HUMOR IN WOORD EN BEELD DE BEROEMDE FRANSCHE ZIN TOT STIL OPPOTTEN EN SPAREN HAARLEM I VERR1 BijH*M.'s en Prii 25-jarig Huw< 20ste JAARGANG VOLKSGEZONDHEID *ci UITGAVE DER hoofdadministrati de genestetweg 2: adres van den pla Bijkantoor BLC der inspanning in hun waakzamen schoot millioe- nen toegeworpen krijgen, zonder dat daar eenig gemeenschapsbelang van beteekenis tegenover staat. Men begrijpe ons goed. Wij gunnen in het algemeen niet aan eene hier onbekende speculan ten-firma van welke nog niemand ons in dit ver band iets goeds heeft weten te vertellen, maar wel aan de Erven Van der Vliet, omdat zij nu eenmaal „van de familie" zijn, alle millioenen welke zij zich rechtsgeldig kunnen eigen maken. Maar het geldt hier het belangrijkste zandwoongebied in de belangrijkste streek van ons overbevolkte land, een gebied, waarop de gemeenschap reeds lang in een of anderen vorm beslag had moeten leggen ten be hoeve van zich zelve, en nu lijkt het ons zelfs in dezen eigenaardigen tijd er wel een al te ongelijke verdeeling van lusten en lasten, eenerzijds dit ge bied reeds bij voorbaat te ontlasten en aldus te maken tot nog heftiger begeerde prooi van toe komstige speculatie, anderzijds de meerderheid van onze menschen, middenstanders en kleine mid denstanders, een troep ploeteraars, met malaria en kikkerdril in den modder te laten huizen, waar zij slapelooze nachten hebben vanwege hun hooge belastingen. Oudtijds was de overheid zij 't koning of parlement, daar om te zorgen dat de verdeeling van lusten en lasten gelijk bleef, in den zooge- naamden nieuwen tijd die een verslechterde oude is, heeft de overheid, vooral na den oorlog, haar stuur verloren. Dat hier particulieren naar het stuur grijpen om het over te nemen is zeer beden kelijk. Wat dit belangrijke punt betreft, trouwens niet alleen op dit punt, wreekt zich het gemis aan gemeenschapszin bij het college van B. en W- Wie zegt: „zaken zijn zaken", is geremd in zijn ver mogen tot onderscheiden van zaken van de ge meenschap en zaken van particulieren en geroepen tot behandeling van de eerste zal hij noodzakelijk eens dupe worden van degenen die zich uitsluitend op eenzijdig particulier standpunt stellen en daar door veel scherper zien en die de gemeenschap slechts beschouwen als een groot lichaam, waarva» kan worden geprofiteerd. Misschien vindt de lezer het aangenaam de concept-overeenkomsten ook nog verder samen eens door te loopen. In A a.l. 3 wordt eenigszins zonderling gesproken van „een zooveel dichtere bebouwing als mogelijk is" en welke d'e Raad, gehoorzamende aan onzen nieuwen wetgever (den raadsman der Amsterdam sche firma) zal hebben toe te laten. Waartoe die vreemde formule? dichter dan vlak naast elkaar kunnen huizen niet worden gebouwd, maar laat men dan ronduit zeggen: de Raad moet zich reeds bij voorbaat binden aan 't hier toelaten van stede lijken bouw. Verderop wordt gesproken van een woning „slechts bestemd om te worden bewoond door één gezin"; maar waarborgt dit iets omtrent het ge bruik? In art. 2, de Vrijheidsbonders wezen er op en ook de heer Hogenbirk deed dit reeds in de laatste raadsvergadering, wordt de bijdrage der Erven Van der Vliet in de kosten van aanleg van leidingen tot 80.000 beperkt, ook al moest een en ander later tonnen blijken te kosten. Wat beteekent de uitdrukking in datzelfde arti kel, dat op „enkele" plaatsen de gelegenheid „besta" voor het maken van putten en riolen (niet voor faecalien-afvoer!), waartoe de exploitant he- benoodigde terrein moeten geven? Wat beduidt de uitdrukking: „minder gunstige ge meentelijke verordeningen en bepalingen"? Welke maatstaf is hier aan te leggen? En wat in 's hemels naam is ,,'n minder gunstige behandeling vanwege Bloemendaal"? En wie bepaalt dit en alweer naar welken maatstaf? Een heerlijke bron van chicane's, klachten, ruzie's heeft de raadsman der Amster damsche firma hier ter tafel gebracht. Wat de autobussen-questie met name de betee kenis van de wet van 1880 betreft, zijn B. en W. en hunne raadslieden blijkbaar niet op de hoogte. Niemand heeft concessie noodig om met een an der vervoermiddel dan een, dat op spoorstaven loopt in Nederland te rijden, waar hij wil. Wel heeft de Hooge Raad, omdat van deze vrijheid op tal van plaatsen een te ruim gebruik werd gemaakt er op gevonden, dat de gemeentebesturen 't in- en uitlaten van reizigers aan banden mochten leg gen, maar tot dusver heeft nog niemand een auto busdienst kunnen beletten, waarbij de reizigers in- en uitgelaten werden op een particulier stukje grond. En dat is dn ons geval maar goed ook; want B. en W. zouden willen dat wanneer de Erven Van 1 der Vliet de concessie wenschen, zij die 3 jaar kunnen bezitten en ongebruikt laten liggen (zie artikel 7). In art. 9 is sprake van het verhuren van het strand d'oor de gemeente Bloemendaal; ook uit deze bepaling blijkt, dat in dit stuk niet iemand aan het werk is geweest, die met Noord'hollandsche toestanden op de hoogte is; men kan alleen iets verhuren wat men of zelf eigendom of vrucht gebruik heeft of van een ander in huur of gebruik heeft met het recht van on'derhuur; dit nu is met het aan den Staat der Nederlanden behoorende Noordzeestrand niet het geval. Blijkbaar hebben bij de raadslieden der Erven Van der Vliit en de Amsterdamsche firma eigenaardige gedachten ge- heerscht omtrent de waakzaamheid en de gevat heid' van den Bloemendaalschen Raad immers in art. 12 wenschen zij de Raad bij voorbaat ge noegen te doen nemen met eiken hoe weinig solie- den bouwexploitant ook, die zich bij de Erven betrouwbaar en solvabel heeft weten voor te doen. Of vaststaat dat elke Rechtbank (alleen voor den kantonrechter is dit, gedeeltelijk althans, wette lijk gerechtigd) zich laat vinden om desgevraagd arbiters te benoemen (art. 15) is een open trouwens zuiver juridische kwestie, waarop wij dus niet in gaan. De concept-overeenkomst B is slechts eene aanvulling van A, en alle bezwaren tegen de eerste gaan in zekeren zin op tegen deze laatste. Als de teekenen ons niet bedriegen, is de Burgemeester ook nu nog een tegenstander van de voorgenomen transactie, maar is hij den strijd moede, zien de beide wethouders niet in, dat zij eenvoudig voor den wagen van eene particuliere combinatie zijn gespannen waarvóór iemand loopt die met 300 lapjes van 1000 gulden wappert, terwijl achter hen iets wofdt gemompeld van: wel kracht, maar wei nig ruggegraat, geen gemeenschapszin en heelemaal geen bewustzijn van wat geëischt wordt van de Overheid in het algemeen, en op grond van ons Staatsrecht in het bizonder. Voor den Raad een zware verantwoordelijkheid'. De leden van den Raad zijn gelukkig voor hen nog niet privaat rechtelijk aansprakelijk voor wat ze als overheids personen misdoen, al is wel de rechtspraak van den Hoogen Raad een wijle in die richting gegaan. De burgerij gaat riskante dagen en een gevaarlijke onderneming tegemoet. Dat zij op haar beurt zich niet zal laten lijmen tot stilzwijgen, met het stok je: „er komen in ieder geval weer meer bewoners en er moet dus meer geleverd worden" is te wenschen. De Amsterdamsche firma, de candi- daat-nieuwe Staat in den Staat, zal wel zorgen 'dat Amsterdam van alles het leeuwendeel krijgt, overigens is eene behoorlijke exploitatie van de Zeewegterreinen niet afhankelijk van het door- gaan van deze transactie. Doch zoover zijn we nu nog niet. DE PLANTENDOKTER. Onder dit opschrift willen we wekelijks een ar tikeltje geven, waarin getracht wordt korte raad gevingen te verstrekken, die de verzorgers van kamerplanten zoowel als van sierheesters en vruchtboomen, groenten en bloemplanten kunnen opvolgen. Natuurlijk zullen er vragen- open blij ven, want hoe groot is niet het gebied der planten ziekten geworden? Het is dus niet mogelijk alles in korten tijd te behandelen, maar er wordt naar gestreefd telkens datgene te schrijven, wat men juist noodig heeft. En overigens staat voor alle abonnees de gelegenheid tot het stellen van vra gen open. Men zende die tijdig in aan het adres onzer Drukkerij-Timmer: de Genestetweg 23. We spreken van plantenziekten en beschadigin gen en onderscheiden daarbij zulke, die worden veroorzaakt door plantaardige organismen, n.l. schimmels of zwammen en bacteriën (bacillen- zegt men wel), dieren (insecten, mijten, aaltjes) en door invloeden van anorgani-schen aard, zooals koude, te groote warmte, te veel en te weinig water, schadelijke gassen enz. De plantaardige en de dierlijke parasieten kun nen we in vele gevallen bestrijden, maar beter is het haar optreden te voorkomen, waartoe we me nigmaal in staat zijn. Evenzoo is het bij de zoo genaamde niet-parasitaire ziekten, die we boven hebben aangeduid, waarbij voorkoming een der eerste cultuurzorgen is. We willen dit alles onder de -oogen zien, opdat zij, die er hun, voordeel mee willen doen, hiertoe gelegenheid krijgen. Welke schade plantenparasieten aan dé cultuur gewassen toebrengen, staat niemand duidelijk voor oogen. Wij missen statistische gegevens, zooals die in Canada en in de V-ereenigde Staten worden verzameld. Voor het eerstgenoemde land becijfert men een jaarlijksch verlies, door insecten aan cul tuurgewassen veroorzaakt, op niet minder dan 240.000.000. Voor de Vereeni-gde Staten is dit cijfer 2.400.000.000. Deze verliezen worden al leen- door insecten toe-gebracht! Is het wonder, dat men daar de bestrijding krachtig propageert? Maar ook voor ons land' is bestrijding van ziekten nood zakelijk. Hoe iedereen hieraan met voordeel voor ei-gen -beurs kan medewerken-, zullen we zien. De stilte, die de jaarwisseling altijd op het groote politieke schouwtooneel medebrengt, schenkt ons de gelegenheid', eens dieper te speuren naar de oorzaken van de groote moeilijkheden, waarin Frankrijk's regeerders zich in deze dagen bevin den. Voorloopig is de dreigende kabinetscrisis be zworen en het kabinet is het eens over het finan- cieele program van Doumer. De geest van Locarno had in het kabinet gezegevierd, verklaarde Briand. Maar daarmede zijn d'e moeilijkheden nog niet op gelost. Wij hebben reeds eerder betoogd, dat in Frankrijk op groote schaal belastingontduiking plaats vindt. De zeer gebrekkige toepassing d r belastingwetten kan voor een groot deel aanspra kelijk gesteld worden voor Frankrijk's financieele impasse. Of de Fransche staatsburger dan zoo veel minder verantwoordelijkheidsgevoel bezit dan de burgers van andere landen? Wij gelooven het niet. Gebrek in belangstelling in het nationa welzijn? Ook -dat is geen voldoende reden voor de buitengewoon groote belastingvrees, we ke zich in Frankrijk openbaart, een vrees, die Frankrijk zeer nabij den afgrond van een financieele cata strophe heeft gebracht. We moeten eeuwen in de historie 'teruggaan, om d'e oorzaak te vinden van de Fransche belastingvrees. Wat toch was het ge val? Vóór de Fransche revolutie bestonden in „la douce France" talrijke zeer verwerpelijke mis standen. Een daarvan was, dat er een scherp on derscheid bestond tusschen burgers die vrijdo van b lasting genoten en zij, die dat niet hadden. De belastingen waren niet malsch en werden slechts door een deel van -de natie, gedragen. En het gold als een bewijs van voornaamheid, wanneer men behoorde tot de niet-belasting-betalers. In de hoo- gere kringen bestond dus al heel weinig lust om belasting te betalen. We zagen dus het onredelijke gebeuren, -dat -de welgestelden aan den fiscus ont snapten, terwijl de kleine „luyden" diep bukten onder !den ijzeren greep van den belastinggaarder. De boeren, die beseften dat zij op onredelijke wijze en zeer zeker op ondragelijke manier belast wer den, maakten er gewoonte van, alles wat maar op welstand geleefk, te verbergen. Op deze wijze werd in Frankrijk een instinct aangekweekt, dat fel ge richt was tegen alles, wat maar op belasting geleek. Dit instinct is met de jaren versterkt en is een van de eigenaardige kenmerken van den Franschman geworden. Door de revoututie, kwam de Fransch# boer in een geheel nieuwe positie te staan. De boeren vormden nu een macht, waarmee ernstig rekening moest worden gehouden. De regeering be handelde hen nu met respect. Maar de boer had nu een-maal geleerd, alle belasting als uit den booze te beschouwen, een soort berooving, waartegen men moest zorgen, zich te vrijwaren. Met het optreden van den Franschen boer als machtsfactor, verbe terde de positie van den fiscus er dus niet op. De gewoonte om regelmatig en naar vermogen belas ting te betalen, werd in Frankrijk du-s in het geheel niet gecultiveerd, in tegenstelling met andere lan den, waar men er eenmaal aan gewend was, een redelijke belasting te 'betalen. Daarbij kwam nog, dat Frankrijk lang niet zoo sterk geïndustrialiseerd werd, zooals bijv. Engeland. Dit had ten gevolge, dat de mentaliteit der boerenbevolking die van sparen en bewaren hier sterker haar invloed deed gelden, dan in de geïndustrialiseerde landen, waar men er aan gewoon raakte, groote bedragen in ondernemingen te steken, groote sommen uit te geven, ten einde wellicht eerst in een verre toe komst winst te kunnen behalen. Daarom valt het jn een geïndustrialiseerd land niet zoo moeilijk, belastingen te heffen, als in een land, waar de eeuwenlang gecultiveerde mentaliteit der boeren bevolking de overhand heeft. Onder deze omstan digheden, is he tduidelijk dat de fantastische voor stellingen, welke aanvankelijk over de Duitsche schadeloosstelling gemaakt werden, voor Frankrijk veel meer gevaar opleverden, dan bijv. voor Enge land. Toen -de eerste overwinningsroes voorbij was, was het voor Lloyd' George betrekkelijk een een voudige taak, om de Engelsche natie te vertellen wat men in werkelijkheid van de Duitsche schade loosstelling te verwachten 'ha-d. Het Engelsche vol was gewoon te betalen. Maar Clemenceau had te doen met een volk, dat wild zou zijn geworden, in dien men het ronduit had gezegd, dat het de illusie van „Duitschland zal den heelen oorlog betalen" moest opgeven. Eerst -den laatsten tijd heeft men zich in Frankrijk, zij het dan ook heel langzaam en onwillig, aan die gedachte gewend. En thans is men wederom een stapje in de goede richting ge gaan. Het linksche kartel wil d'e inkomstenbelasting meer in den geest van bet Engelsche systeem brengen, het wil va-lsche inko-mstenopgaven streng straffen en de landbouwwinsten scherp doen con troleeren, ten einde zoo te komen tot een do 1- treffen-de belastingheffing. Het Fransche volk gaat dus een nieuwe belas ting-opvoeding tegemoet. Het bovenstaande toont overigens weer aan van hoe groot gewicht op karakter en geest van een bevolking economische toestanden kunnen zijn. WETENSWAARDIGHEDEN. Is het U bekend: dat men beton tegenwoordig in allerlei kleuren kan maken, waardoor die eentonige grijze beton- huizen vermeden worden? dat County Meath, Ierland, het eenige Engelsche plaatsje is, waar meer mannen zijn dan vrouwen? -dat de oude was-portretten, gemaakt van een speciale harde soort was, weer langzamerhand in de mode komen? dat 'de Lond-ensche graafschapsraad vier blinde typisten in dienst heeft? dat hun werk uitstekend is en zij een vaste aan stelling kregen? dat het rijkste meisje ter wereld is de twaalfjarige jongedame Duke, dochter van den A-merikaanschen tabakskoning J. B. Duke? dat de heer Duke zijn dochtertje een vermogen naliet van 360 millioen gulden? dat -een Schot, Davo'd Hatton, een machine uit vond voor het spinnen van naaigaren, welke ge dreven werd door een miniatuur tredmolen met muizen? dat -die machine te zien is te Dunfermline (Fi- feshire) maar dat de uitvinding zelf op niets is uit- geloopen. Vikingen, Oslo. Pêle Mêle, Parijs. Pasquino, Turijn. Meggendorfer Blatter, München. II TravasoRome. Wie van je drie zwagers vind je de aardigste? Die zijn hoed niet over het sleutelgat hangt Uw hoofd eens onder handen nemen, meneer? Neen, dank je. Ik ben laat en moet naar huis; mijn vrouw zal daar ongetwijfeld wel voor zorgen Meggendorfer Blatter, München. Le RireParijs. De amerikaansche coupeur: Wilt u een klein heupzakje voor een pistool? De amerikaansche klant: Neen dank u! Een groote heupzak voor een flesch! Le Rire, Pariis. Ik zal je leeren om je tong tegen elkaar uit te steken! Dat is niet noodig, vader, we kunnen het al. Blij, dat ik je zie! Leen me even vijftig gulden Die heb ik niet bij me! En thuis? - O, dank je wel; ze maken 't allemaal goed, Adieu! Der Qött, Weenen. En als wij dan de vasthoudendheid roe men waarmee u, waarde oom, uw zaken groot gemaakt hebt, dan spreken mijn vrouw en ik als deskundige beoordeelaars, die uit onder vinding weten, hoe moeilijk u het eenmaal verworvene loslaat Waarom blijven er zooveel niet-herkozen afgevaardigden toch zitten? Ik denk, dat ze aan hun zetels vastge vroren zijn! De dokter, na het diner: De patiënt is hoogst ernstig; hii rilt van koude; ikhoorz'n gebeente rammelen De gastheer: Neen, u bent nog met den Eiffeltoren in verbinding, dieophetoogenblik de Danse Macabre van Saint-Saens uitzendt Je vader betaalt den bruidsschat wel erg langzaam! Nu ja, hij betaalt in termijnen Maar ik heb jou toch ook niet in ter mijnen getrouwd? 'Abonnementsprijs f 3.50 vooruitbetaling aan een de verhooging van 15 ct. In Buitenland met verhooging Abonnementen kunnen me Boven dier we Waar alle, op Welzalig, dat In Hare stil-b- Staat kalm Zi< De Altijd Onl Wanneer wij thans e den aan de groote gebei stelijk gezin wai wensch, dat deze dag fei zou voorbijgaan, aai H. M.'s meening, geen te vieren, zoo, kort n waardoor droefheid in gezinnen werd gebrachi leen, om met enkele s getuigen van de geve van ons in deze voor h den lande" zoo beteekc zielen. H. M.'s huwelijk val! het tijdperk, dat zij ze ter over onze lage lam drie jaar na haar tro haar huwelijk plaat: bracht de Staatscoura: buitengewoon dor-offic heugelijke tijding vai Hare Majesteit Wil-heln Maria, Koningin der Z. H. Hertog Hendrik Ernst, Hertog van Mee den24-jarigen zoon var Frederik Frans II en Schwarzburg-Rudolstac den later, op 7 Febri huwelijk plaats. Eerst formaliteiten plaats vi de Prins-gemaal werd derlanderschap verlee rang van generaal-maj landmacht en van Sc suite bij de zeemacht, welijk de Prins-gemaa Koninklijke Hoogheid lijkertijd de benoemin. gevende stem van den ving. ^Zoo werd op 7 Febi Koten, waardoor om we zware taak, al chiet, aanvaardde irediker, dr. Van ike inzegening var bprgelijke huwelijk plaats ten overstaan t gin is ter van Justitie d&i tot de jonge „De moeiten des lever graard; geen jeugd vi geen macht behoedt liefde weert de stori hoofd. Wie zegt U wal verborgen houdt?.... 1 Davids gebed tot het Gij over ons het 1: ^Kleer!". Reeds in 1 een zware ziekte gel doorleefde Nederland, bleef gespaard. En op naar een kind gehore: ses Juliana Louise I ia. Nu was de zw: even doelden aang z°rg voor het nieuwe wen spruit van den voor de opvoeding van kind. In alle opzichte dig vertegenwoordigs geslacht. Reeds in Jacob Spener, een va heraldiek op weter grondvestte, omtren'

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1926 | | pagina 6