UITNOODIGING
s
ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
I HAARLEMSCHE BANKVEREENIGING S
KLUIS-INRICHTING
GULLIVER
Bloeiwflaals IJzaraiapzija
Naobtveiligheidsdienst - Controle
Kuipers Davids
EXPOSITIE HENK DE VRIES, ZANDVOORT
Dancing Rusthoek
2 Iste JAARGANG
ZATERDAG 16 JULI 1927
No. 28
VOOR BLOEMENDAAL, ©VERVEEN, /ERDENHOUT
VOGELENZANG, SCHOTEN, SANTPOORT, ENZ.
BI} KANTOOR VOOR ADVERTENTIES: ADVERTENTIEBUREAU D. Y. ALT A, DUVEN VOORDESTRAAT 28, HAARLEM
3 BIJKANTOOR: BLOEMENDAAL, BLOEMENDAALSCHEWEG 147
Korte Kleverlaan 22-24
Telefoon 22704
Uw adres voor ALLE SOORTEN
o Gereedschappen, speciaal op Tuin-
Uouwgebied. Komt U eens kijken;
A, ZETSTRA, timmerman en aannemer
RIJWIELSTALLING
A.Ü.POSI', Verbindingsweg 53
Intensieve bewaking
Billijke tarieven
Kantoor Raaks 13, Haarlem, Tel. 13880
ELECTR. REPARATIE-INRICHTING
van alle soorten Schoenen en Laarzen
L. FABER ZN.
HAARLEM
Nassaulaan 4
S GARAGE F. STAPPERS
Gedempte Oude Gracht 40, Haarlem
5 le ki. Reparatie-inrichting. Expertise 3
DAMES-KAPSALONS
zaterdag's 8-11 uur, Entree 25 ct.
ZO nd ag's 8-11 uur, Entree 25 Ct.
PLAATSELIJK NIEUWS
BLOEMENDAAL
ABONNEMENTSPRIJS f 3.50 per jaar, f 1.75 per hall
jaar bij vooruitbetaling vóór 1 Januari of 1 Juli, na dien
datum verhooging van f 0.15 incassokosten. Voor Indiè en
't Buitenland met verhooging der porto. Losse nummers
71/2 ct. Abonnementen kunnen met elk nummer beginnen
REDACTIE EN ADMINISTRATIE: DRUKKERIJ T. TIMMER, DE GENESTETWEG 23, BLOEMENDAAL
TELEFOON 220O3
POSTGIRO 30785
ADVERTENTIËN: 18 cent per regel, bij contract
belangrijke korting. Kleintjes: Vraag en aanbod, huur
en verhuur, koop en verkoop, van 1 tot 5 regels 60 cent
elke regel meer 12 cent uitsluitend bij vooruitbetaling.
Boven, onder of naast den tekst speciaal tarief
K!B&b!Hlg£Ê!lB&aE£gaBaMaBHaHiiBHag£SiCËi£!gïl3&g«2£BaHBBHeaBIBBa«IMH
(Nadruk verboden)
9
Alen kent het verhaal van Gulliver, die
eerst onder de Lilliputters en daarna
under de reuzen verzeild raakt. Een van
de aantrekkelijkheden dezer diepzinnige
geschiedenis is het verschil in de houding,
welke de held onderscheidenlijk aan
neemt tegenover zijn zoo verschillende
omgeving. Zoo machtig hij zich gevoelt
jegens de om hem heen krioelende schep
seltjes van nog geen duim hoog, zoo klein
en angstvallig wordt hij ten overstaan
van de geweldige gedrochten, waarbij hij
zelf slechts een dwergje gelijkt. En toch
is hij dezelfde Gulliver gebleven.
Ook wij blijven dezelfde in onzen om
gang met groot en klein. Maar hoe wisse
len ook wij van houding naarmate onze
omgeving verandert! Want gelijk Gulli
ver verkeeren ook wij beurtelings onder
Lilliputters en reuzen.
Een onderofficier voelt zich een koning
over zijn minderen, maar komt er een
generaal, dan krimpt hij tot een niets
waardig schepsel ineen. Een schooljongen
commandeert thuis zijn broertjes en
zusjes, maar voor zijn ouders en onder
wijzers is hij bevreesd. De notabele van
het dorp voelt zich als gast van een vrien
delijk stadsheer beschroomd tegenover
den huisknecht. v
Hieruit valt op te maken, dat de per
soonlijkheid van den mensch de weerslag
is van den indruk, welken zijn omgeving
op hem maakt. Men noemt iemand trotsch.
Doch dit beeld heeft men van hem ge
kregen, doordat men den betrokkene alleen
heeft aanschouwd in den kring van zijn
vleiers. Als men hem waarnam in het ge
zelschap van de grooten der aarde, van
wie hij afhankelijk is, zou men hem
nederig noemen.
Nederig en trotsch tegelijk? Is dé
mensch dan een Janus met twee aange
zichten? Inderdaad, het heeft er iets
van. Het eene aangezicht staat gekeerd
naar de reuzen, het andere is gericht op
de Lilliputters. Het eerste gelaat drukt
vrees, achterdocht, minderwaardigheids
gevoel uithet tweede straalt van zelfver
trouwen en kracht.
Met dezen Janus hebben wij steeds
rekening te houden. Ontmoeten we iemand,
dan moeten we, aleer we hem kunnen be-
oordeelen, ons afvragen: hoe beschouwt
deze man mij? Ben ik in zijn oogen een
reus of een Lilliputter? Want naarmate
hij zich met mij vergelijkt, zal zijn gedrag
zijn.
Tweeërlei is de weerslag, die deze ver
schillende omgeving op ons kan maken.
Er zijn menschen, wier gevoel van meer
derheid hen verleidt tot tirannie over
de Lilliputters. En er zijn anderen, die
door den aanblik van die kleine, afhanke
lijke schepselen aan hun voet gedreven
worden tot medelijden en hulpbetoon. Zoo
openbaart zich Gulliver's karakter in Lilli-
put.
Beiderlei soort zullen we wel hebben
aangetroffen. Tiran toont zich reeds het
kind, dat zijn jongere broertjes en zusjes
koeieneert, maar lafhartig op de vlucht
slaat, zoodra een grootere jongen die
kleintjes te hulp schiet. Tiran is de amb
tenaar die zijn ondergeschikten geen fout
vergeeft, maar kruipt voor zijn meerde
ren in rang. Tiran is de grootdoener, die
door zijn bluf verlegen menschen ontzag
inboezemt, maar door nederigheid bij do
Wagenmaker Tuinhouwgereedscliappen
Beveeld zich beleefd aan voor alle voor
komende "werkzaamheden in deze branche
Verhuurinricliting van HANDWAGENS
krachtigen in de gunst tracht te komen.
Deze Gulliver heeft twee polen. Zooals
hij jegens de dwergen is, zal hij ook tegen
de reuzen zijn. Dat wil zeggen, in omge
keerde richting. Neemt men hem in Lilli-
put waar, dan weet men ontwijfelbaar
zeker, hoe hij zich in Brobdingnag zal
gedragen.
Tegenover dit soort staat een ander
soort menschen. Ook zfj kenmerken zich
door een bijna volstrekte tegenstelling in
hun houding onderscheidenlijk jegens
reuzen en dwergen. Maar deze houding is
de keerzijde van hetgeen de zooeven ge
schetste groep geeft te zien.
Men kent die goedige boomen van jon
gens, tot wie de tengeren en zwakken zich
voelen aangetrokken, omdat ze hun na
tuurlijke beschermers zijn. Hulpvaardig
laten ze zich door de kleintjes gebruiken
bij al wat de krachten van deze kleintjes
te boven gaat. Maar tegenover een vol
wassene gedragen ze zich wrevelig en
norscb. alsof ze zich in hun gezelschap
schamen voor hun figuur.
Later worden deze beschermers van de
zwakken de voorvechters, die het op
nemen voor de minvermogenden in hun
omgeving. Zij zijn de pioniers der welda
digheid, de helden in den strijd om een
rechtvaardige maatschappij. Zoo vriende
lijk en zacht ze zich jegens de armen en
geringen toonen, zoo barsch en bót zijn
ze jegens de voornamen en rijken. Hun
meedoogen met hulpbehoevenden brengt
hen tot opstandigheid jegens de zelfver
zekerden, die prat gaan op hun welstand
en macht.
Dikwijls ligt er aan een dergelijk uit
eenloopend optreden echter ook een min
der nobele oorzaak ten grondslag. Het is
dan bij deze menschen eveneens ij delheid,
welke hen gelijk de vertegenwoordigers
van de voorgaande groep hun gedrag
voorschrijft. Ook zij hebben allereerst be
hoefte aan erkenning, waarop zij hun zelf-
achting kunnen bouwen.
De eerste als tirannen, de laatsten als
beschermers der Lilliputters putten kracht
uit hun overwicht. En omgekeerd onder
de reuzen trachten de eersten door nede
righeid, de laatsten door nurkschheid hun
eigenwaarde te redden. De vleiers meenen
door hun minzamen omgang op voet van
gelijkheid met hun meerderen te komen:
de trotschen door hun onvriendelijkheid
hun meerderen te overtuigen, dat ze hun
omgang niet noodig hebben.
Daar de mensch niets zoozeer noodig
heeft als zelfvertrouwen, ligt het voor de
hand, dat we onwillekeurig ons gezelschap
in Lilliput zoeken. Daar is het gemakke
lijk boven de maat uit te steken. In het
land der blinden immers is éénoog koning.
En koning wenschen we allen te zijn.
Eveneens schuwen we van nature het ver
keer met menschen en kringen, waartegen
wij hoog opkijken. We laten ons ongaar
ne door reuzen tot het besef brengen van
onze eigen nietigheid. De vergelijking -met
onze omgeving moet steeds gunstig uit
vallen voor ons.
Daarom zien we reeds onder kinderen
vaak jongens, of meisjes het liefst met jon
geren in leeftijd spelen. Maar een verstan
dig opvoeder maakt aan dit spel spoedig
een eind. Want Gulliver moet van meet af
leeren, dat de waarde van zijn persoon
niet wordt afgelezen uit de vergelijking
met zijn omgeving. Niet wat hij ten ove
staan van de reuzen, noch wat hij ten
overstaan van de dwergen gelijkt, maakt
Gulliver's beteekenis uit. Slechts wat hij
is op zichzelf, is voor hem van belang.
Hoe sterker onze persoonlijkheid groeit,
des te minder afhankelijk ze van onze om
geving zal zijn. De man van karakter
blijft dezelfde, of hij in Lilliput dan wel
in Brobdingnag woont.
H. G. Cannegieter.
OOtXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXJ
OOOOOaXSOOOOGOOOOOOOOOOOOOOOOOCO
OCXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXJOO
KLEINE HOUTSTRAAT 10, TEL. 12896
Concurr. prijzen en vlugge bediening
ÖOOOOOCXXXXXXXXXXXXXXXXXJOOOQOOOO
VOOR DE TENTOONSTELLING
VAN SIERWERK VAN MEVR.
W. F. BRONGERSMA—KLINK
HAMER EN KUNSTDRIJFWERK
F. D. DUYS, TE HOUDEN IN DE
TOONZALEN DER FIRMA J. A.
BOSKAMP ZN. TE OVER VEEN
VAN 11 TOT EN MET 30 JULI
OP WERKDAGEN VAN 10-6 UUR
FIRMA
OAiVUS-eoll :.!iKLEER
MAKERS. S C rITVVt- RK EKS
Maast de Nationale Bank
TELEFOON 13309
Levering van le klas
Maatwerk en prima
ENQELSCHESTOFFEN
Cn ncur ret-rende prijzen
Vraagt onze UITGEBREIDE
ZOMER-COLLECTIE aan
Telefoon 14454
s ir: s s ai e s a ik a n
BOS-VAN DEM ENDEN
HAARWERKEN - PARFUMERIEËN
DORPSSTRAAT 27 BLOEMENDAAL
au HET POSTKANTOOR, TELEFOON 22386
Expositie Henk de Vries, Zandvoort. De eerste
gedachte, die men krijgt bij een bezoek aan de
tentoonstelling van Henk 'de Vries is, dit is werk
van iemand, die de schoonheid en de vreugde lief
heeft. Het is geschilderd in een kleurencombinatie,
die alle troebelheid en grijsheid verwerpt. Het is
interessant de ontwikkelingsgang van dezen schil
der te volgen. De nrs. 17 (stilleven met waaier),
en 18 (appelen itn schaal) zijn nog impressianistisch
gezien, alhoewel we in nr. 18 toch reeds een spoor
ontdekken, Idat richting wijst naar nieuwe uit
drukkingsvorm. Tusschen dat oude en nieuwe
zien we hier als overgang mr. 23 (stilleven met
citroenien) geschilderd in meer expressianistische
voudig, met kinderpretoogen en een mondje, dat
nog niet weet van bewust liegen. Wie zóó een
paar kinderoogen schildert, moet zelf veel van
een kind en ziel bewaard hebben.
No. 8 (landschap met koopman) eenvoudig, rustig
van compositie, met die blanke bergen, waartegen
dat zonbelichte huis, waarlangs de koopman gaat,
zooals de handel gaat in 't leven, dikwijls zijn
schaduw werpend op wat blank en mooi is. Het
is een doek wat veiel te denken geeft.
No. 3 (sneeuwlaantj'e) geeft ons de dingen, zooals de
sneeuw ze maakt, het laantje als uit een heel oud
sprookje, zeo'n laantje waarlangs vele stille men
schen gegaan zijn, en die beuken in no. 19 als
Expositie Henk de Vries
Landschap met Koopman
vorm, maar van compositie, waarin de vruchten
gebruikt worden om een gedachte te vertolken,
en dit is juist het kenmerkende van dit werk, dat
't zich van veel ander werk onderscheidt, 't blijkt
niet geschilderd te zijn om de innerlijke schoon
heid alleen, maar wat méér zegt, ja, wat alles
zegt, het heeft inhoud, iets waar onzen tijd be
hoefte aan heeft, karaktervolle inhoud!
We zien hier in nr. 14 de Lente geschilderd, in
eert licht, dat niet meer naturalistisch is, een
ander licht, dat nog even de zware donkere stam
men in 'hun donkere hoek verlicht, die zich nog
staande houden en nagloeien, maar toch gedoemd
zijn, plaats te maken voor het nieuwe, dat nog
teer en blank, maar toch in onstuimige golving op
rijst, als een zacht wonder, overal uit de dank
bare aarde. Wie leeren bij het aandachtig rustig
bekijken van dit werk de gedachten van den schil
der over het leven eruit kennen. Rustig moet men
dit werk bekijken om te kunnen zien, met welk
een diepe vreugde nr. 6 (tuintje) geschilderd is.
Nr. 20 (portretstudie Ab.) geeft ons en kind, een
strijders, die zeker van hun overwinning, kalm
de winter over zich heen laten gaan.
No. 12 (mergelgroeve) geeft ons den arbeid in een
gloeiende kleur en daarboven als tegenstelling van
dat geworstel, arbeid dn het volle licht. Over dit
doek zou veel te schrijven zijn, maar het zou ons
te ver voeren dit uitvoerig te behandelen, Noemen
wij nog no. 4 (Fuchia) die in 't venster te bloeien
staat, zooals hij eeuwen d'e bloem geweest is, die
de vensters der menschen heeft gevuld en schoon
heid gegeven heeft, evenals no. 21 (Goudsbloemen!,
Meestal in groote vlakken, dikwijls met het mes
vlot en krachtig gesc'hildert, getuigt dit werk van
een macht over de techniek, die gelukkig hier
niet behoeft te dienen om innerlijke leegte te ver
bergen, maar integendeel een rijke inhoud helder
openbaart. Ik zou ieder, die voor kunst voelt,
willen aanraden, hier eens rond te kijken, het zal
hem bij rustige beschouwing een verkwikking voor
den geest zijn.
R,
Middelbare School voor Meisjes <,'t Kopje'.
Bevorderd van de 4de klasse litt.-econ. naar de
5de klasse litt.-econ.: M. Brandt, D. Breyer, Th
Crol, V. van lHall, L. von Lindeiner, L, de Savornin
Lo'hman en A. van Voorst Vader.
Van de 4de klasse meisjes H.B.S. naar de 5de
klasse: IJ van Asch van Wyck, B. Bruyn, C.
Cremers, M. van Geuns, D. Gunters, I. de Jonge
van Ellemeet, P, Kakabeeke, G. van Konijnburg,
N. Douw van der Krap, N. Labberte, IJ. Lamping,
W. Quintus, H. Roser, E. Verkade, A, Vrijdag en
C. Wildervanck.
Voorwaardelijk bevorderd M. Birkhoff.
Van de 3de klasse litt.-econ, naar de 4de klasse
litt.-econ.: M. Bosch, A. van 'Rijk, A. Halkema, D.
de Jonge van Ellemeet, A. Kruimel, T. van der
Linden, G. Molenaar, N. Teding van Berkhout, A.
van Valkenburg en W. de Wijs.
Voorwaardelijk bevorderd: A. Herweyer.
Overgegaan van de derde klasse litt.-econ. naar
de 4de klasse meisjes H.B.S.I. Adams en S. van
VooTst Vader.
Van de 3de klasse meisjes H.B.S. naar de 4de
klasse: M. Cordes, L. Creutz, C. Crommelin, L. van
Geen, N. Groenendijk, L. van Hasselt, A. Osieck,
K. van Panhuys, M. Rutgers van der Loeff, C.
Teding van Berkhout en C. Venning Meinesz.
Voorwaardelijk bevorderd: W. Levenkamp. Niet
bevorderd 1.
Van de 2de klasse naar de 3de klasse: L. de Clercq,
M. Crommelin, H. van Hall, B. van Heemstra, A,
Kruimel, M. van der Scheer, G. Schimmelpenninck,
R. Valck Lucassen, E. Veltmam, H. Visker, W. Voet
en C. Woudsma.
Voorwaardelijk bevorderd: D. Guépin, P. Mout-
liaan en E, Timm.
Niet bevorderd 2,
Van de le klasse naar de 2de klasse: C. Adams,
A. van Beeck Vollenhoven, S. Halkema, G. Hey-
broek, K. van Idsinga, C. de Jonge van Ellemeet,
E. Leendertz, C. van Löben Seis, K. Meertfens, E,
Meihuizen, P, van Munster van Heuven, A. van
Oldenborgh, L. van Riemsdijk, I. van Rossum, S.
van Steeden, G. Teipe, A. van Valkenburg, R. van
Weel en L. Westerman.
Niet bevorderd 2.
Toegelaten tot de 4de klasse: J. de Jong Schou
wenburg, D, van Pestel en C. Quarles v. Ufford.
Toegelaten tot de 3de klasse: A. v. Heeckeren
van Moleneate en A, de Jong Schouwenburg.
Toegelaten tot de 2de klasse: E. de Rochemont,
E. Tydeman en A. Lambrechtsen.
Toegelaten tot de 1ste klasse: M. C. van Beeck
Vollenhoven, C. Beels, M. J. J. van Beusekom, A.
Beker, J. W, M. Bol, C. Bruyn, C. J. van Dongen,
J Evertsz, D. G. Groenendijk, L. Hanneman, D.
J. Hooft, M. L. van 'Hasselt, E. Hobijn, I. de Jonge
Mulock Houwer, G. A. Kamphuis, S. H. W. Kanne,
I Kruimel, A. Lambrechtsen, A. C. van de Poll,
A, Romer, J. H. Ruygrok, A, Snijder, N. Vieitman,
C. de Visser, W. F. Zegers Veeckens en E. S.
Lemans.
Het concert, door de H.O.V. Dinsdagavond in hel
B.oemefldaalsche Bosch gegeven, trok wederom
vele luisteraars. Heerlijk zomerweer, schitterende
muziek, voorbeeldige 'Orde, ziehier de factoren,
welke dezen avond tot een voortreffelijken maak
ten!
Woensdagavond maakte het Chr. Fanfarekorps
Sursum een muzikale wandeling door Bloemen-
daal. De pittige marschmuziek en het frissche weer
verlokte velen, den tocht mede te maken.