ST0E
Een
Rubriek van den Arbeid
BINNENLAND
BUITENLAND
Bij brand een der volgende
nummers opbellen:
0VERVEEN A*L Tele,#onn,immer 10960
AERDENHOUT Telefoonnummer 26103
BENTVELD - - Telefoonnummer 26017
VOGELENZANG - Telefoonnummer 28129
NEDERL. OOSY-INDIË
LANDBOUW
A. G. G. M. GIORGIS EN ZOON
DRUKKERIJ
TIMMER
belast zich met het plaatsen
van advertentiën in elk
daarvoor op te geven blad,
zonder prij sve rho o g i n g
Sf
SCHAA
ONZE PL Al
Als een ielle dissonant tusschen de altijd eenigs-
zins feestelijke zomer- (want vacantie-) tijd, kwam
daar Zondag het ontzettende gebeuren van de
botsing van een paar armzalige stoomtrammetjes
in Laren, onder aan den Larensdhen berg, waar
door met één slag een geheel gezin op de vreese-
lijkste wijze werd ontredderd. 'Een man, vrouw en
dochtertje werden gedood en de eenige overleven
de van het gezin van 4 personen, een achtjarig
knaapje werd verminkt, zoodat zijn eene been
moest worden afgezet. Verder werd nog een man
gedood, terwijl een aantal passagiers zwaar en
lichtgewond werden. En dat alles, ten gevolge van
het feit, dat de stoomtramchefs te Laren en Mui-
derberg tegenstrijdige orders gaven, waardoor de
treinen op elkaar in liepen. Dit voorwereldlijke
vervoermiddel, de stoomtram, die de roekelooze
gewoonte had, er geen vaste wisselplaatsen op na
te houden, zal ongetwijfeld, onder den drang der
publieke opinie men spreekt van een groote
demonstratie in Laren althans gedoemd zijn te
verdwijnen. En het eenigste wat men dan kan
zeggen is, dat het toch nog veel te laat is!
ïn verschillende deelen des lands heeft de wind
(men spreekt nu maar bij het minste geringste van
„windhoos" en „cycloon", doch het ware verstan
diger, deze sombere woorden niet zoo overdadig te
gebruiken en aldus onnoodige gedachten van angst
en groote vrees te verspreiden) en het onweer
danig huisgehouden. In Gelderland en Drente wer
den vele boomen ontworteld, terwijl de bliksem
eenige boerderijen in de asch legde, en eenige
stuks vee doodde. Maar een kleine lichtstraal viel
er toch ook weer door de sombere onweerswolken,
in den vorm van een mooie gift, andermaal van
het Sineroefonds te Batavia, van 20.000.ten
behoeve van de slachtoffers van de Stormramp-
Neede.
De Amsterdammers werden ,,verblijd"(?) met het
jaarlijksche cijfergoochelfeest van Wethouder Wi-
baut, die zijn begrooting 1928 openbaar maakte,
waaruit bleek, dat andermaal het eindbedrag van
de begrooting hooger was, en nu in inkomst- en
uitgaaf 106.350.865.- beliep tegen 105.627.637.-
in 1927. En hij voegde erbij: als het geheele reser
vefonds, voorzoover daar niet reeds over beschikt
is, wordt uitgeput, dan nog zal het belastingbedrag
geraamd voor 1927'28 moeten stijgen met bijna
een millioen om de begrooting sluitend te maken.
De Amsterdammers vreezen een verhooging van
den factor. Maar daarover zal in de hoofdstad des
lands die het voorbeeld op het gebied van zuinig
heid en belastingverlaging behoort te geven, wel
een woordje in 'den raad vallen.
Een zeer weerzinwekkend staaltje van de wan-
hoopspolitiek der ondergrondsche (in dit geval
eigenlijk door-de-luchtsch) propaganda der Bolsje-
wiki is wel, dat men in Ned.-Indië den inlander
met de meest geraffineerde middelen tracht op
te zetten tegen het Nederlandsche gezag, o.a.
door hem radio-toestellen te versohaffen. Zoo
werd door een Chineesch amateur onlangs een
rede opgevangen, uitgezonden uit Wladiwostok,
die uitgesproken werd in vloeiend Maleisch en
o.a. zeide: Gij zijt daar ginds met uw 50 miliioenen
sterk genoeg om u niet te laten ringelooren, on
derdrukken en tyranniseeren door slechts 200.000
Hollanders. Slaat de Hollanders dood.
Zouden de Bolsjewiki wel eens hebben gehoord
van het zonderling wapen, de boemerang, die, als
hij niet treft, tot zijn uitzender terugkeert? Laat ze
eens naar China kijken. Een boemerang is een raar
ding, hoor.
De zomertijd, tijd van congressen en toeristenbe
zoeken, bracht ook een aantal Amerikaansche
journalisten naar Holland die Rotterdam, Den
Haag en Amsterdam bezochten. In Amsterdam
vond een maaltijd plaats, aangeboden door het
gemeentebestuur, waaraan talrijke autoriteiten, o.w,
burgemeester De Vlugt aanzaten en hartelijke
speeches werden gewisseld. Een incident vond
plaats, toen een aantal lieden, de Amerikaansche
journalisten bij hun bezoek aan het Koloniaal In
stituut te Amsterdam toeriepen, dat Sacco en Van-
zetti vrij moesten en dit ook op borden in het
Engelsch, den Amerikanen onder het oog brach
ten.
Engeland. Men is in Engeland, evenmin als in
de andere toonaangevende landen, niet zoo erg
teleurgesteld over het succeslooze einde van de
Geneefsche conferentie voor de beperking der be
wapening der zee. Men gelooft, dat de goede
verstandhouding met Amerika er niet door lijden
zal en men betreurt het aileen, dat niets is vast
gesteld geworden, op welke punten men het te
Genève wél eens is geworden, omdat dan de
wereld bekend zou zijn geworden, dat de confe
rentie niet zoo geheel zonder resultaat is ge
bleven, als men wel denkt. Een demonstratie van
de Amerikaansch-Engelsche vriendschap die
nog een waarborg te meer is voor de handhaving
van den wereldvrede was nog, de opening van
den Vredesbrug over de Niagara, door den Prins
van Wales, in gezelschap van Prins George en den
'Britschen premier Baldwin. De Prins van Wales
gaf in zijn rede te kennen, dat deze brug, die den
vrede herdenkt -die nu meer dan een eeuw tus-
schen Engeland en der Ver. Staten heeft bestaan,
een symbool zou zijn voor het behoud van de
vriendschappelijke betrekkingen tusschen hen, die
aan beide zijden van de grens wonen.
Frankrijk. Een opmerkelijk verschijnsel in de
Fransche politiek was het vrijwillig bedanken voor
het lidmaatschap van de Fransche volkenbonds-
delegatie door senator Henry de Jouvenol. Dit
is geschied als 'n protest, tegen de wijze waarop
Frankrijk 't heeft toegestaan, dat verschillende be
langrijke vraagstukken aan de autoriteit van, den
Volkenbond werden onttrokken, o.a. het Duitsc'h-
Russisohe verdrag, de politiek der Europeesche sta
ten in China en het Italiaansch-Joego-Slavische
conflict, zoomede het Albaneesch-Joego-Slavische
conflict. Hij meende, dat hij „den val van den
Volkenbond" moest stuiten en dat zal hij doen,
door nu weer critiek te gaan uitoefenen, wat
hem als lid van de Fransche delegatie onmoge
lijk was. Hij ontwikkelde het gezond oordeel, dat
het niet voldoende is, om te Genève telken jare
gedurende een maand de weldaden van -den Vol
kenbond te verkondigen, en idan de elf overige
maanden terug te keeren tot een tactiek, die haar
onmacht bewezen heeft. Briand ontkent, dat de
gevolgde tactiek onjuist zou zijn en hij achtte het
niet raadzaam, om in elk geval een beroep te
doen op den Volkenbond. Hij vond het n.l. wen-
schelijk om buiten den Bond om, de internationale
kwesties te behandelen, die langs den normalen
diplomatieken weg behandeld kunnen worden.
Briand heeft voorts verklaard te gelooven, dat de
gedane stappen in de richting van een Fransch-
Amerikaansch Locarno, binnenkort tot gevolg zul
len hebben het sluiten van een tractaat, dat de
eerste stap zal zijn voor een werkelijken oorlog
aan den oorlog.
Duitschland. In de Duitsche centrumpartij wor
den weer rare noten gekraakt. De voormalige rijks
kanselier dr. Wirth heeft namelijk een actie in
gezet tegen het ontwerp-rijksschoolwet, dat bin
nenkort behandeld wordt. Hij was tegenstander
van de in dit ontwerp beoogde „Konfessionsschule"
en voorstander van de z.g. gemengde school. Door
deze actie wordt de klove tusschen Wirth en het
centrum nog grooter, omdat het juist dit wets-
ontwerp is, dat het centrum verlangde als be
looning voor zijn toetreden tot de rijksregeering
van thans.
De Fransch-Duitsche onderhandelingen over een
handelsverdrag, die te Parijs gevoerd worden,
leveren nogal moeilijkheden op, De Fransche mi
nister van handel, Bokanowski moest er zelfs zijn
reis naar Amerika voor uitstellen. Toch verwacht
men tegen einde van dezen week overeenstemming.
Amerika. De Amerikaansche jurist, prof. Kirch-
ney can Columbia, vroeger directeur der New-
Yorksche Staatsgevangenis Sing-Sing heeft, vol
gens de Vossische Zeitung aan een journalist ver
klaard, Sacco en Vanzetti onschuldig te achten,
maar niet te gelooven, dat de ten uitvoerlegging
van het vonnis verhinderd kon worden. Volgens
hem hadden tegenover de openbare meeningen
Amerika 'de beide mannen, die buitenlanders wa
ren en als „bolsjewisten" stonden aangeschreven,
van den beginne af geen kans gehad om niet ver
oordeeld te worden, omdat de rechten, vooral in
het provinciestadje, waar deze zaak zich heeft
afgespeeld, zich eerlijk als „verdediger der Ame
rikaansche maatschappelijke orde" voelt. Voor een
dergelijk rechter hadden, volgens hem, beide man
nen evenveel kans om hun onschuld te bewijzen,
als b.v. een russisch contra-revolutionnair voor
een sovjet-rechtbank of een sociaal-democraat voor
een fascistischi.'n rechter. Tot zoover de professor,
In ons land heeft behalve door „Het Volk" het
„Handelsblad" op loffelijke wijze zijn lezers van
deze misschien tweede Dreyfus-zaak op de hoogte
gehouden.
„Twee minuten" bij den Minister. Camille Fidel,
de bekende koloniale medewerker van de „Dépêche
Coioniale" te Parijs, heeft van een kort verblijf
in Den Haag gebruik gemaakt om bij onzen Mi
nister van Koloniën binnen te loopen. De Fransche
journalist blijkt zeer verrast door den eenvoud van
het departementsgebouw, dat hij aldus beschrijft:
„een bescheiden vierkant blok van 30 bij 40
nieter, zie daar, het geheele ministerie waarvan
het onmetelijke Indische rijk afhankelijk is." Wijd-
sche wacht- en ontvangzalen, boden-in-uniform
heeft hij niet opgemerkt, hij wordt dadelijk binnen
gelaten bij den Minister. Het treft ongelukkig: deze
staat op het punt naar een conferentie te gaan,
en de journalist moet zich tot enkele korte vragen
beperken. Tot zijn verbazing verneemt hij uit
's Ministers mond, dat in Nederland, niettegen
staande drie eeuwen koloniale traditie, de koloni
ale kennis het monopolie van een betrekkelijk
weinig talrijke élite vormt en het nog steeds noo-
dig blijkt, de belangstelling voor de koloniën bij
fde groote massa der bevolking op te wekken.
Het gesprek kwam op de koloniale producten,
waarbij de Minister de door den Franschen jour
nalist verrassende uitspraak deed, dat de parti
culiere proefstations aan het Gouvernement tot
model hebben gediend voor de stichting van zijn
eigen proefstations. Wat het voornaamste uitvoer
artikel van Inldië, de suiker betreft, had de jour
nalist honderden vragen op de lippen maar de
telefoon rinkelde en de Minister moest vertrekken.
Mogen wij nu den heer Fidel eenige belangwek
kende cijfers meegeven?
Blijkens de gehouden enquête droeg de suikerin
dustrie in 1925 direct en indirect bij in het Indische
Staatsbudget een bedrag van ruim 38 millioen:
zij alleen bestreed daarmede 6% van, de totale ge
wone Staatsuitgaven in 1925.
Uit de totale exploitatiekosten van alle suiker
fabrieken op Java (exclusief belastingen en onge
rekend de afschrijvingen en reserveeringen ad
283 millioen) kwam aan de Inlandsche bevol
king rechtstreeks ten goede 123 millioen.
Het totaal uitgekeerde winstcijfer bedroeg over
1925 rond 76 millioen; de winst, welke aan aan
deelhouders, directeuren en commissarissen, dus
degenen die het kapitaal en het intellectueele
werk (althans een deel daarvan) leverden, wérd
uitgekeerd, bedroeg twee maal zooveel als hetgeen
het Gouvernement, dat slechts de hand behoefde
op te houden, ontving.
Tenslotte droeg de suikerindustrie voor 30% n.l.
11 millioen bij in de inkomsten van het Gou
vernement uit het vrachtvervoer der Staatsspoor
wegen; totaal betaalde zij aan spoorvrachten 12^
millioen.
Met deze aanvulling heeft de Fransche journalist
in twee minuten inderdaad genoeg gehoord, waar
over veel valt na te denken en niet door hem
alleen!
Een onrijpe vrucht. Zooals men weet, is thans
bij de Eerste Kamer aanhangig een wetsontwerp,
waarin nadere regelen worden gesteld betreffen
de de collectieve arbeidsovereenkomst. De be
doeling van dit wetsontwerp is o.a. om vast te
stellen, wat men onder een collectieve arbeids
overeenkomst moet verstaan; hoe zij tot stand
komt en kan worden opgezegd, welke de ver
plichtingen zijn van de leden der vereenigingen,
welke de overeenkomst hebben aangegaan. De
Tweede Kamer heeft het ontwerp met groote meer
derheid aangenomen; van groote practische be-
teekenis lijkt het ons niet. De rechtszekerheid
wordt er door vergroot; of het afsluiten van col
lectieve contracten er door wordt bevorderd, is
twijfelachtig.
Van gansch anderen aard en van overgroote be-
teekenis voor landbouw, han'del en nijverheid is
een voorontwerp van wet, dat nog «liet bij de
Kamer is ingjediend, (doch door Minister Aal-
berse, den voorganger van Minister Siotemaker de
Bruine, den tegenwoordigen Minister van Arbeid,
Handel en Nijverheid, aan den Hoogen Raad van
Arbeid om advies is toegezonden. Daarbij zou aan
den Minister de bevoegdheid worden verleend om
voor een bepaald bedrijf en in een bepaald ge
bied, de bepalingen van een collectief arbeids
contract algemeen verbindend te maken. Wan
neer dus ergens een groot aantal werkgevers en
werknemers een collectief arbeidscontract zouden
hebben afgesloten, dan zou de Minister kunnen
zeggen, dat al de werkgevers en al de werknemers
uit dat gebied, ook al hadden zij dat contract niet
willen afsluiten, zich aan de bepalingen ervan
moeten onderwerpen.
Dat eene dergelijke bevoegdheid de bedrijfsvrij-
heid, zoowel van den werkgever als van den werk
nemer, in erge mate zal kunnen aantasten, be
hoeft geen betoog en het is moeilijk te overzien,
waartoe een eerste stap in die richting zal kunnen
leiden. De tegenwoordige Minister van Arbeid
acht den tijd voor de indiening en behandeling
van dit ontwerp door de Tweede Kamer nog niet
gekomen; het staat echter vrijwel vast, dat voor
eene soortgelijke regeling in de tegenwoordige
Tweede Kamer een meerderheid is te vinden. Wie
weet dus hoe spoedig de indiening kan plaats
hebben!
Het is daarom een verblijdend feit, dat het Ko
ninklijk Nederlandsch Landbouw-Comité deze
zaak in studie heeft genomen, teneinde na te gaan
welke de gevolgen van eene bovenbedoelde wette
lijke regeling voor land- en tuinbouw zouden kun
nen zijn. Zooals was te verwachten, is het Comité
tot de conclusie gekomen, dat het zich tegen die
regeling ten zeerste moet verzetten.
Het eerste motief, waardoor het Comité tot deze
conclusie komt, is, dat de Collectieve Arbeids
overeenkomsten in het landbouwbedrijf, behalve
in enkele deelen des lands, nog weinig ingang heb
ben gevonden en dat het dus niet de taak der
Overheid kan zijn hier in te grijpen, waar de
natuurlijke ontwikkeling van het bedrijf nog weinig
in de richting van het totstandkomen van bedoelde
regelingen is gegaan. Er waren op 1 Mei 1926 in
de landbouwbedrijven in totaal 77 collectieve con
tracten van kracht, hierbij waren aangesloten 3851
ondernemingen en 15503 werknemers; vergeleken
met de vorige jaren toonen de cijfers weinig voor
uitgang.
'Het hoofdargument van 'het Comité is echter, dat
de producten der bedrijven, welke geen buiten-
landische concurrentie hebben, de z.g. beschutte
bedrijven, waartoe o.a. behooren het bouwvak en
ook de overheidsbedrijven, spoedig duurder zul
len worden, omdat in die bedrijven de loonen
spoedig zullen worden verhoogd. De werknemers
zullen daar spoedig op aansturen, de patroons
hebben weinig bezwaar, omdat zij de loonen op
de consumenten kunnen verhalen en geen buiten-
landscbe concurrentie hebben te vreezen.
Tot deze consumenten behooren allen, die in het
land- of tuinbouwbedrijf werkzaam zijn zij
zouden van de toenemende duurte de gevolgen
ondervinden. Het Comité meent, dat dit voor den
landbouw veel erger zal zijn dan de directe wer
king der bindendverklaring; daarbij zal toch aa'n
de eischen der arbeiders spoedig een grens wor
den gesteld door den prijs van de landbouwpro
ducten op de wereldmarkt.
Het Comité dringt er daarom bij den Minister met
kracht op aan de bindendverklaring der Collectieve
Arbeidsovereenkomsten niet wettelijk te regelen.
Onverschillig of men het geheel eens is met de
waarde der argumenten van het Comité, staat
het toch wel vast, dat men hier met eene ingrij
pende regeling 'heeft te doen. De toestand in den
landbouw is niet zeer gunstig en de toekomst lijkt
verre van rooskleurig. iHet lijkt daarom allerminst,
dal de tijd voor het nemen van ingrijpende maat
regelen is gekomen. E.M.T.
Arbeidsbemiddeling in Nederland, Voor de be
strijding van de werkloosheid is de arbeidsbemid
deling, dit is het naar elkaar toebrengen van vraag
en aanbod van arbeidskrachten op de arbeids
markt, dus van den werkgever die een arbeider
in dienst wenscht te nemen en van den arbeider
die een patroon zoekt, van groot belang. Vroeger
kwamen daarbij echter herhaaldelijk misbruiken
voor, omdat toen in het algemeen deze arbeids
bemiddeling met winstoogmerk geschiedde, waarbij
dus hoofdzaak werd, dat de bemiddelaar zich
een bestaan verschafte.
Een en ander heeft er toe geleid, dat van Over
heidswege organen werden opgericht voor open
bare arbeidsbemiddeling, waarbij als eerste prin
cipe gold, dat de bemiddeling kosteloos zou ge
schieden. In de meeste gemeenten werden arbeids
beurzen opgericht, in de kleinere z.g. correspon
dentschappen der arbeidsbemiddeling. Zij stelden
zich ten doel werkgevers en arbeiders bij het
zoeken van arbeidskrachten of arbeidsgelegenheid
behulpzaam te zijn. Voor de onderlinge uitwisse
ling van aanvragen en aanbiedingen is verder het
land in een aantal districten verdeeld, elk met een
district-arbeidsbeurs, terwijl aan het hoofd van de
geheele arbeidsbemiddeling de Centrale Rijks Ar
beidsbeurs te 's-Gravenhage staat. Geregeld wor
den eiken dag de aanvragen en aanbiedingen, die
binnen komen, uitgewisseld, zoodat men voort
durend, zoowel plaatselijk als voor het geheele
land, een beeld van vraag en aanbod op de ar
beidsmarkt krijgt.
Deze geheele materie is echter nog niet wettelijk
geregeld. De gemeentelijke instellingen zijn meest
al gebaseerd op een raadsbesluit of een verorde
ning, doch een wettelijke verplichting bestaat niet.
Reeds een geruimen tijd was een zoodanige wet
telijke regeiing in voorbereiding en thans heeft de
Ministér van Arbeid een voorontwerp van een
zoodanige regeling aan den Hoogen Raad van
Arbeid gezonden met het verzoek daarover advies
te willen uitbrengen. De Minister acht om een zes
tal redenen de wettelijke regeling gewenscht, n.l.
om d'e verplichting tot het instellen van een ar
beidsbeurs te regelen, om de moeilijkheden in de
samenwerking tusschen verschillende organen te
voorkomen, om de verhouding tusschen plaatse
lijke- en districtsorganen en de centrale leiding te
regelen, om de financieele verhouding tusschen
gemeenten en 'het Rijk te bepalen, om eenige
hoofdbeginselen, die bij de uitoefening in acht moe
ten worden genomen, vast te leggen en ten slotte
om ter wille van het internationale verkeer op de
arbeidsmarkt d'e organisatie een stabiel karakter te
geven.
Het voorontwerp zelf baseert zich in hoofdzaak
op den bestaanden toestand in Nederland. De
punten, waar wel het meest over gesproken zal
worden bij de 'behandeling, is artikel 6, waarbij
bepaald is, dat geen bemiddeling zal worden ver
leend ten behoeve van ondernemingen, waar werk
staking of uitsluiting heerscht en artikel 7, dat be
trekking beeft op het bemiddelen tegen loonen,
die afwijken van de ter plaatse in het betreffende
vak gebruikelijke arbeidsvoorwaarden. Verschil
lende arbeidsbeurzen mogen krachtens hun regle
ment geen bemiddeling verleenen, wanneer de
aangeboden loonen lager zijn dan de ter plaatse in
het algemeen geldende loonstandaard. Hiertegen
is echter herhaaldelijk oppositie gekomen, zoodat
een aantal arbeidsbeurzen deze bepaling niet heb
ben opgenomen in hun reglement en andere ze
weer hebben geschrapt. De Minister kiest nu den
middenweg en heeft voorgesteld, dat, wanneer de
aangeboden loonen afwijken van de ter plaatse in
het betreffende vak gebruikelijke arbeidsvoor
waarden, door de arbeidsbeurs aan den betrokken
werkzoekende mededeeling moet worden gedaan
van deze gebruikelijke arbeidsvoorwaarden. Hij
moet dan zelf weten of hij verder op het werk
wil reflecteeren. In dat geval verleent de arbeids
beurs wel hare bemiddeling.
Met belangstelling mag het advies van den Hoogen
Raad van Arbeid worden verwacht.
1 SCHOORSTEENVEGERS.
•t
RIDDERSTRAAT 18a zw. Telefoon 13310.
HAARLEM.
flagranten strijd is met de beginselen van
het Leninisme! Lenin toch heeft verkondigd, niet
eens maar herhaaldelijk, dat van een vrijstelling
van arbeidsloonen door een Centrale, of door de
regeering geen sprake kan zijn. Hebben wij Lenin's
gedachtengang begrepen, dan was hij voorstander
van een zoo ver mogelijk doorgevoerde decentrali
satie in de loonpolitiek.
„De bedrijfsresultaten" aldus Lenin in een zijner
geschriften „beslissen over het loon."
Maar dit is niet wat van een verwezenlijking van
het communistisch ideaal verwacht wordt!
Wanneer het waar is, dat in het Russisch industri-
eele leven geleidelijk de economisch mogelijke
verhoudingen terugkeeren, zal men daar zeker één
beginsel van onze „kapitalistische" samenleving
'niet overnemen, n.l-. het beginsel van nationale
nivelleering.
s) Noot van de Red. Wij zullen maar in het mid
den laten, óf er één „communistisch ideaal" bestaat.
Die zeggen het aan te hangen, zijn in tal van on
derling vijandige groepen verdeeld,, die zeggen het
te bestrijden, bemantelen daarmee vaak hun
streven tegen alles wat economische en ethische
verheffing van anderen beteekent.
BLOEMENDAAL,
TEL. 22003
Men schrijft ons uit economischen kring:
Tegen nivelleering. Op het jongste congres van
vakvereenigragen in Rusland is komen vast te
staan, dat in het algemeen de loonen van onge
schoolde arbeiders een derde van het loon der
geschoolde vertegenwoordigen.
Bestudeert men de statistieken, die door de zorg
van het Internationaal Bureau v. d. Arbeid ge
regeld gepubliceerd worden, dan blijkt, dat buiten
Rusland en Amerika de verhouding tusschen de
betaiing van ongeschoolden en geschoolden arbeid
sinds 1914 zich zeer ten gunste van eerstgenoemde
kategorie gewijzigd heeft. Dit is v.n.l. het gevolg
van de actie der vakvereenigingen, die van diffe-
rentieering van de loonen niet willen weten, om
dat zij onder 'hare leden „vogels van diverse plui
mage" tellen en bijgevolg in hare gelederen geen'
vak-concurrentie, of bekwaamheid-concurrentie
kunnen dulden.
Maar nog meer leert ons het verslag van het
hierboven genoemde Russische congres. De loon-
verschillen tusschen de onderscheidene groepen
blijken in Rusland vee! en veel grooter te zijn dan
in „kapitalistisch" Europa. Er is in het land van
de Sovjets geen sprake van een automatische be
weging van arbeidersgroepen naar het hoogste loon
niveau, die onvermijdelijk plaats heeft in een
samenleving waar het beginsel van vrijen arbeid
heerscht.
Het zijn in Rusland de kringen, die „dicht bij 't
vuur" zitten, die van het dwangsysteem profitee
red de overige groepen, b.v. die der landbouw-
arbeiders, komen er bekaaid af.
Steeds meer vormen de feiten der ervaring in
Rusland, het materiaal ter argumentatie voor hen,
die in vrijen arbeid en vrije concurrentie, die sterkst
werkende welvaart vermeerderende factoren in
de menschelijke samenleving zien en deze vormen
van maatschappelijke vrijheid willen bevorderen.
Zonderling, dat niettegenstaanfe de opgedane er
varing, het congres het besluit nam, dat het hoofd
bestuur der vakbonden aan het begin van elk jaar
de loonen voor geheel de republiek zal hebben
vast te stellen.
Zonderling ook is dit 'besluit, omdat het in
Het verdrag van Washington over den 8-urendag,
Op de 10e Internationale Arbeidsconferentie,
welke onlangs te Genève is gehouden, heeft
niemand minder dan Msgr. Nolens, de Nederland
sche Regeeringsafgevaardigde, de vraag gesteld, of
niet 'de tijd was gekomen om de mogelijkheid van
een amendeering van het verdrag onder de oogen
te zien. Daar Msgr. Nolens in de kringen der in
ternationale arbeidswetgeving een invloedrijk per
soon is, zal zeer zeker ernstig met zijn woorden
rekening worden gehouden, en het is daarom de
moeite waard nog eens in het kort de geschiede
nis van dit verdrag ina te gaan.
In November 1919 vond te Washington de eerste
Internationale Arbeidsconferentie plaats en gezien
de inleiding tot het derde hoofdstuk van het Vredes
verdrag van Versailles, was het niet te verwonde
ren, 'dat men allereerst de vraag besprak op welke
■wijze de 8-urendag internationaal zou kunnen wor
den geregeld. Men was het vrij gauw met alkaar
eens en nam een conventie aain, die dus daarna
aan de verschillende bij de Internationale Arbeids
organisatie aangesloten landen ter ratificatie werd
aangeboden. Was de conventie spoedig opgesteld,
de ratificatie gaf heel wat meer moeilijkheden. Van
de 56 aangesloten landen ratificeeren slechts enke
le n.l.: Griekenland, Roemenië, Britsch-Indië,
Tsjecho-Slowakije, Bulgarije en België,, terwijl
Oostenrijk, Letland en Italië voorwaardelijk ratifi
ceerden.
Frankrijk zal ratificeeren als Engeland en Duitsch
land het 'doen, terwijl ook Duitschland wel zal
ratificeeren als Engeland dit doet.
Een en ander zal echter niet zoo gemakkelijk gaan.
Immers in Maart 1926 zijn te Londen de Arbeids-
ministers van Engeland, Duitschland, Frankrijk,
België en Italië samengekomen om de moeilijk
heden van de ratificatie te overwinnen. Men kwam
tot een overeenkomst, doch resultaat heeft deze
bespreking tot nog toe niet gehad. Wat Nederland
betreft, heeft Minister Siotemaker de Bruine het
vorige jaar een aantal bezwaren gepubliceerd,
welke het naar zijn oordeel voor ons land onmo
gelijk maken tot ratificatie over te gaan.
Bedenkt men daarbij nog dat, zooals in diverse
publicaties is aangetoond, verschillende landen,
die wel geratificeerd hébben, zich niet aa'n de con
ventie houden, omdat zij verzuimden tegelijk de
uitvoeringsmaatregelen er voor te nemen, zoodat
dus de ratificatie slechts op papier staat, dan is
het te begrijpen, dat iemand als Msgr. Nolens, wien
'de ontwikkeling der Internationale Sociale wet
geving zoo zeer ter harte gaat, er toe kan komen
de vraag te stellen of het verdrag zelf niet de
oorzaak van de geringe ratificatie is en dus het
beste is dit verdrag te wijzigen.
Inderdaad zou dan heel wat zuiverder toestand
llnnncn ontstaan.
Nationale Landstormdag 1928. De Bijzondere
Vrijwillige Landstorm, Instituut tot steun aan het
Wettig Gezag, sterkte zes en vijftig duizend vrij
willigers heeft het voornemen in de eerste helft
van September 1928 zijn 10-jarig bestaan te her
denken en te dezer gelegenheid een bijeenkomst
van alle afdeelingen, circa 1100, te beleggen 'e
's--Gravenhage, alwaar tusschen de tien en twintig
duizend Vrijwillige Landstormers worden ver
wacht.
Alle Vrijwilligers zullen ongewapend, alleen met
den oranje-armband, aan de bijeenkomst deel
nemen.
De meer dan duizend aangesloten Officieren ech
ter in uniform.
De Commissie tot voorbereiding is met de uit
werking van het programma reeds ver gevorderd-
Onze plaatselijke ve
1927'28 ingedeeld in
B van afdeeling II.
H.V.C. (Amersfoort);
versum) B.F.C. (Bui
V.V.A. (Amsterdam);
voort; Zeeburgia (Ar
We komen nader op
a.s. speelt Bloemende
sum tegen B.F.C. Ei
tevens een mooie ge]
der a.s. tegenstanders
Oplossingen, bijdrage
Schaakredacteur van
.'1. BioemendaaL
PROBLE
K. ERLIJ
Mat ir
Stand der stukken:
Wit: Kh7, Dc8, Te3,
Zwart: Kbl, Lf6, a3,
'Bekroond in ee
Neuesten Nachrichten
ware „verjaard" is, m<
dat K. Erlin en O. h
bekende Weensche o
en Ottmar Weiss.
PROBL1
Dr. A. G. C
Mat in
Stand der stukken:
Wit: Kei, Dd7, Ldl, 1
Zwart: Ke4, Dc6, c5, c
OPLOSSING
(Fr.
Stand der stukken:
Wit: Kcl, Tf3, Lb6, I
Zwart: Ke4, f4.
1. Lb6
Goede oplossing ontv.
H. W. v. DORT, te H
De roos, de koningin <d
felaohtige voorrecht t
dieren tot zich te trel
luizen tot kevers en
stukje er een wil besch
bladwesp.
Zij is slechts 34 m.I
gevolge wel nagenoeg
der rozenliefhebbers, I
maken voor hun plan
zij op een gegeven o
rast door het waarnei
die aan beide zijden
middennerf zich oprolh
gewoonlijk niets, alleei
ken enkele kleine larf
de larven van Ide kle;
het blaldweefsel gaatjes
te leggen.
e hebben hier dus
vorm van gal-ontwikk
gaibewoners. Zij voed
aan de onderzijde der
gallen. Zoodra zij volgr<
geval is, verlaten de la
en kruipen in den groi
spinnen om in te ov
heeft in het begin van
spoedig kan verschijnen
Niet alle rozen hebbe
kleinste rozenbladwesp
schrijvers geven zij de
Klimrozen, aan Rosa c
en R.canina. Anderen
de V^ichuraeana-rozen
aangetast. Hoe dit ook
'**el weten, welke roze
"vallen.