ST0E Adverte KUNST Naar behouden Haven TE Hl DRUKKERU TIMMER belast zich met het plaatsen van advertentiën in elk daarvoor op te geven biad, zonder prijsverhooging ONTVANGEN BOEKEN HUMOR EN SATYR! SP het mense instituut Bosch en Yaai met verhooging van de buitenzijde van bochten gewerkt wordt. De opmerking van den heer Hogenbirk over het verkeer in de Boschlaan is o.i. niet geheel juist. Indien het P.E.N. met de eigenaren van den ondergrond van een weg is overeengekomen dat het over dien grond heen mag rijden, dan is daarmede nog geen enkel recht te niet gedaan der overheid om dat rijden in het algemeen belang te regelen en desnoods te verhin deren; dat is zgn. publiek recht. Omtrent de verhouding van dat recht ten opzichte van het gewone burgerlijk of privaat-recht sla men art. 625 van het Burg. wetboek maar eens na. De wet. Ja, dat is iets waar we nog wat over zeggen willen. „Staat de gemeentewet toe dat uitdruk kelijk met blanco wordt gestemd," is ge vraag en de Raad van Bloemendaal heeft daarop j.l. Donderdag op aandrang der heeren Dorhout Mees en Cassee bevesti gend geantwoord. De vraag is evenwel of het zgn. blanco-stemmen eigenlijk of on eigenlijk stemmen is en wat de gemeente wet met „stemmen" bedoelt. Wie hierover wat lezen wil, kan naslaan Oppenheim, 4e druk, deel I, blz. 293 en de Gemeentestem no. 227333 van 1895. Al gemeen wordt aangenomen, dat de Ge meentewet onder stemmen verstaat het uitspreken van „voor" of „tegen" ten aan. zien van het in stemming gebrachte punt, Men kan in den zin der Gemeentewet even min blanco stemmen als dat men zwijgend spreken kan. Dienovereenkomstig bepalen 't ook de Reglementen van orde onzer groote gemeenteraden als die van Am sterdam, Den Haag, enz., raden die nog kenners van ons Staatsrecht rijk zyn. Waarom, heeren, toch zoo weinig be dacht, dat gij alleen steekhoudend bordu ren kunt op het stramien der Gemeentewet en dat uw handwerk, buiten dat stramien tot stand gebracht monnikenwerk is, een weefsel dat, opgenomen, als een los hoopje zij uit elkander valt? En waarom als de wet niet duidelijk ge noeg tot u spreekt, u niet gespiegeld aan voorgangers met meer rechtskennis en ervaring? Of is het Recht voor U mis schien maar genoeg voor ditmaal. IN MEMORIAM HERMAN GORTER. De heer A. M. de Jong schrijft in „Het Volk": Een grote, een tragiese figuur is heengegaan, Herman Gorter is gestorven en verslagen zitten wij neer, diep onder de indruk van dit verscheiden. En tegelijkertijd toch ook een hoger vreugde om het werk, dat hij gedaan en ons gelaten heeft. Een hoger vreugde dan 'wij in het leven van alledag, waaraan hij nog deel had, gewoon waren te ge voelen. Want op dit moment dringt met volle kracht in 'het bewustzijn naar 'boven wat deze schitterende dichter, deze grote, tragiese mens ge weest is voor ons allen, voor onze litteratuur, voor ons leven Herman Gorter. DeZe zingende stem-in-lentelucht. Deze veroverde van de schoonheid, de jonge, blij de, luchte schoonheid van de Mei, van het sprui tende, jonge leven. Als een schalmei kiin(kt zijn stem boven alle andere uit en zij zal blijven zingen als een wonder voor de ziel, een verrukking, een openharing voor het hart. Niemand onder de dich ters van 'Holland' uit zijn periode is met hem te vergelijken. Hij stond apart, stond boven alle, hij alleen was de zuivere, begenadigde, lichtv euge- lige, die zweefde de zon tegemoet, hij was het meest van alle: dichter. In de eerste jaren na de aanvang van „de beweging van tachtig", toen de litteratuur van Holland zich eindelik losbrak uit de knellende banden van een verstarde konventie, toen zij wild bruisend, storm achtig bewogen de vrije schoonheid uitriep en alle muffe deftigheid hartstochtelik naar den duivel joeg, toen Holland' daverde van strijdkreten en slopersgeweld, toen alle 'heilige huisjes tot puin hopen werden gebeukt en angstige zielen zich be zorgd afvroegen of die brekers dan niets over zouden laten en of zij wel in staat zouden zijn om voor het verwoeste iets beters in de plaats te brengen toen begon daar plotseling de helle stem te zingen van de jonge, verrukte Herman Gorter, en wie oor had voor de klank der ziel sprong op, luisterde ademloos toe, verbaasd, ver rukt, blij doorstroomd van ongekende ontroering. Daar was dus het nieuwe, 'het hoge beloofde ge luid, de woest verheerlikte schoonheid die komen zou, de vernieuwing van Hollands dichtkunst, de voortzetting van de grote zeventiende eeuwse poëzie, die voorgoed in verval leek!.... En in Gorters mond was zij heerliker geworden voor de moderne geest, buigzamer, dieper en hoger van klank, vrijer, vèr klinkend, schuimend als het be wogen water in de branding der zee. Diep ver baasd stond men voor het wonder van „Mei". Dit was dus Hollands? Dit was dus mogelik met de Hollandse taal? Met die stroeve, statige, deftige Hollandse taal? Die taal kon zingen en fluiten, kon alle ontroeringen dragen, alle klanken zuiver beel den, alle visioenen oproepen in gevoelige nuancee ring, kon hemel en aarde voor iemand openen klaar en helder, in bijna kinderlike eenvoud. Nu eerst drong het besef door, dat inderdaad het lentetij was doorgebroken in de letterkunde van het oude Holland. Gorter, dat iwas de lente, de onstuimige, verheerlikte, veroverde lente. Alles in hem was licht en luchtig, alles trilde van de huivering, die het leven doorvaart bij het eerste botten der nieuwe loten, bij het onweerstaanbaar dringen der losgeschoten sappen. De geuren van de eerste bloemen waarden rond, hoog en snel togen de witte wolken aan diep-blauwe lucht voort en vluchten van drift schreeuwende trekvogels. Over al rondom sproot het ijle, jonge groen uit de zwarte twijgen. Van al'le horizonnen riepen blijde jonge stemmen, achter elke boom, aChter elke struik, achter elk duin wachtte het wonder op de geluk- BLOEMENDAAL, TEL. 22003 kige, die het grijpen wou. Vermoedens van nooit gekende vreugden joegen door de harten. De lucht was vervuld van geuren en geluid. Het leven rekte zich, jong en veerkrachtig, en lachte! Het heerlifce, het grote, het warme! Mei danste over de wereld en de wereld, de oude wereld werd jong en dartel als zij. Het lied van Gorter stroom de over 'Holiand als een vloed van pure vreugde, als een golf van jeugd en schoonheid. En toen wist men, dat de poëzie weer leefde, echt, diep, heet en hartstochtelik 'leefde, vrijgebroken uit de kluis ters. Als de gouden stem van de lichtgod Baldur zelf schalde Gorters verliefde verzen over het verbaasde land, meesleepend, in heidense levens verrukking. Het was jong en licht en onstuimig, en toch wat was 'het stil en vroam en voornaam, hoog en ingetoomd. En wat was het waarachtig en heerlik nieuw! Welk een belofte en welk een vervulling terzelfdertijd! Met een zwaai had de nieuwe poëzie de hoogten bereikt, waar de on- sterfelikheid woont. En Gorter had haar daartoe opgeheven. Zijn wonderbaar gedicht „Mei" zal nooit sterven, zolang de harten der mensen nog •vatbaar zijn voor de stuwende verrukkingen van het lente-jonge leven. Herman Gorter openbaarde zich van de aanvang af als een groot, diep, stra lend dichter, een meester bij de genade van 'het genie, en hij openbaarde het verblufte Holland, dat het poëzie kan hebben, omdat het een rijke bloeiende, zangerige, zoet luidende taal had, waar in al de klanken van natuur en wereld levend aanwezig waren, gereed om met dwingende macht al de beelden voor de geest te toveren, die de ziel van de dichter bekoren of verschikken. En wat hij beloofde bij zijn intrede in Holland's litteratuur, dat heeft hij gehouden. Ook in zijn latere, verwarde, sensitivistiese experimenten bleef de zingende ziel doorklinken, de zuivere dichter verlochende zich nimmer, ook al werd bij' wijlen voor velen onver staanbaar. Maar 'Herman Gorter, deze stralend lichte geest, deze 'danser en fluitspeler onder de dichters, was tóch vooëbestemid een tragiese figuur te worden. Omdat de breuk van de tijd doorliep tot in de diepten van zijn 'ziiel, tot in de kern van zijn wezen. De 'beweging van tachtig was een revolutionnaire beweging en Gorter was een opstandige van na ture. 'Hij werd er door gegrepen en meegesleurd en omhoog gedragen. Maar de letterkundige revo- lutionnairen van tachtig waren burgerli'ke individu alisten, die zelfgenoegzame letterkundige groot heden werden, zodra de wilde gevechten op de barricaden dóór 'hén gewonnen waren. Het diepere begrip van hun eigen beweging ontging hen vol komen. Zij zagen zich niet ails een onderdeel van de grote golf van opstandigheid, 'die over de wereld spoelde. Zij waren 'zelf doel van hun bewe ging en tevreden, toen „zij er waren". Gorter echter voelde zuiverder, schouwde wijder, besefte dieper, waartoe die opstandigheid moest voeren. 'Hij had een trouw hart, een behoefte aan universeele oprechtheid en hij wilde zich niet ont trekken aan de grote plicht, die het leven en de tijd hem oplegden. Hij kwam tot de opstandigen, die meer vernieuwen wilden dan de litteratuur al leen, die de lente wilden brengen, niet alleen in de letteren, maar in heel de wereld, in heel het menschenleven, in heel de maatschappij. Het so cialisme riep naar het hart van al wat zuiver en groot voelde voor leven en mensheid, naar het hart van de opstandigen, die alle kluistere ver breken wilden. En Gorter kon de roep niet weer staan. Bij kwam, geestdriftig, onstuimig en ver- beerlïkt, Helaos! de tweeledigheid van zijn wezen heeft eenheid van dit leven, zo harts tochtelijk en diep gewild, gebroken. Herman Gorter met al zijn eerlike drang naar socialisties leven en denken en weiken, was een individualist in het diepst van zijn wezen. Een product van de tijd, waarin hij geboren werd. 'Hunkerend naar ge meenschap met alle verdrukten, toch een een zame, nimmer te verlossen uit zijn droom, een on buigzame, die het ideaal in zich besloten hield en van de wereld giste, dat zij het erkennen zou, zonder transigeren, geheel en ondeelbaar. En zo moest zijn leven en werken in het socialisme een tragiese mislukking worden, want de wereld en de eenzame droom van de dichter verdroegen el kaar niet en de wereld is in dat geval altijd de sterkste en breekt de onbuigzame, die wijzer denkt te zijn dan zij en gelijk wil hebben tegenover haar onweerstaanbare, trage gang. Steeds eenzamer werd 'het rond Gorter en hij moet daar veel en bitter door hebben geleden. Want ondanks alles bleef hij zijn ideaal getrouw en hield het dapper hoog tegenover de wereld, die onverschillig haar eigen weg ging, een andere dan die zij gaan zou in zijn grote droom. En hij, die zich geboren wist om een Prometheus te 'zijn, zag zich ver doemd tot een Sysiphus Hoog heeft vaak het strijdvuur opgelaaid rond zijn heftige, onwrikbare eenzijdigheid. Maar nooit hebben wij vergeten, dat wij stonden tegenover een, die wij grote dankbaarheid verschuldigd waren. En nu hij van ons is heengegaan in de eeuwige stilte, vallen alle verschillen weg en zien wij nog maar alleen de begenadigde dichter, de schone mens, de onwankelbare idealist. Wij er kennen zijn grootheid en buigen het hoofd voor zijn kracht en zijn moed, voor de onbezweken trouw aan zichzelf en zijn gedachten, die 'hij nooit verried, al werd zijn leven er door verscheurd.... Vol eerbied en droefenis staan wij aan dit doodbed en wij weten dat een edel mens van ons is 'heen gegaan, eén dichter van onvergelijkelike gaven, een 'vereerd en bemind meester. En wij putten diepe troost uit de gedachte, dat zijn stem over het graf heen naar de harten zal blijven roepen en dat deze grote eenzame nu voor goed uit die een zaamheid verlost in en leven zal, altijd door, te midden van de gemeenschap der 'zielen, die in hem de schoonheid liefhebhen, wier kinderen zij zijn, evenals 'hij het 'was. Hij is gestorven, maar elke dag zal 'hij meer levend worden, zolang er mensen zullen zijn wijs; door het betrachten van meerdere spaarzaam heid bij den aanleg van nieuwe werken; door re organisatie van belastingheffing; door het brengen van meerdere eenheid in die Staatsorganen, welke een overeenkomstig doel nastreven; door het ver der aanbrengen van oordeelkundige vereenvou diging in de instellingen, welke de veiligheid des lands nader moeten bevorderen. De Commissie heeft een en ander nader uitge werkt en meent, dat dit werkplan alleen dan voor afdoende practische verwezenlijking vatbaar is, in dien aan 'het geheele bezuinigingsapparaat een wettelijke basis gegeven wordt. M. a. w. zij acht noodzakelijk het wettelijk inschakelen van een lichaam in onze Staatsinstellingen, dat, steunende op de wet en vrij van eiken departementalen in vloed, adviezen over de financieele gestie kan kenbaar maken aan Regeering en Staten-Generaal. Derhalve een adviseerend lichaam, vóórdat bij de wet tot uitgaven besloten wordt, en een contro leerend lichaam, vóórdat de uitgaven werkelijk gedaan worden (gelijk de Algemeene Rekenkamer de uitgaven controleert, nadat deze zijn geschied). Het vult zeer te betreuren, ,dat de Regeering af wijzend heeft beschikt op bet verzoek der Com missie, om een studiecommissie in te stellen, ten einde een zoodanige wettelijke regeling te ont werpen. In haar correspondentie met de regeering is de Commissie echter taai blijven vasthouden aan de noodzakelijkheid een er wettelijke regeling, en heeft zij op duidelijke wijze de aangevoerde be zwaren weerlegd! Moge 'het haar, ter verkrijging van 'de noodige eenheid en de gewenschte vaste lijn in het bezuinigingsweik gegeven zijn, haar ge lukkig denkbeeld te doen zegevieren; het zal ons schip van Staat dan weder nader tot de veilige haven brengen! Een schip in nood! Op een ijsberg gestooten in den onmetelijken Oceaan. Bemanning en passagiers loopen wanhopig rond, totdat eindelijk het koel verstand de overhand krijgt. Het blijkt na voorloo- pig onderzoek, dat het schip drijvend kan worden gehouden en als geen onverwachte ongelukken plaats vinden op eigen kracht langzaam stoo- mende een haven zal kunnen bereiken. Er moeten echter eeni'ge maatregelen getroffen worden, om gedurende 'de reis bemanning en passagiers in het leven te kunnen houden; bovendien moeten de de reddingsboot-en elk ooigenblik gereed zijn, om bij eventueele tegenslagen te kunnen worden uit gestreken. Op gelijke wijze zou kunnen .worden geteekend de situatie, waarin zich ons schip van Staat bevindt. Financieel 'hevig lek gestooten, vertoonde het schip zware slagzij, en ontstond een panische schrik voor onzen gulden. Slechts forsch ingrijpen kon een ©ogenblikkelijke ramp voorkomen, doch daarna dienden blijvende 'bezuinigingsmaatregelen te wor den beraamd om het schip in veilige haven te kunnen brengen. Een speciale bezuimigingscom- missie werd daartoe ingesteld, en deze heeft thans in haar zesde verslag aangegeven, door toepassing van welke beginselen een ingrijpende verlaging der uitgaven verkregen zou kunnen worden. De finan cieele politiek van 'den Staat moet aldus de Commissie naast -het behouden van evenwicht tusschen inkomsten en uitgaven, zich ten doel stellen de kapitaalvorming der Staatsburgers zoo veel mogelijk te vergemakkelijken en te bevorde ren; daartoe moet in de uitgaven de grootst moge lijke spaarzaamheid betracht worden. Dit nu kan bereikt worden door verlaging van 'het totaal-be drag aan salarissen en loonen; door beperking van de Staatsbemoeiing en den Staatssteun; door in grijpende terugbrenging van de kosten van omder- Den Gulden Winckel van Augustus geeft op den omslag een photo van den Provenijaalschen dich ter; Frédérice Mistral, wiens eeuwfeest in 1930 gevtierd zal worden. In een artikel over hem vertelt L. van Lange van zijn werk, dat, in het werk moeilijk patois ge schreven, niet voor iedereen leesbaar is. 'Het Pro- vengaalsch is zóó na aan 'het Italiaansch verwant, dat men óf een speciale studie van de Romaan- sche talen gemaakt moet hebben, óf een geboren Proven?aal moet zijn, om het te vatten. Zelfs Mi stral's landgenooten maakten de bijna van misnoe- gen getuigende opmerking: Mais pourquoi écrit en patois!" Daarna vertelt L, van Lange, hoe gehecht Mistral aan zijn land was, hoeveel hij van zijn taal hield. De 100,000 francs van zijn Nobel-prijs gebruikte hij voor de stichting van een museum te Arles, waar alles wat karakteristiek was voor den land aard in leven werd gehouden. De gedichten van Mistral zijn van een zelden ge ëvenaarde schoonheid. Lamartine zei eens van hem: „Oui, ton poème épique est un chef d'oeuvre; je dirai plus; il n'est pas de l'Occident, il est de Orient: on dirait que, pendant la nuit, une ile de l'archipel, une flottante. Délos, s'est détachée de son groupe d'iles ioniennes, 'et qu' elle est venu s'annexer au continent de la Provence embaumée." Als proeve van zijn dichterlijke visie willen we een der geciteerde gedichten hier aanhalen. „O, Magali, ma tant amado, Mete la teste au fenestroun! Escouto un pan aquesto aubade De tanbourin et de viouloun. Es plen d'estello aparamountl L'auro es toumbado, Mai lis estello paliran, Quand te veiran! (O Magali, mijn innig beminde! Kom met uw hoofd dicht hij het venster! Luister eens naar deze aubade, door tambourijn en viool begeleid. De hemel wemelt van sterren. Geen zuchtje be weegt. Maar als jij verschijnt zal 'de glans der ster ren tanen.) Het tijdschrift 'bevat verder: „Den 14den Juli bij D'Annunzio." Onder den titel „Al pratende met.." een interview van Dr. G. H. Pannekoek Jr. met A lie Smeding. Een artikel over de opvoering van het Amsterdamsch lustrumspel: 'De Zeven-mijls iaarzen, door J. A. Bletz, een bespiegeling van prans Hulleman over het vreemde verschijnsel, dat een stuk als „De Moeder" verboden wordt, ter wijl een boek als „De Madonna der slaapwagens" rustig op de boekenmarkt aandacht trekt en ge kocht wórdt. Verder de Kroniek van het proza door Gerard van Eckeren. Onze Kleine, het aanbevelenswaardige tijdschrift voor kinderhygiëne, waarvan in Augustus het der de nummer verscheen, geeft een artikel van Dr. van Creveld over groei en stofverwisseling van het jonge kind. Zeer leerzaam voor ouders is het opstel van 'Dr. Joh. M. Went over „slechte ge woonten" bij kinderen. We kunnen nit anders, dan ons verheugen, dat op die feiten de algemeene aandacht gevestigd wordt. Er is zooveel, dat uit ziektetoestand voort vloeit en waarvoor onwetende ouders het kind onverdiend straffen. Dit opzichzelf reeds is de moeite van het publi- ceeren waard, wanneer we de gevolgen nagaan, die een als onrechtvaardig gevoelde daad van de op voeders, op het verder leven van het kind heeft. Zeer lezenswaard is ook van Dr. J. Munk: „Iets over den invloed van zonlicht en lucht op het menschelijk lichaam." „De voedende moeder" en „De verzorging van den zuigeling" resp. van Dr. H. B. L. Vos en A. van Ditzhuyzen, zijn voor menige moeder leerzaam en belangwekkend. De fijne geestige kinderkopjes, stralend van gezond heid, zullen vele moeders 'doen wenschen: „Als mijn baby ook eens zóó groot wordt!" 'Het zijn vooral deze moeders, die „Onze Kleine" geregeld en graag zullen lezen. Doch ook moeders met groote kinderen bevelen we het graag aan. De fouten en gebreken zij het iets te Iaat be grijpen, kweekt een innigen band tusschen op voeders en kinderen. Het Juli-nummer van „Opgang", driemaandelijks Jeugdtijdschrift voor kunst, wetenschap en arbei dersbeweging, dat uitgegeven wordt door de ar beiders jeugdcentrale, Opent met een artikel over Goya, den Spaanschen schilder (door W. Joe. de Gruyter). Het is ontegenzeggelijk goed veelzijdig te zijn en evengoed werk van een schilder uit een ver land en lang vervlogen tijden te beschrijven, als dat van een kunstenaar uit het eigen land en den eigen tijd. Echter mogen we hierbij niet over het hoofd zien, dat zoo ooit, dan onder deze omstandig heden, rekening hebben te houden met de mentali teit en den gemoedstoestand van den jeugdigen lezer, dien wij willen opvoeden. Daarom is het overdreven illustraties op te nemen als; ,pHet Mensenverslindend Monster", terwijl uit de ove rige reproducties duidelijk blijkt, hoe rijk de keuze was tusschen fijn en geestig materiaal. Om dezelfde reden zou oi. het stukje van J. L. Vleming Jr.: „Iets over de Javaanse toneel-, dans en toonkunst", aan opvoedende kracht hebben ge wonnen, had de schrijver zich onthouden van den vrij banalen aanhef, welke een toelichting geeft, die zelfs zonder schade gemist had kunnen wor den, en noodeloos opdikt: arbeider (werker voor- een-ander) c.a., parasiet, en hierdoor haat-kweeken- den invloed heeft. Haat werkt nimmer opbouwend. Evenmin als uitdrukkingen: „snert-bioscoopvoor- stellingen". Opvoe3ers""3enkt eraan: woorden wek ken, maar voorbeelden trekken! Beschaving is niet een verzamelen van kennis, zonder meer. Ze zul len ieven lachen, onze jongens en meisjes, en zeg gen; „Kijft! wat komiek, dat „hij" dat zóó zegt!" (nèt zooals wij dat zouden zeggenl). Maar ge zijt meteen geen „'held' meer. Ge zijt uw „prestige" kwijt! Overigens is de uitgave zeer aanbe velenswaardig en zou het te wenschen zijn, dat een groot aantal abonnées het mogelijk maakte het „drie-maandelijks" te veranderen in „maande- delijks'". Als de liefhebberij voor wetenschappe lijke vraagstukken er eenmaal is, vervalt, als men dat dan wil, vanzelf den lust inde snert- bioscoop"! Jeanne Veen, De koopman op de markt praatte zich de keel sc'hoi, maar er was weinig kooplust. Ten einde raad haalde hij een pak uit zijn koffer te voor schijn en riep: Halt, hier is Japie! Dat mót jelui allemaal 'koopen, dat is een koopje, als je nog nooit heb gehad! Wie dat mee wil dragen, wie dat van mij koopen wil, die houdt zijn dubbeltje maar gereed, vijf en twintig ansichtkaarten voor één dubbeltje, allo, wie koopt dat? Een jonge kerel op de eerste rij sta'k zijn hand in zijn zak, om er een dubbeltje uit te visschen. Maar voordat hij bet muntstukje te voorschijn 'had ge haald, legde zijn moeder een waarschuwende hand op zijn schouder en zei: Neeneeje, Klaas, dat mó je niet doen, 't is oplichterij! Ik heb ze gezien, d'r zitte niet eens postzegels op! Toen Henk me vroeg, deed hij net, als een schelle vis op het droge! Geen wonder, hij wist, 'dat hij aan den haak geslagen wasl Onderwijzer: Kareltje, wat heb je een verschrik kelijk smerige handen! Wat zou je er wel van zeggen, als ik met zulke handen op school kwam? Kareltje: Niets, meneer, dat zou onbeleefd zijn. WETENSWAARDIGHEDEN. Is het U bekend: dat mijnwerkers, die op groote diepte werken, zout in hun drinkwater krijgen? dat dit is, omdat door overmatig zweeten het lichaam veel zout verliest, en dat dit op die ma nier weer aangevuld wordt. dat de talen van allé rassen en volken der wereld op de gramofoonplaat vastgeegd zullen 'worden voor het nageslacht? dat hiervoor een unieke verzameling wordt ge maakt voor het nieuwe Museum van Talen, aan de Sorbomne, te Parijs? dat Esperanto, de wereldtaal, onlangs 40 jaar be stond? dat Poincaré, toen hij student aan het Lyceum te Bar-le-duc was, met zijn broer Lucien en een mede-student, Pol Brouchot, besloot een wereld taal te maken, die zij het „Ixessoire" noemden? 'dat Poincaré de zelfstandige naamwoorden voor zijn rekening nam, zijn broer de bijvoegelijke naam woorden en de bijwoorden, en Brocbot de rest? dat zij hun „handboek voor Ixessoire" voltooiden en zelf eed drukker wisten te bewegen het te drukken? dat Poincaré de eenige is, die er nog een exem plaar van heeft? dat de bekende race motor-fabrikant Bugatti een race-boot ontworpen beeft die per uur 87 mijl (bijna 160 K.M.) kan afleggen? Hij 'hoopt in 40 uur van Brest naar New-York te varen. K a s p e r, Stockholm voi i Uitslagen der op Zond' der 2e klasse B: ZeehurgiaA. F. VeloxB. F. C. Zand voortBloem' HaarlemH. V. V. V. A.'Donar Programma voor Zond HaarlemVelox. 'H.V.C.Zeeburgia. A.F.C.V.V.A. DonarZandvoort. BloemendaalB.F. In den wedstrijd Zeebi de gastheeren een flin betrekkelijk korten ti hun voordeel. Toen 1 middenvoor Lungen sci waartegen de thuiscl stellen, zoodat de jonj met 54 wonnen. Velox schijnt niet zo gelijk spel tegen B. 1 terrein, is geen bijzon Bloemendaal speelde in Zandvoort tegen de zich in de laatste m gaan, toen Bakker eei ke, onberispelijk ben bracht. Ook bij HaarlemH.\ en vree". Niettegensta zoekers, wisten de ro 30 overwinning te b Oogenschijniijk krijgt Velox weer makkelijk tegenpartij echter ond goed afloopen. H.V.C. ontvangt Zee kleine overwinning d waarschijnlijk. In Amsterdam de trai —V.V.A. Het treffen was steeds zeer pik; de hoofdrol speelde, zeggen. Wel achten i „derby" heeft dikwijl 18 cent per regel, bij langrijke korting. Klei en Aanbod, Huur en en Verkoop, van 15 elke regel meer 12 ct, bij vooruitbetaling. of naast den tekst GETROUWD: J. W. C. KI en L. LAAI die, mede namens i familie, hartelijk dan! de belangstelling bij ondervonden. Den Haag Bloemendaal 20 Se Op den 21sten Se is te Leiden in nessenhuis overle ouderdom van bi; onze beste Broe huwdbroeder, Mr. PAUI WILDERVAM BLÉCOl Kantonrechter t< J. H. WILD DE E H. WILDE1 DE E Overveen 22 Sepl Geen bezi Vind je niet, dat hij mooie oogen heeft? Op mij maakte zijn mond meer indruk voor Lichamelijke Bosch en Vaartstr; ingang van 1 OC t ERPLAATST naai Telefoon 15097 Spreekuur: Dinsdag Woensdags van 8 een groote ongem. stookgel., 2 groote met slaapk., keuk W.C., water!., lichi telefoon, bij eindp.BI Br. No. 249, Bur. v

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1927 | | pagina 4