Firma J.H. KRUL Jr.
m
PATERCULUS
TWEEDI
Brandstoffenhandel
PRIMA ANTHRACIET
Het Bloemendaal
fotografie
plaatselij
^ühillENLAND
BUITENLAND
Uit de Staten-Generaai
a. G. G. M. GIORGIS EN ZOON
overveen
bloemendaal
Bij brand een der volgende
nummers opbellen:
BLOEMENDAAL
Telefoonnummer
IO960
OVERVEEN -
AERDENHOUT
- Telefoonnummer
26103
BENTVELD - -
- Telefoonnummer
26017
VOGELENZANG
- Telefoonnummer
28129
No. 15
ZATERDAG 16
BLOEMEI
0VERV
HAARI
T
We zitten wel midden in de politieke deukte. De
Provinciale Statenverkiezingen zijn nauwelijks
achter den rug, of daar worden in 'de groote steden,
Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, met de candi-
daten voor de meest uiteenloopende partijen be
stookt. Amsterdam spande de kroon, met 170
(iuim) liefhebbers voor een raadszetel, op den voet
gevolgd door Rotterdam, met 144 candidaten. Het
voornaamste eindresultaat van de Statenverkie
zingen over 'het géheele land was, dat van de to
taal 590 zetels, de S.D.A.P. er 119 kreeg, of een
winst van 12, de Vrijheidsbond 63, winst 2, anti
rev. 78, verlies 9, Vrijz. Democraten 42, winst 2.
Christ. Historischen 73, verlies 2, Katholieken 180,
verlies 5.
Van Belgische zijde werd het bericht gelanceerd,
als zou Frankrijk van meening zijn, dat nieuwe
directe onderhandelingen tusschen België en
Nederland voor Brussel niet aanvaardbaar zijn,
zoplang Nederland op het standpunt der Eerste
Kamer blijft staan. Frankrijk zou verder nog steeds
zoeken naar een oplossing, om aan de bij het ver
drag van Versailles op zich genomen verplichting
te voldoen. Deze verplichting zou inhouden, de ge
volgen van de opheffing van de verdragen' van
1839 te regelen. Van Engelsche zijde werd er
echter nogmaals veelbeteekenend de aandacht op
gevestigd, dat Engeland verreweg de voorkeur
blijft geven aan hernieuwde onderhandelingen tus
schen België en Nederland. Men is van meening,
dat een onnoodig tusschen beide komen van de
mogendheden vermeden moet worden. Een kleine
wenk aan Frankrijk wellicht om zich niet in
Nederland's zaken te mengen. In Hasselt (België)
is nu de financieele commissie voor den aanleg
van het kanaal AntwerpenLuik geconstitueerd.
Er is tusschen den nieuwen Nederlandschen minis
ter van Buitenlandsche Zaken en Vamdervelde
nog geen contact geweest
Het leger is een noodzakelijkheid, doch niet een
noodzakelijk kwaad, betoogde de ex-minister Pos-
thuma op een banket van De Industrieele Club.
Verder gaf hij als maatregel ten gunste van den
soldaat aan: bevordering van vrijwillige 'dienst
nemen, hetgeen relletjes als te Assen, enz. zou
kunnen voorkomen. Verder het onderbrengen d:er
soldaten in kampen in plaats van kazernes, ter
wijl in de derde p'laats den jongelieden moest wor
den duidelijk gemaakt, waarom zij van tijd tot tijd
moeten worden opgeroepen. De werkgevers
moesten er zooveel mogelijk toe bijdragen, dat de
bestaande lasten voor het jongere geslacht niet
werden verzwaard, door bijv. bij vacatures te ver
langen, dat de sollicitanten vrij zullen zijn van
militairen dienst.
De laatste sporen van de spoorwegramp bij de
Vink worden langzamerhand uitgewischt. Dezer
dagen verliet 'het laatste slachtoffers, de heer B.
Hageman het academisch ziekenhuis te Leiden.
In Amsterdam houdt een combinatie zich reeds
eenigen tijd bezig met plannen voor de stichting
van een ijspaleis, dat in 1928 gereed zou komen.
Het zou een groot sportpaleis worden, met een
baan van ca. 100 bij 35 meter, -waaromheen 4200
plaatsen voor toeschouwers. Verder zouden er al
lerlei inrichtingen in komen, als cabaret, dancing,
wandelgangen, enz. Eiken avond zouden er ijs-
revues opgevoerd worden. 'Het gebouw zou 21
meter hoog, 100 meter lang en 36 meter breed
worden.
Uit Indië komt het prettig-aandoende bericht,
dat volgens een nadere becijfering het overschot
van de begrootimg 1926 voor den gewonen dienst
bedraagt 88.000.000.
Opnieuw is aan twee beklaagden, die beschul
digd waren van moord op een politie-agent, en die
door den Landraad te Batavia tot doodstraf ver
oordeeld waren, gratie verleend.
De heer Albarda sprak Zondag voor de S.D.A.P.
over de onlusten in Indië. Hij verklaarde, dat na
het z.i. rechtvaardig bewind van Van Limburg
Stirum, de reactie kwam van Fock en S. de Graaff
Gerechtvaardigde verlangens van het Indische volk
werden 'door hen afgewezen. Men moest nu de
bevolking gelegenheid geven zich te uiten en eerst
daarna had men het recht, tegen ordeverstoring op
te treden. De vakvereenigingen moeten normaa'
kunnen fuctionneeren. Indië kon Nederland echter
nog niet missen, doch Insulinde moest zoo spoedig
mogelijk rijp gemaakt worden voor zelf-regeering.
Catha'ina van Rennes, onze frissche oorspron
kelijke componiste van zooveel innig muzikale
liederen, jubileerde nog in de volle kracht van
haar leven; 'dat zij nog lang haar werk ons tot
zegen moge doen zijn!
Engeland. 'Engeland's crediet blijve onaange
tast! Dat was de grondtoon van Churchill's bud
get-rede. (Hij stelde een aantal financieele maat
regelen voor, ten einde de begrooting in evenwicht
te brengen en 't deficit, dat hij voor 't volgend jaar
op ruim 250 millioen gulden raamde, te dekken.
Een aantal'ministeries worden opgeheven, wijziging
van de inkomstenbelasting (alleen voor bezitters
van onroerende goederen) wordt voorgesteld, ver
der verhoogde belasting op cigaretten, sigaren,
wijnen, lucifers, geïmporteerde films en banden.
Verder heeft het kabinet na heftigen strijd be
sloten, een wetsontwerp in te dienen, waarbij ook
aan vrouwen op 2'1-jarigen leeftijd kiesrecht wordt
verleend. Dit betreft 5 millioen vrouwen, zoodat
het aantal vrouwelijke kiezers in Engeland' dat der
mannelijke zal overtreffen.
In Peking hebben de Chineesche autoriteiten
(de Noordelijken) met goedkeuring van de proto-
colmogendheden (onderteekenaars van 'het vredes
verdrag van 1900 na den bokseropstand) een inval
gedaan in de Sovjetlegatie, talrijke ambtenaren ge
vangen genomen en allerlei papieren die voor com
munistische propaganda 'bestemd1 waren, in beslag
genomen. Achteraf beschuldigen de mogendheden
de Chineezen er nu weer van, te ver te zijn ge
gaan. Allerlei onbestemde geruchten doen de ronde.
De Sovjet-gezant is teruggeroepen. De Russen zou
den mobiliseeren, en ook de Japanners. De Zui
delijken zouden eenige nederlagen geleden heb
ben.
Frankrijk. Reedis liepen geruchten, dat over
eenkomst tusschen Rusland en Frankrijk in zake
de schulden'kwesties zou zijn bereikt. Echter blijkt
nu, dat dit nog niet het geval is, hoewel de sov-
jetdelegatie 'wel een nieuw aanbod heeft gedaan,
waarbij de jaarlijksche afbetaling op de oude
schulden werd verhoogd van 55 tot 75 millioen
goudfrancs. Verder vraagt Rusland handelscredie-
ten tot een bedrag van 150 millioen dollar, terug
te betalen in' 5 jaar. Het eene voorstel is afhan
kelijk van het andere.
Duitschland. Wirth, de oud-rijkskanselier
blijft nog steeds felle oppositie tegen het huidige
kabinet voeren. In een bijeenkomst van de Reichs-
banner zeide hij o.m. in een rede, dat hij de ,,on-
tevredenste onder de ontevredenen" was. De re
publiek kan niet gedijen, zoolang de republikeinen
niets anders deden dan hun vaandels door de stra
ten dragen en demonstreeren, terwijl de monar
chisten de politiek maakten. Als rijkskans jlier
Marx en hij slechts over 30 mandaten in den
Rijksdag meer zouden beschikken, zouden de par
tijen van rechts van 'de regeering worden uitge
schakeld. Wirth besloot met de woorden: Help, ons,
opdat wij aan de regeering van. rechts zoo spoe-
I dig mogelijk een einde kunnen maken.
I Diversen. Lord Robert Cecil verk'aarde, dat
op de huidige voorbereidende ontwapeningscon
ferentie (Genève) een accoord over de kwestie
van de beperking der tonnage van de vloot onmo-
geijtk is. De commissie zal vaststellen, na het
einde van de eerste lezing, dat over alle punten
overeenstemming is bereikt, met uitzondering der
vlootbep'erking en dan tot 1 Juni verdaagd wor
den, wellicht tot 1 (November. Het voornaamste
punt is dus onopgelost gebleven.
Uit Rusland komt het onbevestigde gerucht, als
zou een Tsaristische beweging zijn uitgebarsten. De
Sovjets zouden den toestand echter weer meester
zijn.
De Sovjet-regeering heeft een nota aan Peking
gezonden, waarin geprotesteerd' wordt tegen den
inval in de Sovjet-legatie en den roof van docu
menten, geld en persoonlijke bezittingen. Totdat
alles terug is gegeven* is de gezant teruggeroepen.
De consulaire employés blijven echter te Peking.
In Zweden, zoowel als in Noorwegen is een uit
sluiting afgekondigd. In Zweden naar aanleiding
van een conflict in de houtindustrie, waardoor
36.000 arbeiders getroffen zouden worden, indien
ten minste voor den 19en geen oplossing tot stand
komt. In 'Noorwegen wordt een bestaande uit
sluiting uitgebreid tot de electrotechnische indus
trie, de houtzagerijen en de nitraatindustrie, waarbij
45.000 arbeiders betrokken zijn.
tl April 1927.
Het was ditmaal in verband met de Statenver
kiezingen een korte parlementaire week. De beide
Kamers zijn thans op Paasch-recès, de Tweede
zelfs voor een maand wegensgebrek aan
werk! In de korte vergadering, welke op Donder
dagmiddag gehouden werd, was de vacantie-stem-
ming reeds aanwezig, of liever: een verkiezers-
stemming, want de binnenkomende verkiezings
uitslagen trokken meer belangstelling dan de wetjes
die achtereenvolgens de aandacht vroegen.
Zonder slag of stoot werd goedgekeurd 'n wets
ontwerp, dat beoogt een nieuwen vorm van be
lastingontduiking den kop in te drukken, n.l. toe
kenning van lijfrenten of andere periodieke uit-
keeringen. De toelichting van het ontwerp vermeld
het geval, dat een vader met een inkomen van
12.400.aan elk zijner vijf kinderen een lijf
rente toekende van 330.per maand of totaal
9900.per jaar, waardoor voor hem een be
lastbaar inkomen van 2500.overbleef. Onge-
twijfeld zal het ontwerp de ergste misbruiken tegen-
gaan, maar natuurlijk zullen de goeden weer voor
de kwaden moeten lijden. Inderdaad, geen beter
middel tegen belastingontduiking dan belasting
verlaging!
Niet zonder eenig debat passeerde een aan-
vuUings-begrooting van Minister Slotemaker de
Bruine. Deze bevatte o.m. een post voor huisves
ting van keet- en krotbewoners in Drente, waarbij
de Minister toezegde een grooter bedrag te zullen
aanvragen, indien d'e omstandigheden zulks noodig
maken. En voorts werd een crediet aangevraagd
voor bijdragen en rentelooze voorschotten voor den
wederopbouw van woningen in het land van Maas
en Waal, door den watersnood vernield. Het
Watersnood-Comité heeft vier en een half milli
oen aan bijdragen ontvangen, doch heeft geen mid
delen meer beschikbaar voor den wederopbouw
van 250 totaal verwoeste woningen. De hypotheek-
vorm vond 'bij de Kamer instemming, doch som
migen wilden de aflossing geheel kwijtschelden.
De Minister wilde dit laatste niet onvoorwaarde
lijk toezeggen, doch beloofde, dat niet op aflossing
zal worden aangedrongen, wanneer de betrokke
nen piet bij machte zijn te betalen.
De Eerste Kamer zit nog midden in het begroo-
tingswerk. In de avondvergadering werd bij Justi
tie uitvoerig over de rechtspositie van de vreem
delingen gedebatteerd. Betoogd werd, dat de
vreemdelingen in ons land nimmer zeker zijn van
him verblijfrecht, doordien de wet niet wordt na
geleefd. Immers, een vreemdeling is slechts „toe
gelaten" in den zin der wet, wanneer hij een
reis- en verblijfpas heeft gekregen, doch de politie
geeft nimmer dergelijke passen af. Minister Don-
ner zett'e uiteen, dat waar is afgezien van het
nauwkeurig onderzoek aan de grens, de politie de
verwijdering van vreemdelingen daartegenover ook
meer in eigen hand wil houden. Te even midder
nacht wilde d'e Minister dit nog even verduide
lijken, maar de klok sloeg twaalf en de President,
die had aangekondigd tot twaalf uur te zullen ver
gaderen, wees vermanend op de klok. En pats! viel
de hamer voor den onthutsten Minister, Waarlijk,
het gaat in onze Senaat heel wat stipter en regel
matiger toe dan in de Tweede Kamer, die nimmer
meester is over haar tijd!
SCHOORSTEENVEGERS,
i RIDDERSTRAAT 18a zw. Telefoon 13310,
I HAARLEM.
Telefoon 11617
Telefoon 22012
LEVERT
EN ANDERE BRANDSTOFFEN TEGEN CON
CURREERENDE PRIJZEN EN WORDT AL
LEEN UIT DIE ENGELSCHE-, BELGISCHE
EN DUITSCHE MIJNEN GELEVERD, WIER
PRODUCTEN BEKEND STAAN ALS DE
GROOTSTE BRANDWAARDE TE BEZITTEN
In het eerste Aprilnummer van „Focus" vinden
we een achttal bijzonder fraaie platen. De eerste
daarvan is een prachtige molenfoto van P- M. C.
M van 'Haaren. Verder een karakteristieke
Tcorop kop van H. 'Berssenbragge, „Bespiegelende
Wijsheid" van J. H. van den Hoek Ostende, een
mooie foto „De Fiere Wakers" van J. G. Staal,
„Gouda" van M. Hooghwinkel, een fraai gezicht
op Zierikzee van F. F. P. Bins, terwijl ook bijzon
dere vermelding verdient bet mooie stilleven met
O.I. kers van K. Hoogeboom. Tenslotte een prach
tig gezicht in het Kenaupark te Haarlem, getiteld
„De Eerste Zonnestralen" door Jan Smit, een
wonder ivan schoonheid, dat menig inwoner van
Haarlem nauwelijks zal weten thuis te brengen'.
Als 'hoofdartikel brengt dit nummer een opstel,
getiteld „Het schilderachtige element in dp Land
schapsfotografie" van de hand van den bekenden
Duitschen schrijver Dr. W. Warstat.
C. van Alderwerelt van Roosenburgh schrijft 'n
stukje „Gevoeligheidsgraden van ontwikkelings
papieren", waarin wenken gegeven worden ter
vergemakkeling van het vergrooten.
een Paasehfilm
door
H. G. Cannegieter
(Nadruk verboden)
In het sombere paleis van Pilatus, den land
voogd, valt de schemering. Een slaaf, aarzelend,
wekt den' geweldige uit een onrustige dut.
„Wat is er nü weer?!", stuift- deze op, en de
slaaf, doodsbenauwd, springt, zich verontschuldi
gend, achteruit. „Heb ik op dezen ongeluksdag al
niet genoeg aan mijn hoofd gehad? Is 't nóg niet
gedaan?"
„Die heeren zijn er weer," mompelt de slaaf.
„Dezelfden van gister en eergister. Ze willen u
spreken."
„De overpriesters en Farizeënl", buldert de land
voogd. „Heb ik ze nóg niet hun volle portie gegeven?
Zij ze nóg niet verzadigd met bloed? Laat ze
bmnen, maar gauw wat. Ik ben moe en heb slaap."
„Heer, wij herinneren ons," begint lijmerig
Ahira, de woordvoerder van bet gezelschap, „dat
die bedrieger bij zijn leven gezegd heeft: na drie
dagen sta ik weder op. Laat dan het graf tot
dun derden dag streng bewaken. Zijn leerlingen
mochten eens komen, hem stelen en dan aan het
volk zeggen, dat hij uit de dlooden is opgestaan.
Zoo zou 'het laatste bedrog nog erger zijn dan
het eerste."
De lippen van den landvoogd krullen zich kramp
achtig. Met een' blik vol minachting kijkt hij op
di- gebogen ruggen der smeekelingen neer.
Plotseling schiet een plan door zijn. hoofd. Boos
aardig lichten zijn oogen, cn met nauwelijks ver
holen spot klinkt het uit zijn mond: „Gij kunt een
wacht krijgen. Gaat in d'e zaak voorzien naar uw
beste weten."
Ahira, de woordvoerder, waagt een vraag. „Maar
waar, landvoogd, 'halen we de wacht?"
En Pilatus, de schrijfstift grijpend', teekent een
volmacht en geeft, met boosaardig genoegen, het
adres.
„Hier zijn uw mannen," zegt hij. „Laat dit den
centurio zien."
De centurio onvriendelijk gestemd, wijl hij niet
gaarne gestoord wordt, staat Ahira te woord. Als
hij den brief leest, kijkt hij den overpriester aan,
lang en nadrukkelijk, als ziet hij hem plotseling
als hoofdacteur in een kluchtspel. De overpriester
krijgt argwaan. Zenuwtrekken rimpelen zijn tanige
kaken; onzeker strijkt zijn beenige 'hand langs
den dunnen baard.
„Hier hèbt ge uw mannen!", zegt de centurio.
„Ga ze zoeken. Ik heb geen tijd.."
De overpriester leest op de hem overhandigde
dienstorder; „Paterculus, Floras en Coraulus heb
ben zich tot zonsopgang onder de bevelen te
stellen van Ahira, den overpriester."
„Waar zijn die mannen?", waagt Ahira te vragen.
„Zoek ze, eerwaarde. 'Hebben we nóg niet ge
noeg voor u en de uwen gedaan? Het is een
zenuwschokkende dag geweest met die kruisiging,
zelfs voor een krijgsman. Ik ben moe en heb
slaap."
Ahira en de zijnen dolen door de schemerige
straten van 't oude Jerusalem. Geen sabbatsvredle
verzacht 'heden de atmosfeer. Het is druk en ru
moerig op straat. Er wordt 'gegild en gelachen.
Er ballen zich vuisten achter de warende, wijd-
bemantelde ruggen.
Onder de bogen en tusschen de pijlers van
krochten en stegen vragen ze naar de soldaten.
Maar de soldaten zijn nergens te zien. De soldaten
zijn moe van 't dobbelen en drinken na den heeten
en veelbewogen dag. Ze sluimeren, dronken, in
de taveernen, waar geen Farizeër of priester zich
wagen mag.
Maar nood breekt wet en de zaak is ernstig.
Ahira zet zijn eerwaardigheid op het spel en tast
in 't 'half duister rond in de spelonken, waar het
gespuis van de hoofdstad 'huist. Bij het schijnsel
van rossige flambouwen grijnzen hem stoppel-
baardige snoeten van misdadigers aan. Geverfde
gezichten van 'helgekleede vrouwen lonken hein
spottend tegen. Maar Ahira doet zijn plicht.
Aan 't eind van een doodloopende slop bukt
de magere grijsaard zich door onder een poortje
en daar zitten, in lodderige neerslachtigheid, drie
soldaten aan den drank. Met hatelijke verbazing
nemen zij den ongewonen bezoeker op.
Deze reikt hun 'de order, en Floras, de forsche,
slanke Germaan, leest schielijk den inhoud. Dan
vloekt hij in het Germaansc'h. Zijn vloek wordt
door Cornutus, den pezigen zwaardvechter, in 'het
Numi'disch 'herhaald. Alleen Paterculus, het zon
derlinge oude kereltje, met wien ze zich ver
maken, is te zat om te vloeken. Hij kreunt als
een banggemaakt kind.
„Moeten we nou met joü mee?", lalt hij ver
wonderd.
Mokkend sukkelt het drietal achter Ahira aan.
De buitenlucht frischi 'hen op, en hoe meer ze de
buitenstad naderen, te krachtiger wordt faun tred.
Als ze de stadspoort 'doorschrijden, weerklinkt
onder de gewelven 'hun stap reeds weer rhyth-
misCh, als waren ze op marsch met de legioenen.
Florus fluit een soldatenlied; de anderen neuriën
met hem mee. Als een nachtspook waart in zijn
priestermantel Ahira voor 'hen uit. Zijn lange
beenen reppen zich, om d'e wachters nog tijdig
te brengen aan het doel van den tocht. Hij is
niet gerust op den afloop. Hij hijgt van vermoeid
heid, maar zet zijn oude'.lijf aan tot steeds grooter
spoed. De Farizeërs en overpriesters mogen het
halfgewonnen spel niet verliezen!
In de grafstede bieden rotswanden beschutting
tegen de kilte van den vallenden nacht. Ahira
verzegelt den steen, die de nis afsluit, waarin men
den gekruisigde bijgezet heeft. Hij vestigt de aan
dacht van de soldaten op de gaafheid der zegels,
maar dezen blijft 't onverschillig; ze loeren naar
een hoek, waar ze, zoodra 'de magere oude zijn
hielen gelicht heeft, straks hun doinmeling kunnen
hervatten.
Nauw zijn de ritselende slippen van 't priester
kleed in de vaagheid van 't duister verdwenen,
of de soldaten wentelen zich in hun mantels en
strekken zich uit op de kille steenen. Spoedig
galmt hun geronk, door de gewelven spookachtig
weerkaatst.
Ze droomen.
Florus keert weer naar zijn bloeiend Germania,
waaruit hij als krijgsgevangene van Drasus tien
jaar geleden naar Rome vertrok, om als lichtge
wapende bij de 'hulptroepen te worden ingelijfd.
Hij vaart op de Elbe en lichtblonde vrouwen volgen
zijn vaart met begeerig oog.
Cornutus 'brult als een stier in zijn nachtmerrie.
Hij 'heeft een tweegevecht met een stoeren Cre-
tenser en kan hem geen baas blijven. De vuist
slagen regenen op zijn rag. In 't zwarte gelaat
van den Numidiër licht 'het wit der vertrokken
oogen op in den nacht. Rochelend ontwaakt hij
uit zijn benauwdheid, wentelt zich om en slaapt
weer in.
Ook Paterculus droomt. Paterculus is een 'huur
ling, die vecht om zijn brood. Waar hij vandaan
komt, weet niemand. Zelf 'herinnert hij zich vaag
iets van een vroeger tehuis. Maar dat is lang ge
leden. 'Hij is nu een oud mannetje en zal spoedig
te stram zijn om langer te dienen. Wat moet hij
■dan?
Ze noemen 'hem „Vadertje", de soldaten, en
nemen hem in de maling. Maar ze trakteeren hem
ook en dat maakt alles weer goed. Doorloopend
i? „Vadertje" dronken, en 'dat is maar gelukkig,
want als hij nuchter is, wordt hij zwaarmoedig. Hij
is arm en staat moederziel alleen op de wereld,
want den weg naar huis is hij vergeten.
Maar nu droomt „Vadertje". En hij lacht in zijn
droom. Want wat hij ziet is zóó mooiEn
zoo plotseling is het gekomen.
Pas nog werd 'hij verschrikt door een aardbeving,
hij hoorde 't gewelf dreunen en 'het kreunde rond
om hem als 't brallen van een stier. Maar nu is
het stil, en die plotselinge stilte is wonderbaar.
Licht wordt het opeens in den nacht. En, o
schrik, dat licht schijnt uit 'het graf, dat Paterculus
moet bewaken. Een stralende gestalte wentelt den
steen af, en gaat er op zitten.
Waar is Paterculus' zwaard? Hij wil het trek
ken, maar kan niet. Zijn handen zijn machteloos
door den sl^ap. Hij wil roepen: „Florus Cornutus!!"
Maar hij kan niet; zijn stem is stom door den
slaap.
Een paar vrouwen verschijnen in den cirkel van
't stralende licht. Paterculus kent ze, herkent ze.
Zijn moeder, zijn vrouw! Teed'ere tranen ontglijden
zijn oogen. Hij is weer thuis, in den lang vergeten
kring zijner gelieven. In verrukking strekt hij de
handen uit. Maar d'e gestalte in het sneeuwwitte
gewaad richt het woord tot de vrouwen. „Weest
niet bevreesd," zegt hij, „hij, dien gij zoekt, is
hier niet; hij is opgestaan."
Vol vrees en groote vreugde verwijderen de
vrouwen zich van de grafstede, en „Vadertje" wil
met haar mee. 'Hij werkt en wrikt om zich te ont
worstelen aan de overmanning van den slaap.
Naar het licht wil hij! Een kreet, en waarlijk, hij
ontrukt zich aan: zijn verstarring. Maar nu hij wak
ker wordt, is alles donker
De morgenschemering kiert door de deur van de
grafstee. Daar is het licht! „Vadertje" springt over
eind, en, te onthutst om zijn zwaard aan te gespen,
rent hij naar buiten. De rotsen glanzen in het
prille rood van de opkomende zon. Klimmend en
klauterend, buitelend over de steenen, rept zich
Paterculus stadwaarts. Hij is ontzind van ver
rukking, nu hij den weg heeft hervonden naar
huis.
Maar plotseling staakt hij zijn draf. Waar zal hij
heen? Stomme droefheid bevangt hem. Hij is ann,
hij is oud. Hij beeft geen geld om zich los te koo-
pen en een plaatsvervanger te stellen. Hij heeft
■niets dan zijn bescheiden soldij en deze heeft hij
reeds 'bij voorbaat verbrast en verdronken
Paterculus zinkt meer op den weg. Had hij zijn
zwaard maar, 'hij zou er zich in storten uit wan
hoop. Wat blijft hem over, nu hij den weg naar
huis weet, maar d'e middelen hem ontbreken?
Kan hij, nu hij d'e lichtgestalte en de engelreine
vrouwen aanschouwd heeft, nog langer een ge
meen soldaat, een brasser en zuiper blijven?
Zoo vindt hem Ahira, die 'bij 'het krieken van den
dag zich spoedt naar het graf, om zich te verge
wissen, dat zijn bang voorgevoel hem gelukkig be
drogen heeft. Ligt daar d'e soldaat? Heeft hij zijn
post verlaten? Wee, o wee! Dan is het ergste
gebeurd'.
„Paterculus, wat heb je? Waarom hier, zonde:
zwaard, en niet ginds, op je wacht?"
En Paterculus vertelt hem, wat hij aanschouw!
heeft. Zijn stem klinkt als zingen, zijn aanschiji
verheldert; hij wordt weder jong, nu hij het wonde:
verTelt.
Maar Ahira's gestalte zinkt onder 't luistere:
ineen. Zijn knieën knikken; 'de hand, waarmee
op zijn staf rast, siddert en schokt. Zijn adi
hijgt, zijn oogen puilen uit de kassen. Krampachtig
vertrekt 'hij zijn mond, terwijl hij tevergeefs tracht,
uit zijn droge keel klanken te persen.
Eindelijk stoot hij er uit, en 'het klinkt den ver
rukten Paterculus als de snerpende schreeuw van
een roofvogel:
„Zeg dit aan niemand, Paterculus. Zweer,
je het voor je zult houden ten eeuwigen dage. Et
als iemand je vraagt, waar de gekruisigde is ge
bleven, vertel d(an, dat zijn leerlingen hem jelui
hebben ontstolen, terwijl jelui sliept. Zweer,
je het nooit anders dan zóó zult vertellen, en dit
is voor jou
Verbaasd kijkt Paterculus opwaarts in het out-
zette gezicht van den priester. Maar, zich buigende
over de beurs en dien ledigend, komt hij dra tol j
bezinning.
„Dit is geen droom, maar werkelijkheid'. Harde
rinkelende, rollende zilverstukken. Heusche harde
denariën, genoeg om een manipel huurlingen vfl|
te koopenl"
„Zweer je, Paterculus?"
„Natuurlijk, ik zweer! Duizend harde dena- j
riënü"
Paterculus scheept -zich in naar zijn land. Hi|
is een ander man; de weerglans der lichtgestalte j
verlaat zijn gezicht nimmermeer. Jong en
zijn zijn trekken; edel vuur glanst in zijn
en zijn stem klinkt als zachte, teere muziek, wa® I
neer hij den stuurman vraagt, hoeveel dagreiz®
hem scheiden van het hervonden tehuis.
Hij behoeft niet te liegen, want niemand vraag'
hem naar zijn geheim. De drukke, woelige k°°P'
stad heeft wel wat anders, om zich in te ver
diepen. Wie van de duizenden reizigers in
haven heeft ooit van den gekruisigde gehoord?
Maar mee naar zijn land en zijn thuis nee®1
Paterculus de herinnering aan 't Wonder, dat een*
in, eeuw uit de latere geslachten der mensc
steeds opnieuw in verrukking zal brengen, on
het droom en werkelijkheid in zich vereenigt-
Maandagavond hield de
eeniging een vergadering
Overveen
In de Donderdag t.v.
lijst werd eene wijziging g
zij als volgt samengesteld:
1. A. Cassee;
2. J. J. Lansdorp;
3. G. M. W. Margadant
4. A. E. Beekman;
waarbij opgemerkt dien't t
Beekman voor geen 'hooge
wenschte te komen.
Woensdagmiddag vermis!
je, hangende aan het stue
stond voor een perceel aa:
dit taschje bevonden zich
en een portemonnaie met
dader, de 16-jarige Haar!
evenals zijn- gehuwde broei
aangehouden.
'Beide bekenden zich aai
schuldig gemaakt.
Vrijdag 8 April had ee
schen twee vrachtauto's Of
Van- LennepwegZandvooi
'Beide voertuigen wendt
een vrij ernstig. Persoonlij
te betreuren. Tegen de c
verbaal opgemaakt.
Zaterdagmiddag is aangi
stal eener handwagen, staa
perceel Bloemendaalschew
onderzoek.
Zaterdagmiddag melddt
bureau twee jongens (bro<
die uit Rotterdam op een
gereden. Door 'de zorgen
transport naar hun woonj
Dinsdagmiddag reed et
hek van perceel Zijlweg 1
passagier gingen aan dei
thuis te behooren in e
Haarlem De exploitant hac
dag verhuurd aan een z-ek
S. werd aangehouden, i
•de zaak te weten. Hij hit
frontatie met den eigenaar
der onmiddellijk 'herkende
zaak weinig doen,
Showroom en gara
Zaterdagmiddag heeft de
nieuwe showroom en gara
te Haarlem, ond'er groote
een belangstelling, welke
is
Zooals men weet, is de
eele Ford-dealer voor Hat
halve een- groote versche
trokken 'bijzonder de aan
Lincoln's, mede fabrikaat
Het gebouw, waarvan d
hagen is, en uitgevoerd di
een sieraad voor de omg<
practische eischen te steil
rage is ten deze rekening
ruime inrij, bijzonder gecor
tige verlichting, centrale
■bewijs, dat moeite noch I
uitstekend geheel te verk
Ond'er de aanwezigen n
Van Tetering, (secr. Middi
Boom, (voorzitter idem);
voor advies van den mid
teur Ford Motor Compy
Tedinig van Berkhout Sr.
Ruim 50 'bloemstukken v
honderden persoonlijke er
den heer Limbach 'bereikt
Bij de Kamer van Ko
voor Haarlem en Onistrekt
zoek van de Arrondissemi
lem, om advies uit te 'bre
eediging van de navolgend
in den achter hun naam i
1- W. C. Dekker, Heen
255, als makelaar in mach:
pen.
2- T. Grauweiman, Sch
als makelaar in onroereni
en hypotheken.
3- W. G. van Hesteren
3, als makelaar in onroer
tiën en hypotheken.
4- A. J. Gerritsen, Haai
Berkhoutstraat 6, als rr
roerende- en onroerende
5. J. Seger, Zandvoort
als makelaar in gedroogde
en koffie.
6. 'N. J. Th. Schmidt,
laan 4, als makelaar in
assurantiën.
7- W R, Voorvaart,
Sloterweg 23A, als make
8- L J. Kolkman, Hill
als makelaar in meubelen
9- C. J. Verloove, Haa
als makelaar in ruwe kol