ST0E
Adverte
KUNST
Naar behouden Haven
TE Hl
DRUKKERU
TIMMER
belast zich met het plaatsen
van advertentiën in elk
daarvoor op te geven biad,
zonder prijsverhooging
ONTVANGEN BOEKEN
HUMOR EN SATYR!
SP
het mense
instituut
Bosch en Yaai
met verhooging van de buitenzijde van
bochten gewerkt wordt.
De opmerking van den heer Hogenbirk
over het verkeer in de Boschlaan is o.i.
niet geheel juist. Indien het P.E.N. met de
eigenaren van den ondergrond van een
weg is overeengekomen dat het over dien
grond heen mag rijden, dan is daarmede
nog geen enkel recht te niet gedaan der
overheid om dat rijden in het algemeen
belang te regelen en desnoods te verhin
deren; dat is zgn. publiek recht. Omtrent
de verhouding van dat recht ten opzichte
van het gewone burgerlijk of privaat-recht
sla men art. 625 van het Burg. wetboek
maar eens na. De wet. Ja, dat is iets
waar we nog wat over zeggen willen.
„Staat de gemeentewet toe dat uitdruk
kelijk met blanco wordt gestemd," is ge
vraag en de Raad van Bloemendaal heeft
daarop j.l. Donderdag op aandrang der
heeren Dorhout Mees en Cassee bevesti
gend geantwoord. De vraag is evenwel of
het zgn. blanco-stemmen eigenlijk of on
eigenlijk stemmen is en wat de gemeente
wet met „stemmen" bedoelt.
Wie hierover wat lezen wil, kan naslaan
Oppenheim, 4e druk, deel I, blz. 293 en de
Gemeentestem no. 227333 van 1895. Al
gemeen wordt aangenomen, dat de Ge
meentewet onder stemmen verstaat het
uitspreken van „voor" of „tegen" ten aan.
zien van het in stemming gebrachte punt,
Men kan in den zin der Gemeentewet even
min blanco stemmen als dat men zwijgend
spreken kan. Dienovereenkomstig bepalen
't ook de Reglementen van orde onzer
groote gemeenteraden als die van Am
sterdam, Den Haag, enz., raden die nog
kenners van ons Staatsrecht rijk zyn.
Waarom, heeren, toch zoo weinig be
dacht, dat gij alleen steekhoudend bordu
ren kunt op het stramien der Gemeentewet
en dat uw handwerk, buiten dat stramien
tot stand gebracht monnikenwerk is, een
weefsel dat, opgenomen, als een los hoopje
zij uit elkander valt?
En waarom als de wet niet duidelijk ge
noeg tot u spreekt, u niet gespiegeld aan
voorgangers met meer rechtskennis en
ervaring? Of is het Recht voor U mis
schien maar genoeg voor ditmaal.
IN MEMORIAM HERMAN GORTER.
De heer A. M. de Jong schrijft in „Het Volk":
Een grote, een tragiese figuur is heengegaan,
Herman Gorter is gestorven en verslagen zitten
wij neer, diep onder de indruk van dit verscheiden.
En tegelijkertijd toch ook een hoger vreugde om
het werk, dat hij gedaan en ons gelaten heeft. Een
hoger vreugde dan 'wij in het leven van alledag,
waaraan hij nog deel had, gewoon waren te ge
voelen. Want op dit moment dringt met volle
kracht in 'het bewustzijn naar 'boven wat deze
schitterende dichter, deze grote, tragiese mens ge
weest is voor ons allen, voor onze litteratuur, voor
ons leven
Herman Gorter. DeZe zingende stem-in-lentelucht.
Deze veroverde van de schoonheid, de jonge, blij
de, luchte schoonheid van de Mei, van het sprui
tende, jonge leven. Als een schalmei kiin(kt zijn
stem boven alle andere uit en zij zal blijven zingen
als een wonder voor de ziel, een verrukking, een
openharing voor het hart. Niemand onder de dich
ters van 'Holland' uit zijn periode is met hem te
vergelijken. Hij stond apart, stond boven alle, hij
alleen was de zuivere, begenadigde, lichtv euge-
lige, die zweefde de zon tegemoet, hij was het
meest van alle: dichter.
In de eerste jaren na de aanvang van „de beweging
van tachtig", toen de litteratuur van Holland zich
eindelik losbrak uit de knellende banden van een
verstarde konventie, toen zij wild bruisend, storm
achtig bewogen de vrije schoonheid uitriep en
alle muffe deftigheid hartstochtelik naar den duivel
joeg, toen Holland' daverde van strijdkreten en
slopersgeweld, toen alle 'heilige huisjes tot puin
hopen werden gebeukt en angstige zielen zich be
zorgd afvroegen of die brekers dan niets over
zouden laten en of zij wel in staat zouden zijn om
voor het verwoeste iets beters in de plaats te
brengen toen begon daar plotseling de helle
stem te zingen van de jonge, verrukte Herman
Gorter, en wie oor had voor de klank der ziel
sprong op, luisterde ademloos toe, verbaasd, ver
rukt, blij doorstroomd van ongekende ontroering.
Daar was dus het nieuwe, 'het hoge beloofde ge
luid, de woest verheerlikte schoonheid die komen
zou, de vernieuwing van Hollands dichtkunst, de
voortzetting van de grote zeventiende eeuwse
poëzie, die voorgoed in verval leek!.... En in
Gorters mond was zij heerliker geworden voor de
moderne geest, buigzamer, dieper en hoger van
klank, vrijer, vèr klinkend, schuimend als het be
wogen water in de branding der zee. Diep ver
baasd stond men voor het wonder van „Mei".
Dit was dus Hollands? Dit was dus mogelik met
de Hollandse taal? Met die stroeve, statige, deftige
Hollandse taal? Die taal kon zingen en fluiten, kon
alle ontroeringen dragen, alle klanken zuiver beel
den, alle visioenen oproepen in gevoelige nuancee
ring, kon hemel en aarde voor iemand openen
klaar en helder, in bijna kinderlike eenvoud.
Nu eerst drong het besef door, dat inderdaad het
lentetij was doorgebroken in de letterkunde van
het oude Holland. Gorter, dat iwas de lente, de
onstuimige, verheerlikte, veroverde lente. Alles
in hem was licht en luchtig, alles trilde van de
huivering, die het leven doorvaart bij het eerste
botten der nieuwe loten, bij het onweerstaanbaar
dringen der losgeschoten sappen. De geuren van
de eerste bloemen waarden rond, hoog en snel togen
de witte wolken aan diep-blauwe lucht voort en
vluchten van drift schreeuwende trekvogels. Over
al rondom sproot het ijle, jonge groen uit de zwarte
twijgen. Van al'le horizonnen riepen blijde jonge
stemmen, achter elke boom, aChter elke struik,
achter elk duin wachtte het wonder op de geluk-
BLOEMENDAAL,
TEL. 22003
kige, die het grijpen wou. Vermoedens van nooit
gekende vreugden joegen door de harten. De
lucht was vervuld van geuren en geluid. Het
leven rekte zich, jong en veerkrachtig, en lachte!
Het heerlifce, het grote, het warme! Mei danste
over de wereld en de wereld, de oude wereld werd
jong en dartel als zij. Het lied van Gorter stroom
de over 'Holiand als een vloed van pure vreugde,
als een golf van jeugd en schoonheid. En toen wist
men, dat de poëzie weer leefde, echt, diep, heet
en hartstochtelik 'leefde, vrijgebroken uit de kluis
ters. Als de gouden stem van de lichtgod Baldur
zelf schalde Gorters verliefde verzen over het
verbaasde land, meesleepend, in heidense levens
verrukking. Het was jong en licht en onstuimig, en
toch wat was 'het stil en vroam en voornaam,
hoog en ingetoomd. En wat was het waarachtig
en heerlik nieuw! Welk een belofte en welk een
vervulling terzelfdertijd! Met een zwaai had de
nieuwe poëzie de hoogten bereikt, waar de on-
sterfelikheid woont. En Gorter had haar daartoe
opgeheven. Zijn wonderbaar gedicht „Mei" zal
nooit sterven, zolang de harten der mensen nog
•vatbaar zijn voor de stuwende verrukkingen van
het lente-jonge leven. Herman Gorter openbaarde
zich van de aanvang af als een groot, diep, stra
lend dichter, een meester bij de genade van 'het
genie, en hij openbaarde het verblufte Holland,
dat het poëzie kan hebben, omdat het een rijke
bloeiende, zangerige, zoet luidende taal had, waar
in al de klanken van natuur en wereld levend
aanwezig waren, gereed om met dwingende macht
al de beelden voor de geest te toveren, die de ziel
van de dichter bekoren of verschikken. En wat hij
beloofde bij zijn intrede in Holland's litteratuur,
dat heeft hij gehouden. Ook in zijn latere, verwarde,
sensitivistiese experimenten bleef de zingende ziel
doorklinken, de zuivere dichter verlochende zich
nimmer, ook al werd bij' wijlen voor velen onver
staanbaar.
Maar 'Herman Gorter, deze stralend lichte geest,
deze 'danser en fluitspeler onder de dichters, was
tóch vooëbestemid een tragiese figuur te worden.
Omdat de breuk van de tijd doorliep tot in de
diepten van zijn 'ziiel, tot in de kern van zijn wezen.
De 'beweging van tachtig was een revolutionnaire
beweging en Gorter was een opstandige van na
ture. 'Hij werd er door gegrepen en meegesleurd
en omhoog gedragen. Maar de letterkundige revo-
lutionnairen van tachtig waren burgerli'ke individu
alisten, die zelfgenoegzame letterkundige groot
heden werden, zodra de wilde gevechten op de
barricaden dóór 'hén gewonnen waren. Het diepere
begrip van hun eigen beweging ontging hen vol
komen. Zij zagen zich niet ails een onderdeel van
de grote golf van opstandigheid, 'die over de
wereld spoelde. Zij waren 'zelf doel van hun bewe
ging en tevreden, toen „zij er waren".
Gorter echter voelde zuiverder, schouwde wijder,
besefte dieper, waartoe die opstandigheid moest
voeren. 'Hij had een trouw hart, een behoefte aan
universeele oprechtheid en hij wilde zich niet ont
trekken aan de grote plicht, die het leven en de
tijd hem oplegden. Hij kwam tot de opstandigen,
die meer vernieuwen wilden dan de litteratuur al
leen, die de lente wilden brengen, niet alleen in
de letteren, maar in heel de wereld, in heel het
menschenleven, in heel de maatschappij. Het so
cialisme riep naar het hart van al wat zuiver en
groot voelde voor leven en mensheid, naar het
hart van de opstandigen, die alle kluistere ver
breken wilden. En Gorter kon de roep niet weer
staan. Bij kwam, geestdriftig, onstuimig en ver-
beerlïkt, Helaos! de tweeledigheid van zijn
wezen heeft eenheid van dit leven, zo harts
tochtelijk en diep gewild, gebroken. Herman
Gorter met al zijn eerlike drang naar socialisties
leven en denken en weiken, was een individualist
in het diepst van zijn wezen. Een product van de
tijd, waarin hij geboren werd. 'Hunkerend naar ge
meenschap met alle verdrukten, toch een een
zame, nimmer te verlossen uit zijn droom, een on
buigzame, die het ideaal in zich besloten hield en
van de wereld giste, dat zij het erkennen zou,
zonder transigeren, geheel en ondeelbaar. En zo
moest zijn leven en werken in het socialisme een
tragiese mislukking worden, want de wereld en
de eenzame droom van de dichter verdroegen el
kaar niet en de wereld is in dat geval altijd de
sterkste en breekt de onbuigzame, die wijzer denkt
te zijn dan zij en gelijk wil hebben tegenover haar
onweerstaanbare, trage gang. Steeds eenzamer
werd 'het rond Gorter en hij moet daar veel en
bitter door hebben geleden. Want ondanks alles
bleef hij zijn ideaal getrouw en hield het dapper
hoog tegenover de wereld, die onverschillig haar
eigen weg ging, een andere dan die zij gaan zou
in zijn grote droom. En hij, die zich geboren
wist om een Prometheus te 'zijn, zag zich ver
doemd tot een Sysiphus
Hoog heeft vaak het strijdvuur opgelaaid rond zijn
heftige, onwrikbare eenzijdigheid. Maar nooit
hebben wij vergeten, dat wij stonden tegenover
een, die wij grote dankbaarheid verschuldigd
waren. En nu hij van ons is heengegaan in de
eeuwige stilte, vallen alle verschillen weg en zien
wij nog maar alleen de begenadigde dichter, de
schone mens, de onwankelbare idealist. Wij er
kennen zijn grootheid en buigen het hoofd voor
zijn kracht en zijn moed, voor de onbezweken
trouw aan zichzelf en zijn gedachten, die 'hij nooit
verried, al werd zijn leven er door verscheurd....
Vol eerbied en droefenis staan wij aan dit doodbed
en wij weten dat een edel mens van ons is 'heen
gegaan, eén dichter van onvergelijkelike gaven, een
'vereerd en bemind meester. En wij putten diepe
troost uit de gedachte, dat zijn stem over het
graf heen naar de harten zal blijven roepen en dat
deze grote eenzame nu voor goed uit die een
zaamheid verlost in en leven zal, altijd door, te
midden van de gemeenschap der 'zielen, die in
hem de schoonheid liefhebhen, wier kinderen zij
zijn, evenals 'hij het 'was. Hij is gestorven, maar elke
dag zal 'hij meer levend worden, zolang er mensen
zullen zijn
wijs; door het betrachten van meerdere spaarzaam
heid bij den aanleg van nieuwe werken; door re
organisatie van belastingheffing; door het brengen
van meerdere eenheid in die Staatsorganen, welke
een overeenkomstig doel nastreven; door het ver
der aanbrengen van oordeelkundige vereenvou
diging in de instellingen, welke de veiligheid des
lands nader moeten bevorderen.
De Commissie heeft een en ander nader uitge
werkt en meent, dat dit werkplan alleen dan voor
afdoende practische verwezenlijking vatbaar is, in
dien aan 'het geheele bezuinigingsapparaat een
wettelijke basis gegeven wordt. M. a. w. zij acht
noodzakelijk het wettelijk inschakelen van een
lichaam in onze Staatsinstellingen, dat, steunende
op de wet en vrij van eiken departementalen in
vloed, adviezen over de financieele gestie kan
kenbaar maken aan Regeering en Staten-Generaal.
Derhalve een adviseerend lichaam, vóórdat bij de
wet tot uitgaven besloten wordt, en een contro
leerend lichaam, vóórdat de uitgaven werkelijk
gedaan worden (gelijk de Algemeene Rekenkamer
de uitgaven controleert, nadat deze zijn geschied).
Het vult zeer te betreuren, ,dat de Regeering af
wijzend heeft beschikt op bet verzoek der Com
missie, om een studiecommissie in te stellen, ten
einde een zoodanige wettelijke regeling te ont
werpen. In haar correspondentie met de regeering
is de Commissie echter taai blijven vasthouden aan
de noodzakelijkheid een er wettelijke regeling, en
heeft zij op duidelijke wijze de aangevoerde be
zwaren weerlegd! Moge 'het haar, ter verkrijging
van 'de noodige eenheid en de gewenschte vaste
lijn in het bezuinigingsweik gegeven zijn, haar ge
lukkig denkbeeld te doen zegevieren; het zal ons
schip van Staat dan weder nader tot de veilige
haven brengen!
Een schip in nood! Op een ijsberg gestooten in den
onmetelijken Oceaan. Bemanning en passagiers
loopen wanhopig rond, totdat eindelijk het koel
verstand de overhand krijgt. Het blijkt na voorloo-
pig onderzoek, dat het schip drijvend kan worden
gehouden en als geen onverwachte ongelukken
plaats vinden op eigen kracht langzaam stoo-
mende een haven zal kunnen bereiken. Er moeten
echter eeni'ge maatregelen getroffen worden, om
gedurende 'de reis bemanning en passagiers in het
leven te kunnen houden; bovendien moeten de
de reddingsboot-en elk ooigenblik gereed zijn, om
bij eventueele tegenslagen te kunnen worden uit
gestreken.
Op gelijke wijze zou kunnen .worden geteekend de
situatie, waarin zich ons schip van Staat bevindt.
Financieel 'hevig lek gestooten, vertoonde het schip
zware slagzij, en ontstond een panische schrik voor
onzen gulden. Slechts forsch ingrijpen kon een
©ogenblikkelijke ramp voorkomen, doch daarna
dienden blijvende 'bezuinigingsmaatregelen te wor
den beraamd om het schip in veilige haven te
kunnen brengen. Een speciale bezuimigingscom-
missie werd daartoe ingesteld, en deze heeft thans
in haar zesde verslag aangegeven, door toepassing
van welke beginselen een ingrijpende verlaging der
uitgaven verkregen zou kunnen worden. De finan
cieele politiek van 'den Staat moet aldus de
Commissie naast -het behouden van evenwicht
tusschen inkomsten en uitgaven, zich ten doel
stellen de kapitaalvorming der Staatsburgers zoo
veel mogelijk te vergemakkelijken en te bevorde
ren; daartoe moet in de uitgaven de grootst moge
lijke spaarzaamheid betracht worden. Dit nu kan
bereikt worden door verlaging van 'het totaal-be
drag aan salarissen en loonen; door beperking van
de Staatsbemoeiing en den Staatssteun; door in
grijpende terugbrenging van de kosten van omder-
Den Gulden Winckel van Augustus geeft op den
omslag een photo van den Provenijaalschen dich
ter; Frédérice Mistral, wiens eeuwfeest in 1930
gevtierd zal worden.
In een artikel over hem vertelt L. van Lange van
zijn werk, dat, in het werk moeilijk patois ge
schreven, niet voor iedereen leesbaar is. 'Het Pro-
vengaalsch is zóó na aan 'het Italiaansch verwant,
dat men óf een speciale studie van de Romaan-
sche talen gemaakt moet hebben, óf een geboren
Proven?aal moet zijn, om het te vatten. Zelfs Mi
stral's landgenooten maakten de bijna van misnoe-
gen getuigende opmerking: Mais pourquoi écrit
en patois!"
Daarna vertelt L, van Lange, hoe gehecht Mistral
aan zijn land was, hoeveel hij van zijn taal hield.
De 100,000 francs van zijn Nobel-prijs gebruikte
hij voor de stichting van een museum te Arles,
waar alles wat karakteristiek was voor den land
aard in leven werd gehouden.
De gedichten van Mistral zijn van een zelden ge
ëvenaarde schoonheid. Lamartine zei eens van
hem:
„Oui, ton poème épique est un chef d'oeuvre; je
dirai plus; il n'est pas de l'Occident, il est de
Orient: on dirait que, pendant la nuit, une ile de
l'archipel, une flottante. Délos, s'est détachée de
son groupe d'iles ioniennes, 'et qu' elle est venu
s'annexer au continent de la Provence embaumée."
Als proeve van zijn dichterlijke visie willen we
een der geciteerde gedichten hier aanhalen.
„O, Magali, ma tant amado,
Mete la teste au fenestroun!
Escouto un pan aquesto aubade
De tanbourin et de viouloun.
Es plen d'estello aparamountl
L'auro es toumbado,
Mai lis estello paliran,
Quand te veiran!
(O Magali, mijn innig beminde! Kom met uw
hoofd dicht hij het venster! Luister eens naar deze
aubade, door tambourijn en viool begeleid.
De hemel wemelt van sterren. Geen zuchtje be
weegt. Maar als jij verschijnt zal 'de glans der ster
ren tanen.)
Het tijdschrift 'bevat verder: „Den 14den Juli bij
D'Annunzio." Onder den titel „Al pratende met.."
een interview van Dr. G. H. Pannekoek Jr. met
A lie Smeding. Een artikel over de opvoering van
het Amsterdamsch lustrumspel: 'De Zeven-mijls
iaarzen, door J. A. Bletz, een bespiegeling van
prans Hulleman over het vreemde verschijnsel, dat
een stuk als „De Moeder" verboden wordt, ter
wijl een boek als „De Madonna der slaapwagens"
rustig op de boekenmarkt aandacht trekt en ge
kocht wórdt. Verder de Kroniek van het proza
door Gerard van Eckeren.
Onze Kleine, het aanbevelenswaardige tijdschrift
voor kinderhygiëne, waarvan in Augustus het der
de nummer verscheen, geeft een artikel van Dr.
van Creveld over groei en stofverwisseling van het
jonge kind. Zeer leerzaam voor ouders is het
opstel van 'Dr. Joh. M. Went over „slechte ge
woonten" bij kinderen.
We kunnen nit anders, dan ons verheugen,
dat op die feiten de algemeene aandacht gevestigd
wordt. Er is zooveel, dat uit ziektetoestand voort
vloeit en waarvoor onwetende ouders het kind
onverdiend straffen.
Dit opzichzelf reeds is de moeite van het publi-
ceeren waard, wanneer we de gevolgen nagaan, die
een als onrechtvaardig gevoelde daad van de op
voeders, op het verder leven van het kind heeft.
Zeer lezenswaard is ook van Dr. J. Munk: „Iets
over den invloed van zonlicht en lucht op het
menschelijk lichaam." „De voedende moeder" en
„De verzorging van den zuigeling" resp. van Dr.
H. B. L. Vos en A. van Ditzhuyzen, zijn voor
menige moeder leerzaam en belangwekkend. De
fijne geestige kinderkopjes, stralend van gezond
heid, zullen vele moeders 'doen wenschen: „Als
mijn baby ook eens zóó groot wordt!" 'Het zijn
vooral deze moeders, die „Onze Kleine" geregeld
en graag zullen lezen. Doch ook moeders met
groote kinderen bevelen we het graag aan. De
fouten en gebreken zij het iets te Iaat be
grijpen, kweekt een innigen band tusschen op
voeders en kinderen.
Het Juli-nummer van „Opgang", driemaandelijks
Jeugdtijdschrift voor kunst, wetenschap en arbei
dersbeweging, dat uitgegeven wordt door de ar
beiders jeugdcentrale, Opent met een artikel over
Goya, den Spaanschen schilder (door W. Joe. de
Gruyter).
Het is ontegenzeggelijk goed veelzijdig te zijn en
evengoed werk van een schilder uit een ver land
en lang vervlogen tijden te beschrijven, als dat van
een kunstenaar uit het eigen land en den eigen
tijd. Echter mogen we hierbij niet over het hoofd
zien, dat zoo ooit, dan onder deze omstandig
heden, rekening hebben te houden met de mentali
teit en den gemoedstoestand van den jeugdigen
lezer, dien wij willen opvoeden. Daarom is het
overdreven illustraties op te nemen als; ,pHet
Mensenverslindend Monster", terwijl uit de ove
rige reproducties duidelijk blijkt, hoe rijk de keuze
was tusschen fijn en geestig materiaal.
Om dezelfde reden zou oi. het stukje van J. L.
Vleming Jr.: „Iets over de Javaanse toneel-, dans
en toonkunst", aan opvoedende kracht hebben ge
wonnen, had de schrijver zich onthouden van den
vrij banalen aanhef, welke een toelichting geeft,
die zelfs zonder schade gemist had kunnen wor
den, en noodeloos opdikt: arbeider (werker voor-
een-ander) c.a., parasiet, en hierdoor haat-kweeken-
den invloed heeft. Haat werkt nimmer opbouwend.
Evenmin als uitdrukkingen: „snert-bioscoopvoor-
stellingen". Opvoe3ers""3enkt eraan: woorden wek
ken, maar voorbeelden trekken! Beschaving is niet
een verzamelen van kennis, zonder meer. Ze zul
len ieven lachen, onze jongens en meisjes, en zeg
gen; „Kijft! wat komiek, dat „hij" dat zóó zegt!"
(nèt zooals wij dat zouden zeggenl). Maar ge zijt
meteen geen „'held' meer. Ge zijt uw „prestige"
kwijt! Overigens is de uitgave zeer aanbe
velenswaardig en zou het te wenschen zijn, dat
een groot aantal abonnées het mogelijk maakte
het „drie-maandelijks" te veranderen in „maande-
delijks'". Als de liefhebberij voor wetenschappe
lijke vraagstukken er eenmaal is, vervalt, als men
dat dan wil, vanzelf den lust inde snert-
bioscoop"!
Jeanne Veen,
De koopman op de markt praatte zich de keel
sc'hoi, maar er was weinig kooplust. Ten einde
raad haalde hij een pak uit zijn koffer te voor
schijn en riep: Halt, hier is Japie! Dat mót jelui
allemaal 'koopen, dat is een koopje, als je nog
nooit heb gehad! Wie dat mee wil dragen, wie dat
van mij koopen wil, die houdt zijn dubbeltje maar
gereed, vijf en twintig ansichtkaarten voor één
dubbeltje, allo, wie koopt dat?
Een jonge kerel op de eerste rij sta'k zijn hand in
zijn zak, om er een dubbeltje uit te visschen. Maar
voordat hij bet muntstukje te voorschijn 'had ge
haald, legde zijn moeder een waarschuwende hand
op zijn schouder en zei: Neeneeje, Klaas, dat mó je
niet doen, 't is oplichterij! Ik heb ze gezien, d'r
zitte niet eens postzegels op!
Toen Henk me vroeg, deed hij net, als een
schelle vis op het droge!
Geen wonder, hij wist, 'dat hij aan den haak
geslagen wasl
Onderwijzer: Kareltje, wat heb je een verschrik
kelijk smerige handen! Wat zou je er wel van
zeggen, als ik met zulke handen op school kwam?
Kareltje: Niets, meneer, dat zou onbeleefd zijn.
WETENSWAARDIGHEDEN.
Is het U bekend:
dat mijnwerkers, die op groote diepte werken,
zout in hun drinkwater krijgen?
dat dit is, omdat door overmatig zweeten het
lichaam veel zout verliest, en dat dit op die ma
nier weer aangevuld wordt.
dat de talen van allé rassen en volken der wereld
op de gramofoonplaat vastgeegd zullen 'worden
voor het nageslacht?
dat hiervoor een unieke verzameling wordt ge
maakt voor het nieuwe Museum van Talen, aan
de Sorbomne, te Parijs?
dat Esperanto, de wereldtaal, onlangs 40 jaar be
stond?
dat Poincaré, toen hij student aan het Lyceum
te Bar-le-duc was, met zijn broer Lucien en een
mede-student, Pol Brouchot, besloot een wereld
taal te maken, die zij het „Ixessoire" noemden?
'dat Poincaré de zelfstandige naamwoorden voor
zijn rekening nam, zijn broer de bijvoegelijke naam
woorden en de bijwoorden, en Brocbot de rest?
dat zij hun „handboek voor Ixessoire" voltooiden
en zelf eed drukker wisten te bewegen het te
drukken?
dat Poincaré de eenige is, die er nog een exem
plaar van heeft?
dat de bekende race motor-fabrikant Bugatti een
race-boot ontworpen beeft die per uur 87 mijl
(bijna 160 K.M.) kan afleggen? Hij 'hoopt in 40
uur van Brest naar New-York te varen.
K a s p e r, Stockholm
voi
i Uitslagen der op Zond'
der 2e klasse B:
ZeehurgiaA. F.
VeloxB. F. C.
Zand voortBloem'
HaarlemH. V.
V. V. A.'Donar
Programma voor Zond
HaarlemVelox.
'H.V.C.Zeeburgia.
A.F.C.V.V.A.
DonarZandvoort.
BloemendaalB.F.
In den wedstrijd Zeebi
de gastheeren een flin
betrekkelijk korten ti
hun voordeel. Toen 1
middenvoor Lungen sci
waartegen de thuiscl
stellen, zoodat de jonj
met 54 wonnen.
Velox schijnt niet zo
gelijk spel tegen B. 1
terrein, is geen bijzon
Bloemendaal speelde
in Zandvoort tegen de
zich in de laatste m
gaan, toen Bakker eei
ke, onberispelijk ben
bracht.
Ook bij HaarlemH.\
en vree". Niettegensta
zoekers, wisten de ro
30 overwinning te b
Oogenschijniijk krijgt
Velox weer makkelijk
tegenpartij echter ond
goed afloopen.
H.V.C. ontvangt Zee
kleine overwinning d
waarschijnlijk.
In Amsterdam de trai
—V.V.A. Het treffen
was steeds zeer pik;
de hoofdrol speelde,
zeggen. Wel achten i
„derby" heeft dikwijl
18 cent per regel, bij
langrijke korting. Klei
en Aanbod, Huur en
en Verkoop, van 15
elke regel meer 12 ct,
bij vooruitbetaling.
of naast den tekst
GETROUWD:
J. W. C. KI
en
L. LAAI
die, mede namens i
familie, hartelijk dan!
de belangstelling bij
ondervonden.
Den Haag
Bloemendaal
20 Se
Op den 21sten Se
is te Leiden in
nessenhuis overle
ouderdom van bi;
onze beste Broe
huwdbroeder,
Mr. PAUI
WILDERVAM
BLÉCOl
Kantonrechter t<
J. H. WILD
DE E
H. WILDE1
DE E
Overveen 22 Sepl
Geen bezi
Vind je niet, dat hij mooie oogen heeft?
Op mij maakte zijn mond meer indruk
voor Lichamelijke
Bosch en Vaartstr;
ingang van 1 OC
t ERPLAATST naai
Telefoon 15097
Spreekuur: Dinsdag
Woensdags van 8
een groote ongem.
stookgel., 2 groote
met slaapk., keuk
W.C., water!., lichi
telefoon, bij eindp.BI
Br. No. 249, Bur. v