TWEEDE BLAD Voornit nu Spaarnestad! Bet Bloemendaalscb Weekblad No. 7 ZATERDAG 19 FEBRUARI 1927 RAADSVERSLAG De Tweede Kamer der Staten Generaal, heeft, na krachtige verdediging door den Minister van Binnenlandsche Zaken, Mr. Kan met 55 tegen 34 stemmen aangeno men, het wetsontwerp tot uitbreiding van de grenzen der Gemeente Haarlem, ook over een deel van ons gebied, nadat met 27 tegen 55 stemmen verworpen was het amendement van de heeren De Visser, Boissevain, Kortenhorst en Bijleveld om onze gemeente zoo goed als onverkort te laten. Haarlem's gebied wordt nu ongeveer vier maal zoo groot als het was. Onze ge meente blijft met uitzondering van een hap, die genomen wordt uit hqt lichaam van Overveen, nagenoeg ongerept. Het baat niet daarop na te pleiten of te protesteeren. De Eerste Kamer zal het ontwerp, mis schien wel zonder eenige discussie, aan nemen. Waarom? Omdat in de houding der Nederlandsche Regeering ten opzichte van Haarlem een ommezwaai aan den dag is gekomen, die eene verslapping der mi- nisterieele waakzaamheid uitsluit en die in de Eerste Kamer een nog volgzamer ob ject zal vinden dan in de Tweede. Haarlem stond, wij hebben dit meer malen bemerkt, vroeger in Den Haag niet in hoog aanzien. Waarom niet, dat weten wij niet; maar het was zoo. Tnans heeft de minister van Binnenlandsche Zaken openlijk Haarlem genoemd: „een groote stad", en hulde gebracht aan de energie en het doorzettingsvermogen van Haarlem's bestuur; hij heeft de Kamers verzocht, dit Haarlem een eerlijken kans te geven om zijne idealen in werkelijkheid om te zetten en daar gezegd, dat deze gemeente die kans dringend noodig heeft om te wor den, wat zij in het algemeen belang wor den moet. Deze woorden van dezen spor tleven bewindsman geven een wil te ken nen, die voor geen afbuigen vatbaar is. De stempel daardoor gedrukt op de door de numerieke meerderheid der Tweede Kamer gesteunde opvatting der Regeering kan ook door al het water van de Bleekers- vaart en van het meertje van Caprera niet worden weggewasschen. En voor zoover het noodig is, zuilen enkele krachtfiguren in de Eerste Kamer den minister in zijn toeleg steunen. Moeten wij treuren over dezen afloop? Als wij het daartoe noodige beleid, de daar toe noodige kracht en den daartoe noodi- gen breeden blik toonen te bezitten kun nen wij ons nu 25 jaar ongestoord wijden aan den opbouw en aan den uitbouw van onze eigen Gemeente. Zonder die eigen schappen zuilen wij in pogingen tot een en ander gestoord worden; maar dan zijn wij onze onafhankelijkheid ook niet meer waard. Met die eigenschappen zal er heel hard moeten worden gewerkt, maar zal het ver rijzen van een verjongd, mooi, uitgebouwd, groot en toch romantisch Bloemendaal naast en met een werkelijk groot Haarlem slechts een questie zijn van tijd. Op onze bestuurderen, vooral op hen, die op de tegenwoordige volgen, rust aldus een moeilijke, maar eervolle taak. Maar moei lijker en eervoller nog is de taak van de bestuurderen der Spaarnestaa, die nu vooruit moet. Nu zal Haarlem's bestuur niet meer kunnen volstaan met te kibbe len over dobbelsteenen, over ambtenaars ruzietjes. overpolitieke of plaatselijke ver schillen en belangen van minder allooi. Haarlem zal na de allure, nu ook de in werkelijke ondernemingsgeest, kracht en frischheid wortelende houding eener groo te stad hebben aan te nemen, op straffe van ondergang. De Spaarnestad is nu of ficieel van een antikiteit opgeheven tot een lichaam, waarmede in het leven van deze streek geregeld en ter dege rekening zal zijn te houden. Vooruit nu Spaarnestad! De omstreken, die zoo lang geleden hebben onder den strijd, dien gij openlijk en verborgen tegen hen hebt gevoerd, een strijd waarin zij nu voor een deel den nederlaag hebben ge leden, wachten op uw eerlijke daden van verzoening, op uw eerlijke blijken van goede nabuurschap, op de bewijzen van uw eerlijken wil om in het sociaal, het fi nancieel en het aes'thetisch belang der ge heele streek tot 'n samenwerking te komen, die het geheele land ten goede komt. Ce- dant arrna togaeNa het strijken der wa penen, smelte te toorn, neme vrouw Spijt de vlucht van alle zijden, en geve de Spaarnestad, na het woord van haar Bur gemeester, met de daad het voorbeeld van welwillendheid en hulpvaardigheid, zonder die ouderwetsche regent-achtige hoog moed, welke zoo vaak van uwe zijde, Haarlem's bestuur, eene goede verstand houding met de besturen van den omtrek hebben verstoord. Mede door onzen tegen stand zijt gij gewekt uit uwen slaap, gij weet, dat wij wakker zijn en met Gods hulp zullen blijven. Uit de wisselwerking van die krachten in rechtvaardige banen kan iets groots geboren worden, t T. Verslag der openbare vergadering van den Raad der Gemeente Bloemendaal op Donderdag 17 Februari 1927. t Voorzitter: de Burgemeester. Afwezig is de beer Verdegaal, Voor de behandeling der Agenda meent de Vo'or- zitter uiting te moeten geven aan wat allen be zielt: de slag, welke onze gemeente getroffen heeft, door het aannemen van het annexatie-wetsontwerp. Hij Idrukt er zijn groot leedwezen over uit, voor al ook tegenover de inwoners van het gedeelte der gemeente, dat weldra onder 'Haarlem zal res sorteeren. Piinscnbeig sluit zich bij de woorden van den Voorzitter aan. Het gemeentebestuur heeft niets onbeproefd gelaten, den slag af te 'wenden. War men dank verdienen Id'e Tweede Kamerleden Bois sevain, Dr. de Visser, Kortenhorst en Bijleveld, voor hetgeen zij in het belang onzer gemeente gedaan hebben. Er vallen bij deze annexatie slachtoffers, in liet bijzonder arbeiders, ambtenaren en kleine middenstanders. Spreker hoopt op de medewerking van B. en W. Idezen n: enschen nieuwe woonge- legenheder. te verschaffen. Kremer constateert, dat het alleen een kwestie ,van dubbeltjes is. Het verloren gebied heeft een belastbaar inkomen! van 1.000.000.'hij 'hoopt dat het Gemeentebestuur op zijn qui-vive blijft voor „bolle-bolle-Gijs Haarlem", Luden zegt, dat alles nog lang niet verloren is, en wil een beroep doen op de Eerste Kamer. We moeten paraat blijven! De bschuldiging, dat in Bloemendaal geen arbeiderswijken bestaan', is valsch, en onlogisch is 'het, dat een 'd'er arbeiders wijken, welke we hebben, ons afgenomen wordt. Ook Van Nederhasselt uit zich in dien geest. Dan' wordt aan de agenda begonnen. Punt 1. Benoeming leden en plaatsvervangers voor de stembureaus. 'De volgende dames en heeren worden benoemd: Voor den tijld' van vier jaren, ingaande 1 April 1927, tot voorzitters, plaatsvervangende voor zitters, leden en plaatsvervangende leden van de stembureaux: Siemdistrict I: Voorzitter: de Burgemeester (ambtshalve). Plaatsvervangend' Vooorzitter: J. G. van Kessel. Leden: J'hr. J. van Reigersberg Versluijs; T'h. van de Vliervoet. Plaatsvervangende leden: J. E. Schalkwijk-, G. J. A. van Asc'h; L. H. Bijvoet; S. P. Rijnierse; P, A. Roozen; J. W. Lippits. Siemdistrict II; Voorzitter: C. Schulz. Plaatsvervangend Voorzitter: W, Noorman. Leden G. A. Thijsisen; B. Jonker. Plaatsvervangende leden: J. H. Th. van Hooff; H. van Laar; W, L. 'Herfst; H. J. Kruijswijk. Stemdistrict III. Voorzitter; E. W. A. van Nederhasselt. Plaatsvervangend' Voorzitter: A. IJzerman. Leden: Jhr. G. C. Quarles van Ufford; D. Kuiper. Plaatsvervangende leden: K. Tinholt; A. E. Beek man; Mr. D. J. van der Plaats; J. A. van Rijswijk; A. van -der Werff; M. H. 'van Weel. Stemdistrict IV. Voorzitter; J. C. Laan. Plaatsvervangend Voorzitter; Jhr. Mr. E. H. E. Telding van Berkhout. Leden; F. W. 'Baron van Tuyl-1 van Seroosfcerken; S. A. Wilson. Plaatsvervangende le'den: iS. W. 'de Clercq; L, L. Bierens de Haan; DouaJirrière P, Gravin van Heerdt tot Eversberg;" J'hr. J. C. Mollerus; J. de Visser;) G. J. van A'bs. Stemdistrict V: Voorzitter; H. Hogenbirk. Plaatsvervangend Voorzitter; C. W. 'de Visser. Leden; J. A. van Asdonk; A. J. Stoel."* Plaatsvervangende leden; J'hr. B. Ide Jonge ivan Ellemeet; Dr. W. A. Oh. van Esvel'd; J. P, van Baasbank; B. Mica; K. L, IJzerman; J. Weuring. Stemdistrict VI: Voorzitter: C'h. F. de 'Roo van Alderwerelt, Plaatsvervangend Voorzitter: H. Hoekstra. Leden: P. W. Waller; M. J. Doemen. Plaatsvervangende leden: J, Co'hen Tervaert; Mej. Mr. E, M. D. Hijmans; J. A. Boskamp; Mej. Ch. M, A, A. Russel; J. 'D. Brand'; H. H. Theunissen, Stemdistrict VII. Voorzitter; A. J. de Waal Malefijt. v Plaatsvervangend Voorzitter: Mr. 'Dr. J, Luden. Leden: C. J. Kroon1; J, C. de' Vries. Plaatsvervangende leden: M. C. van Zanten; L. J. Raadersma; J. W. Ides; G. A. van der Meij; W. ter Horst; J. J. Roozen Nzn, Stemdistrict VIII: Voorzitter: A. C. A. Baron van De'dem. Plaatsvervangend Voorzitter: A. E. Thierry de Bye Dolleman. Leden: Dr. J. D. Bierens de Haan; H. Zieren. Plaatsvervangende leden; L. L. Graaf van Ranid- wijok; G. M. W. Margadant; J. de Lugt; J, B. Sluiter; Ch. J. Laming; Mej. A. C. E. Haga. Stemdistrict IX; Voorzitter: P. Verdegaal. Plaatsvervangend Voorzitter: N. Nuyens. Leden; J. van Snippen-berg; Th. Goemans. Plaatsvervangende leden: J. Bonikenburg; C. J. de Groot; W. Kromhout; E. J. van Donselaar; W. H, Dekker; Th. Remmerswaal. Punt 2. Benaming van wegen. Burgemeester en Wethouders stellen voor om den op het terrein van' Mevrouw Wan 'Hattum aan te leggen weg te noemen „Grenslaan", en de Orc'hi- deeënlaan voortaan te noemen „Zonne'bloemlaan", zulks ter vermijding van verwarring, klaar een weg in Heemstede een gelijkluid'enden naam heeft. Goedgekeurd. Punt 3. Verleening machtiging tot het aangaan van een tijdelijke geldleening. Onder volgnummer 331 van de begrooting vo'or 1927 is een post uitgetrokken tot een bedrag van 100.000.voor eventueel in 1927 te leenem kas geld. Waar Id'e mogelijkheid niet is uitgesloten dat in den loop van dit dienstjaar gebrek aan kasgeld zal komen te ontstaan, zullen Burgemeester en Wethouders machtiging behoeven tot het zoo noo dig opnemen van die gelden. Wel is waar, is het uit de gewone middelen ge vormde reservefonds thans nog groot 649.000. doch hieruit zijn redds voorloopig gefinancierd ge worden de kosten van schoolbouw te Aerdenhout en Bloemendaal, verleende voorschotten aan de Woningbouwvereenigingen „Ons Huis" en „Bosch en Duin" en de kosten van uitbreiding van het gasbuizennet in 1924 en 1925, een en ander tot een gezamenlijk bedrag van ron'd 350,000.ter wijl binnenkort uit dit fonds nog pl.m. 33000. zal moeten worden betaald voor aankoop van de perceelen Bloemendaalscheweg 142144 en 146. Er blijft derhalve, althans in'dien in 1927 geen an dere kapitaals-uitgaven behoeven te worden ge daan, ter beschikking van -den gewonen dienst een bedrag -van 266.000.Daar staat echter tegenover, dat gedurende 'de maanden April tot en met Juni geen rijksvoorsc'hotten op ide gemeente lijke inkomstenbelasting worden ontvangen, terwijl juist in die maanden ten laste van den gewonen dienst, -met het oog op openlbare werken en het betalen van renten en aflossingen van geldleenin- gen op 30 Jun'i, vele uitgaven dienen te geschieden, zoodat het zeer wel mogelijk is, dat in één dier maanden .een tekort aan kasgeld zal komen te ont staan. Op grond van het vorenstaande stellen. Burgemeester en Wethouders voor het- volgende 'besluit te nemen: De Raad der Gemeente Bloemendaal; Overwegende, dat zich vrijwel in' 'den loop van elk dienstjaar gebrek aan kasgeld doet gevoelen, doordat ide middelen bij de begrooting aangewezen, niet 'in voldoende mate toevloeien om de vereischte betalingen te bewerkstelligen; ■dat 'Burgemeester en Wethouders te allen tijde in 'de gelegenheid dienlen te zijn om in een even tueel 'gebrek aan kasgeld te voorzien; Gelet op 'de artikelen 136 en 194a der Gemeente wet; Besluit: lo. machtiging te verleenen aan Burgemeester en Wethouders »m ter voorziening in het in den loop van het jaar 1927 te verwachten gebrek aan kasgeld eene tijdelijke geldleening aan te gaan-van ten hoogste Eenlhonderd diuizend gul den 100.000.jtegen een rente van niet meer 'dan 1 boven het promesse-disconto van Ide Nederlalïdsche 'Bank; 2o. te bepalen, 'dat de krachtens deze machtiging op te nemen gelden afgelost zullen worden vóór of op 31 December van genoemd jaar; en 3o. aan te wijzen voor de voldoening der rente en aflossing dezer l'eepling alle 'gewone, inkom sten Öer gemeente. j Aangenomen. Punt 4. Verleening machtiging tot openbare verpachting der staanplaatsen met fruit, enz. Boriiwater zou gaarne zien, dat de verschillende venters niet zoo maar aait den kop van den Zee weg gingen staan, maar terzijde van dezen weg, waarmede Schulz het eens is. Kremer zag gaanrne het aantal vergunningen be perkt. Thans worden alle mogelijke venters toe gelaten, waardoor de plaatsen, waar deze men- schen hun zaken! doen, veel verontreinigd' worden. Schulz vindt dit geen bezwaar voor een uitge strekte gemeente als Bloemendaal, Laan is 'het met Kremer eens. De 'heeren moeten nu de voordracht maar aannemen, dan kan 't vol gende jaar het aantal verminderd- worden. Met den wensCh van Bornwater zal rekening gehouden worden. Goedgekeurd, Punt 5. Voorloopige vaststelling uitbreidings plan Naaldenveld, Hogenbirk zou gaarne zien, dat eenige natuur monumenten van het Naaldenveld behouden bleven i.e. de Primulabeek en het Duinbosch. Laan wijst er op, 'dat 'dit veel geld zal kosten, terwijl Van Nederhasselt het denkbeeld lanceert, de Provincie in 'd'e kosten ,bij te do-en dragen. Schulz zou gaarne zien, dat de gemeente op be doelde terreinen 'beslag legde. Daarvoor moest dan ,,'t potje" van 600.000.aangesproken worden. Want -het 'geldt niet alleen een Bloemendaalsc'h belang, meen het is een belang' voor het geheele land'. Laan stelt ten slotte voor, 'in afwachting van een nadere beslissing, 'het uitbreidingsplan zoo als het ter tafel kwam, vast te stellen. Goedgekeurd'. Punt 6. Verleening voorschotten ingevolge art. 103 der L.O.-wet 1920 aam de Bijzondere lagere scholen. De Raad der Gemeente Bloemendaal; Gezien de verzoeken om voorschot op de Ge meentelijke vergoeding, bedoeld in art. 101 der Lager Onderwijswet 1920 over het dienstjaar 1927 ten behoeve van; a. d'e Chr, school voor U.L.O. te Bloemendaal; b. de Chr. school -voor gewoon- lager onderwijs te Bloemiendaal; c. de Bloemendaalsc'he Schoolvereeniging te Bloemenldaal; d de Sint Tfaeresiaschaal te Bloemendaal; e. de Sint Aloysiusschool te Overveen; f. de R.-K. Meisjesschool te Overveen; g. de Sint Jozefschool te Vogelenzang; Overwegende, dat -over 'het laatste -dienstjaar, waarover de gemeenterekening is gesloten (1924) ter zake van de uitgaven, bedoeld in art. 101, 5e lid, jo. art. 55 der Lager Onderwijswet 1920 is uitgegeven: a. voor -de openlbare scholen voor gewoon lager onderwijs 30.91 per leerling, en b. voor de openbare school voor (M.) U. L. O. 33.11 per leerl'inig; Overwegende, dat d'e kosten d'er vakonderwijzers, bedoeld in art. 101, 9e Md, der Wet hebben be dragen 160,per wekelijksch lesuur; Gezien het voorstel van Burgemeester en Wet houders 'dd. Februari 1927, de Commissie van bij stand in zaken, 'het Onderwijs betreffende, gehoord'; Gelet op de artt. 101 en 103 der Lager Onder wijswet 1920; Besluit; ten behoeve van 'de opgemelde scholen over het jaar 1927 de volgende voorschotten te verleenen op de gemeentelijke vergoeding, bedoeld in art. 101, 5e lid, der Lager Onderwijswet 1920: a. de Christelijke school voor U.L.O. te Bloemendaal (met 58 leerlingen en 18' uur vakonderwijs) 3880. b. de Christelijke school voor gewoon lager onderwijs (met 158 leerlingen en 3J uur vakonderwijs) 5054. c. de Bloemendaalsche Schoolvereeni- gng te Bloemendaal (met 140 leerlnigen en 15 (maximum 74) uur vakonderwijs) 3500. d. -de Sint Teresiasc'hool te Bloemen daal (met 190 leerlingen en 6 uur vak onderwijs) 5480, e. de Sint Aloysiusschool te Overveen (met 148 leerlingen en 4.) uur vak onderwijs) 4260. f. de R.-K. Meisjesschool te Overveen met 111 leerlingen en 12 (maximum 74) uur vakonderwijs 3544. g. Ide Sint Jozefschool te Vogelenzang met 127 leerlingen' en 2 uur vakonderwijs 3000. Totaal28718.— onder bepaling, dat het voorschot betaalbaar zal zijn in 4 gelijke termijnen, waarvan de eerste wordt geacht vervallen te zijn- op 1 Januari 1927 en de tweede, derde en vierde termijn respectievelijk zullen vervallen op 1 April, 1 Juli en 1 October 1927. 'Goedgekeurd. Punt 7. Wijziging van de regeling van het vak onderwijs. De Roo vai{ Alderwerelt zegt er zich niet mee te kunnen vereenigen, dat het vakonderwijs en hand werken afgeschaft wordt, en zag dit gaarne opge dragen aan een vakonderwijzeres, welk voorstel Schulz er. Van Kessel ondersteunen. De Visser en Hogenbirk betoogen, dat het veel juister is, indien de klasseonderwijzeressen deze taak opgedragen' wordt. •Het voorstel -de Roo van Alderwerelt wordt met 104 stemmen verworpen. Punt 7, waarvan d'e toe-lichting luidt: Aan 'Burgemeester en Wethouders. Naar aanleiding van het in de Gemeenteraads vergadering van 21 October 1926 door den heer C. W. de Visser ingediend' voorstel in zake het geven van onderwijs door vakonderwijzers, het welk in onze handen werd gesteld om nader advies, hebben wij dei eer U te berichten, dat wij ons aanvankelijk uitgebracht advies in verband met 'be doeld' voorstel en rekening houdende met hetgeen terzake in de raadsvergadering is besproken, nader onder de oogen hebbeni gezien. Met de gedachte van -den voorsteller om het handweikonderwijs aan school B aan d'e kl'asse- onderwijzeressen d'ier school op te Idragen kunnen wij ons gebeel' vereenigen. Niet is dit het geval met het stellen van de ver plichting om vakonderwijs 'in zingen en teekenlen aan alle scholen te doen geven, ook al zou het Hoofd der school -daartegen -ernstige bezwaren heb ben. Te dezen aanzien lijkt het ons gewenscht den bestaanden toestand te handhaven en alleen vast te leggen, dat, indien de Hoofden der scholen C tot en met E zulks wenschen, er geen! bezwaar be staat om aan hun school _n zang- en/of teekenk onderwijzer te verbinden voor ten hoogste een zelfde aantal uren als thans aan school B het ge val is (3 uur zingen, en 1 uur teekenen). Ten aanzien van het vakonderwijs in de vrije- en- ordeoefeningen der gymnastiek (c.q. lichamelijke oefening) meenen «rij te moeten opmerken, dat het voorstel van den heer 'De Visser niet voldoende rekening houdt met het aantal leerlingen der ver schillende scholen. Mag een aantal van 4 weke- lijksche lesuren voor een school als die te Vogelen zang met slechts weinig leerlingen, voldoende w-orden geacht, voor de scholen te 'Bloemendaal is dit niet het geval. Aan de laatste zouden te veel leerlingen tegelijkertijd aan het gymnastiek onderwijs moeten deelnemen. Wij achten -het daar om gewenscht, voor wat betreft het onderwijs in dit vak, geen veranderingen aan te brengen. In verband met het bovenstaande hebben wij besloten-, U te advis-eeren -het in Uw voorstel van 6 October j.l. opgenomen ontwerp-besluit, zoo danig te veranderen, dat het wordt 'gelezen als volgt: De Raad der Gemeente Bloemendaal; Gezien het nad'er voorstel van Burgemeester en Wethouders 'dd. Februari, de Commissie van Bij stand' in zaken, 'het Onderwijs betreffende, ge hoord; Mede gezien de adviezen -van de Plaatselijke Commissie van Toezicht op het Lager Onderwijs en van den Inspecteur van het Lager Onderwijs in de Inspectie Haarlem; 'Besluit; te bepalen-, d'at met ingang ivan 1 Augustus 1927. I. aan de openbare lagere school A door vak- onderwijzers'(essen) les zal worden gegeven in: a. vrije- en ordeoefeningen der gymnastiek (c.q. lichamelijke oefening) gedurende 4 uur per week; b. teekenlen gedurende 7 uur per week; c. zingen gedurende 1 uur per week; d. boekhouden en hamdelsrekenen gedurende 4 uur per week en e. nuttige hanldweken gedurende 4 uur per week. II. Aan -de openbare lagere sc'hool B in: a. vrije- en ordeoefeningen der gymnastiek (c.q. lichamelijke oefening) gedurende 6 uur per week; b. zingen gedurende 3 uur per week, en, c. teekenen -gedurende 1 uur per -week. III. Aam de openbare lagere scholen CE in de vrije- en orldeoefeningen der gymnastiek (c.q. lichamelijke oefening) gedurende respectievelijk 6, 4 en 4 uur per week. 'De Commissie van Bijstand in zaken, het Onderwijs betreffende. Een -en adder wordt onveranderd goedgekeurd. Punt 8. Vaststelling kohier rioolaansluitingen. Dit punt wondt na eenige besprekingen over de juistheid, het bedrag te doen innen bij de bewoners der perceelen, eer dan bij de eigenaars, goedge keurd. Punt 9. Verhuur „Huis te Bloemendaal". Mollerus brengt in herhinnering dat de Raad in de zitting van 16 September 1926 op voorstel van B. en W. besloot, met ingang van 1 Januari 1927 den pachter, den heer Uitendaal, de huur 'd'er ter reinen op te zeggen. Daarna is een Commissie uit den Raad benoemd, bestaande uit (de heeren Van Kessel, De Visser en spreker, die zou onderzoeken in hoeverre het mo gelijk was, over andere of meer sportterreinen in de gemeente de beschikking te krijgen. Hij betreurt het, dat B. en W. thans voorstellen, 'de terreinen, uitgenomen het hockeyveld, weer aan Uitendaal te verhuren, en zegt, dat de Com missie met dit voorstel niet accoord kan gaan. De Voetbalvereeniging „Bloemendaal" moet noo dig aan een tweede terrein geholpen worden. Deze vereenigin'g komt met haar eene sportveld in slrijd' met de reglementen van de bonden, en kan niet langer voorttobben. 'Hij dient een amendement in strekkende, om aan de B.V.C. „Bloemenldaal", -der perceelen onder de sect'ienummers 84 en 6132 voor een jaarlijksche 'huurpijs van 110.te verhuren. Schulz geeft er zijn verwondering over te kennen, dat B. en W. op eigen houtje weer met Uitendaal in zee zijn gegaan. Dit kan alleen in Bloemendaal gebeuren. Hij had eerder gedacht, -dat bij d'e be trokken vereenigingen, welke met de landerijen om 't Huis te Bloemendaal geholpen zijn, ook voor andere vereenigingen gezorgd zou worden. Hierin is onze gemeente vrij achterlijk. Desnoods zou Schulz met subsidies willen steunen. Laan verdedigt d'e handelwijze van B. en W. en beklaagt zich over 'het langzame werk der sport- commissie, die niets van zich liet hooren. Overi gens 'kunnen B. en; W. zich met het amendement van Mollerus vereenigen, en wel aan Uitendaal vragen, of hij met een en ander genoegen neemt. Mollerus antwoordt, dat de sportcommissie wei degelijk gewerkt 'heeft en nog werkt, maar door weinig medewerking geen resultaten kon bereiken, en dus een rapport in had kunnen dienen, dat nega tief moest zijn. De sportcommissie blijft echter dili gent. Hij komt er tegen, op, dat Laan Uitendaal wil vragen, of hij met een en ander genoegen neemt. Dit is de verkeerde -wereld. Uitendaal staat buiten de kwestie, dus aan hem behoeft niets gevraagd te worden. 'Hij heeft zich te 'houden aan het schrij ven van B. en W., waarin hem de huur der lan derijen werd opgezegd. Van opnieuw verhuren is geen sprake geweekt. Dit heeft -de Raad te be slissen. Van Kessel komt op te-genl de blaam, welke men op de sportcommissie werpt. Zooals steeds, overdrijft Laan ook nu. De sportcommissie 'bestaat geeni zes maanden en heeft, zooals Mollerus- betoogt, wel degelijk gewerkt. 'Hij constateert, dat B. en W. weer eens buiten 'hun 'boekje zijn gegaan, en vooruit loopen op een beslissing van den Raad. Hel amendement Mollerus wordt m-et algemeene stemmen aangenomen. Punt 10. Verleenging van een crediet van f 500 voor advies in zake de straatverlichting. Mollerus vraagt of ook advies wordt gevraagd ov.er de te heffen tarieven. Weth. Laan: 'Dat weten we nog niet, we moeten tijdig voor 1 Mei 1928 besprekingen voeren. Van Kessel: We zitten dus tot 1 Mei 1928 met dezelfde verlichting. Kunnen we niet met opoffe ring van een klein beetje financiën (Weth. Laan: Daar heb j-e 't weer) b.'v. grootere lampen indraaien ter verbetering van de hoofdwegen? Weth. Laan: De 100-ikaarsen lampen zijn wel vol doende, we willen wel onderzoeken, wat de groo tere lampen kosten, imaar het stroomverbruik kost gauw 2-4 maal zooveel; we hebben er niet veel aan gewerkt, velen zeiden voor onze buitenge meente is het zoo goed genoeg. Mollerus; De oorspronkelijke bedoeling was al leen advies te vragen over een betere straatver lichting, nu zal 'dus- ook advies worden gevraagd over het loopende en het nieuwe contract. De Voorzitter: Kan de Raad zich daarmee ver eenigen? Aldus besloten. Punt 11. Wijziging der Bouwverordening. In overeenstemming met het advies der Com missie van bijstand voor Publieke werken hebben B. en W. verschillende wijzigingen der Bouwver ordening voopg steld; Aanleiding tot deze wijziging is vooral» gelegen in een schrijven van den Inspecteur der Volkshuis vesting, den heer W'entink, -dd. 22 April 1926, waarin- deze o.a. wijst op d'e onwettigheid der be palingen1 welke voorschrijven, dat degeen, aan wien door Burgemeester en Wethouders op grond der verordening een onthefpng daarvan geweigerd is, in beroep kan komen bij d'en Raad. Volgens de Woningwet (art. 6 sub 2) toch is beroep alleen mogelijk, wann'eer 'Burgemeester en Wethouders-, de voorschriften der Bouwverordening strenger toepassend, zwaardere eisc'hen hebben gesteld dan het voorgeschreven minimum. Voorts hebben wij van deze 'herziening gebruik gemaakt om enkele verbeteringen aan te brengen en wel: lo. door invoeging van -een nieuwe bepaling (art. 7 sub i), ten einde praktisch mogelijk te maken, dat terreinen, in het uitbreidingsplan aange geven voor arbeiderswoningbouw, daartoe ook worden bestemd. 2o. door zorg te d(ragen, d'at geen woningen ge bouwd worden in een z.g. kuil (artikel 12). 3o. 'door te bevorderen, dat een behoorlijke ver houding blijft bestaan tusschen de breedte van een weg. en de hoogte van de daaraan gren zende woningen' (artikel 14). 4o, door zooveel mogelijk een ruime bebouwing te bevorderen en -daardoor te verkrijgen, -dat fraaie buitenplaatsen en landelijke wegen hun mooi aanzien behouden; waardoor het karak ter van Bloemendaal gehandhaafd blijft, wat door bouwspeculaties en verkaveling gevaar loopt verloren te gaan (tabel, behoorende bij artikel 7). Van Kessel heeft er beizwaar tegen, dat de, ge legenheid om bij den Raad in 'beroep te komen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1927 | | pagina 5