TWEEDE BLAD
Voornit nu Spaarnestad!
Bet Bloemendaalscb Weekblad
No. 7
ZATERDAG 19 FEBRUARI 1927
RAADSVERSLAG
De Tweede Kamer der Staten Generaal,
heeft, na krachtige verdediging door den
Minister van Binnenlandsche Zaken, Mr.
Kan met 55 tegen 34 stemmen aangeno
men, het wetsontwerp tot uitbreiding van
de grenzen der Gemeente Haarlem, ook
over een deel van ons gebied, nadat met
27 tegen 55 stemmen verworpen was het
amendement van de heeren De Visser,
Boissevain, Kortenhorst en Bijleveld om
onze gemeente zoo goed als onverkort te
laten.
Haarlem's gebied wordt nu ongeveer
vier maal zoo groot als het was. Onze ge
meente blijft met uitzondering van een
hap, die genomen wordt uit hqt lichaam
van Overveen, nagenoeg ongerept.
Het baat niet daarop na te pleiten of te
protesteeren.
De Eerste Kamer zal het ontwerp, mis
schien wel zonder eenige discussie, aan
nemen. Waarom? Omdat in de houding
der Nederlandsche Regeering ten opzichte
van Haarlem een ommezwaai aan den dag
is gekomen, die eene verslapping der mi-
nisterieele waakzaamheid uitsluit en die in
de Eerste Kamer een nog volgzamer ob
ject zal vinden dan in de Tweede.
Haarlem stond, wij hebben dit meer
malen bemerkt, vroeger in Den Haag niet
in hoog aanzien. Waarom niet, dat weten
wij niet; maar het was zoo. Tnans heeft
de minister van Binnenlandsche Zaken
openlijk Haarlem genoemd: „een groote
stad", en hulde gebracht aan de energie en
het doorzettingsvermogen van Haarlem's
bestuur; hij heeft de Kamers verzocht,
dit Haarlem een eerlijken kans te geven
om zijne idealen in werkelijkheid om te
zetten en daar gezegd, dat deze gemeente
die kans dringend noodig heeft om te wor
den, wat zij in het algemeen belang wor
den moet. Deze woorden van dezen spor
tleven bewindsman geven een wil te ken
nen, die voor geen afbuigen vatbaar is. De
stempel daardoor gedrukt op de door de
numerieke meerderheid der Tweede Kamer
gesteunde opvatting der Regeering kan
ook door al het water van de Bleekers-
vaart en van het meertje van Caprera niet
worden weggewasschen. En voor zoover
het noodig is, zuilen enkele krachtfiguren
in de Eerste Kamer den minister in zijn
toeleg steunen.
Moeten wij treuren over dezen afloop?
Als wij het daartoe noodige beleid, de daar
toe noodige kracht en den daartoe noodi-
gen breeden blik toonen te bezitten kun
nen wij ons nu 25 jaar ongestoord wijden
aan den opbouw en aan den uitbouw van
onze eigen Gemeente. Zonder die eigen
schappen zuilen wij in pogingen tot een en
ander gestoord worden; maar dan zijn wij
onze onafhankelijkheid ook niet meer
waard.
Met die eigenschappen zal er heel hard
moeten worden gewerkt, maar zal het ver
rijzen van een verjongd, mooi, uitgebouwd,
groot en toch romantisch Bloemendaal
naast en met een werkelijk groot Haarlem
slechts een questie zijn van tijd. Op onze
bestuurderen, vooral op hen, die op de
tegenwoordige volgen, rust aldus een
moeilijke, maar eervolle taak. Maar moei
lijker en eervoller nog is de taak van de
bestuurderen der Spaarnestaa, die nu
vooruit moet. Nu zal Haarlem's bestuur
niet meer kunnen volstaan met te kibbe
len over dobbelsteenen, over ambtenaars
ruzietjes. overpolitieke of plaatselijke ver
schillen en belangen van minder allooi.
Haarlem zal na de allure, nu ook de in
werkelijke ondernemingsgeest, kracht en
frischheid wortelende houding eener groo
te stad hebben aan te nemen, op straffe
van ondergang. De Spaarnestad is nu of
ficieel van een antikiteit opgeheven tot
een lichaam, waarmede in het leven van
deze streek geregeld en ter dege rekening
zal zijn te houden.
Vooruit nu Spaarnestad! De omstreken,
die zoo lang geleden hebben onder den
strijd, dien gij openlijk en verborgen tegen
hen hebt gevoerd, een strijd waarin zij nu
voor een deel den nederlaag hebben ge
leden, wachten op uw eerlijke daden van
verzoening, op uw eerlijke blijken van
goede nabuurschap, op de bewijzen van
uw eerlijken wil om in het sociaal, het fi
nancieel en het aes'thetisch belang der ge
heele streek tot 'n samenwerking te komen,
die het geheele land ten goede komt. Ce-
dant arrna togaeNa het strijken der wa
penen, smelte te toorn, neme vrouw Spijt
de vlucht van alle zijden, en geve de
Spaarnestad, na het woord van haar Bur
gemeester, met de daad het voorbeeld van
welwillendheid en hulpvaardigheid, zonder
die ouderwetsche regent-achtige hoog
moed, welke zoo vaak van uwe zijde,
Haarlem's bestuur, eene goede verstand
houding met de besturen van den omtrek
hebben verstoord. Mede door onzen tegen
stand zijt gij gewekt uit uwen slaap, gij
weet, dat wij wakker zijn en met Gods
hulp zullen blijven. Uit de wisselwerking
van die krachten in rechtvaardige banen
kan iets groots geboren worden,
t T.
Verslag der openbare vergadering van den Raad
der Gemeente Bloemendaal op Donderdag 17
Februari 1927. t
Voorzitter: de Burgemeester.
Afwezig is de beer Verdegaal,
Voor de behandeling der Agenda meent de Vo'or-
zitter uiting te moeten geven aan wat allen be
zielt: de slag, welke onze gemeente getroffen heeft,
door het aannemen van het annexatie-wetsontwerp.
Hij Idrukt er zijn groot leedwezen over uit, voor
al ook tegenover de inwoners van het gedeelte
der gemeente, dat weldra onder 'Haarlem zal res
sorteeren.
Piinscnbeig sluit zich bij de woorden van den
Voorzitter aan. Het gemeentebestuur heeft niets
onbeproefd gelaten, den slag af te 'wenden. War
men dank verdienen Id'e Tweede Kamerleden Bois
sevain, Dr. de Visser, Kortenhorst en Bijleveld, voor
hetgeen zij in het belang onzer gemeente gedaan
hebben. Er vallen bij deze annexatie slachtoffers,
in liet bijzonder arbeiders, ambtenaren en kleine
middenstanders. Spreker hoopt op de medewerking
van B. en W. Idezen n: enschen nieuwe woonge-
legenheder. te verschaffen.
Kremer constateert, dat het alleen een kwestie
,van dubbeltjes is. Het verloren gebied heeft een
belastbaar inkomen! van 1.000.000.'hij 'hoopt
dat het Gemeentebestuur op zijn qui-vive blijft
voor „bolle-bolle-Gijs Haarlem",
Luden zegt, dat alles nog lang niet verloren is,
en wil een beroep doen op de Eerste Kamer. We
moeten paraat blijven! De bschuldiging, dat in
Bloemendaal geen arbeiderswijken bestaan', is
valsch, en onlogisch is 'het, dat een 'd'er arbeiders
wijken, welke we hebben, ons afgenomen wordt.
Ook Van Nederhasselt uit zich in dien geest.
Dan' wordt aan de agenda begonnen.
Punt 1. Benoeming leden en plaatsvervangers
voor de stembureaus.
'De volgende dames en heeren worden benoemd:
Voor den tijld' van vier jaren, ingaande 1 April
1927, tot voorzitters, plaatsvervangende voor
zitters, leden en plaatsvervangende leden van de
stembureaux:
Siemdistrict I:
Voorzitter: de Burgemeester (ambtshalve).
Plaatsvervangend' Vooorzitter: J. G. van Kessel.
Leden: J'hr. J. van Reigersberg Versluijs; T'h. van
de Vliervoet.
Plaatsvervangende leden: J. E. Schalkwijk-, G. J.
A. van Asc'h; L. H. Bijvoet; S. P. Rijnierse; P, A.
Roozen; J. W. Lippits.
Siemdistrict II;
Voorzitter: C. Schulz.
Plaatsvervangend Voorzitter: W, Noorman.
Leden G. A. Thijsisen; B. Jonker.
Plaatsvervangende leden: J. H. Th. van Hooff;
H. van Laar; W, L. 'Herfst; H. J. Kruijswijk.
Stemdistrict III.
Voorzitter; E. W. A. van Nederhasselt.
Plaatsvervangend' Voorzitter: A. IJzerman.
Leden: Jhr. G. C. Quarles van Ufford; D. Kuiper.
Plaatsvervangende leden: K. Tinholt; A. E. Beek
man; Mr. D. J. van der Plaats; J. A. van Rijswijk;
A. van -der Werff; M. H. 'van Weel.
Stemdistrict IV.
Voorzitter; J. C. Laan.
Plaatsvervangend Voorzitter; Jhr. Mr. E. H. E.
Telding van Berkhout.
Leden; F. W. 'Baron van Tuyl-1 van Seroosfcerken;
S. A. Wilson.
Plaatsvervangende le'den: iS. W. 'de Clercq; L, L.
Bierens de Haan; DouaJirrière P, Gravin van Heerdt
tot Eversberg;" J'hr. J. C. Mollerus; J. de Visser;)
G. J. van A'bs.
Stemdistrict V:
Voorzitter; H. Hogenbirk.
Plaatsvervangend Voorzitter; C. W. 'de Visser.
Leden; J. A. van Asdonk; A. J. Stoel."*
Plaatsvervangende leden; J'hr. B. Ide Jonge ivan
Ellemeet; Dr. W. A. Oh. van Esvel'd; J. P, van
Baasbank; B. Mica; K. L, IJzerman; J. Weuring.
Stemdistrict VI:
Voorzitter: C'h. F. de 'Roo van Alderwerelt,
Plaatsvervangend Voorzitter: H. Hoekstra.
Leden: P. W. Waller; M. J. Doemen.
Plaatsvervangende leden: J, Co'hen Tervaert;
Mej. Mr. E, M. D. Hijmans; J. A. Boskamp; Mej.
Ch. M, A, A. Russel; J. 'D. Brand'; H. H. Theunissen,
Stemdistrict VII.
Voorzitter; A. J. de Waal Malefijt. v
Plaatsvervangend Voorzitter: Mr. 'Dr. J, Luden.
Leden: C. J. Kroon1; J, C. de' Vries.
Plaatsvervangende leden: M. C. van Zanten; L.
J. Raadersma; J. W. Ides; G. A. van der Meij; W.
ter Horst; J. J. Roozen Nzn,
Stemdistrict VIII:
Voorzitter: A. C. A. Baron van De'dem.
Plaatsvervangend Voorzitter: A. E. Thierry de
Bye Dolleman.
Leden: Dr. J. D. Bierens de Haan; H. Zieren.
Plaatsvervangende leden; L. L. Graaf van Ranid-
wijok; G. M. W. Margadant; J. de Lugt; J, B.
Sluiter; Ch. J. Laming; Mej. A. C. E. Haga.
Stemdistrict IX;
Voorzitter: P. Verdegaal.
Plaatsvervangend Voorzitter: N. Nuyens.
Leden; J. van Snippen-berg; Th. Goemans.
Plaatsvervangende leden: J. Bonikenburg; C. J. de
Groot; W. Kromhout; E. J. van Donselaar; W. H,
Dekker; Th. Remmerswaal.
Punt 2. Benaming van wegen.
Burgemeester en Wethouders stellen voor om den
op het terrein van' Mevrouw Wan 'Hattum aan te
leggen weg te noemen „Grenslaan", en de Orc'hi-
deeënlaan voortaan te noemen „Zonne'bloemlaan",
zulks ter vermijding van verwarring, klaar een weg
in Heemstede een gelijkluid'enden naam heeft.
Goedgekeurd.
Punt 3. Verleening machtiging tot het aangaan
van een tijdelijke geldleening.
Onder volgnummer 331 van de begrooting vo'or
1927 is een post uitgetrokken tot een bedrag van
100.000.voor eventueel in 1927 te leenem kas
geld.
Waar Id'e mogelijkheid niet is uitgesloten dat in
den loop van dit dienstjaar gebrek aan kasgeld
zal komen te ontstaan, zullen Burgemeester en
Wethouders machtiging behoeven tot het zoo noo
dig opnemen van die gelden.
Wel is waar, is het uit de gewone middelen ge
vormde reservefonds thans nog groot 649.000.
doch hieruit zijn redds voorloopig gefinancierd ge
worden de kosten van schoolbouw te Aerdenhout
en Bloemendaal, verleende voorschotten aan de
Woningbouwvereenigingen „Ons Huis" en „Bosch
en Duin" en de kosten van uitbreiding van het
gasbuizennet in 1924 en 1925, een en ander tot
een gezamenlijk bedrag van ron'd 350,000.ter
wijl binnenkort uit dit fonds nog pl.m. 33000.
zal moeten worden betaald voor aankoop van de
perceelen Bloemendaalscheweg 142144 en 146.
Er blijft derhalve, althans in'dien in 1927 geen an
dere kapitaals-uitgaven behoeven te worden ge
daan, ter beschikking van -den gewonen dienst
een bedrag -van 266.000.Daar staat echter
tegenover, dat gedurende 'de maanden April tot en
met Juni geen rijksvoorsc'hotten op ide gemeente
lijke inkomstenbelasting worden ontvangen, terwijl
juist in die maanden ten laste van den gewonen
dienst, -met het oog op openlbare werken en het
betalen van renten en aflossingen van geldleenin-
gen op 30 Jun'i, vele uitgaven dienen te geschieden,
zoodat het zeer wel mogelijk is, dat in één dier
maanden .een tekort aan kasgeld zal komen te ont
staan. Op grond van het vorenstaande stellen.
Burgemeester en Wethouders voor het- volgende
'besluit te nemen:
De Raad der Gemeente Bloemendaal;
Overwegende, dat zich vrijwel in' 'den loop van
elk dienstjaar gebrek aan kasgeld doet gevoelen,
doordat ide middelen bij de begrooting aangewezen,
niet 'in voldoende mate toevloeien om de vereischte
betalingen te bewerkstelligen;
■dat 'Burgemeester en Wethouders te allen tijde
in 'de gelegenheid dienlen te zijn om in een even
tueel 'gebrek aan kasgeld te voorzien;
Gelet op 'de artikelen 136 en 194a der Gemeente
wet;
Besluit:
lo. machtiging te verleenen aan Burgemeester en
Wethouders »m ter voorziening in het in den
loop van het jaar 1927 te verwachten gebrek
aan kasgeld eene tijdelijke geldleening aan te
gaan-van ten hoogste Eenlhonderd diuizend gul
den 100.000.jtegen een rente van niet meer
'dan 1 boven het promesse-disconto van Ide
Nederlalïdsche 'Bank;
2o. te bepalen, 'dat de krachtens deze machtiging
op te nemen gelden afgelost zullen worden
vóór of op 31 December van genoemd jaar; en
3o. aan te wijzen voor de voldoening der rente
en aflossing dezer l'eepling alle 'gewone, inkom
sten Öer gemeente. j
Aangenomen.
Punt 4. Verleening machtiging tot openbare
verpachting der staanplaatsen met fruit, enz.
Boriiwater zou gaarne zien, dat de verschillende
venters niet zoo maar aait den kop van den Zee
weg gingen staan, maar terzijde van dezen weg,
waarmede Schulz het eens is.
Kremer zag gaanrne het aantal vergunningen be
perkt. Thans worden alle mogelijke venters toe
gelaten, waardoor de plaatsen, waar deze men-
schen hun zaken! doen, veel verontreinigd' worden.
Schulz vindt dit geen bezwaar voor een uitge
strekte gemeente als Bloemendaal,
Laan is 'het met Kremer eens. De 'heeren moeten
nu de voordracht maar aannemen, dan kan 't vol
gende jaar het aantal verminderd- worden. Met
den wensCh van Bornwater zal rekening gehouden
worden.
Goedgekeurd,
Punt 5. Voorloopige vaststelling uitbreidings
plan Naaldenveld,
Hogenbirk zou gaarne zien, dat eenige natuur
monumenten van het Naaldenveld behouden bleven
i.e. de Primulabeek en het Duinbosch.
Laan wijst er op, 'dat 'dit veel geld zal kosten,
terwijl Van Nederhasselt het denkbeeld lanceert,
de Provincie in 'd'e kosten ,bij te do-en dragen.
Schulz zou gaarne zien, dat de gemeente op be
doelde terreinen 'beslag legde. Daarvoor moest dan
,,'t potje" van 600.000.aangesproken worden.
Want -het 'geldt niet alleen een Bloemendaalsc'h
belang, meen het is een belang' voor het geheele
land'.
Laan stelt ten slotte voor, 'in afwachting van
een nadere beslissing, 'het uitbreidingsplan zoo als
het ter tafel kwam, vast te stellen.
Goedgekeurd'.
Punt 6. Verleening voorschotten ingevolge art.
103 der L.O.-wet 1920 aam de Bijzondere lagere
scholen.
De Raad der Gemeente Bloemendaal;
Gezien de verzoeken om voorschot op de Ge
meentelijke vergoeding, bedoeld in art. 101 der
Lager Onderwijswet 1920 over het dienstjaar 1927
ten behoeve van;
a. d'e Chr, school voor U.L.O. te Bloemendaal;
b. de Chr. school -voor gewoon- lager onderwijs
te Bloemiendaal;
c. de Bloemendaalsc'he Schoolvereeniging te
Bloemenldaal;
d de Sint Tfaeresiaschaal te Bloemendaal;
e. de Sint Aloysiusschool te Overveen;
f. de R.-K. Meisjesschool te Overveen;
g. de Sint Jozefschool te Vogelenzang;
Overwegende, dat -over 'het laatste -dienstjaar,
waarover de gemeenterekening is gesloten (1924)
ter zake van de uitgaven, bedoeld in art. 101, 5e
lid, jo. art. 55 der Lager Onderwijswet 1920 is
uitgegeven:
a. voor -de openlbare scholen voor gewoon lager
onderwijs 30.91 per leerling, en
b. voor de openbare school voor (M.) U. L. O.
33.11 per leerl'inig;
Overwegende, dat d'e kosten d'er vakonderwijzers,
bedoeld in art. 101, 9e Md, der Wet hebben be
dragen 160,per wekelijksch lesuur;
Gezien het voorstel van Burgemeester en Wet
houders 'dd. Februari 1927, de Commissie van bij
stand in zaken, 'het Onderwijs betreffende, gehoord';
Gelet op de artt. 101 en 103 der Lager Onder
wijswet 1920;
Besluit;
ten behoeve van 'de opgemelde scholen over het
jaar 1927 de volgende voorschotten te verleenen
op de gemeentelijke vergoeding, bedoeld in art.
101, 5e lid, der Lager Onderwijswet 1920:
a. de Christelijke school voor U.L.O. te
Bloemendaal (met 58 leerlingen en 18'
uur vakonderwijs) 3880.
b. de Christelijke school voor gewoon
lager onderwijs (met 158 leerlingen en
3J uur vakonderwijs) 5054.
c. de Bloemendaalsche Schoolvereeni-
gng te Bloemendaal (met 140 leerlnigen
en 15 (maximum 74) uur vakonderwijs) 3500.
d. -de Sint Teresiasc'hool te Bloemen
daal (met 190 leerlingen en 6 uur vak
onderwijs) 5480,
e. de Sint Aloysiusschool te Overveen
(met 148 leerlingen en 4.) uur vak
onderwijs) 4260.
f. de R.-K. Meisjesschool te Overveen
met 111 leerlingen en 12 (maximum 74)
uur vakonderwijs 3544.
g. Ide Sint Jozefschool te Vogelenzang
met 127 leerlingen' en 2 uur vakonderwijs 3000.
Totaal28718.—
onder bepaling, dat het voorschot betaalbaar zal
zijn in 4 gelijke termijnen, waarvan de eerste wordt
geacht vervallen te zijn- op 1 Januari 1927 en de
tweede, derde en vierde termijn respectievelijk
zullen vervallen op 1 April, 1 Juli en 1 October
1927.
'Goedgekeurd.
Punt 7. Wijziging van de regeling van het vak
onderwijs.
De Roo vai{ Alderwerelt zegt er zich niet mee te
kunnen vereenigen, dat het vakonderwijs en hand
werken afgeschaft wordt, en zag dit gaarne opge
dragen aan een vakonderwijzeres, welk voorstel
Schulz er. Van Kessel ondersteunen.
De Visser en Hogenbirk betoogen, dat het veel
juister is, indien de klasseonderwijzeressen deze
taak opgedragen' wordt.
•Het voorstel -de Roo van Alderwerelt wordt met
104 stemmen verworpen.
Punt 7, waarvan d'e toe-lichting luidt:
Aan 'Burgemeester en Wethouders.
Naar aanleiding van het in de Gemeenteraads
vergadering van 21 October 1926 door den heer
C. W. de Visser ingediend' voorstel in zake het
geven van onderwijs door vakonderwijzers, het
welk in onze handen werd gesteld om nader advies,
hebben wij dei eer U te berichten, dat wij ons
aanvankelijk uitgebracht advies in verband met 'be
doeld' voorstel en rekening houdende met hetgeen
terzake in de raadsvergadering is besproken, nader
onder de oogen hebbeni gezien.
Met de gedachte van -den voorsteller om het
handweikonderwijs aan school B aan d'e kl'asse-
onderwijzeressen d'ier school op te Idragen kunnen
wij ons gebeel' vereenigen.
Niet is dit het geval met het stellen van de ver
plichting om vakonderwijs 'in zingen en teekenlen
aan alle scholen te doen geven, ook al zou het
Hoofd der school -daartegen -ernstige bezwaren heb
ben. Te dezen aanzien lijkt het ons gewenscht den
bestaanden toestand te handhaven en alleen vast
te leggen, dat, indien de Hoofden der scholen C
tot en met E zulks wenschen, er geen! bezwaar be
staat om aan hun school _n zang- en/of teekenk
onderwijzer te verbinden voor ten hoogste een
zelfde aantal uren als thans aan school B het ge
val is (3 uur zingen, en 1 uur teekenen).
Ten aanzien van het vakonderwijs in de vrije- en-
ordeoefeningen der gymnastiek (c.q. lichamelijke
oefening) meenen «rij te moeten opmerken, dat het
voorstel van den heer 'De Visser niet voldoende
rekening houdt met het aantal leerlingen der ver
schillende scholen. Mag een aantal van 4 weke-
lijksche lesuren voor een school als die te Vogelen
zang met slechts weinig leerlingen, voldoende
w-orden geacht, voor de scholen te 'Bloemendaal
is dit niet het geval. Aan de laatste zouden te
veel leerlingen tegelijkertijd aan het gymnastiek
onderwijs moeten deelnemen. Wij achten -het daar
om gewenscht, voor wat betreft het onderwijs in
dit vak, geen veranderingen aan te brengen.
In verband met het bovenstaande hebben wij
besloten-, U te advis-eeren -het in Uw voorstel van
6 October j.l. opgenomen ontwerp-besluit, zoo
danig te veranderen, dat het wordt 'gelezen als
volgt:
De Raad der Gemeente Bloemendaal;
Gezien het nad'er voorstel van Burgemeester en
Wethouders 'dd. Februari, de Commissie van Bij
stand' in zaken, 'het Onderwijs betreffende, ge
hoord;
Mede gezien de adviezen -van de Plaatselijke
Commissie van Toezicht op het Lager Onderwijs
en van den Inspecteur van het Lager Onderwijs
in de Inspectie Haarlem;
'Besluit;
te bepalen-, d'at met ingang ivan 1 Augustus 1927.
I. aan de openbare lagere school A door vak-
onderwijzers'(essen) les zal worden gegeven in:
a. vrije- en ordeoefeningen der gymnastiek
(c.q. lichamelijke oefening) gedurende 4 uur per
week;
b. teekenlen gedurende 7 uur per week;
c. zingen gedurende 1 uur per week;
d. boekhouden en hamdelsrekenen gedurende 4
uur per week en
e. nuttige hanldweken gedurende 4 uur per week.
II. Aan -de openbare lagere sc'hool B in:
a. vrije- en ordeoefeningen der gymnastiek
(c.q. lichamelijke oefening) gedurende 6 uur per
week;
b. zingen gedurende 3 uur per week, en,
c. teekenen -gedurende 1 uur per -week.
III. Aam de openbare lagere scholen CE in de
vrije- en orldeoefeningen der gymnastiek (c.q.
lichamelijke oefening) gedurende respectievelijk
6, 4 en 4 uur per week.
'De Commissie van Bijstand in zaken,
het Onderwijs betreffende.
Een -en adder wordt onveranderd goedgekeurd.
Punt 8. Vaststelling kohier rioolaansluitingen.
Dit punt wondt na eenige besprekingen over de
juistheid, het bedrag te doen innen bij de bewoners
der perceelen, eer dan bij de eigenaars, goedge
keurd.
Punt 9. Verhuur „Huis te Bloemendaal".
Mollerus brengt in herhinnering dat de Raad in
de zitting van 16 September 1926 op voorstel van
B. en W. besloot, met ingang van 1 Januari 1927
den pachter, den heer Uitendaal, de huur 'd'er ter
reinen op te zeggen.
Daarna is een Commissie uit den Raad benoemd,
bestaande uit (de heeren Van Kessel, De Visser en
spreker, die zou onderzoeken in hoeverre het mo
gelijk was, over andere of meer sportterreinen in
de gemeente de beschikking te krijgen.
Hij betreurt het, dat B. en W. thans voorstellen,
'de terreinen, uitgenomen het hockeyveld, weer
aan Uitendaal te verhuren, en zegt, dat de Com
missie met dit voorstel niet accoord kan gaan.
De Voetbalvereeniging „Bloemendaal" moet noo
dig aan een tweede terrein geholpen worden. Deze
vereenigin'g komt met haar eene sportveld in
slrijd' met de reglementen van de bonden, en kan
niet langer voorttobben.
'Hij dient een amendement in strekkende, om aan
de B.V.C. „Bloemenldaal", -der perceelen onder de
sect'ienummers 84 en 6132 voor een jaarlijksche
'huurpijs van 110.te verhuren.
Schulz geeft er zijn verwondering over te kennen,
dat B. en W. op eigen houtje weer met Uitendaal
in zee zijn gegaan. Dit kan alleen in Bloemendaal
gebeuren. Hij had eerder gedacht, -dat bij d'e be
trokken vereenigingen, welke met de landerijen om
't Huis te Bloemendaal geholpen zijn, ook voor
andere vereenigingen gezorgd zou worden. Hierin
is onze gemeente vrij achterlijk. Desnoods zou
Schulz met subsidies willen steunen.
Laan verdedigt d'e handelwijze van B. en W. en
beklaagt zich over 'het langzame werk der sport-
commissie, die niets van zich liet hooren. Overi
gens 'kunnen B. en; W. zich met het amendement
van Mollerus vereenigen, en wel aan Uitendaal
vragen, of hij met een en ander genoegen neemt.
Mollerus antwoordt, dat de sportcommissie wei
degelijk gewerkt 'heeft en nog werkt, maar door
weinig medewerking geen resultaten kon bereiken,
en dus een rapport in had kunnen dienen, dat nega
tief moest zijn. De sportcommissie blijft echter dili
gent. Hij komt er tegen, op, dat Laan Uitendaal wil
vragen, of hij met een en ander genoegen neemt.
Dit is de verkeerde -wereld. Uitendaal staat buiten
de kwestie, dus aan hem behoeft niets gevraagd
te worden. 'Hij heeft zich te 'houden aan het schrij
ven van B. en W., waarin hem de huur der lan
derijen werd opgezegd. Van opnieuw verhuren is
geen sprake geweekt. Dit heeft -de Raad te be
slissen.
Van Kessel komt op te-genl de blaam, welke men op
de sportcommissie werpt. Zooals steeds, overdrijft
Laan ook nu. De sportcommissie 'bestaat geeni zes
maanden en heeft, zooals Mollerus- betoogt, wel
degelijk gewerkt. 'Hij constateert, dat B. en W.
weer eens buiten 'hun 'boekje zijn gegaan, en
vooruit loopen op een beslissing van den Raad.
Hel amendement Mollerus wordt m-et algemeene
stemmen aangenomen.
Punt 10. Verleenging van een crediet van f 500
voor advies in zake de straatverlichting.
Mollerus vraagt of ook advies wordt gevraagd
ov.er de te heffen tarieven.
Weth. Laan: 'Dat weten we nog niet, we moeten
tijdig voor 1 Mei 1928 besprekingen voeren.
Van Kessel: We zitten dus tot 1 Mei 1928 met
dezelfde verlichting. Kunnen we niet met opoffe
ring van een klein beetje financiën (Weth. Laan:
Daar heb j-e 't weer) b.'v. grootere lampen indraaien
ter verbetering van de hoofdwegen?
Weth. Laan: De 100-ikaarsen lampen zijn wel vol
doende, we willen wel onderzoeken, wat de groo
tere lampen kosten, imaar het stroomverbruik kost
gauw 2-4 maal zooveel; we hebben er niet veel
aan gewerkt, velen zeiden voor onze buitenge
meente is het zoo goed genoeg.
Mollerus; De oorspronkelijke bedoeling was al
leen advies te vragen over een betere straatver
lichting, nu zal 'dus- ook advies worden gevraagd
over het loopende en het nieuwe contract.
De Voorzitter: Kan de Raad zich daarmee ver
eenigen?
Aldus besloten.
Punt 11. Wijziging der Bouwverordening.
In overeenstemming met het advies der Com
missie van bijstand voor Publieke werken hebben
B. en W. verschillende wijzigingen der Bouwver
ordening voopg steld;
Aanleiding tot deze wijziging is vooral» gelegen
in een schrijven van den Inspecteur der Volkshuis
vesting, den heer W'entink, -dd. 22 April 1926,
waarin- deze o.a. wijst op d'e onwettigheid der be
palingen1 welke voorschrijven, dat degeen, aan wien
door Burgemeester en Wethouders op grond der
verordening een onthefpng daarvan geweigerd is,
in beroep kan komen bij d'en Raad. Volgens de
Woningwet (art. 6 sub 2) toch is beroep alleen
mogelijk, wann'eer 'Burgemeester en Wethouders-,
de voorschriften der Bouwverordening strenger
toepassend, zwaardere eisc'hen hebben gesteld dan
het voorgeschreven minimum. Voorts hebben wij
van deze 'herziening gebruik gemaakt om enkele
verbeteringen aan te brengen en wel:
lo. door invoeging van -een nieuwe bepaling (art.
7 sub i), ten einde praktisch mogelijk te maken,
dat terreinen, in het uitbreidingsplan aange
geven voor arbeiderswoningbouw, daartoe ook
worden bestemd.
2o. door zorg te d(ragen, d'at geen woningen ge
bouwd worden in een z.g. kuil (artikel 12).
3o. 'door te bevorderen, dat een behoorlijke ver
houding blijft bestaan tusschen de breedte van
een weg. en de hoogte van de daaraan gren
zende woningen' (artikel 14).
4o, door zooveel mogelijk een ruime bebouwing te
bevorderen en -daardoor te verkrijgen, -dat
fraaie buitenplaatsen en landelijke wegen hun
mooi aanzien behouden; waardoor het karak
ter van Bloemendaal gehandhaafd blijft, wat
door bouwspeculaties en verkaveling gevaar
loopt verloren te gaan (tabel, behoorende bij
artikel 7).
Van Kessel heeft er beizwaar tegen, dat de, ge
legenheid om bij den Raad in 'beroep te komen