijn, ook
denken, dat het dit
andere jaren. Ook
mis helaas de zelf:
tigheid van onze
jagen. Ook ditmt
schap wegblijven i
lendheid.