KRUL Jr. TWEEDE BLAD Kleed IHIBKAGflr toffenhandel Bet BloemendaalsslI Weekblad aa BLAUWBAARD GIORGIS EN ZOON No. 36 X. ZATERDAG 10 SEPTEMBER 1927 DRUKKERIJ TIMMER belast zich met het plaatsen van adverientiën in eik daarvoor op te geven blad, zonder prijsverhooging RSTEENVEGERS. r 18a zw. Telefoon 13310. HAARLEM. ieeshouwer C? rstraat 4-6 Haarlem BLOEMENDAAL Telefoon 22012 LEVERT NDSTOFFEN TEGEN CON- PRIJZEN EN WORDT AL- ENGELSCHE-. BELGISCHE- 1IJNEN GELEVERD, WIER KEND STAAN ALS DE 1DWAARDE TE BEZITTEN I. Fol. 280. Warmont, weduwe en boedel- Nikolaas Evertswijn, schepen Haerlem, verkoopt aan Niko- raat van den Hove van Hol- herberg, het huis ter Spijt, ame woning, schuur, stalling, schuiftafel, 'beplante tuin, e fruitboornen, groot 111 roe der Cleverlaan, belendt ten ten zuiden de stad Haarlem Cleverlaan voor 1175 car. 18. Fol 560. Nicolaas Soutman verkoopt ig aan Jan Maertsz. Heems- ren voor 630 gulden. 70a. •4. Grietje Maertens Heems- vijlen Maerten Jansz. Heems jaar, mag voortzetten de tap 1 van haar vader, zijnde een ng voor haar. De voogden van Grietje Maer- koopen aan Dirck Hendricksz, uis en erf, het huis ter Spijt. Curatoren in den geaban- van Govert Jacobsz. Leuze, iinus Jansz. een boeren- of stalling, schuur en tuin, samen ;enoemd huis ter Spijt voor 1 vo. 5. Marijtje van Baardwijk Cornelis Stip (eerder met i Lieshout, die den eigendom i huis enz. had verkregen van ansz. Lieshout, verkoopt aan boeren- of huismanswoning etc. groot 100 Roeden, ge- l.o. dem loco. (De erfpacht nog steeds op.) Franschen tijd. i door z.g. leesgezelschappen ouden. Zoo kwam men dan herberg aan de Kleverlaan, moet geweest zijn. len, dat het Huis ter Spijt ridderhofstede was. Over !c nog al eens gekibbeld. Zoo :t wel eens met spijt of tot we de voortdurende prijszak- vel plaats voor, maar toen herberg reeds 'Huis ter Spijt' evelsteen nog komt. In het ilaatsen en is gelegenheid tot ïestuur er aan gedacht dc moderniseerde Ter Spijtlaan fllisch gelegen boerenhoeve RAADSVERSL&G Eerste gemeenteraadsvergade ring van den nieuwen Raad van Dinsdag 6 September 1927 des nam. 2 uur in het gebouw ge naamd „Raadhuis" te Over- veen. Bij den aanvang zit de Burgemeester aan het einde van de tafel van B. en W. Terzijde aan zijni rech terhand als fnd. gemeente-secretaris, de heer De Groot. De heer Van Abs als stenograaf in de rechterhoek. Aan de hoefijzervormige raadstafel zitten van af dt tafel van B. en W. links gerekend de heeren in de volgende orde: Van Nederhasselt, Dorhout Mees (nieuw), Bornwater, Kremer, De Ciercq (nieuw), Cassee (nieuw), Schulz, Noorman (nieuw), Nuyens, Verdegaal, Prinsenberg, De Waal Malefijt, Hogen - birk, Luden en Laan. Dt- Voorzitter heet alle aanwezigen welkom en kondigt aan dat hij hun gelegenheid wil geven toi afleggen in zijne handen der twee eeden (of voor tegenstanders van den eed der twee beloften resp. verklaringen): a. de zgn. zuiveringseed (verklaring en belofte). b. de zgn. eed (belofte) van trouw. De eerste luidt aldus: „Ik zweer, dat ik, om tot „lid van den Raad te worden benoemd, directelijk „of indirectelijk, aan geen persoon, onder wat „naam of voorwendsel ook, eenige giften of gaven „beloofd of gegeven heb. „Tk zweer (beloof), 'dat ik om iets hoegenaamd in „deze betrekking te doen of te laten, van niemand „hoegenaamd eenige beloften of geschenken aan nemen zal, directelijk of indirectelijk." „Zoo waarlijk helpe mij God almachtig. (Dat ver klaar en beloof ik)". De tweede luidt: „Ik zweer (beloof) trouw aan de „Grondwet en aan. de wetten des Rijks, en dat ik „de belangen der gemeente Bloemendaal met al „mijn vermogen zal voorstaan en bevorderen", met als slot: „Zoo waarlijk helpe mij God al machtig (Dat beloof ik)". Alle le'den staan op, de Voorzitter leest de beide formulieren voor, en na voorlezing legt telkens een dezer in de hierboven aangegeven volgorde de eed (of verklaring en belofte) af. De heeren Schulz (geen godsdienst), Noorman (Ned. Herv.) en Laan (doopsgezind) leggen verklaringen en beloften af, de anderen de eeden. De Voorzitter spreekt den wensch uit, dat aller arbeid zal strekken in het belang der gemeente Bloemendaal. Hij noodigt de aanwezigen uit over te gaan tot stemming ter benoeming van twee wethouders en wel, om verwarring te voorkomen, één. voor één. Het eerst komt aan de beurt ide vacature Laan. Er worden 15 briefjes ingeleverd. Uitgebracht worden 1 stem op den heer Luden, 10 stemmen op den heer Laan en 4 in blanco, zoodat gekozen is de heer Laan. De Voorzitter: neemt U de benoeming aan mijnheer Laan? De heer Laan; Ik iben zeer gevoelig voor het ver trouwen, dat de heeren in mij stellen en ik zal maar geen gebruik maken van de termijn om mij te beraden en neem het aan. Ik hoop dat deze raad mij evenzeer 't vertrouwen zal geven, als ze het vroeger deed. De Voorzitter: Ik stel U voor, 'dan meteen maar weer hier te gaaji zitten. (Vroolijke uitroepen, kwinkslagen). De tweede stemming. Wederom worden 15 briefjes ingeleverd. De heer Luden tot den heer Van Nederhasselt: Wat is toch uw voornaam? De heer Van Nederhasselt: Emiel. De heer Luden: Hoe schrijf je dat, op z'n fransch oi anders? (kwinkslagen.) De briefjes worden ge opend. Uitgebracht zijn 11 stemmen op den heer Van Nederhasselt en vier in blanco. Dc Voorzitter vraagt aan den heer Van Nederhas selt of hij ook de benoeming aanneemt. De heer Van Nederhasselt: Met veel genoegen. Ook de heer Van Nederhasselt neemt aan de tafel van B. en W. plaats (applaus). De 'Burgemeester hield daarop de volgende rede: De werkzaamheden, welke ons wachten, zijn te ver doelen in drie afdeeiingen, ml. in werkzaamheden betreffende achterstand, in werkzaamheden betref fende den dageiijksehen gang van zaken en in werk zaamheden betreffende de toekomstige ontwikkeling der Gemeente. Dc- achterstand is ontstaan door den oorlog en door het spook der annexatie. Wat ik beschouw als achterstand is de bouw van een politiebureau en van een raadhuis en de aan leg van speel- en sportterreinen. De dagelijksche gang van zaken is gewoonlijk zeer duidelijk aangegeven, zoodat deze werkzaamheid minder hoofdbrekens kost. De werkzaamheden betreffende de toekomstige ontwikkeling der gemeente kunnen m.i. gesplitst worden in het aangeven van wegen-aanleg, in de wijze van bebouwing, in den aanleg van parken en plantsoenen en van sportterreinen, zoomede in het behoud van het natuurschoon, en dit alles zoude ondergebracht kunnen worden in uitbreidingsplan nen, opgemaakt krachtens de Woningwet. Dit laatste, mijne heeren, is niet het minst be langrijke. Wanneer wij zien, hoe in andere duin streken de duinen worden afgegraven, dan vra gen wij ons met schrik af: „Is dat ook de toekomst van Bloemendaal?" Door hare eigenaardige ligging ten opzichte 'der groote steden Amsterdam en Haarlem aan 'de eene zijde en de Zee aan de andere zijde, zal er altijd een groote trek zijn uit die bevolkingscentra naar onze gemeente, en het leiden daarvan in goede 'banen, maar ook het behoud van het natuurschoon is niet alleen een gemeentebelang, maar m.i. nog veel meer een Provinciaal- en een Rijksbelang. Dit laatste vraagstuk stelt voor de oplossing ervan groote moeilijkheden. M.i. verdient het overweging zoowel voor de werk zaamheden betreffende den achterstand als die voer de toekomst, voor elk een afzonderlijke com missie te benoemen, die in samenwerking met het Dagelijksch Bestuur de plannen, welke den Raad zullen worden voorgelegd, voorbereidt en uit werkt." Na 'deze rede klonk in den Raad applaus. Het woord wordt nu gevraagd 'door den beer Schulz. Spreker betreurt buitengewoon, dat in de opsomming van den burgemeester arbeiderswoning bouw niet is gestipuleerd, z.i. is dit een van de belangrijkste zaken van die, waarop na de annexa tie is gewacht. De Voorzitter: Ik had 'dit willen opnemen in 'de „wijze van 'bebouwen". De heer Schulz: Ik hoop het. Spreker wenscht te- yens voor de rondvraag den toestand te bespreken van den overweg aan de Kleverlaan, reeds in een der vorige vergaderingen door hem onhoudbaar ge noemd. Het dag. bestuur zou zich tot de Spoorweg directie hebben gewen'd; 'is dit gebeurd? Zeer on langs heeft een ernstig ongeluk plaats gevonden; 't is 'daar zooiets als een trechter, waar men de men- schen inwerkt, maar 't is zeer de vraag of ze er wel levend uitkomen. De arbeiders aan den overweg hebben aan den minister gevraagd hun arbeidsvoorwaarden in over eenstemming te brengen met den feitelijken toe stand, die groote verantwoordelijkheid schept. Daar is afwijzend op beschikt. In Den Haag begrijpt men de toestand blijkbaar niet. Men staat telkens versteld, 'dat er niets gebeurt; als er iets gebeurt, was het vanzelfsprekend, Er is op de noodzakelijk heid van verbreeding ook gewezen in een stuk in de Stads-editie. Nu 'de annexatie achter den rug is, behoort alles aldaar met groote spoed geregeld te worden, opdat geen nieuwe slachtoffers vallen. De heer Luden wil naar aanleiding van kat de i heer Schulz zeide, mededeelen, 'dat hij juist vanmorgen heeft gehoord, dat de spoorwegen over het algemeen zeer welwillend gestemd zijn tegen over dergelijke vraagstukken, zelfs 'bereid zijn een deel van de lasten te dragen, omdat opheffing van den overweg bediening spaart. In Bussum is ook een behoorlijke tunnel gemaakt, waarin de spoor een belangrijk bedrag heeft bijgedragen; ook de ge meente droeg bij. De Vooizitter: Heeft ook de heer Nuyens niet het woord gevraagd? De heer Nuyens: Ja. In de eerste plaats wil ik de opmerkingen van mijnheer Schulz over de arbei derswoningen ondersteunen, in de tweede plaats wil ik wat zeggen over de uitbetaling van de loonen aan de gemeentewerklieden. lm de commissie voor georganiseerd overleg is 't vastgesteld; nu is de regeling op het gemeentehuis wel goed, maar toch is het besluit niet ten uitvoer gebracht zoo als het besluit van de commissie en van den Raad was, In het kort 'komt het hierop neer, dat (spr. geeft hierop een uiteenzetting, die voor in'iet-inge- wijden niet te volgen is) maar ze moeten nu hun loon ontvangen in plaats van op Zaterdag op 'den aaaropvolgenden Donderdag. Dt Vooizitter: De heer Hogenbirk vroeg het woord. De heer Hogenbirk: Het spijt mij, dat de heer Nuyens dit punt in den Raad brengt; de uitvoering van het besluit is inderdaad niet in overeenstem ming met de genomen besluiten. De heer Nuyens stelde zich op 't standpunt van den heer Huinink; laat onis hier 'de zaak laten rusten, de commissie •voor 'georganiseerd overleg moet de zaak nog even 'bestudeeren; de questie is te ingewikkeld om hier nu af te handelen; over 14 dagen weer behan delen. 'De Voorzitter: 'Dal is heel goed. Het betreft de uitvoering van een raadsbesluit, B, en W. en de Commissie kunnen het dus wel behandelen. De heer Kremer heeft met belangstelling 'de rede van den burgemeester met 'de propagandapunten gehoord; vooral een vaste commissie voor de pun ten 1 en 3 juicht hij zeer toe; maar laten we die 'dan meteen benoemen, want het dringt. Als voor beeld noemt spreker de gebrekkige toestand van liet zgn. politiebureau. De politie heeft onlangs een paar gevaarlijke duitsche kerels, die met revolvers gewapend waren, aangehouden en toen aan Haar lem onderdak voor die heeren moeten vragen. De Commisaris in Haarlem was toe zoo vriendelijk ze 'daar op te bergen; stel u den toestand eens voor dat dit geweigerd was! Te zijner tijd, toen 'de heer Van Kessel er over sprak, zijn alle plannen aan gehouden met een beroep op de annexatie, dat is nu eindelijk uit. Laat ons nu een Commissie van 3 leden benoemen, waarin ik 'den heer Prinsenberg, die bouwkundige is, zou willen hebben en laat deze ons zoo gauw mogelijk een plan voorleggen voor een nieuw Raadhuis al of niet annex een politie bureau. De heer Luden: De heer Van Kessel is in deze zaak aangehaald; ik herinner er aan, dat deze aan raadde de school te Overveen in te richten voor de klerken van het raadhuis en ze verder voor po litiebureau te bestemmen. Ik voor mij acht het het urgenter maatregelen te nemen, dat onze amb tenaren hier kunnen wonen. We moeten ook niet denken, dat wat 'de burgemeester zei voor ons een wet is, hij heeft zoo maar eenige grepen gedaan. Wij zijn wel in staat (soil, zonder nieuwigheden? Red.) de zaken gaande te houden. De heer De Waal Malefijt: Ik wil de aandacht ves tigen op den onhoudbaren toestand wat betreft de Korte Zijlweg en 'de Hospesbrug; ongelukken drei gen daar ieder oogenblik laat; men beginnen een witte streep te maken op het midden van het weg vlak; de auto's van Elswout komende nemen door gaans 'hun bocht te kort, zeker 10 maal per week staan er auto's dwars op elkaar. Weth. Laan: Het lijkt wel iets op een begrootings- dag. Mijne 'heeren, wat 't politiebureau betreft, ben ik het eens, we zijn er om zoo te zeggen 'dagelijks aan 'bezig, maar bij al die 'dingen stuit alles af op gebrek aan grond. Wat een nieuw Raadhuis be treft, We hebben een oud plan; dat zou li millioen kosten; dat acht ik voor onze 12000 zielen niet ge- motiveerd. Arbeiderswoningbouw is noodig. De heeren Schulz en Noorman weten, dat er aan i gewerkt wordt, maar ook, dat het altijd weer af stuit op grondgebrek; die heeren (S. en N. Red.) z:en ook geen kans om grond te krijgen. De beste oplossing was, dat een van de groot-grondbezitters zoo vriendelijk was, een flink stuk af te staan. De toestand aan de Hospesbrug vind ik niet on houdbaar; maar mooi is het niet; 'de brug hoort nog (in privé. Red.) aan Haarlem; Haarlem wilde de brug wel verbreeden en zou ons de rekening wel sturen; dat leek ons wel een beetje gewaagd. Het beste zal zijn met (Haarlem te spreken om ons de eigendommen, 'die het in Bloemendaal heeft, over te doen. Na de annexatie is daar misschien wel kans op. De Kleverlaan-questie is moeilijk op te lossen. Aan de spoor is gevraagd of electrische sluitboo- men mogelijk zijn. Het antwoord luidde; daar 'doen we niet aan. Een tunnel zal er moeten komen met een verhooging van de spoorbaan. Wij voor ons hebben overwogen of er niet 'n brug over de spoor- heen te maken was, omdat er nog al ruimte daar is voor de oprit. Nu heeft de heer Luden tot mijn groot genoegen opgemerkt, dat de Holl. Spoor zeer meegaande is De heer Luden: Ik heb gewezen op Bussum, Weth. Laan: De spoorwegmij. moet de plannen maken. Ik ben bang dat eer daar iets van komt, we een volgende wethoudersverkiezing hebben, althans een paar jaar verder zijn. De heer Hogenbirk herinnert zich als belangheb bende bij het hoekterrein aldaar, ongeveer 10 jaar geleden, (de heer Hogenbirk of zijne Mij. was toen huurder van het terrein van 'den heer A. J. Stoel Jr., waarop nu 'de garage staat ten z.o. van den overweg. Red.) een voorloopig plan 'der spoor ter inzage te hebben gehad, dat is op 'de kosten afge stuit. Sedert dien is er het Kinheimpark gekomen en zijn de moeilijkheden vermeerderd, omdat de te verhoogen en te verbreeden baan dan in de tuinen üer bewoners van het Kinheimpark terecht komt. De heer Schulz zegt, 'dat hem is medegedeeld, dat bij de plaatsing 'der p'alen voor de electrische lei ding eerst niet, maar later weer wel gerekend is op een verbreeding van den overweg. Hij wil ook in 'Den 'Haag de aandacht op deze urgente zaak gevestigd 'hebben. Haarlem kan ook een deel van de kosten dragen, 't Doet hem genoegen, dat zelfs de heer Laan verklaart, dat 'de toestand onhoud baar is, „Een oplossing de volgende week wenschen wij niet, maar minstens de verklaring, dat met ernst aan een spoedige oplossing gewerkt wordt." De heer Kremer: En hoe staat het nu met 'de door mij gewenschte commissie? Weth. Van Nederhasselt: De voorzitter bedoelt 2 Commissies. De heer Bornwater (met klem): Al kost 't 11 milli oen, we moeten uit den achterstand en de oplos sing der moeilijkheden komen en een bepaald werkplan ter hand nemen en zorgen dat ér einde lijk iets gebeurt. Weth. Van Nederhasselt; Laat ons de benoeming uitstellen tot een volgende keer, als ook alle andere Commissie's van bijstand benoemd worden; we weten nu nog niet wie de beste menschen zijn voor de commissie's. Ik weet het niet als men er zoo rauwelings, zooals tegenwoordig 'de -uitdrukking is, toe overgaat. We hebben de commissie van bij stand voor Publieke Werken misschien hebben we daaraan genoeg. De heer Kremer is het met uitstel in het geheel niet eens. Er is van rauwelijks geen sprake. Is 't nu zoo moeilijk om 3 leden in een Commissie te benoemen. De heer Schulz: Ik kan mij wel met uitstel ver eenigen. Het werkplan van den Burgemeester is, als ik het wel heb, niet het in college van B. en W. 'besproken, spreker adviseert, dat in de 'komende weken B, en W. met elkander overleg plegen-, en dat de 'benoeming dezer Commissie's plaats vin'de tegelijk met 'die der andere. De Voorzitter verklaart daar ook voor te zijn en verzoekt de heeren er op te rekenen op Donderdag 22 September a.s. weder te vergaderen. Niemand meer het woord verlangende, sluit de voorzitter de vergadering. BLOEMENDAAL, TEL. 22003 jfó ABËTKfcChTSWiG Wie ais de steller dezer Nabetrachting zelf gedurende een reeks van jaren Bloe mendaal mede heeft helpen besturen en aldus de blijvende belangen dezer gemeen te heeft leeren kennen, kan, hoezeer de tijdsomstandigheden in menig opzicht wij ziging ondergingen, zich niet onttrekken aan den indruk, dat de reeds eeuwen oude strijd van de Gemeenschap, die de levende uiturukking is van de gedachte der Demo- kratie, tegen het Groot-grondbezit, hier de plastieke moderne vorm der Aristokra- tie, nog onvolstreden is, en dat het ook nu nog, niettegenstaande alle demokratische wetten welke eener Nederlandsche ge meente ten dienste staan, de gemeenschap is die nog steeds aan het kortste eind trekt. Het oude hok, dat euphemistisch (d.i. om voor een leelijk ding een mooi woord te gebruiken) Raadhuis heet, had reeds meer dan 10 jaar geleden door een be hoorlijk ruim eenvoudig maar geriefelijk gebouw moeten vervangen worden; een modern, naar de eischen der bestaande ministerieele circulaire's en van het nieuwe wetboek van strafvordering ingericht po litiebureau had op 1 Januari van het vori ge jaar gereed moeten zijn; niet alleen de eigen ambtenaren en beambten der ge meente, maar allen die hier hun dagelijksch werk hebben, hadden hier hun eigen vrije nabij hun werk gelegen woning moeten vindenmaar ook alle wegen hadden reeds jaren lang breed genoeg moeten zijn voor den aanleg van afzonderlijke paden voor het volstrekt ingeburgerd en steeds toe nemend rijwielverkeer; elke althans drie der vier wijken der gemeente hadden af zonderlijke pleinen en speelruimten behoo- ren te' bezittener hadden ruimten behoo- zijn voor zwemmen in open water voor het plaatsen van minstens twee douchebad huizen en ten slotte had minstens één bree- de onbebouwde strook grond van Noord tot Zuid moeten zijn gereserveerd voor een grooten weg voor het doorgaand verkeer van Noordholland benoorden het Noord zeekanaal naar de bollenstreek, Leiden en Den Haag, bewesten Haarlem. Niets van dat alles is tot stand gekomen; verschil lende dezer punten zijn zelfs voor geld niet meer te verwezenlijken; opvolgende ge meentebesturen hebben roeiende met de riemen, die zij hadden, zoo goed mogelijk stukwerk geleverd: het Bloemendaalsche Bosch is aangekocht en verbeterd, een deel daarvan is op initiatief en met behulp van particulieren tot Thijsse'sHof omgetooverd Jbouwspeculanten zijn geremd, hier en daar is zelfs (men zie b.v. Oosterduin) werke lijk een grootsch brokstuk tot stand ge komen, maar ontbroken hebben de ééne groote lijn, de ééne groote gedachte en daarbij noodige ééne gemeenschappelijke groote wil om Bloemendaal te maken tot FEUSLLET (Philomel's Cottage) door AGATHA CRISTIE. 4) Toen was George onverwachts komen -werken, 'had over Londen gesproken en zij had (het verhaal over verteld. Het was te riskant om haar dien avond uit den weg te ruimen, voor het geval (de oude George dat gesprek zou herhalen. Maar het had weinig gescheeld. Als zij toevallig die onbeduiden de opmerking niet herhaald had. Alix rilde. Maar er was geen tijd te verliezen. Ze moest di rect weg vóór 'hij terugkwam. Vliegensvlug deed ze de rol uitknipsels weer in de la, schoof hem dicht en sloot hem weer. Toen stond ze beweging loos als uit steen gehouwen. Ze had het piepen van het hekje gehoord. Haar man was terugge komen. Een oogenblik stond Alix als versteend, toen kroop ze naar het raam keek naar 'buiten van achter 'het gordijn. Ja, het was haar man. Hij glimlachte in zichzelf an neuriede een deuntje. In zijn hand hield hij een groot voorwerp toen ze Idat zag, stond haar hart stil. Het was een spik-splinternieuwe schop. Als bij instinct werd Alix er zich van bewust vanavond moest het gebeuren! Maar er was nog één kans. Gerald, die een deun tje neuriede liep om 't huis. Zonder een moment te aarzelen vloog ze de trap af het huis uit. Maar juist, toen ze de deur wilde uitgaan, kwam haar man van den anderen kant van het huis, Hallo, zei hij, waar moet jij in zoo'n vaart naar toe? Alix streed wanhopig om even kalm te schijnen als altijd. Haar kans was op 'dat oogenblik ver keken, maar als ze voorzichtig was en niet zijn achterdocht wekte, zou die weerkomen. Misschien, wel nu Ik wilde naar het eind van de laan loopen en dan weer terug, zei ze met een stem, die in 'haar eigen ooren zwak en onzeker klonk. Goed, zei Gerald, dan ga ik met je mee. Nee alsjeblieft niet, Gerald, ik ben zenuw achtig, hoofdpijn 'heb ik ook ik ga liever alleen. Hij keek haar oplettend aan. Ze verbeeldde zich een oogenblikje achterdocht in zijn oogen te lezen. Wat scheelt er aan, Alix, Je bent zoo bleek en beverig. Niets. Zij forceerde zichzelf om flink te zijn, glimlachte. Dc heb hoofdpijn, dat is alles. Een wandeling ;zal me goed doen. Waarom zeg je dan, dat je mij niet gebruiken kunt, zei Gerald met zijn vlugge glimlach, Ik ga mee, of je wilt of niet. Ze durfde niet tegenspreken. Als hij vermoedde, (dat zij wist Na 'krampachtig pogen slaagde zij er in, 'haar nor male manier van doen eenigszins terug te krijgen. Toch had zij het zeer onbehaaglijke gevoel, dat hij haar zoo nu en dan van terzijde gadesloeg, alsof hij niet geheel voldaan was. Zij voelde, dat zijn argwaan niet heelemaal weg was. Toen ze in huis terug waren, stond hij er op, dat ze even ging liggen en bracht haar eau de cologne om 'haar slapen mee te wasschen. Hij was, als steeds, 'de toegewijde echtgenoot. Alix voelde zichzelf zoo hulpeloos, alsof ze met handen' en voeten in een klem zat. Hij wilde haar geen oogenblik alleen laten. Hij ging met haar naar de keuken om haar te helpen het eenvoudige koude maal naar binnen te bren gen. Tijdens den maaltijd had zij een gevoel of zij zou stikken, maar zij dwong zichzelf om te eten en zelfs om vroolijk en natuurlijk te schijnen. Ze wist nu, dat ze voor haar leven vocht. Zij was met dezen man alleen, mijlen ver van men- schelijke hulp; aan zijn genade overgeleverd. Haar eenige kans was dat ze hem van. zijn vermoeden afbracht, zoo 'hij haar een paar oogenblikken alleen liet lang genoeg om naar de telefoon in de hall te gaan en om hulp te vragen, Dat was nu haar eenige hoop. Een oogenblik hoopte zij, dat hij vanavond ook misschien vain plan veranderen zou. Stel, dat ze hem vertelde, dat Dick Windyford zou komen? De woorden trilden op haar lippen toen ver wierp ze deze 'hoop plotseling. Deze man zou zich toch voor de tweede maal niet laten dwarsboomen. er was iets beslists en opgewondens onder zijn oogenschijnlijk kalm uiterlijk, dat haar 'm wee gevoel bezorgde. Ze zou den misdaad er alleen door verhaasten. Hij zou haar op staan'den voet ver moorden en Dick Windyford kalm opbellen, dat ze uitmoesten. O, als Dick Windyford vanavond maar kwam, Als Dick Plotseling flitste een idee door haar brein. Ze keek van terzijde scherp naar 'haar man, alsof ze bang was, dat hij haar gedachten zou lezen. Met het uitwerken van het plan nam haar moed toe. Haar 'doen en laten werd zoo natuurlijk, dat ze er zelf verbaasd over was. Zij maakte koffie klaar en nam die mee naar buiten, naar de stoep, waar ze dikwijls op mooie avonden zaten. Wat ik zeggen wil, zei Gerald plotseling, wij zullen straks ook eens gaan ontwikkelen. Een rilling liep Alix langs den rug, maar ze ant woordde achteloos: Kan je 't vanavond niet alleen? Ik ben moe. Het duurt niet lang. Hij glimlachte in zichzelf. En ik beloof je, dat je straks niet meer moe zult zijn. De woorden schenen hem te amuseeren. Alix rilde. Nü moest ze haar plan, zonder uitstel uitvoeren! Ze stond op. Ik moet de slager nog even opbellen, zei ze terloops. Dan 'hoef jij er iniet heen. Den slager? Op dezen tijd? Zijn winkel is natuurlijk 'dicht, dommert. Maar zijn huis kan ook. En morgen is het Zaterdag en moet mij vr.oeg kalfscoteletten brengen, voor ie mand anders ze bestelt, 't Is een goeiert, dat wil hij best voor mij doen. Ze ging vlug 'het huis in en sloeg de deur achter zich dicht. Ze 'hoorden dat Gerald zei: „doe de deur niet idicht" en had vlug een antwoord klaar: Anders komen er motten binnen. Ik houd niet van motten. Of ben je bang dat ik een beetje met den slager gekheid ga maken? Malle jongen. Toen ze eenmaal binnen was greep ze naar den hoorn van de telefoon en gaf het nummer op van „Het wapen van Engeland". Ze werd direct ver bonden. Mr. Windyford? Ii hij thuis? Kan ik hem spreken? Toen kreeg ze een geweldige schok. De deur werd geopend en haar man stond in de hall. iGa toch weg, Gerald, zei ze korzelig. Ik vind het afschuwelijk als iemand luistert als ik aan het telefoneeren hen. Hij lachte haar uit en wierp zich op een stoel. Is het de slager heusch, die je telefooneert? spotte hij. Alix was wanhopig. Haar plan had gefaald. Direct zou Dick Windyford aan telefoon zijn. Zou ze alles riskeeren en om hulp roepen? En toen, terwijl ze zenuwachtig op het toestel drukte, en onwillekeurig den haak heen en weer bewoog, vloog een ander idee door haar hoofd, de redding. Het zal moeilijk zijn, dacht ze bij zichzelf. Ik moet mij hoofd er bij houden en 'de goede woor den kiezen en geen oogenblik stotteren, maar ik geloof dat ik het doen kan. Het moet. Het was tot haar doorgedrongen, dat, als ze op de juiste momenten den haak neerdrukte en weer los liet, ze een noodkreet aan Dick zou kunnen geven zonder dat haar man het merkte. Op 'dat oogenblik hoorde ze -de stem van Dick Windyford aan den anderen kant van de telefoon. Alix haalde diep adem. Toen sprak ze: U spreekt met Mrs, Martin van villa de Nachte gaal. Kom alsjeblieft (druk op den haak) morgen vroeg met zes mooie kalfscoteletten (haak los) het is belangrijk (haak neer) dank u wel, Mr. Het- worthy; neemt u mij niet kwalijk -dat ik u zoo laat opbel, maar deze kalfscoteletten zijn heusch een zaak van (haak los) leven of dood! (druk op den haak). Goed, morgen vroeg dan (haak los). Zoo spoedig mogelijk. Ze 'hing den hoorn weer op en keek, moeilijk ademhalend, naar haar man. Is dat de manier, waarop je den slager tele foneert? zei Gerald, Zoo zijin wij vrouwen nu eenmaal, zei Alix luchtig. Ze kookte van opwinding. Hij had geen achterdocht. Dick zou komen, zelfs al begreep hij niets. Ze ging naar de zitkamer en draaide het elec- trisc'h licht op. Gerald volgde haar. Je schijnt nogal opgewekt, zei hij, terwijl hij haar nieuwsgierig aankeek. Ja mijn hoofdpijn is over, Ze ging op haar gewone plaats zitten en glim lachte tegen 'haar man, toen hij zich in den stoel tegenover haar liet vallen. Zij was gered. Het was pas vijf minuten voor half neigen. Lang voor dat het negen uur was, zou Dick er zijn. Ik vond die koffie, die je gaf, iniet bijzonder, beklaagde Gerald zich. 'Die smaakt nogal bitter. Het is een nieuw soort, dat ik eens wilde pro-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1927 | | pagina 3