Firma J.H. KRUL Jr. m PATERCULUS TWEEDI Brandstoffenhandel PRIMA ANTHRACIET Het Bloemendaal fotografie plaatselij ^ühillENLAND BUITENLAND Uit de Staten-Generaai a. G. G. M. GIORGIS EN ZOON overveen bloemendaal Bij brand een der volgende nummers opbellen: BLOEMENDAAL Telefoonnummer IO960 OVERVEEN - AERDENHOUT - Telefoonnummer 26103 BENTVELD - - - Telefoonnummer 26017 VOGELENZANG - Telefoonnummer 28129 No. 15 ZATERDAG 16 BLOEMEI 0VERV HAARI T We zitten wel midden in de politieke deukte. De Provinciale Statenverkiezingen zijn nauwelijks achter den rug, of daar worden in 'de groote steden, Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, met de candi- daten voor de meest uiteenloopende partijen be stookt. Amsterdam spande de kroon, met 170 (iuim) liefhebbers voor een raadszetel, op den voet gevolgd door Rotterdam, met 144 candidaten. Het voornaamste eindresultaat van de Statenverkie zingen over 'het géheele land was, dat van de to taal 590 zetels, de S.D.A.P. er 119 kreeg, of een winst van 12, de Vrijheidsbond 63, winst 2, anti rev. 78, verlies 9, Vrijz. Democraten 42, winst 2. Christ. Historischen 73, verlies 2, Katholieken 180, verlies 5. Van Belgische zijde werd het bericht gelanceerd, als zou Frankrijk van meening zijn, dat nieuwe directe onderhandelingen tusschen België en Nederland voor Brussel niet aanvaardbaar zijn, zoplang Nederland op het standpunt der Eerste Kamer blijft staan. Frankrijk zou verder nog steeds zoeken naar een oplossing, om aan de bij het ver drag van Versailles op zich genomen verplichting te voldoen. Deze verplichting zou inhouden, de ge volgen van de opheffing van de verdragen' van 1839 te regelen. Van Engelsche zijde werd er echter nogmaals veelbeteekenend de aandacht op gevestigd, dat Engeland verreweg de voorkeur blijft geven aan hernieuwde onderhandelingen tus schen België en Nederland. Men is van meening, dat een onnoodig tusschen beide komen van de mogendheden vermeden moet worden. Een kleine wenk aan Frankrijk wellicht om zich niet in Nederland's zaken te mengen. In Hasselt (België) is nu de financieele commissie voor den aanleg van het kanaal AntwerpenLuik geconstitueerd. Er is tusschen den nieuwen Nederlandschen minis ter van Buitenlandsche Zaken en Vamdervelde nog geen contact geweest Het leger is een noodzakelijkheid, doch niet een noodzakelijk kwaad, betoogde de ex-minister Pos- thuma op een banket van De Industrieele Club. Verder gaf hij als maatregel ten gunste van den soldaat aan: bevordering van vrijwillige 'dienst nemen, hetgeen relletjes als te Assen, enz. zou kunnen voorkomen. Verder het onderbrengen d:er soldaten in kampen in plaats van kazernes, ter wijl in de derde p'laats den jongelieden moest wor den duidelijk gemaakt, waarom zij van tijd tot tijd moeten worden opgeroepen. De werkgevers moesten er zooveel mogelijk toe bijdragen, dat de bestaande lasten voor het jongere geslacht niet werden verzwaard, door bijv. bij vacatures te ver langen, dat de sollicitanten vrij zullen zijn van militairen dienst. De laatste sporen van de spoorwegramp bij de Vink worden langzamerhand uitgewischt. Dezer dagen verliet 'het laatste slachtoffers, de heer B. Hageman het academisch ziekenhuis te Leiden. In Amsterdam houdt een combinatie zich reeds eenigen tijd bezig met plannen voor de stichting van een ijspaleis, dat in 1928 gereed zou komen. Het zou een groot sportpaleis worden, met een baan van ca. 100 bij 35 meter, -waaromheen 4200 plaatsen voor toeschouwers. Verder zouden er al lerlei inrichtingen in komen, als cabaret, dancing, wandelgangen, enz. Eiken avond zouden er ijs- revues opgevoerd worden. 'Het gebouw zou 21 meter hoog, 100 meter lang en 36 meter breed worden. Uit Indië komt het prettig-aandoende bericht, dat volgens een nadere becijfering het overschot van de begrootimg 1926 voor den gewonen dienst bedraagt 88.000.000. Opnieuw is aan twee beklaagden, die beschul digd waren van moord op een politie-agent, en die door den Landraad te Batavia tot doodstraf ver oordeeld waren, gratie verleend. De heer Albarda sprak Zondag voor de S.D.A.P. over de onlusten in Indië. Hij verklaarde, dat na het z.i. rechtvaardig bewind van Van Limburg Stirum, de reactie kwam van Fock en S. de Graaff Gerechtvaardigde verlangens van het Indische volk werden 'door hen afgewezen. Men moest nu de bevolking gelegenheid geven zich te uiten en eerst daarna had men het recht, tegen ordeverstoring op te treden. De vakvereenigingen moeten normaa' kunnen fuctionneeren. Indië kon Nederland echter nog niet missen, doch Insulinde moest zoo spoedig mogelijk rijp gemaakt worden voor zelf-regeering. Catha'ina van Rennes, onze frissche oorspron kelijke componiste van zooveel innig muzikale liederen, jubileerde nog in de volle kracht van haar leven; 'dat zij nog lang haar werk ons tot zegen moge doen zijn! Engeland. 'Engeland's crediet blijve onaange tast! Dat was de grondtoon van Churchill's bud get-rede. (Hij stelde een aantal financieele maat regelen voor, ten einde de begrooting in evenwicht te brengen en 't deficit, dat hij voor 't volgend jaar op ruim 250 millioen gulden raamde, te dekken. Een aantal'ministeries worden opgeheven, wijziging van de inkomstenbelasting (alleen voor bezitters van onroerende goederen) wordt voorgesteld, ver der verhoogde belasting op cigaretten, sigaren, wijnen, lucifers, geïmporteerde films en banden. Verder heeft het kabinet na heftigen strijd be sloten, een wetsontwerp in te dienen, waarbij ook aan vrouwen op 2'1-jarigen leeftijd kiesrecht wordt verleend. Dit betreft 5 millioen vrouwen, zoodat het aantal vrouwelijke kiezers in Engeland' dat der mannelijke zal overtreffen. In Peking hebben de Chineesche autoriteiten (de Noordelijken) met goedkeuring van de proto- colmogendheden (onderteekenaars van 'het vredes verdrag van 1900 na den bokseropstand) een inval gedaan in de Sovjetlegatie, talrijke ambtenaren ge vangen genomen en allerlei papieren die voor com munistische propaganda 'bestemd1 waren, in beslag genomen. Achteraf beschuldigen de mogendheden de Chineezen er nu weer van, te ver te zijn ge gaan. Allerlei onbestemde geruchten doen de ronde. De Sovjet-gezant is teruggeroepen. De Russen zou den mobiliseeren, en ook de Japanners. De Zui delijken zouden eenige nederlagen geleden heb ben. Frankrijk. Reedis liepen geruchten, dat over eenkomst tusschen Rusland en Frankrijk in zake de schulden'kwesties zou zijn bereikt. Echter blijkt nu, dat dit nog niet het geval is, hoewel de sov- jetdelegatie 'wel een nieuw aanbod heeft gedaan, waarbij de jaarlijksche afbetaling op de oude schulden werd verhoogd van 55 tot 75 millioen goudfrancs. Verder vraagt Rusland handelscredie- ten tot een bedrag van 150 millioen dollar, terug te betalen in' 5 jaar. Het eene voorstel is afhan kelijk van het andere. Duitschland. Wirth, de oud-rijkskanselier blijft nog steeds felle oppositie tegen het huidige kabinet voeren. In een bijeenkomst van de Reichs- banner zeide hij o.m. in een rede, dat hij de ,,on- tevredenste onder de ontevredenen" was. De re publiek kan niet gedijen, zoolang de republikeinen niets anders deden dan hun vaandels door de stra ten dragen en demonstreeren, terwijl de monar chisten de politiek maakten. Als rijkskans jlier Marx en hij slechts over 30 mandaten in den Rijksdag meer zouden beschikken, zouden de par tijen van rechts van 'de regeering worden uitge schakeld. Wirth besloot met de woorden: Help, ons, opdat wij aan de regeering van. rechts zoo spoe- I dig mogelijk een einde kunnen maken. I Diversen. Lord Robert Cecil verk'aarde, dat op de huidige voorbereidende ontwapeningscon ferentie (Genève) een accoord over de kwestie van de beperking der tonnage van de vloot onmo- geijtk is. De commissie zal vaststellen, na het einde van de eerste lezing, dat over alle punten overeenstemming is bereikt, met uitzondering der vlootbep'erking en dan tot 1 Juni verdaagd wor den, wellicht tot 1 (November. Het voornaamste punt is dus onopgelost gebleven. Uit Rusland komt het onbevestigde gerucht, als zou een Tsaristische beweging zijn uitgebarsten. De Sovjets zouden den toestand echter weer meester zijn. De Sovjet-regeering heeft een nota aan Peking gezonden, waarin geprotesteerd' wordt tegen den inval in de Sovjet-legatie en den roof van docu menten, geld en persoonlijke bezittingen. Totdat alles terug is gegeven* is de gezant teruggeroepen. De consulaire employés blijven echter te Peking. In Zweden, zoowel als in Noorwegen is een uit sluiting afgekondigd. In Zweden naar aanleiding van een conflict in de houtindustrie, waardoor 36.000 arbeiders getroffen zouden worden, indien ten minste voor den 19en geen oplossing tot stand komt. In 'Noorwegen wordt een bestaande uit sluiting uitgebreid tot de electrotechnische indus trie, de houtzagerijen en de nitraatindustrie, waarbij 45.000 arbeiders betrokken zijn. tl April 1927. Het was ditmaal in verband met de Statenver kiezingen een korte parlementaire week. De beide Kamers zijn thans op Paasch-recès, de Tweede zelfs voor een maand wegensgebrek aan werk! In de korte vergadering, welke op Donder dagmiddag gehouden werd, was de vacantie-stem- ming reeds aanwezig, of liever: een verkiezers- stemming, want de binnenkomende verkiezings uitslagen trokken meer belangstelling dan de wetjes die achtereenvolgens de aandacht vroegen. Zonder slag of stoot werd goedgekeurd 'n wets ontwerp, dat beoogt een nieuwen vorm van be lastingontduiking den kop in te drukken, n.l. toe kenning van lijfrenten of andere periodieke uit- keeringen. De toelichting van het ontwerp vermeld het geval, dat een vader met een inkomen van 12.400.aan elk zijner vijf kinderen een lijf rente toekende van 330.per maand of totaal 9900.per jaar, waardoor voor hem een be lastbaar inkomen van 2500.overbleef. Onge- twijfeld zal het ontwerp de ergste misbruiken tegen- gaan, maar natuurlijk zullen de goeden weer voor de kwaden moeten lijden. Inderdaad, geen beter middel tegen belastingontduiking dan belasting verlaging! Niet zonder eenig debat passeerde een aan- vuUings-begrooting van Minister Slotemaker de Bruine. Deze bevatte o.m. een post voor huisves ting van keet- en krotbewoners in Drente, waarbij de Minister toezegde een grooter bedrag te zullen aanvragen, indien d'e omstandigheden zulks noodig maken. En voorts werd een crediet aangevraagd voor bijdragen en rentelooze voorschotten voor den wederopbouw van woningen in het land van Maas en Waal, door den watersnood vernield. Het Watersnood-Comité heeft vier en een half milli oen aan bijdragen ontvangen, doch heeft geen mid delen meer beschikbaar voor den wederopbouw van 250 totaal verwoeste woningen. De hypotheek- vorm vond 'bij de Kamer instemming, doch som migen wilden de aflossing geheel kwijtschelden. De Minister wilde dit laatste niet onvoorwaarde lijk toezeggen, doch beloofde, dat niet op aflossing zal worden aangedrongen, wanneer de betrokke nen piet bij machte zijn te betalen. De Eerste Kamer zit nog midden in het begroo- tingswerk. In de avondvergadering werd bij Justi tie uitvoerig over de rechtspositie van de vreem delingen gedebatteerd. Betoogd werd, dat de vreemdelingen in ons land nimmer zeker zijn van him verblijfrecht, doordien de wet niet wordt na geleefd. Immers, een vreemdeling is slechts „toe gelaten" in den zin der wet, wanneer hij een reis- en verblijfpas heeft gekregen, doch de politie geeft nimmer dergelijke passen af. Minister Don- ner zett'e uiteen, dat waar is afgezien van het nauwkeurig onderzoek aan de grens, de politie de verwijdering van vreemdelingen daartegenover ook meer in eigen hand wil houden. Te even midder nacht wilde d'e Minister dit nog even verduide lijken, maar de klok sloeg twaalf en de President, die had aangekondigd tot twaalf uur te zullen ver gaderen, wees vermanend op de klok. En pats! viel de hamer voor den onthutsten Minister, Waarlijk, het gaat in onze Senaat heel wat stipter en regel matiger toe dan in de Tweede Kamer, die nimmer meester is over haar tijd! SCHOORSTEENVEGERS, i RIDDERSTRAAT 18a zw. Telefoon 13310, I HAARLEM. Telefoon 11617 Telefoon 22012 LEVERT EN ANDERE BRANDSTOFFEN TEGEN CON CURREERENDE PRIJZEN EN WORDT AL LEEN UIT DIE ENGELSCHE-, BELGISCHE EN DUITSCHE MIJNEN GELEVERD, WIER PRODUCTEN BEKEND STAAN ALS DE GROOTSTE BRANDWAARDE TE BEZITTEN In het eerste Aprilnummer van „Focus" vinden we een achttal bijzonder fraaie platen. De eerste daarvan is een prachtige molenfoto van P- M. C. M van 'Haaren. Verder een karakteristieke Tcorop kop van H. 'Berssenbragge, „Bespiegelende Wijsheid" van J. H. van den Hoek Ostende, een mooie foto „De Fiere Wakers" van J. G. Staal, „Gouda" van M. Hooghwinkel, een fraai gezicht op Zierikzee van F. F. P. Bins, terwijl ook bijzon dere vermelding verdient bet mooie stilleven met O.I. kers van K. Hoogeboom. Tenslotte een prach tig gezicht in het Kenaupark te Haarlem, getiteld „De Eerste Zonnestralen" door Jan Smit, een wonder ivan schoonheid, dat menig inwoner van Haarlem nauwelijks zal weten thuis te brengen'. Als 'hoofdartikel brengt dit nummer een opstel, getiteld „Het schilderachtige element in dp Land schapsfotografie" van de hand van den bekenden Duitschen schrijver Dr. W. Warstat. C. van Alderwerelt van Roosenburgh schrijft 'n stukje „Gevoeligheidsgraden van ontwikkelings papieren", waarin wenken gegeven worden ter vergemakkeling van het vergrooten. een Paasehfilm door H. G. Cannegieter (Nadruk verboden) In het sombere paleis van Pilatus, den land voogd, valt de schemering. Een slaaf, aarzelend, wekt den' geweldige uit een onrustige dut. „Wat is er nü weer?!", stuift- deze op, en de slaaf, doodsbenauwd, springt, zich verontschuldi gend, achteruit. „Heb ik op dezen ongeluksdag al niet genoeg aan mijn hoofd gehad? Is 't nóg niet gedaan?" „Die heeren zijn er weer," mompelt de slaaf. „Dezelfden van gister en eergister. Ze willen u spreken." „De overpriesters en Farizeënl", buldert de land voogd. „Heb ik ze nóg niet hun volle portie gegeven? Zij ze nóg niet verzadigd met bloed? Laat ze bmnen, maar gauw wat. Ik ben moe en heb slaap." „Heer, wij herinneren ons," begint lijmerig Ahira, de woordvoerder van bet gezelschap, „dat die bedrieger bij zijn leven gezegd heeft: na drie dagen sta ik weder op. Laat dan het graf tot dun derden dag streng bewaken. Zijn leerlingen mochten eens komen, hem stelen en dan aan het volk zeggen, dat hij uit de dlooden is opgestaan. Zoo zou 'het laatste bedrog nog erger zijn dan het eerste." De lippen van den landvoogd krullen zich kramp achtig. Met een' blik vol minachting kijkt hij op di- gebogen ruggen der smeekelingen neer. Plotseling schiet een plan door zijn. hoofd. Boos aardig lichten zijn oogen, cn met nauwelijks ver holen spot klinkt het uit zijn mond: „Gij kunt een wacht krijgen. Gaat in d'e zaak voorzien naar uw beste weten." Ahira, de woordvoerder, waagt een vraag. „Maar waar, landvoogd, 'halen we de wacht?" En Pilatus, de schrijfstift grijpend', teekent een volmacht en geeft, met boosaardig genoegen, het adres. „Hier zijn uw mannen," zegt hij. „Laat dit den centurio zien." De centurio onvriendelijk gestemd, wijl hij niet gaarne gestoord wordt, staat Ahira te woord. Als hij den brief leest, kijkt hij den overpriester aan, lang en nadrukkelijk, als ziet hij hem plotseling als hoofdacteur in een kluchtspel. De overpriester krijgt argwaan. Zenuwtrekken rimpelen zijn tanige kaken; onzeker strijkt zijn beenige 'hand langs den dunnen baard. „Hier hèbt ge uw mannen!", zegt de centurio. „Ga ze zoeken. Ik heb geen tijd.." De overpriester leest op de hem overhandigde dienstorder; „Paterculus, Floras en Coraulus heb ben zich tot zonsopgang onder de bevelen te stellen van Ahira, den overpriester." „Waar zijn die mannen?", waagt Ahira te vragen. „Zoek ze, eerwaarde. 'Hebben we nóg niet ge noeg voor u en de uwen gedaan? Het is een zenuwschokkende dag geweest met die kruisiging, zelfs voor een krijgsman. Ik ben moe en heb slaap." Ahira en de zijnen dolen door de schemerige straten van 't oude Jerusalem. Geen sabbatsvredle verzacht 'heden de atmosfeer. Het is druk en ru moerig op straat. Er wordt 'gegild en gelachen. Er ballen zich vuisten achter de warende, wijd- bemantelde ruggen. Onder de bogen en tusschen de pijlers van krochten en stegen vragen ze naar de soldaten. Maar de soldaten zijn nergens te zien. De soldaten zijn moe van 't dobbelen en drinken na den heeten en veelbewogen dag. Ze sluimeren, dronken, in de taveernen, waar geen Farizeër of priester zich wagen mag. Maar nood breekt wet en de zaak is ernstig. Ahira zet zijn eerwaardigheid op het spel en tast in 't 'half duister rond in de spelonken, waar het gespuis van de hoofdstad 'huist. Bij het schijnsel van rossige flambouwen grijnzen hem stoppel- baardige snoeten van misdadigers aan. Geverfde gezichten van 'helgekleede vrouwen lonken hein spottend tegen. Maar Ahira doet zijn plicht. Aan 't eind van een doodloopende slop bukt de magere grijsaard zich door onder een poortje en daar zitten, in lodderige neerslachtigheid, drie soldaten aan den drank. Met hatelijke verbazing nemen zij den ongewonen bezoeker op. Deze reikt hun 'de order, en Floras, de forsche, slanke Germaan, leest schielijk den inhoud. Dan vloekt hij in het Germaansc'h. Zijn vloek wordt door Cornutus, den pezigen zwaardvechter, in 'het Numi'disch 'herhaald. Alleen Paterculus, het zon derlinge oude kereltje, met wien ze zich ver maken, is te zat om te vloeken. Hij kreunt als een banggemaakt kind. „Moeten we nou met joü mee?", lalt hij ver wonderd. Mokkend sukkelt het drietal achter Ahira aan. De buitenlucht frischi 'hen op, en hoe meer ze de buitenstad naderen, te krachtiger wordt faun tred. Als ze de stadspoort 'doorschrijden, weerklinkt onder de gewelven 'hun stap reeds weer rhyth- misCh, als waren ze op marsch met de legioenen. Florus fluit een soldatenlied; de anderen neuriën met hem mee. Als een nachtspook waart in zijn priestermantel Ahira voor 'hen uit. Zijn lange beenen reppen zich, om d'e wachters nog tijdig te brengen aan het doel van den tocht. Hij is niet gerust op den afloop. Hij hijgt van vermoeid heid, maar zet zijn oude'.lijf aan tot steeds grooter spoed. De Farizeërs en overpriesters mogen het halfgewonnen spel niet verliezen! In de grafstede bieden rotswanden beschutting tegen de kilte van den vallenden nacht. Ahira verzegelt den steen, die de nis afsluit, waarin men den gekruisigde bijgezet heeft. Hij vestigt de aan dacht van de soldaten op de gaafheid der zegels, maar dezen blijft 't onverschillig; ze loeren naar een hoek, waar ze, zoodra 'de magere oude zijn hielen gelicht heeft, straks hun doinmeling kunnen hervatten. Nauw zijn de ritselende slippen van 't priester kleed in de vaagheid van 't duister verdwenen, of de soldaten wentelen zich in hun mantels en strekken zich uit op de kille steenen. Spoedig galmt hun geronk, door de gewelven spookachtig weerkaatst. Ze droomen. Florus keert weer naar zijn bloeiend Germania, waaruit hij als krijgsgevangene van Drasus tien jaar geleden naar Rome vertrok, om als lichtge wapende bij de 'hulptroepen te worden ingelijfd. Hij vaart op de Elbe en lichtblonde vrouwen volgen zijn vaart met begeerig oog. Cornutus 'brult als een stier in zijn nachtmerrie. Hij 'heeft een tweegevecht met een stoeren Cre- tenser en kan hem geen baas blijven. De vuist slagen regenen op zijn rag. In 't zwarte gelaat van den Numidiër licht 'het wit der vertrokken oogen op in den nacht. Rochelend ontwaakt hij uit zijn benauwdheid, wentelt zich om en slaapt weer in. Ook Paterculus droomt. Paterculus is een 'huur ling, die vecht om zijn brood. Waar hij vandaan komt, weet niemand. Zelf 'herinnert hij zich vaag iets van een vroeger tehuis. Maar dat is lang ge leden. 'Hij is nu een oud mannetje en zal spoedig te stram zijn om langer te dienen. Wat moet hij ■dan? Ze noemen 'hem „Vadertje", de soldaten, en nemen hem in de maling. Maar ze trakteeren hem ook en dat maakt alles weer goed. Doorloopend i? „Vadertje" dronken, en 'dat is maar gelukkig, want als hij nuchter is, wordt hij zwaarmoedig. Hij is arm en staat moederziel alleen op de wereld, want den weg naar huis is hij vergeten. Maar nu droomt „Vadertje". En hij lacht in zijn droom. Want wat hij ziet is zóó mooiEn zoo plotseling is het gekomen. Pas nog werd 'hij verschrikt door een aardbeving, hij hoorde 't gewelf dreunen en 'het kreunde rond om hem als 't brallen van een stier. Maar nu is het stil, en die plotselinge stilte is wonderbaar. Licht wordt het opeens in den nacht. En, o schrik, dat licht schijnt uit 'het graf, dat Paterculus moet bewaken. Een stralende gestalte wentelt den steen af, en gaat er op zitten. Waar is Paterculus' zwaard? Hij wil het trek ken, maar kan niet. Zijn handen zijn machteloos door den sl^ap. Hij wil roepen: „Florus Cornutus!!" Maar hij kan niet; zijn stem is stom door den slaap. Een paar vrouwen verschijnen in den cirkel van 't stralende licht. Paterculus kent ze, herkent ze. Zijn moeder, zijn vrouw! Teed'ere tranen ontglijden zijn oogen. Hij is weer thuis, in den lang vergeten kring zijner gelieven. In verrukking strekt hij de handen uit. Maar d'e gestalte in het sneeuwwitte gewaad richt het woord tot de vrouwen. „Weest niet bevreesd," zegt hij, „hij, dien gij zoekt, is hier niet; hij is opgestaan." Vol vrees en groote vreugde verwijderen de vrouwen zich van de grafstede, en „Vadertje" wil met haar mee. 'Hij werkt en wrikt om zich te ont worstelen aan de overmanning van den slaap. Naar het licht wil hij! Een kreet, en waarlijk, hij ontrukt zich aan: zijn verstarring. Maar nu hij wak ker wordt, is alles donker De morgenschemering kiert door de deur van de grafstee. Daar is het licht! „Vadertje" springt over eind, en, te onthutst om zijn zwaard aan te gespen, rent hij naar buiten. De rotsen glanzen in het prille rood van de opkomende zon. Klimmend en klauterend, buitelend over de steenen, rept zich Paterculus stadwaarts. Hij is ontzind van ver rukking, nu hij den weg heeft hervonden naar huis. Maar plotseling staakt hij zijn draf. Waar zal hij heen? Stomme droefheid bevangt hem. Hij is ann, hij is oud. Hij beeft geen geld om zich los te koo- pen en een plaatsvervanger te stellen. Hij heeft ■niets dan zijn bescheiden soldij en deze heeft hij reeds 'bij voorbaat verbrast en verdronken Paterculus zinkt meer op den weg. Had hij zijn zwaard maar, 'hij zou er zich in storten uit wan hoop. Wat blijft hem over, nu hij den weg naar huis weet, maar d'e middelen hem ontbreken? Kan hij, nu hij d'e lichtgestalte en de engelreine vrouwen aanschouwd heeft, nog langer een ge meen soldaat, een brasser en zuiper blijven? Zoo vindt hem Ahira, die 'bij 'het krieken van den dag zich spoedt naar het graf, om zich te verge wissen, dat zijn bang voorgevoel hem gelukkig be drogen heeft. Ligt daar d'e soldaat? Heeft hij zijn post verlaten? Wee, o wee! Dan is het ergste gebeurd'. „Paterculus, wat heb je? Waarom hier, zonde: zwaard, en niet ginds, op je wacht?" En Paterculus vertelt hem, wat hij aanschouw! heeft. Zijn stem klinkt als zingen, zijn aanschiji verheldert; hij wordt weder jong, nu hij het wonde: verTelt. Maar Ahira's gestalte zinkt onder 't luistere: ineen. Zijn knieën knikken; 'de hand, waarmee op zijn staf rast, siddert en schokt. Zijn adi hijgt, zijn oogen puilen uit de kassen. Krampachtig vertrekt 'hij zijn mond, terwijl hij tevergeefs tracht, uit zijn droge keel klanken te persen. Eindelijk stoot hij er uit, en 'het klinkt den ver rukten Paterculus als de snerpende schreeuw van een roofvogel: „Zeg dit aan niemand, Paterculus. Zweer, je het voor je zult houden ten eeuwigen dage. Et als iemand je vraagt, waar de gekruisigde is ge bleven, vertel d(an, dat zijn leerlingen hem jelui hebben ontstolen, terwijl jelui sliept. Zweer, je het nooit anders dan zóó zult vertellen, en dit is voor jou Verbaasd kijkt Paterculus opwaarts in het out- zette gezicht van den priester. Maar, zich buigende over de beurs en dien ledigend, komt hij dra tol j bezinning. „Dit is geen droom, maar werkelijkheid'. Harde rinkelende, rollende zilverstukken. Heusche harde denariën, genoeg om een manipel huurlingen vfl| te koopenl" „Zweer je, Paterculus?" „Natuurlijk, ik zweer! Duizend harde dena- j riënü" Paterculus scheept -zich in naar zijn land. Hi| is een ander man; de weerglans der lichtgestalte j verlaat zijn gezicht nimmermeer. Jong en zijn zijn trekken; edel vuur glanst in zijn en zijn stem klinkt als zachte, teere muziek, wa® I neer hij den stuurman vraagt, hoeveel dagreiz® hem scheiden van het hervonden tehuis. Hij behoeft niet te liegen, want niemand vraag' hem naar zijn geheim. De drukke, woelige k°°P' stad heeft wel wat anders, om zich in te ver diepen. Wie van de duizenden reizigers in haven heeft ooit van den gekruisigde gehoord? Maar mee naar zijn land en zijn thuis nee®1 Paterculus de herinnering aan 't Wonder, dat een* in, eeuw uit de latere geslachten der mensc steeds opnieuw in verrukking zal brengen, on het droom en werkelijkheid in zich vereenigt- Maandagavond hield de eeniging een vergadering Overveen In de Donderdag t.v. lijst werd eene wijziging g zij als volgt samengesteld: 1. A. Cassee; 2. J. J. Lansdorp; 3. G. M. W. Margadant 4. A. E. Beekman; waarbij opgemerkt dien't t Beekman voor geen 'hooge wenschte te komen. Woensdagmiddag vermis! je, hangende aan het stue stond voor een perceel aa: dit taschje bevonden zich en een portemonnaie met dader, de 16-jarige Haar! evenals zijn- gehuwde broei aangehouden. 'Beide bekenden zich aai schuldig gemaakt. Vrijdag 8 April had ee schen twee vrachtauto's Of Van- LennepwegZandvooi 'Beide voertuigen wendt een vrij ernstig. Persoonlij te betreuren. Tegen de c verbaal opgemaakt. Zaterdagmiddag is aangi stal eener handwagen, staa perceel Bloemendaalschew onderzoek. Zaterdagmiddag melddt bureau twee jongens (bro< die uit Rotterdam op een gereden. Door 'de zorgen transport naar hun woonj Dinsdagmiddag reed et hek van perceel Zijlweg 1 passagier gingen aan dei thuis te behooren in e Haarlem De exploitant hac dag verhuurd aan een z-ek S. werd aangehouden, i •de zaak te weten. Hij hit frontatie met den eigenaar der onmiddellijk 'herkende zaak weinig doen, Showroom en gara Zaterdagmiddag heeft de nieuwe showroom en gara te Haarlem, ond'er groote een belangstelling, welke is Zooals men weet, is de eele Ford-dealer voor Hat halve een- groote versche trokken 'bijzonder de aan Lincoln's, mede fabrikaat Het gebouw, waarvan d hagen is, en uitgevoerd di een sieraad voor de omg< practische eischen te steil rage is ten deze rekening ruime inrij, bijzonder gecor tige verlichting, centrale ■bewijs, dat moeite noch I uitstekend geheel te verk Ond'er de aanwezigen n Van Tetering, (secr. Middi Boom, (voorzitter idem); voor advies van den mid teur Ford Motor Compy Tedinig van Berkhout Sr. Ruim 50 'bloemstukken v honderden persoonlijke er den heer Limbach 'bereikt Bij de Kamer van Ko voor Haarlem en Onistrekt zoek van de Arrondissemi lem, om advies uit te 'bre eediging van de navolgend in den achter hun naam i 1- W. C. Dekker, Heen 255, als makelaar in mach: pen. 2- T. Grauweiman, Sch als makelaar in onroereni en hypotheken. 3- W. G. van Hesteren 3, als makelaar in onroer tiën en hypotheken. 4- A. J. Gerritsen, Haai Berkhoutstraat 6, als rr roerende- en onroerende 5. J. Seger, Zandvoort als makelaar in gedroogde en koffie. 6. 'N. J. Th. Schmidt, laan 4, als makelaar in assurantiën. 7- W R, Voorvaart, Sloterweg 23A, als make 8- L J. Kolkman, Hill als makelaar in meubelen 9- C. J. Verloove, Haa als makelaar in ruwe kol

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1927 | | pagina 2