KRUL Jr.
TWEEDE BLAD
Kleed
IHIBKAGflr
toffenhandel
Bet BloemendaalsslI Weekblad
aa
BLAUWBAARD
GIORGIS EN ZOON
No. 36 X.
ZATERDAG 10 SEPTEMBER 1927
DRUKKERIJ
TIMMER
belast zich met het plaatsen
van adverientiën in eik
daarvoor op te geven blad,
zonder prijsverhooging
RSTEENVEGERS.
r 18a zw. Telefoon 13310.
HAARLEM.
ieeshouwer C?
rstraat 4-6
Haarlem
BLOEMENDAAL
Telefoon 22012
LEVERT
NDSTOFFEN TEGEN CON-
PRIJZEN EN WORDT AL-
ENGELSCHE-. BELGISCHE-
1IJNEN GELEVERD, WIER
KEND STAAN ALS DE
1DWAARDE TE BEZITTEN
I. Fol. 280.
Warmont, weduwe en boedel-
Nikolaas Evertswijn, schepen
Haerlem, verkoopt aan Niko-
raat van den Hove van Hol-
herberg, het huis ter Spijt,
ame woning, schuur, stalling,
schuiftafel, 'beplante tuin,
e fruitboornen, groot 111 roe
der Cleverlaan, belendt ten
ten zuiden de stad Haarlem
Cleverlaan voor 1175 car.
18. Fol 560.
Nicolaas Soutman verkoopt
ig aan Jan Maertsz. Heems-
ren voor 630 gulden.
70a.
•4. Grietje Maertens Heems-
vijlen Maerten Jansz. Heems
jaar, mag voortzetten de tap
1 van haar vader, zijnde een
ng voor haar.
De voogden van Grietje Maer-
koopen aan Dirck Hendricksz,
uis en erf, het huis ter Spijt.
Curatoren in den geaban-
van Govert Jacobsz. Leuze,
iinus Jansz. een boeren- of
stalling, schuur en tuin, samen
;enoemd huis ter Spijt voor
1 vo.
5. Marijtje van Baardwijk
Cornelis Stip (eerder met
i Lieshout, die den eigendom
i huis enz. had verkregen van
ansz. Lieshout, verkoopt aan
boeren- of huismanswoning
etc. groot 100 Roeden, ge-
l.o. dem loco. (De erfpacht
nog steeds op.)
Franschen tijd.
i door z.g. leesgezelschappen
ouden. Zoo kwam men dan
herberg aan de Kleverlaan,
moet geweest zijn.
len, dat het Huis ter Spijt
ridderhofstede was. Over
!c nog al eens gekibbeld. Zoo
:t wel eens met spijt of tot
we de voortdurende prijszak-
vel plaats voor, maar toen
herberg reeds 'Huis ter Spijt'
evelsteen nog komt. In het
ilaatsen en is gelegenheid tot
ïestuur er aan gedacht dc
moderniseerde Ter Spijtlaan
fllisch gelegen boerenhoeve
RAADSVERSL&G
Eerste gemeenteraadsvergade
ring van den nieuwen Raad van
Dinsdag 6 September 1927 des
nam. 2 uur in het gebouw ge
naamd „Raadhuis" te Over-
veen.
Bij den aanvang zit de Burgemeester aan het einde
van de tafel van B. en W. Terzijde aan zijni rech
terhand als fnd. gemeente-secretaris, de heer
De Groot. De heer Van Abs als stenograaf in de
rechterhoek.
Aan de hoefijzervormige raadstafel zitten van af
dt tafel van B. en W. links gerekend de heeren in
de volgende orde: Van Nederhasselt, Dorhout Mees
(nieuw), Bornwater, Kremer, De Ciercq (nieuw),
Cassee (nieuw), Schulz, Noorman (nieuw), Nuyens,
Verdegaal, Prinsenberg, De Waal Malefijt, Hogen -
birk, Luden en Laan.
Dt- Voorzitter heet alle aanwezigen welkom en
kondigt aan dat hij hun gelegenheid wil geven toi
afleggen in zijne handen der twee eeden (of voor
tegenstanders van den eed der twee beloften resp.
verklaringen):
a. de zgn. zuiveringseed (verklaring en belofte).
b. de zgn. eed (belofte) van trouw.
De eerste luidt aldus: „Ik zweer, dat ik, om tot
„lid van den Raad te worden benoemd, directelijk
„of indirectelijk, aan geen persoon, onder wat
„naam of voorwendsel ook, eenige giften of gaven
„beloofd of gegeven heb.
„Tk zweer (beloof), 'dat ik om iets hoegenaamd in
„deze betrekking te doen of te laten, van niemand
„hoegenaamd eenige beloften of geschenken aan
nemen zal, directelijk of indirectelijk."
„Zoo waarlijk helpe mij God almachtig. (Dat ver
klaar en beloof ik)".
De tweede luidt: „Ik zweer (beloof) trouw aan de
„Grondwet en aan. de wetten des Rijks, en dat ik
„de belangen der gemeente Bloemendaal met al
„mijn vermogen zal voorstaan en bevorderen", met
als slot: „Zoo waarlijk helpe mij God al
machtig (Dat beloof ik)".
Alle le'den staan op, de Voorzitter leest de beide
formulieren voor, en na voorlezing legt telkens een
dezer in de hierboven aangegeven volgorde de eed
(of verklaring en belofte) af. De heeren Schulz
(geen godsdienst), Noorman (Ned. Herv.) en Laan
(doopsgezind) leggen verklaringen en beloften af, de
anderen de eeden.
De Voorzitter spreekt den wensch uit, dat aller
arbeid zal strekken in het belang der gemeente
Bloemendaal.
Hij noodigt de aanwezigen uit over te gaan tot
stemming ter benoeming van twee wethouders en
wel, om verwarring te voorkomen, één. voor één.
Het eerst komt aan de beurt ide vacature Laan.
Er worden 15 briefjes ingeleverd. Uitgebracht
worden 1 stem op den heer Luden, 10 stemmen
op den heer Laan en 4 in blanco, zoodat gekozen
is de heer Laan.
De Voorzitter: neemt U de benoeming aan mijnheer
Laan?
De heer Laan; Ik iben zeer gevoelig voor het ver
trouwen, dat de heeren in mij stellen en ik zal
maar geen gebruik maken van de termijn om mij te
beraden en neem het aan. Ik hoop dat deze raad
mij evenzeer 't vertrouwen zal geven, als ze het
vroeger deed.
De Voorzitter: Ik stel U voor, 'dan meteen maar
weer hier te gaaji zitten.
(Vroolijke uitroepen, kwinkslagen).
De tweede stemming.
Wederom worden 15 briefjes ingeleverd.
De heer Luden tot den heer Van Nederhasselt: Wat
is toch uw voornaam?
De heer Van Nederhasselt: Emiel.
De heer Luden: Hoe schrijf je dat, op z'n fransch
oi anders? (kwinkslagen.) De briefjes worden ge
opend. Uitgebracht zijn 11 stemmen op den heer
Van Nederhasselt en vier in blanco.
Dc Voorzitter vraagt aan den heer Van Nederhas
selt of hij ook de benoeming aanneemt.
De heer Van Nederhasselt: Met veel genoegen.
Ook de heer Van Nederhasselt neemt aan de tafel
van B. en W. plaats (applaus).
De 'Burgemeester hield daarop de volgende rede:
De werkzaamheden, welke ons wachten, zijn te ver
doelen in drie afdeeiingen, ml. in werkzaamheden
betreffende achterstand, in werkzaamheden betref
fende den dageiijksehen gang van zaken en in werk
zaamheden betreffende de toekomstige ontwikkeling
der Gemeente.
Dc- achterstand is ontstaan door den oorlog en
door het spook der annexatie.
Wat ik beschouw als achterstand is de bouw van
een politiebureau en van een raadhuis en de aan
leg van speel- en sportterreinen.
De dagelijksche gang van zaken is gewoonlijk zeer
duidelijk aangegeven, zoodat deze werkzaamheid
minder hoofdbrekens kost.
De werkzaamheden betreffende de toekomstige
ontwikkeling der gemeente kunnen m.i. gesplitst
worden in het aangeven van wegen-aanleg, in de
wijze van bebouwing, in den aanleg van parken
en plantsoenen en van sportterreinen, zoomede in
het behoud van het natuurschoon, en dit alles zoude
ondergebracht kunnen worden in uitbreidingsplan
nen, opgemaakt krachtens de Woningwet.
Dit laatste, mijne heeren, is niet het minst be
langrijke. Wanneer wij zien, hoe in andere duin
streken de duinen worden afgegraven, dan vra
gen wij ons met schrik af: „Is dat ook de toekomst
van Bloemendaal?"
Door hare eigenaardige ligging ten opzichte 'der
groote steden Amsterdam en Haarlem aan 'de eene
zijde en de Zee aan de andere zijde, zal er altijd
een groote trek zijn uit die bevolkingscentra naar
onze gemeente, en het leiden daarvan in goede
'banen, maar ook het behoud van het natuurschoon
is niet alleen een gemeentebelang, maar m.i. nog
veel meer een Provinciaal- en een Rijksbelang.
Dit laatste vraagstuk stelt voor de oplossing ervan
groote moeilijkheden.
M.i. verdient het overweging zoowel voor de werk
zaamheden betreffende den achterstand als die
voer de toekomst, voor elk een afzonderlijke com
missie te benoemen, die in samenwerking met het
Dagelijksch Bestuur de plannen, welke den Raad
zullen worden voorgelegd, voorbereidt en uit
werkt."
Na 'deze rede klonk in den Raad applaus.
Het woord wordt nu gevraagd 'door den beer
Schulz. Spreker betreurt buitengewoon, dat in de
opsomming van den burgemeester arbeiderswoning
bouw niet is gestipuleerd, z.i. is dit een van de
belangrijkste zaken van die, waarop na de annexa
tie is gewacht.
De Voorzitter: Ik had 'dit willen opnemen in 'de
„wijze van 'bebouwen".
De heer Schulz: Ik hoop het. Spreker wenscht te-
yens voor de rondvraag den toestand te bespreken
van den overweg aan de Kleverlaan, reeds in een
der vorige vergaderingen door hem onhoudbaar ge
noemd. Het dag. bestuur zou zich tot de Spoorweg
directie hebben gewen'd; 'is dit gebeurd? Zeer on
langs heeft een ernstig ongeluk plaats gevonden; 't
is 'daar zooiets als een trechter, waar men de men-
schen inwerkt, maar 't is zeer de vraag of ze er wel
levend uitkomen.
De arbeiders aan den overweg hebben aan den
minister gevraagd hun arbeidsvoorwaarden in over
eenstemming te brengen met den feitelijken toe
stand, die groote verantwoordelijkheid schept. Daar
is afwijzend op beschikt. In Den Haag begrijpt
men de toestand blijkbaar niet. Men staat telkens
versteld, 'dat er niets gebeurt; als er iets gebeurt,
was het vanzelfsprekend, Er is op de noodzakelijk
heid van verbreeding ook gewezen in een stuk in
de Stads-editie. Nu 'de annexatie achter den rug
is, behoort alles aldaar met groote spoed geregeld
te worden, opdat geen nieuwe slachtoffers vallen.
De heer Luden wil naar aanleiding van kat de i
heer Schulz zeide, mededeelen, 'dat hij juist
vanmorgen heeft gehoord, dat de spoorwegen over
het algemeen zeer welwillend gestemd zijn tegen
over dergelijke vraagstukken, zelfs 'bereid zijn een
deel van de lasten te dragen, omdat opheffing van
den overweg bediening spaart. In Bussum is ook
een behoorlijke tunnel gemaakt, waarin de spoor
een belangrijk bedrag heeft bijgedragen; ook de ge
meente droeg bij.
De Vooizitter: Heeft ook de heer Nuyens niet het
woord gevraagd?
De heer Nuyens: Ja. In de eerste plaats wil ik de
opmerkingen van mijnheer Schulz over de arbei
derswoningen ondersteunen, in de tweede plaats
wil ik wat zeggen over de uitbetaling van de loonen
aan de gemeentewerklieden. lm de commissie voor
georganiseerd overleg is 't vastgesteld; nu is de
regeling op het gemeentehuis wel goed, maar toch
is het besluit niet ten uitvoer gebracht zoo als
het besluit van de commissie en van den Raad
was, In het kort 'komt het hierop neer, dat (spr.
geeft hierop een uiteenzetting, die voor in'iet-inge-
wijden niet te volgen is) maar ze moeten nu hun
loon ontvangen in plaats van op Zaterdag op 'den
aaaropvolgenden Donderdag.
Dt Vooizitter: De heer Hogenbirk vroeg het woord.
De heer Hogenbirk: Het spijt mij, dat de heer
Nuyens dit punt in den Raad brengt; de uitvoering
van het besluit is inderdaad niet in overeenstem
ming met de genomen besluiten. De heer Nuyens
stelde zich op 't standpunt van den heer Huinink;
laat onis hier 'de zaak laten rusten, de commissie
•voor 'georganiseerd overleg moet de zaak nog
even 'bestudeeren; de questie is te ingewikkeld om
hier nu af te handelen; over 14 dagen weer behan
delen.
'De Voorzitter: 'Dal is heel goed. Het betreft de
uitvoering van een raadsbesluit, B, en W. en de
Commissie kunnen het dus wel behandelen.
De heer Kremer heeft met belangstelling 'de rede
van den burgemeester met 'de propagandapunten
gehoord; vooral een vaste commissie voor de pun
ten 1 en 3 juicht hij zeer toe; maar laten we die
'dan meteen benoemen, want het dringt. Als voor
beeld noemt spreker de gebrekkige toestand van
liet zgn. politiebureau. De politie heeft onlangs een
paar gevaarlijke duitsche kerels, die met revolvers
gewapend waren, aangehouden en toen aan Haar
lem onderdak voor die heeren moeten vragen. De
Commisaris in Haarlem was toe zoo vriendelijk
ze 'daar op te bergen; stel u den toestand eens voor
dat dit geweigerd was! Te zijner tijd, toen 'de heer
Van Kessel er over sprak, zijn alle plannen aan
gehouden met een beroep op de annexatie, dat is
nu eindelijk uit. Laat ons nu een Commissie van
3 leden benoemen, waarin ik 'den heer Prinsenberg,
die bouwkundige is, zou willen hebben en laat deze
ons zoo gauw mogelijk een plan voorleggen voor
een nieuw Raadhuis al of niet annex een politie
bureau.
De heer Luden: De heer Van Kessel is in deze
zaak aangehaald; ik herinner er aan, dat deze aan
raadde de school te Overveen in te richten voor de
klerken van het raadhuis en ze verder voor po
litiebureau te bestemmen. Ik voor mij acht het
het urgenter maatregelen te nemen, dat onze amb
tenaren hier kunnen wonen. We moeten ook niet
denken, dat wat 'de burgemeester zei voor ons een
wet is, hij heeft zoo maar eenige grepen gedaan.
Wij zijn wel in staat (soil, zonder nieuwigheden?
Red.) de zaken gaande te houden.
De heer De Waal Malefijt: Ik wil de aandacht ves
tigen op den onhoudbaren toestand wat betreft de
Korte Zijlweg en 'de Hospesbrug; ongelukken drei
gen daar ieder oogenblik laat; men beginnen een
witte streep te maken op het midden van het weg
vlak; de auto's van Elswout komende nemen door
gaans 'hun bocht te kort, zeker 10 maal per week
staan er auto's dwars op elkaar.
Weth. Laan: Het lijkt wel iets op een begrootings-
dag. Mijne 'heeren, wat 't politiebureau betreft, ben
ik het eens, we zijn er om zoo te zeggen 'dagelijks
aan 'bezig, maar bij al die 'dingen stuit alles af op
gebrek aan grond. Wat een nieuw Raadhuis be
treft, We hebben een oud plan; dat zou li millioen
kosten; dat acht ik voor onze 12000 zielen niet ge-
motiveerd. Arbeiderswoningbouw is noodig.
De heeren Schulz en Noorman weten, dat er aan i
gewerkt wordt, maar ook, dat het altijd weer af
stuit op grondgebrek; die heeren (S. en N. Red.)
z:en ook geen kans om grond te krijgen. De beste
oplossing was, dat een van de groot-grondbezitters
zoo vriendelijk was, een flink stuk af te staan.
De toestand aan de Hospesbrug vind ik niet on
houdbaar; maar mooi is het niet; 'de brug hoort
nog (in privé. Red.) aan Haarlem; Haarlem wilde
de brug wel verbreeden en zou ons de rekening
wel sturen; dat leek ons wel een beetje gewaagd.
Het beste zal zijn met (Haarlem te spreken om
ons de eigendommen, 'die het in Bloemendaal heeft,
over te doen. Na de annexatie is daar misschien
wel kans op.
De Kleverlaan-questie is moeilijk op te lossen.
Aan de spoor is gevraagd of electrische sluitboo-
men mogelijk zijn. Het antwoord luidde; daar 'doen
we niet aan. Een tunnel zal er moeten komen met
een verhooging van de spoorbaan. Wij voor ons
hebben overwogen of er niet 'n brug over de spoor-
heen te maken was, omdat er nog al ruimte daar
is voor de oprit. Nu heeft de heer Luden tot mijn
groot genoegen opgemerkt, dat de Holl. Spoor zeer
meegaande is
De heer Luden: Ik heb gewezen op Bussum,
Weth. Laan: De spoorwegmij. moet de plannen
maken. Ik ben bang dat eer daar iets van komt,
we een volgende wethoudersverkiezing hebben,
althans een paar jaar verder zijn.
De heer Hogenbirk herinnert zich als belangheb
bende bij het hoekterrein aldaar, ongeveer 10 jaar
geleden, (de heer Hogenbirk of zijne Mij. was toen
huurder van het terrein van 'den heer A. J. Stoel
Jr., waarop nu 'de garage staat ten z.o. van den
overweg. Red.) een voorloopig plan 'der spoor ter
inzage te hebben gehad, dat is op 'de kosten afge
stuit. Sedert dien is er het Kinheimpark gekomen
en zijn de moeilijkheden vermeerderd, omdat de te
verhoogen en te verbreeden baan dan in de tuinen
üer bewoners van het Kinheimpark terecht komt.
De heer Schulz zegt, 'dat hem is medegedeeld, dat
bij de plaatsing 'der p'alen voor de electrische lei
ding eerst niet, maar later weer wel gerekend is
op een verbreeding van den overweg. Hij wil ook
in 'Den 'Haag de aandacht op deze urgente zaak
gevestigd 'hebben. Haarlem kan ook een deel van
de kosten dragen, 't Doet hem genoegen, dat zelfs
de heer Laan verklaart, dat 'de toestand onhoud
baar is, „Een oplossing de volgende week wenschen
wij niet, maar minstens de verklaring, dat met
ernst aan een spoedige oplossing gewerkt wordt."
De heer Kremer: En hoe staat het nu met 'de door
mij gewenschte commissie?
Weth. Van Nederhasselt: De voorzitter bedoelt 2
Commissies.
De heer Bornwater (met klem): Al kost 't 11 milli
oen, we moeten uit den achterstand en de oplos
sing der moeilijkheden komen en een bepaald
werkplan ter hand nemen en zorgen dat ér einde
lijk iets gebeurt.
Weth. Van Nederhasselt; Laat ons de benoeming
uitstellen tot een volgende keer, als ook alle andere
Commissie's van bijstand benoemd worden; we
weten nu nog niet wie de beste menschen zijn voor
de commissie's. Ik weet het niet als men er zoo
rauwelings, zooals tegenwoordig 'de -uitdrukking is,
toe overgaat. We hebben de commissie van bij
stand voor Publieke Werken misschien hebben we
daaraan genoeg.
De heer Kremer is het met uitstel in het geheel
niet eens. Er is van rauwelijks geen sprake. Is 't
nu zoo moeilijk om 3 leden in een Commissie te
benoemen.
De heer Schulz: Ik kan mij wel met uitstel ver
eenigen. Het werkplan van den Burgemeester is,
als ik het wel heb, niet het in college van B. en W.
'besproken, spreker adviseert, dat in de 'komende
weken B, en W. met elkander overleg plegen-, en
dat de 'benoeming dezer Commissie's plaats vin'de
tegelijk met 'die der andere.
De Voorzitter verklaart daar ook voor te zijn en
verzoekt de heeren er op te rekenen op Donderdag
22 September a.s. weder te vergaderen.
Niemand meer het woord verlangende, sluit de
voorzitter de vergadering.
BLOEMENDAAL,
TEL. 22003
jfó ABËTKfcChTSWiG
Wie ais de steller dezer Nabetrachting
zelf gedurende een reeks van jaren Bloe
mendaal mede heeft helpen besturen en
aldus de blijvende belangen dezer gemeen
te heeft leeren kennen, kan, hoezeer de
tijdsomstandigheden in menig opzicht wij
ziging ondergingen, zich niet onttrekken
aan den indruk, dat de reeds eeuwen oude
strijd van de Gemeenschap, die de levende
uiturukking is van de gedachte der Demo-
kratie, tegen het Groot-grondbezit, hier
de plastieke moderne vorm der Aristokra-
tie, nog onvolstreden is, en dat het ook nu
nog, niettegenstaande alle demokratische
wetten welke eener Nederlandsche ge
meente ten dienste staan, de gemeenschap
is die nog steeds aan het kortste eind trekt.
Het oude hok, dat euphemistisch (d.i. om
voor een leelijk ding een mooi woord te
gebruiken) Raadhuis heet, had reeds
meer dan 10 jaar geleden door een be
hoorlijk ruim eenvoudig maar geriefelijk
gebouw moeten vervangen worden; een
modern, naar de eischen der bestaande
ministerieele circulaire's en van het nieuwe
wetboek van strafvordering ingericht po
litiebureau had op 1 Januari van het vori
ge jaar gereed moeten zijn; niet alleen
de eigen ambtenaren en beambten der ge
meente, maar allen die hier hun dagelijksch
werk hebben, hadden hier hun eigen vrije
nabij hun werk gelegen woning moeten
vindenmaar ook alle wegen hadden reeds
jaren lang breed genoeg moeten zijn voor
den aanleg van afzonderlijke paden voor
het volstrekt ingeburgerd en steeds toe
nemend rijwielverkeer; elke althans drie
der vier wijken der gemeente hadden af
zonderlijke pleinen en speelruimten behoo-
ren te' bezittener hadden ruimten behoo-
zijn voor zwemmen in open water voor het
plaatsen van minstens twee douchebad
huizen en ten slotte had minstens één bree-
de onbebouwde strook grond van Noord
tot Zuid moeten zijn gereserveerd voor een
grooten weg voor het doorgaand verkeer
van Noordholland benoorden het Noord
zeekanaal naar de bollenstreek, Leiden en
Den Haag, bewesten Haarlem. Niets van
dat alles is tot stand gekomen; verschil
lende dezer punten zijn zelfs voor geld niet
meer te verwezenlijken; opvolgende ge
meentebesturen hebben roeiende met de
riemen, die zij hadden, zoo goed mogelijk
stukwerk geleverd: het Bloemendaalsche
Bosch is aangekocht en verbeterd, een deel
daarvan is op initiatief en met behulp van
particulieren tot Thijsse'sHof omgetooverd
Jbouwspeculanten zijn geremd, hier en daar
is zelfs (men zie b.v. Oosterduin) werke
lijk een grootsch brokstuk tot stand ge
komen, maar ontbroken hebben de ééne
groote lijn, de ééne groote gedachte en
daarbij noodige ééne gemeenschappelijke
groote wil om Bloemendaal te maken tot
FEUSLLET
(Philomel's Cottage)
door
AGATHA CRISTIE.
4)
Toen was George onverwachts komen -werken, 'had
over Londen gesproken en zij had (het verhaal over
verteld. Het was te riskant om haar dien avond
uit den weg te ruimen, voor het geval (de oude
George dat gesprek zou herhalen. Maar het had
weinig gescheeld. Als zij toevallig die onbeduiden
de opmerking niet herhaald had. Alix rilde.
Maar er was geen tijd te verliezen. Ze moest di
rect weg vóór 'hij terugkwam. Vliegensvlug deed
ze de rol uitknipsels weer in de la, schoof hem
dicht en sloot hem weer. Toen stond ze beweging
loos als uit steen gehouwen. Ze had het piepen
van het hekje gehoord. Haar man was terugge
komen.
Een oogenblik stond Alix als versteend, toen
kroop ze naar het raam keek naar 'buiten van
achter 'het gordijn.
Ja, het was haar man. Hij glimlachte in zichzelf
an neuriede een deuntje. In zijn hand hield hij
een groot voorwerp toen ze Idat zag, stond haar
hart stil. Het was een spik-splinternieuwe schop.
Als bij instinct werd Alix er zich van bewust
vanavond moest het gebeuren!
Maar er was nog één kans. Gerald, die een deun
tje neuriede liep om 't huis.
Zonder
een moment te aarzelen vloog ze de trap
af het huis uit. Maar juist, toen ze de deur wilde
uitgaan, kwam haar man van den anderen kant
van het huis,
Hallo, zei hij, waar moet jij in zoo'n vaart
naar toe?
Alix streed wanhopig om even kalm te schijnen
als altijd. Haar kans was op 'dat oogenblik ver
keken, maar als ze voorzichtig was en niet zijn
achterdocht wekte, zou die weerkomen. Misschien,
wel nu
Ik wilde naar het eind van de laan loopen en
dan weer terug, zei ze met een stem, die in 'haar
eigen ooren zwak en onzeker klonk.
Goed, zei Gerald, dan ga ik met je mee.
Nee alsjeblieft niet, Gerald, ik ben zenuw
achtig, hoofdpijn 'heb ik ook ik ga liever alleen.
Hij keek haar oplettend aan. Ze verbeeldde zich
een oogenblikje achterdocht in zijn oogen te lezen.
Wat scheelt er aan, Alix, Je bent zoo bleek
en beverig.
Niets.
Zij forceerde zichzelf om flink te zijn, glimlachte.
Dc heb hoofdpijn, dat is alles. Een wandeling
;zal me goed doen.
Waarom zeg je dan, dat je mij niet gebruiken
kunt, zei Gerald met zijn vlugge glimlach, Ik
ga mee, of je wilt of niet.
Ze durfde niet tegenspreken. Als hij vermoedde,
(dat zij wist
Na 'krampachtig pogen slaagde zij er in, 'haar nor
male manier van doen eenigszins terug te krijgen.
Toch had zij het zeer onbehaaglijke gevoel, dat hij
haar zoo nu en dan van terzijde gadesloeg, alsof
hij niet geheel voldaan was. Zij voelde, dat zijn
argwaan niet heelemaal weg was. Toen ze in huis
terug waren, stond hij er op, dat ze even ging
liggen en bracht haar eau de cologne om 'haar
slapen mee te wasschen. Hij was, als steeds, 'de
toegewijde echtgenoot. Alix voelde zichzelf zoo
hulpeloos, alsof ze met handen' en voeten in een
klem zat.
Hij wilde haar geen oogenblik alleen laten. Hij
ging met haar naar de keuken om haar te helpen
het eenvoudige koude maal naar binnen te bren
gen. Tijdens den maaltijd had zij een gevoel of
zij zou stikken, maar zij dwong zichzelf om te eten
en zelfs om vroolijk en natuurlijk te schijnen. Ze
wist nu, dat ze voor haar leven vocht. Zij was
met dezen man alleen, mijlen ver van men-
schelijke hulp; aan zijn genade overgeleverd. Haar
eenige kans was dat ze hem van. zijn vermoeden
afbracht, zoo 'hij haar een paar oogenblikken alleen
liet lang genoeg om naar de telefoon in de hall
te gaan en om hulp te vragen, Dat was nu haar
eenige hoop.
Een oogenblik hoopte zij, dat hij vanavond ook
misschien vain plan veranderen zou. Stel, dat ze
hem vertelde, dat Dick Windyford zou komen?
De woorden trilden op haar lippen toen ver
wierp ze deze 'hoop plotseling. Deze man zou zich
toch voor de tweede maal niet laten dwarsboomen.
er was iets beslists en opgewondens onder zijn
oogenschijnlijk kalm uiterlijk, dat haar 'm wee
gevoel bezorgde. Ze zou den misdaad er alleen door
verhaasten. Hij zou haar op staan'den voet ver
moorden en Dick Windyford kalm opbellen, dat
ze uitmoesten. O, als Dick Windyford vanavond
maar kwam, Als Dick
Plotseling flitste een idee door haar brein. Ze
keek van terzijde scherp naar 'haar man, alsof ze
bang was, dat hij haar gedachten zou lezen. Met
het uitwerken van het plan nam haar moed toe.
Haar 'doen en laten werd zoo natuurlijk, dat ze
er zelf verbaasd over was. Zij maakte koffie klaar
en nam die mee naar buiten, naar de stoep, waar
ze dikwijls op mooie avonden zaten.
Wat ik zeggen wil, zei Gerald plotseling, wij
zullen straks ook eens gaan ontwikkelen.
Een rilling liep Alix langs den rug, maar ze ant
woordde achteloos:
Kan je 't vanavond niet alleen? Ik ben moe.
Het duurt niet lang. Hij glimlachte in zichzelf.
En ik beloof je, dat je straks niet meer moe
zult zijn.
De woorden schenen hem te amuseeren. Alix rilde.
Nü moest ze haar plan, zonder uitstel uitvoeren!
Ze stond op.
Ik moet de slager nog even opbellen, zei ze
terloops. Dan 'hoef jij er iniet heen.
Den slager? Op dezen tijd?
Zijn winkel is natuurlijk 'dicht, dommert. Maar
zijn huis kan ook. En morgen is het Zaterdag en
moet mij vr.oeg kalfscoteletten brengen, voor ie
mand anders ze bestelt,
't Is een goeiert, dat wil hij best voor mij doen.
Ze ging vlug 'het huis in en sloeg de deur achter
zich dicht. Ze 'hoorden dat Gerald zei: „doe de
deur niet idicht" en had vlug een antwoord klaar:
Anders komen er motten binnen. Ik houd niet
van motten. Of ben je bang dat ik een beetje met
den slager gekheid ga maken? Malle jongen.
Toen ze eenmaal binnen was greep ze naar den
hoorn van de telefoon en gaf het nummer op van
„Het wapen van Engeland". Ze werd direct ver
bonden.
Mr. Windyford? Ii hij thuis? Kan ik hem
spreken?
Toen kreeg ze een geweldige schok. De deur werd
geopend en haar man stond in de hall.
iGa toch weg, Gerald, zei ze korzelig. Ik
vind het afschuwelijk als iemand luistert als ik
aan het telefoneeren hen.
Hij lachte haar uit en wierp zich op een stoel.
Is het de slager heusch, die je telefooneert?
spotte hij.
Alix was wanhopig. Haar plan had gefaald. Direct
zou Dick Windyford aan telefoon zijn. Zou ze
alles riskeeren en om hulp roepen?
En toen, terwijl ze zenuwachtig op het toestel
drukte, en onwillekeurig den haak heen en weer
bewoog, vloog een ander idee door haar hoofd, de
redding.
Het zal moeilijk zijn, dacht ze bij zichzelf.
Ik moet mij hoofd er bij houden en 'de goede woor
den kiezen en geen oogenblik stotteren, maar ik
geloof dat ik het doen kan. Het moet.
Het was tot haar doorgedrongen, dat, als ze op de
juiste momenten den haak neerdrukte en weer
los liet, ze een noodkreet aan Dick zou kunnen
geven zonder dat haar man het merkte.
Op 'dat oogenblik hoorde ze -de stem van Dick
Windyford aan den anderen kant van de telefoon.
Alix haalde diep adem. Toen sprak ze: U
spreekt met Mrs, Martin van villa de Nachte
gaal. Kom alsjeblieft (druk op den haak) morgen
vroeg met zes mooie kalfscoteletten (haak los) het
is belangrijk (haak neer) dank u wel, Mr. Het-
worthy; neemt u mij niet kwalijk -dat ik u zoo laat
opbel, maar deze kalfscoteletten zijn heusch een
zaak van (haak los) leven of dood! (druk op den
haak). Goed, morgen vroeg dan (haak los). Zoo
spoedig mogelijk.
Ze 'hing den hoorn weer op en keek, moeilijk
ademhalend, naar haar man.
Is dat de manier, waarop je den slager tele
foneert? zei Gerald,
Zoo zijin wij vrouwen nu eenmaal, zei Alix
luchtig. Ze kookte van opwinding. Hij had geen
achterdocht. Dick zou komen, zelfs al begreep
hij niets.
Ze ging naar de zitkamer en draaide het elec-
trisc'h licht op. Gerald volgde haar.
Je schijnt nogal opgewekt, zei hij, terwijl hij
haar nieuwsgierig aankeek.
Ja mijn hoofdpijn is over,
Ze ging op haar gewone plaats zitten en glim
lachte tegen 'haar man, toen hij zich in den stoel
tegenover haar liet vallen. Zij was gered. Het was
pas vijf minuten voor half neigen. Lang voor dat
het negen uur was, zou Dick er zijn.
Ik vond die koffie, die je gaf, iniet bijzonder,
beklaagde Gerald zich. 'Die smaakt nogal bitter.
Het is een nieuw soort, dat ik eens wilde pro-