SLÖJD
Advertentiën
INTEEKENBILJET
PERS OPMAAK
Dagmeisje
De Verzameling Dr. P. van Bjjsterveld van Hoogvliet
Strijkinrichting ,,'T KLEVERPARK"
ABR. MEIJER
J. J. LANSDORP
TROMPETTER'NIEUWS
BLOEMENDAALSCH
IJZERM AGAZIJN
SLAGTER'S
Professor ANTONINI
VOORLOOPIGE AANKONDIGING
STEINMETZ' FOTOHANDEL EN ATELIER
KRÜIDEN-geneeswijze „ALPINA" te Haarlem
IN UW NAASTE OMGEVING
Levensverzekeringen en Assurantiën
Danst reeds „FLAT" CHARLESTON?
HAARDEN en KACHELS
WEIJERT VAN ZANEN?
BLOEMENDALERS!
A. ZETSTRA, K. Kleverlaan 22-24, Tel. 22704
P. SLAGTER Jr.
CAFÉ-RESTAURANT „RUSTHOEK" - BLOEMENDAAL
Haarlemsche Begrafenis=Vereeniging
JAEGER
ONDER
GOEDEREN
R. V. d. WERF
RIJKSSTRAATWEG 14, bij het Soenüaplein HAARLEM
Alle fotobenoodigdheden tegen concurreerende
prijzen - Ontwikkelen - Afdrukken - Opname
aan huls Zondags geopend
REFORMSCHOEISEL
VOOR GEVOELIGE VOETEN
L. FABER ZOON
Verhuur van Luxe Automobielen
Stalling en Onderhoud
Bloemendaalscheweg 8, Tel. 22387
BLOEMENDAAL
Stock - Michelin HUDSON ESSEX
N.V. D. HOGENBIRK ZOON's
IJZER- EN STAAL INDUSTRIE
BLOEMENDAAL
AFD. SMEDERIJ: Bloemend.weg 56—58
VAN Ie KLAS FABRIKAAT
KUNSTFOTOGRAAF
BAAN 17, HAARLEM - TELEFOON 11258
Uw adres voor alle benoodigdheden
voor HOUTSNIJWERK is thans
Specialiteit in Gereedschappen en Ijzerwaren
18 cent per regel, bij contract belang
rijkekorting. Kleintjes: Vraag en aanbod,
Huur en Verhuur, Koop en Verkoop, van
1—5 regels 60 ct.,elke regel meer12ct.,
deze alleen bij vooruitbetaling. Boven,
onder of naast den tekst dubbel tarief.
GEVRAAGD voor direct of
tegen 1 November een
niet beneden 17 jaar.
Mevrouw SPECKMAN, Zuider
Stationsweg 8, Bloemendaal.
MODEL VLEESCHHOUWERIJ
SANTPOORTERSTR. 50
KLEVERPARK TELEF. 15429
BLANK VARKENSVLEESCH
BLANK KALFSVLEESCH
VERSCH RUNDVLEESCH
BEVROREN RUNDVLEESCH
VAKKUNDIGE BEDIENING
BILLIJKE PRIJZEN
BELEEFD AANBEVELEND,
(DE MODERNE GOOCHELAAR)
komt WOENSDAG 27 OCTOBER 1926, 's middags 2.30 uur,in
Entrée: Kinderen 50 ct.volwassenen75ct. Plaatsbespr. 10ct-
Voor bijzonderheden zie circulaire.
Opgericht Mei 1877 Directeuren: D. Ph. IMMER ZOON
Kantoren: KOUDENHORN 16 en KOKSTRAAT 21 Interl. Tel I06I0
Begrafenissen per lijkkoets en volgrijtuigen, vervoer van en
naar alle plaatsen per Rouw-Automobiel en Rouw-volgauio's
HET ADRES VOOR CREMATIE'S
Ondergeteekende wenscht zich vanaf heden tot weder-
opzeggens toe te abonneeren op „HET BLOEMEN
DAALSCH WEEKBLAD" tegen f 1.75 per halfjaar.
Naam:
Adres:
Datum van ingang:
Abonnementen kunnen bij elk nummer ingaan.
Uitknippen en opzenden in open envelop met 2 cent ge
frankeerd als drukwerk aan DRUKKERIJ T. TIMMER,
De Genestetweg 23, Bloemendaal, Postgiro 30785.
wordt wegens vertrek naar het buitenland EIND DEZER of het BEGIN DER VOLGENDE
MAAND te OVERVEEN (bij Haarlem) in villa „DJEMBER" (hoek Julianalaan en Bloemen-
daalscheweg), OPENBAAR VERKOCHT.
De Verzameling bestaat in hoofdzaak uit: Oude Meubelen, Schilderijen, Oud-
Hollandsch Aardewerk (zeer belangrijk), eenig Chineesch Porcelein, Beeldhouw
werk en wai verder tof een goede inboedel gerekend mag worden. Catalogi zijn
<n bewerking.
De villa „DJEMBER" met grooten tuin (1700 M2.) is eveneens te koop, eventueel te
huur; 10 groote kamers, betimmerd, centr. verwarming, etc. Voor vele doeleinden geschikt-
Te bevragen Stoel's Woningbureau ter plaatse.
SANTPOORTERSTRAAT 41
TELEFOON 10131
Heeft U al kennis gemaakt met onze Nieuwe Afdeeling
levert U een helderen Boord en een keurig afgewerkt Overhemd tegen
scherp concurreerenden prijs Bel op 10131 Vraagt prijscourant
GROOTE HOUTSTRAAT 16
Oudste Speciaal Magazijn
Fabrieksprijzen
ALOM VERKRIJGBAAR in flacons
van f 0.90 en f 1.60.
Bioscoop-, Projectie-
en Fotohandel
GrooteHoutstraat102, Haarlem
Telefoon 10266
KODAKS, Films, enz.
Meest gesorteerd magazijn
Ontwikkelen en Afdrukken
Dr. BAUMGARTENS beroemde ALPEN-kruidenmengsels, f 1.20
per pak. Vraagt gratis brochure. Kloppersingel 173, Haarlem.
zelfs bij Uwe familieleden en kennissen, plaatsten vreemden
De daaraan verbonden verdiensten behoordet GIJ te toucheeren
Stelt U met ons in verbinding en wij wijzen U den weg
Br. lett. A.D. aan D. Y. ALTA Alg. Adv. Bureau HAARLEM
VRAAGT ONS SPECIAAL
ALLES MET BRUGGEN BEWERKT
Worden vervaardigd volgens attesten van H.H. Specialiteiten
in voetgebreken in HOOG en LAAG MODEL in BRUIN en
ZWART CHROOMLEER Aanbevelend,
KLEINE HOUTSTRAAT 10 - TELEFOON 12896
De Charleston in de meest beschaafde
vorm, die U in elk milieu kunt dansen?
Deze BALL-ROOM CHARLESTON
(methode Wayburn, New York) wordt U
alleen onderwezen aan onze inrichting.
Wij arrangeeren speciale CHARLES
TON MIDDAG- en AVONDCLUBJES,
waarbij Uzichbereidsnogkuntaansluiten.
CHARLESTON-CURSUS
(4 lessen f 10.—)
JAMES
PRIVELES
felk gewenscht uur)
WAIDLICH
ZIJLWEG 37
HAARLEM
Automobielen Motorrijwielen
GAS- EN WATERLEIDING-ARTI
KELEN, REPARATIE INRICHTING
IV.
,,Maar Mies, hoe ben je daartoe nu gekomen,
hoe is 't mogelijk, hoe is 't mogelijk." U moet n.m.
weten, dat oom Jan, en idus wij allen tegen Bosch-
weg's ega het conventioneele „mevrouw" gebruik
ten, behalve wanneer oom dit in een buitengewoon
geval, b.v. een van bijzondere verbazing vergeet,
dan noemt hij haar, en daar heeft zij een ge
weldige hekel aan, eenvoudig bij den voornaam.
Een dergelijk stadium was hier blijkbaar aanwezig
'bij het binnentreden van de famlilile 'Boschweg, of
eigenlijk alleen bij bet verschijnen bij het vrouwe
lijk gedeelte van deze familie. Geen wonder, dat
wij allen met een zekere nieuwsgierigheid op
zagen. Immers, wij waren er van overtuigd, dat
oom Jan wel een zeer gewichtige reden moest
hebben voor het tutoieeren van Mevrouw Bosch-
weg, welke laatste zich volgens Parkstra „nog al
voelt."
„Wel, mijnheer Veldlaan," aldus Mevrouw
Boschweg, (anders zegt ze altijd „oom Jan", mzar
nu natuurlijk met opzet niet), „wat doet u zoo
schrikken, zie ik er soms uit als een vogelver-
schikster?"
„Oom Jan is toch geen vogel," viel haar man
haar hier in de rede. Tante Ka voorzag een in
cident, en wist dit als altijd heel tactisch te voor
komen, met de woorden: „nou man, het staat
haar toch niet slecht, ik vind het werkelijk aardig."
En hiermede was bet gevaar voor onaangename
verwikkelingen afgewend. Wat was nu het geval,
Mevrouw Boschweg verscheen op onzen laatsten
clubavond met „bobbed"-haar, en het moet aan
stonds toegegeven, slecht stond het haar niet. Oom
Jan is echter wat wij, jongere menschen zouden
noemen, een beetje ouderwetsch, en houdt daar
om niet van „al die nieuwigheden." Vandaar dat
hij nu blijkbaar den tijd gekomen achtte, over
dat „bo'bhed"-haar eens een en ander te zeggen.
„Hoor eens, Mevrouw Boschweg, ik vraag wel
excuus voor mijn uitroep van zooeven, die moet
U maar toeschrijven aan mijn grenzelooze ver
bazing. En laten wij eerlijk zijn tegenover elkaar,
ik wil natuurlijk niet kibbelen, maar U daalt in
mijn achting door Uw afgeknipte 'haren. Ik heb
altijd gedacht, in U een echte „vrouw" ontmoet
te hebben, maar het moet mij van het hart, U valt
mij tegen. En ik kan mij niet begrijpen, hoe U
daartoe gekomen bent. Hoe 'hebt U, U nog we', Uw
haar, het sieraad der vrouw willen missen? Ik be
grijp het niet, hoe is 't mogelijk, hoe is 't moge
lijk!" Of Henk Boschweg dit nu als een recht-
streeksohe vraag aan zijn vrouw beschouwde, en
hij zich als haar wettige echtgenoot verplicht
achtte, voor haar te antwoorden, ik weet het
niet, maar plotseling klonk uit zijn mond „Bravo,
oom Jan. ik ben blij, dat U het ook idioot vindt."
„Maar mijnheer Boschweg," sprak lanta Ka,
„dat heeft mijn man toch niet gezegd, en boven
dien, het is toch Uw vrouw haar eigen hoofd."
„Zoo, denkt U dat, tante," hernam Henk, zonder
te letten op het feit, dat tante in haar gezegde,
tegen de taalkunde zondigde, „maar U hebt het
mis, ik heb een vrouw met haar getrouwd, en ik
pas voor een vrouw met een jongenskop."
„Kom, kom, mijnheer Boschweg, zoo erg is
het toch niet, ze heeft toch nog geen jongenskop."
„Een jongenskop, of een andere kop, een kop
heeft ze, en die toont ze dikwijls genoeg. Toen
we trouwden, heeft ze mij voor de wet gehoor
zaamheid 'beloofd, en ze heeft die belofte niet
gehouden. Bovendien is en blijft de man toch al
tijd het hoofd van het gezin." Of Mevrouw Bosch
weg perplex stond, hetgeen intusschen niet aan te
nemen is, omdat ze heusch niet op haar mondje
gevallen is, of dat ze haar man geen antwoord
meer waardig keurde, ik weet het niet, in elk
geval, ze zweeg als het graf. Maar nu trad Lucie
in bet strijdperk. „De man is het hoofd, ja Mijn
heer Boschweg, maar, en 'dat moet U niet ver
geten, de vrouw is de nek, en 'het hoofd draait
waarheen de nek wil."
Hoewel dit op zichzelf in letterlijken zin waar
mag zijn, leek het overbrengen in figuurlijken zin
een beetje gezocht, en bovendien, ik kon niet na
laten, met een lichte huivering te denken aan
het vooruitzicht van mijn vriend Sjoerd Parkstra.
„Bovendien," ging Lucie voort, „ik heb toch
ook „ibobbed", en vindt U het nu voor Uw vrouw
zoo erg? Het is toch geen misdaad, iedereen heeft
het tegenwoordig, 'het is mode. Ik weet zeker, dat
Uw vrouw lang zooveel hoofdpijn niet meer zal
hebben, 'het is veel lichter en luchtiger." Het is
waar, Lucie heeft vier jaar geleden haar 'haar al
laten knippen, en niemand van ons vond 'hel;
vreemd. Lucie is nu eenmaal een modern meisje,
en dan valt zooiets niet zoo op. En bovendien, ik
hoop, dat Mevrouw Boschweg dit niet leest,, Lucie
is twintig jaar jonger.
„Lucie was intusschen naast mevrouw Bosch
weg gaan zitten en voer 'c een fluistergesprek
met haar, waarvan vanzelfsprekend te weinig tot
mij doordrong om hierover eenige me'dedeeling te
kunnen doen. 'Henk Boschweg wilde blijkbaar ook
niet veel woorden meer aan deze zaak verspillen,
vermoedelijk had hij thuis het zijne er al van
gezegd, en meende hij daarom nu te 'kunnen vol
staan met: „Het is mode, ja, dat is natuurlijk het
hoofdmotief geweest, als het van'daag of morgen
mode wordt, dat de ooren afgeknipt worden, dan
laten ze zeker alle vrouwen de ooren afknippen,
omdat het moneen pardon, omdat het
„veel lichter" is. Het is om te brullen, die vrou
wenlogica." Intuschen ha'd tante Ka, als een echte
gastvrouw voor thee gezorgd, en toen ieder be
haaglijk aan zijn kopte tipte, viel 'het mij op, dat
oom Jan niet van de partij was. Hij zat maar
dikke rookwolken te blazen, een bewijs, dat hij
diep nadacht over einstigie dingen.
„Kom, oonn Jan," meende ik hem even te moe
ten opwekken, „waar zit U zoo diepzinnig over
te peinzen? Tobt U er over, hoe Uw kindskinderen
aan den kost moeten komen?"
„'Neen, neef, dat niet, aangezien ik geen kin
deren heb, behoef ik mij ook geen zorgen te
maken over mijn kindskinderen, maar ik zat er
juist over te denken, hoe veel makkelijker de
een door het 'leven gaat dan de ander. Ik ben n.m.
onlangs na die stormen onzen mooien Zeeweg
eens afgewandeld, zoo een -eindje 'den -boulevard;
op, 'en daar werd ik overvallen door een stort
bui, gepaard met een hevigen wind. Als julie er
belang in stelt, wil ik wel eens een en ander van
dien tocht vertellen," In de wetenschap, dat com
Jan een goed verteller is, waren we er allen
voor. Wij staken allen een nieuwe sigaar op; be
halve de dames dan en tante vulde de kopjes
opnieuw. (Het eerste kopje thee is altijd wonder
vlug 'den -gewonen weg van dit edele nat gegaan).
„Welnu," sprak oom, „zooals ik al zei, ik heb
op een middag den Zeeweg afgewandeld, welken
-dag het was, weet ik niet zoo precies meer, maar
dat doet ook eigenlijk minder ter zake. Het was
guur, maar droog. Hoe -dichter ik bij de zee kwam,
hoe meer ik den wind voelde, en het laatste
eind had ik werkelijk moeite om er tegenop te
tornen. Jullie moet niet vergeten, dat ik gien
twintig jaar meer ben. Maar zoo 'kalmpjes aan kan
ik toch nog een heel eind weg komen, en ik heb
op -mijn wandelingen alle tijd. Ik ben een klein
eindje den boulevard op-geloopen en daar ben i'k
blijven staan, om te zien naar die geweldige water-
mass^, die wij „zee" noemen. Nu 'heeft de zee van
jongs af een grootschen indruk op mij gemaakt,
maar hier, zoo alleen, kijkende naar het woeste
spel der golven, want het is immers maar spel,
heeft de indruk mij overweldigd. Voor mij tot aan
de gezichteinder toe, een geweldige watermassa,
dichter bij mij, de kokende, en bruischende gol
ven, zich opllossend in schuim. Dit alles deed mij
iets verstaan van den ontzettenden strijd, enkele
'dagen geleden -gevoerd door mannen, oud en jong,
ja zelfs -door 'kinderen, een -strijd op 'leven en dood
tegen 'de woedende en zieden'de elementen. Denkt
U in de geweldige krachtinspanning van die velen,
om slechts het veetge lijf te redden, de angst, uit
gestaan door die tientallen visschers en visschers-,
gezellen verplaatst je met het gezicht op die
watervlakte een oogenblik in hun toestand, wan
hopig vechtende op een klein wrak scheepje, dat
-zinkende is, of waarvan mast en stuurinrichting
vernietigd zijn. Zoo'n scheepje, speelbal van de
woedende golven, als eenigen grond on'der de
voeten. Worstelende met den moed en de kracht
der wanhoop, bezield -met de gedachten aan een
eenvoudige woning op een van de kustplaatsen,
gedachten aan -vrouw en kinderen, of aan moeder
die weduwe is, aan zusters en broers en andere
familiebetrekkingen. En als eindresultaatde
onverbiddelijke dood -door verdrinking. Ik dacht
ook aan den rouw, waarin velen weer gedompeld
zijn, aan de verslagenheid op vele plaatsen. Ik
dacht op -dit oogenblik aan zooveel dingen, o.a.
aan een Kerkdienst, die i'k jaren gelden heb bij
gewoond op een klein visscherdorp, waar 'het be
kende lied werd gezongen, misschien door velen
lichtvaardig en gedachtenloos. „Ruwe stormen
mogen woeden, alles om mij 'heen zij nacht,' ik
dacht aan -de aangrijpende plaat, eenige dagen ge
leden verschenen in „De Telegraaf", ,,-de doods
klok die weer lui-dt in de duinen", i'k -dacht aan het
woord van wijlen onzen 'grooten Heijermans in
zijn „Op hoop van zegen", „de visch wordt duur
betaald." Zie, ik kon het niet helpen, maar ik dacht
aan zooveel, dat ons tot schaamte strekt, hoe d:k-
wijls wordt een eenvoudig visscher niet in de
maling genomen, zonder dat wij er bij denken, dat
zij het zijn, die ons tegen een schamel loon, en dik
wijls met -het wagen van eigen leven, helpen aan
ons gekookte of -gestoofde vischje. Ik dacht ook
aan die mannen, aan die belden, 'die hun leven
dikwijls wagen om dat van anderen, van zoovele
schipbreu'keligen te redden, ik dacht er aan, hoe
weinig wij er dikwijls voor over hebben, om zulke
helden op hun ouden dag voor armoede te be
hoeden,
Intusschen was -een stortbui losgebroken, die
mij doornat maakte, en toch kon ik er nog niet toe
komen, de terugreis te aanvaarden. Terwijl ik
daar nog zoo stond, kwamen een paar auto's aan
gestoven, die vlak bij mij stopten. Eenige jongelui,
gehuld in lederen jassen en 'bontmantels keken een
oogenblik naar de zee, evenals ik, doch blijkbaar
greep 'de aanblik hen niet zoo aan als mij, ten
minste een van de jongelui sprak met een spraakje,
dat ik niet kan nadoen, maar dat jullie je wel
kunt voorstellen: „prachtig zeg, allemachtig mooi,
kom lui, het giet, het wordt toch geen weer meer
om te tennissen, we leggen onderweg nog even
aan." De motoren werden aangezet, en voort ging
het, naar een of ander groot hotel, om te bitteren,
en daar gezellig te babbelen over „de mooie
woeste zee." Toen ben ik ook 'heengegaan, onder
den indruk van mijn bezoek aan de zee, maar
ook onder den indruk van het felle contrast, tus-
schen die menschen op zee, en -die menschen aan
den wal. Neen, Boschweg, ik zie aan je gezicht
wat je zeggen wilt, neen, het zijn alleen de men
sehen, die in auto's rijden. Zij zijn het 'beeld van
ons, en van tienduizenden met ons. Wij gaan naar
de zee, omdat ze mooi is, hetzij dan vlak, of met
beukende golven, wij ook denken zoo weinig aan
de mensc'henlevens, door haar verzwolgen, aan de
schatten, die rusten op haar 'bodem, of misschien
op zekere diepte drijven, wij ook beknibbelen den
vischboer op 5 cent per pond. Ziet, een wandeling
ra?r de zee geeft andere gedachten, wekt mede
leven op met anderen, teekent ons met schrille
kleuren 'hoe d-e een veel makkelijker door het
leven gaat als -de andere. Op den terugweg naar
huis liep een heer met me mee, die ook sprak
over de visschers, en die ze betitelde met den
naam van „een lui soort menschen." Hoe weinig
kijk bleek die man te hebben op visschersinenschen
en visschersleven, want ik ben er van overtuigd,
dat de visschers op zee werken als paarden voor
een dikwijls luttele besomming. Wij allen, ook de
leden van onze club mogen dat wel eens meer
bedenken. Zij wagen hun leven, en wij smullen van
de visch, -die dikwijls door 'de rouw van zoovelen
tot ons 'komt, waarlijk, de visch wordt duur be
taald
Onze thee was koud geworden, onze sigaren
waren uitgegaan. Allen waren we onder den indruk
van dit eenvoudige, treffende verhaal van een wan
deling van oom Jan. Tante Ka 'had zelfs tranen in
'de oogen, Boschweg voelde geen neiging tot een
sarcastisch gezegde, Lucie -dacht niet aan bonbons,
en ik, ik dacht aan den rouw in de visschersdorpen;
oom Jan zweeg, maar zijn woorden werkten na.
Het -gesprek vlotte niet meer. Stilte in ons midden,
als een stille hulde aan -die 'belden der zee. Ik nam
mij voor, steeds met achting te denken aan mijn
mede-menschen, ook de eenvoudige. Maar zocals
elke indruk zal ook deze vervagen, het leven gaat
zijn gang, ieder werpt zich weer in den maalstroom
en voort gaat het, in dezen tijd van jagen en nog
eens jagen. De eeuwige strijd om het bestaan.
Eenige bijzonderheden van ongelukken, in de
couranten vermeld, werden nog besproken. Oom
Jan als de oudere wees er op, hoe het water sinds
eeuwen een -bond-genoote voor ons land is geweest,
maar een bondgenoote, die anderzijds op haar tijd
haar slachtoffers eischt, en die deswege steeds
bestreden zal worden,
„Kijk," zei oom Jan, „toen jullie straks zaten
te kibbelen over „bobbed"-haar, dus je diuk
maakten over beuzelingen, toen dacht ik aan de
kleinzieligheid van de menschen in het algemeen.
Wat zijn er dikwijls groote onaangenaamheden,
veroorzaakt -door kleinigheden, wat denken wij
-dikwijls alleen om ons kleine kringetje. Wij zitten
hier nu gezellig bij thee en bij ons sigaartje, en
hoe weinig denken wij aan onze medemenschen.
Hoe dikwijls sturen wij -b.v. iemand van de deur,
om door ons iets te verkoopen, zijn gezin van den
ondergang te redden, waartoe het door werkeloos
heid gedoemd is. Ik -ben er van overtuigd, dat jullie
me ouderwetsch vinden, maar laten wij bedenken,
mededeelzaamheid is ook een deugd. Vooral de
jongere menschen kunnen nooit weten, in welke
omstandigheden zij nog eens komen."
Oom had gelijk, en onder den indruk zijner
woorden gingen wij door weer en wind naar huis.
Trompetter.