INSCHRIJVING VAN LEERLINGEN
Afd. Bioemendaal v. d. Volksbond tegen Drankmisbruik
BOEKEN EN TIJDSCHRIFTEN
TOÖNEEL
PLAATSELIJK KiEUWS
BLOEMENDAAL.
FILMNiEUWS
ALLERLEI
BURGERLIJKE STAND
GEVONDEN VOORWERPEN
KERKAGENDA
BLOEMENDAAL.
OVERVEEN.
SANTPOORT
Goes en Wiedijk (J. Saks) een sterk letterkundi
gen inslag, kreeg dien nog meer door het toe
treden van Gorter en mevr. Holst. De lezing van
Gorter's „Kritiek op de Literaire beweging van
1880 in Hollaind", in „De Nieuwe Tijd", maakte
ontzaglijken indruk op hem:
„De lezing van dit opstel was voor Scheltema een
openbaring en een verlossing. „Dat de Nieuwe
Gids-kunst en het socialisme onverbiddelijke vij
anden moesten zij® heb ik steeds zeer scherp ge
voeld, maar eerst nu door Gorter en Roland Holst
begrepen", schreef hif zelf kort daarna. En ver
heldering was niet het eenige dat de uitstorting
van hu® biecht bewerkt; hij las ze „met soms een
kleur van groote vreugde", „voor het eerst kreeg
ik tranen in mijn oogen bij het sentiment van het
socialisme". En zijn 'bekeering zoo mag men
de uitgebarsten omkeer noemen verwekte een
nieuwe functie, „bij dat nieuwe leven dat ik in mij'
veelde groeien, maakte ik verzen." Scheltema was
socialist .geworden en daardoor dichter. Men heeft
opgemerkt dat het geloof van velen zich niet
zoozeer kenmerkt door bereidheid tot den dienst
'van hun God, maar veeleer berust op de ver-'
wachting dat God hen zal dienen, zij het op meer
verfijnde wijze dat hij hum, vrede in het gemoed
zal schenken. Sc'heltema is tot het socialisme ge
komen niet om de arbeiders of de wereld te
dienen, maar om zijn eigen ziel te redden en
zijn kunst. „Zonder het socialisme zou ik zijn
ondergegaan", meende hij zelf."
Later zou hij getuigen; „Het socialisme en de
dood van mijn vader hebben mij vrij gemaakt."
En die levensberichtschrijver vervolgt:
„De vrijheid, waarvan Scheltema sprak als door
'hem verworven, uitte zich aanstonds onder meer
hierin dat hij de drukke stad, waaraan geen werk
hem bond, den rug toekeerde, aanvankelijk uit
sluitend om in de stilte van het buitenzijn rust
te vinden voor bezinning, allerminst uit afkeer
Van Amsterdam, dat hij integendeel nog steeds
met een naijverige liefde vereerde. Hoe anders
dan te voren keerde hij naar zijn sombere kamer
terug; „ik hen teruggekomen als een vreemde,
als om een groot woord te gebruiken een
wereldburger, ik zie liever de straat dan mijn
binnenplaats, liever de stad dan de straat, liever
het groote heerlijke buiten dan de staid";
„de belangrijkheid van mijn eigen ziel is wegge
vallen en de liefde voor de natuur staat ver boven,
als' de lucht boven een bloem". Zoo als uit het
nieuwe socialistisch gevoel zijn verzen waren op
geweld, was met het bewustzijn van zijn dichter
schap de liefde voor de natuur gegroeid, die de
hélderste bro® voor zijn poëzie zou worden."
Het dichterschap werd door hem gevoeld als een
•roeping, als éen plicht. Maar ook dat weer gaf
hem een gevoel van druk;
,,De overtuiging dat het dichterberoep een maat
schappelijke funktie is uitvloeisel zoowel van
zijn algemeene wereldbeschouwing als van zijn
persoonlijk uitermate sterk ontwikkeld plichtsge
voel, zou hem zijn gansche Leven vervullen met
verbittering over het feit dat nu «juist aan deze
bij uitstek sociale werkzaamheid een stoffelijke be
looning nagenoeg geheel onthouden wordt. Hij be-,
oefende het dichte® als een vak; in dagelijkschen
arbeid ,gaf hij zich moeite het handwerk daarvan
grondig te lèeren kennen; niets kon hem dan ook
meer grieven dan dat men zijn liederen als losjes
opgeschreven stemmingsneerslagen beschouwde,
terwijl die uiterste eenvoud in werkelijkheid eerst
bereikt werd na langdurige oefening in het be-
heetschen van zijn instrument, de taal". (Zoo is
het met alle schrijverij, ook van proza, Red.)
Toen hij zijn weg duidelijk voor zich zag, had hij
behoefte zich zelf en anderen rekenschap te geven
van zijn plaats -in het leven. Uit deze behoefte
ontstond het veel aangevochten boek: „De Grond
slagen eener nieuwe poëzie", waarin hij met de
tachtigers afrekende:
„De ruwheid van oordeel over werke® en men»
schen.aan wie hij toch voor eigen vorming veel
te danken had, heeft hij later zelf betreurd; daar
om weigerde hij zij® toestemming tot een noodig
geworden herdruk.
„De bewerking van de „Grondslagen" leverde hem
voor zijn verder leven nog een geheel andere ver
heldering en steun dan hij bij het ondernemen
daarvan had kunnen vermoeden. Hulp zoekende
voor het persklaar maken van zijn boek had hij
zich de medewerking verzekerd va® een sekre-
taresse; haar naam vindt men op de eerste blad
zijde in de opdracht: „aan mijn vrouw Anna Ca-
tharina Kleefstra". Wat een mensch door liefde
en toewijding kan schenken aa® geluk heeft hij
van haar ontvangen."
In de eerste jaren va® zijn huwelijk, van 1907 tot
1913, woonde Scheltema achtereenvolgens in
Frankrijk, Italië en Zwitserland, tot hij zich in
Bergen vestigde;
„Het leven dat hij hier leidde had hij in zijn in-
stinktieve behoefte aan orde ingedeeld met de
regelmatigheid van een lessen-rooster; een paar
dagen va® afwezigheid deden bem reeds onrustig,
terug iverlange naar zijn schrijftafel. Hij was al
tijd min of meer bezeten door zijn werk; de strijd
tegen zijn zwakke zenuwen wier gevoeligheid
hij allerminst als deugd beschouwde: „de meeste
moderne hondensoorten zijn veel' nerveuzer dan
wij" had zijn werkdrift ingeperkt; zijn angst
voor alles wat de stilte en regelmaat kon ver
storen heeft hij nooit overwonnen; voor het maken
van zijn verzen behoefde hij de volstrekte een
zaamheid, waarvoor hij ook zijn eigen huis ont-,
vluchtte. Een deel van den dag bracht hij lezende
door: 'Balzac b.v. en Dostojewsky hadden zijn
voorkeur, Anatole France, dien hij overigens be
wonderde, stootte hem af door zijn ironie; om een
overeenkomstig gebrek aan opbouw kon hij ook
Shaw niet zetten; in het kommunisme zag hij al
leen, en met afschuw, het destructieve en chao
tische, dingen die zijn orde-Wevende geest met
de uiterste felheid haatte."
Een volkomen evenwichtigen gemoedsvrede vond
hij nimmer:
„Men zou kunnen meenen dat hij met recht vol
daan moest geweest zijn over hetgeen hij wèl
bereikt had: hij was de dichter geworden zooals
hij eenmaal als bet ideaal had gesteld, die gelezen
werd in alle lagen va® het volk en niet slechts
door een kleine schare van letterproevers. Maar
het enkele weten van doorgedrongen te zijn tot
de velen, verwarmt niet de naar waardeering hun
kerende ziel; en het is misschien kenmerkend voor
de afwezigheid van alle uitbundgiheid bij ons volk
dal uit de tienduizenden lezers en lezeressen die
zijn versen genoten, slechts ettelijke malen een
spontane uiting hem bereikt heeft; hoezeer hij ge
liefd was begon hij eerst in het laatste jaar voor
zijn dood te ondervinden voor de geestdrift
waarmee zijn Zondagochtend-voordrachten werden
ontvangen. Ondanks den bijval echter d'er velen
bleef het hem grieven of wrevelig stemmen dat de
letterkundige kritiek hem vaak zonder diepgaan
de belangstelling, niet zelden met kwetsende
•hooghartigheid behandelde en bejegende; hij
meende dat zija werk hem althans op eenig re-
spekt aanspraak gaf. Het blijve aan anderen over
gelaten aan te geven waarin de verklaring van
dieze miskenning te zoeken is; hier worde slechts
op een omstandigheid gewezen, waaraan zeker
bijkomstige beteekenis toe te kennen is, Schelte-
ma's zelfgewilde teruggetrokkenheid."
De wereldoorlog trof hem met zware geestelijke
slagen; hij kromp van pijn onder die vreeselijke
indrukken. Zelfs werd hij „besprongen door een
nerveuze angst die het ergste deed vreezen.
Maar hij vermande zich weer en begaf zich weer
midden in het dichtwerk, toen de dood hem weg
nam;
„Scheltema is de dichter geweest ook voor on
geschoolde volwassenen. Gelezen werd hij met
bewonderende toegenegenheid in de stilte van het
.vrouwenklooster; met vrome aandacht aangehoord
door arbeiders in volle feestzalen; en hoe vele bij
eenkomsten van scholieren zijn opgeluisterd door
de voordracht van zijn liederen. Echter doet men
het woord geweld aan of miskent volkomen zijn
aard wanneer men hem een volksdichter noemt.
Hij was niet alleen geen man uit het volk, van
het volksleven en wat gewoonlijk daaronder ver
staan wordt wist hij niets maar ook de bijna
physieke afkeer van de massa beeft hem nooit
verlaten; zelfs was een innige menschenliefde hem
vreemd. Niet zoozeer dat hij uiting gaf aan het
socialistisch gevoelsleven opende hem de harten
van duizenden, maar dat hij onder de socialistische
dichters de eenige zanger was, en door de
natuur zelf uitverkoren scheen voor haar influis
teringen. Geliefd en vereerd is Scheltema ge
worden ook dobr sommige opstandige liederen,
maar vooral doordat hij voor wat het hart vervult
va® ieder die nog stil kan zijn en ingekeerd luis
teren naar het ongesprokene in natuur en men-
«chenziel, vaak de simpelste en sprekendste uit
drukking heeft gevonden."
voor de HAND WERKCURSUSSEN op WOENSDAG 30
NOVEMBER a.s., des namiddags van 2 tot 3Vï uur;
te BLOEMEND AAL in de School der Bloemen daalsche
Schoolvereeniging; te O VER VEEN in de O. L. School.
Hunsche als 't Brood (welk 'n uitnemende Fallstaf
zou hij zijn!), Nel Stants in de moeilijke rol van
de Kat en Kommer Kleyn als de Hond, Albert
van 'Dalsum als de Eik mogen wij niet onvermeld
laten. Wanneer het stuk weer wordt gegeven, late
geen vriend of vriendin van sprookjes, van ro
mantiek en van idealisme een gang naar den
Schouwburg achterwege.
Louis de Vries heeft op 15 dezer een creatie van
de hoofdpersoon in Voerman Henschel gegeven, den
schrijver, Gerard Hauptmann, en dezen grooten
'tooneelspeler zeiven volkomen waardig. Hier heb
ben wij den opvolger van Louis Bouwmeester voor
ons.
Moge zijn streven om de tragedie weder voor ons
aannemelijk te maken, steu® blijven vinden bij
ons publiek. Ditmaal was het te scbaarsch opge
komen.
:Wij hebben de 'herdenkingsrede van den heer Leo
■Straus, die aan de opvoering voorafging, zeer ge
waardeerd; gaarne zouden wij haar in druk zien.
De vraag echter of het in het algemeen aanbe
veling verdient, zulke reden in den Schouwburg
onmiddellijk aan een voorstelling te doen voor
afgaan, moeten wij ontkennend beantwoorden.
Men gaat nu eenmaal naar den schouwburg voor
iets anders. De voorlezing van fragmenten uit „Die
W eber" van Hauptmann, was echter zeer treffend
en wie haar va® den heer Straus hebben aange-.
hoord, zullen zich zijn uitnemende vertolking bij
herlezing van het stuk dankbaar herinneren,
•Wij ontvingen o.a.:
Tonio Kröger door Thomas Man®. Vert, van A. M.
Buis.
Hartsgeheimen, door Maurits J. Vies, 3e druk.
Kunst en Liefde, door A. L. Terigo.
Menschen, door Lode Baekelmans.
Allen uitgegeven door de Nederlandsche Uitgevers
Maatschappij, te Amsterdam. Bespreking volgt.
Stadsschouwburg.
Twee, tooneelstukken, twee tegengestelden;
Maurice Maeterlinck: De blauwe vogel van het
geluk en Gerard Hauptman's Voerman Henschel.
Het eerste van het „Vereenigd Tooneel" van
Ve-rkade en Verbeek; het tweede van „Het Am-
sterdamsch Tooneel" ander directie van Louis
de Vries e® Willem van Korlaar Jr.
Een tegenstelling al te treffend om hier niet te
nemen alls punt van uitgang.
Gerard Hauptman heeft zijne algemeene aesthe-
tische opvattingen toegelicht door het volgende
geestige schema te geven, dat wij terwille van het
rijm e® de zuiverheid hier afdrukken in de oor
spronkelijke taal:
.oLj_ 1
„Himmel
Ideal
Metaphysik
Abkehr
Prophetie
Erde
Leben
Physik
Einkehr
Dichtung
Zwei Lager
W'ird das eine fett, wird das andere mager.
„De blauwe vogel van het geluk" is een stuk van
wijsgeerigen inhoud met de duidelijke strekking
om den toeschouwer langs den weg der zintuige-
liike waarneming op te voeren naar de Wereld der
onzienlijke dingen; opdat men daar vinde vrede
•voor 't hart en eene illustratie, als het ware, zoo
als in sprookjes geschiedt van onzen besten
eigen geestelijken inhoud.
Hauptmann vraagt niet, hoe kan ik het denkbare
uitbeelden, maar maak ik van het werkelijke leven
onopgesmukt, echt in eigen realiteit voelbaar, al
die in menschen werkende hartstochten nijd, geld
zucht, zinnelijke liefde én eigenliefde, luiheid en
eerzucht, en de nooden van verstootenbeid, wroe
ging en wanhoop.
Hoe ver staan beide schrijvers en hunne geestes
kinderen van elkaar af, maar hoe zeer vullen zij
elkaar aan! In dit stuk van Maeterlinck is van
.Teirlinck's Vertraagde Film het huiveringwekken-
ons naderbrengen met behulp van bewegende
beelden van de verborgen hemelen van ons boven-
ibewuste, in de persoon van den jongen Tyltyl
(Else Mauhs) iets va® Heijerman's Droomkoninkje,
n de Nacht- en Woudtafereelen iets van Shake-
«peare's Midzomernachtsdroom.
Niets van wat daar vertoond wordt 'heeft ooit be
staan, anders dan op het tooneel.
En van wat Hauptmann geeft, heeft alles bestaan
en dit zal, helaas, als een overvloed van mensche-
lijke hartstocht en leed altijd voorhanden blijven
zoolang op aarde te kortkomende menschen zullen
leven.
Zuiver idealisme alzoo tegenover zuiver realisme.
(Beiden groot, waarlijk groot.
Wat Maeterlinck's stuk betreft, past een woord
van bewondering voor de prachtige uitbeelding
door Ed. Verkade uitnemend verzorgd. Het tal
rijk opgekomen publiek (de Stadsschouwburg was
bijna geheel uitverkocht) waardeerde stuk en ver
tooning van het begin tot het eind. In deze voor
stelling werd iets bereikt, wat de beste film niet
bereiken kan. Ook de vlotheid waarin de verschil
lende bedrijven achter elkaar gespeeld werden
valt zeer te roemen. Bij dit stuk vooral in het 3e
tafereel (Het land van het Verleden) kwamen de
nieuwe lichtapparaten va® dezen schouwburg goed
tot hun recht.
Van de spelers vallen zoo velen te roemen, dat wij
moeten volstaan met slechts enkele te noemen.
Else Mauhs als Tyltyl, uitstekend gesecondeerd
door Polly Obdam als 't zusje, Mytyl, Willme
De afdeeling Bloemendaai-Velsen der K. N. M. v.
T en P. hield 15 dezer eene Buitengewone Leden
vergadering, waarin als spreker optrad de heer
Prof. Dr. A. Pulle, Hoogleeraar te Utrecht met het
.onderwerp: „Suriname en zijn plantengroei."
Na eerst ide geografische ligging van Suriname en
de geologische gesteldheid te hebben besproken
Werd imeer speciaal de plantengroei behandeld.
Vloedbosschen van mangrove aan de kunsten; laag
land' met bebossching vooral langs de rivieren,
swampen meer achter de kust gelegen, alwaar
men met succes heeft getracht de rijstcultuur te
drijven. Verder zware bebossching, met tusschen de
rivieren de savannen, soms midden tusschen de
bosschen gelegen, onvruchtbaar omdat de grond
alleen bestaat uit spierwit kwartzand en waarop
alleen cypracëen kunnen groeien.
In den grooten regentijd van Mei tot Juli, soms
pok in den kleinen regentijd van November, staan
deze savannen blank. Het laagland wordt begrensd
jdpor de savanne maar meer Zuidwaarts komt dan
heuvelterrein waar de grondsoort lateriet is en
waarop bosch groeit zonder einde.
In dat heuvelterrein beginnen al reeds de stroom
versnellingen in de rivieren door de rotsblokken
in 'de beddingen. Deze rotsen zijn begroeid met
gewassen die veel gelijken op zeegras of zeewier
behoorende tot de pedostonetacëen, waarvan de
.bladeren als watervallen langs de rotsen hangen.
In den drogen tijd bloeien deze planten, de bla
deren verdorren; de bloem geeft doosvruchten
op lange recht-opstaande stelen of aren; het zaad
zaait zich uit op de drooggelegen rotsen en bij het
invallen der regens ontkiemen deze, zetten dade
lijk vast aan de rotsen en eene nieuwe vegeratie
is begonnen.
In de nederzettingen vindt men diverse laanboo-
men waarvan de pitecolobum saman zeer algemeen
is wegens den snellen groei. Daar de grond vrucht
baar is en de groei snel, kunnen in 4 a 5 jaar
boomen va® 10 meter hoogte worden gevormd,
Verder in het bergland begint bet oerwoud waar
van de samenstelling voornamelijk afhangt van de
hoogteligging. Men vindt in het oerwoud alle soor-
t® van alle leeftijd doorelkaair o.a. astrokarum,
alsophila, boomvarens, eperua met de hangende
peulvruchten en tal -van leguminosen. Verder de
kapokboom de eenige boom die in den drogen
tijd zijn blareden laat vallen de wilde cacao,
die oorzaak werd van de besmetting der cacaoplan
tages vele boomen met typische wortelvorming
boven den grond; lianen Bromelacëen Or-
chideen, meest met kleinen bloemen, enz.
Op kale rotsen die hier en daar boven den bodem
uitsteken vindt men clusia's, Cereus-cactussen, ook
wel orchideeën.
De zeer aangename causerie werd toegelicht met
eene serie mooi geslaagde lichtbeelden en viel dan
ook zeer in den smaak der toehoorders.
Van de gelegenheid tot vragen stellen werd weinig
gebruik gemaakt; met een warm woord van dank
aan spreker Werd de vergadering gesloten.
gramma samengesteld, terwijl de leden der jonge-
mannenvereeniging het blijspel van Heijermans:
„Buren" op zullen voeren.
Reeds eerder 'hadden we gelegenheid in dit blad
te wijzen op de goede krachten onder de jongelui
schuilende, ze bewegen zich met bijzonder gemak
en uitnemend „flair" op het tooneel. Va® „buhnen-
iieber" hebben de jongelui geen last.
Met dit dappere troepje kennis te maken is alleen
een gang naar „Vreeburg" waard.
We hopen, dat de uitvoering voor een uitverkocht
,nuis zal plaats vinden.
De heeren Pfersich Althoff, v. d. Mersch, Mol,
Nolst Trenité Pointl en Voskuil, uitmakende het
bestuur ider pas opgerichte afd'eeling Haarlem
der Nederlandsche Filmliga 'hebben zich opnieuw
tot het beschaafde publiek i® deze streek gewend
met een opmerking om tot hunne afdeeling toe te
treden.
De vereeniging is een besloten kring, die niet an
ders wil dan de Filmkunst behouden voor het ge
vaar in een technisch sensatiewekkende procédé
ten onder te gaan en voor zoover zij daarin reeds
geraakt is, haar daaruit opheffen. Het doel der
vereeniging is dus een zuiver beschavingsdoel en
.verdient derhalve den steun van allen die het
goed meenen met de ontwikkeling der moderne
maatschappij. Op hedenmidden 2.15 wordt de
tweede voorstelling gegeven in den Schouwburg
Jansweg met een programma dat buitengewoon
belangrijk is. Er ontbreken nog maar eenige tien
tallen leden en bet formeel en materieel bestaan
is verzekerd. Het adres van den Secretaris der
afdeeling, den heer F. Althoff, is Gei Oude Gracht
148 rood; bij 'hem zijn alle verder gewenschte in
lichtingen te verkrijgen.
WAARSCHUWING AAN ONZE WELDADIGE
LEZERS.
Het Bestuur va® „Weldadigheid naar vermogen"
te Haarlem verzoekt ons te berichten, dat het
aanraadt geen steun te verleenen aan het gezin
Holman, Groote Houtstraat 48rood te Haarlem,
alvorens inlichtingen bij het bestuur te hebben in
gewonnen.
Wij kunnen daaraan het volgende toevoegen. De
brieven om steun, welke van dit gezin uitgaan,
zijn met een gedistingeerde goede hand, waar
schijnlijk een dameshand geschreven.
Een 'beroep wordt gedaan op aanbevelingen en
een getuigschrift geteekemd door personen van
aanzien. Een onderzoek heeft uitgewezen, dat ver
schillende groote steden al reeds het twijfelachtig
genoegen hebben ondervonden door hetzelve be
woond en bezocht te worden. Inderdaad schijnt
hier aan een bezoeking te moeten worden gedacht.
Vast staat, dat de man een paar maanden als los
beambte bij de Hollandsche Lloyd heeft gewerkt
en van die instelling een getuigschrift kan toonen,
dat niets zegt voor zijn ijver om werk te zoeken;
de temperatuur va® dien ijver staat op het nul
punt. En zooals het in die dingen gaat, één klaag
brief met succes moedigt in diezelfde richting aan.
Men doet noch het gezin zelf, noch de samen
leving er dienst door in deze anders dan kritisch
te werk te gaan. Weldadigheid en armenzorg zijn
in onze maatschappij voldoende goed geregeld om
ons all'en tot spoorslag te zijn niet individualistisch
te werk te gaan.
Centraal Genootschap voor KinderhersteUings-
en Vacantiekolonies-
De groei gaat onverminderd voort, niettegen
staande, evenals hij elke groote organisatie, ver
schillende afdeelingen weer minder actief wor
den. In 1927 hebben 76 afdeelingen van de 375
geen kinderen uitgezonden, In Friesland, waar het
provinciaal subsidie verreweg het geringste is van
alle Nederlandsche provincies, waren niet minder
dan 15 van de 39 afdeelingen, die niet van zich
deden hooren. In Groningen daarentegen ont
braken slechts 2 van de 57 afdeelingen op het
appél.
De meeste 'belangstelling voor de winterverple-
ging is, of is komende in die vier provincies, waar
de Staten deze door een extra subsidie bevorde
ren, Noordholland en Limburg geven van 1 Oct.
tot 30 April 50 cents per dag en per kind extra
subsidie, Qverijsel en Zeeland 25 cents extra.
Het droge Amerika.
Volgens een statistiek der Amerikaansche gerechts
hoven, is het aantal drankzuchtige veroordeelden,
dit jaar grooter dan ooit te voren.
Vijftig procent van alle vergrijpen zijn in dronken
schap begaan.
Woensdag 23 November a.s. des avonds 8 uur zal
het Chr. 'Fanfarecorps „Sursum", directeur de
heer Joh. Meng in de groote zaal van Hotel „Vree
burg" een uitvoering geven met medewerking van
de Christelijke Jongemannen Vereeniging „Bioe
mendaal".
De baten zullen vloeien in de kas van het te
stichten Jeugdgebouw, zoodat, afgescheiden van
de genietingen op muzikaal- en artistiek gebied,
het bezoeken va® deze uitvoering voldoening zal
schenken.
Sursum, wiens muzikale capeciteiten van alge
meene bekendheid zijn, heeft een uitgelezen pro-
De uitvinder van de briefkaart.
Hebt ge, wanneer ge in de vacantie ettelijke brief
kaarten en „ansichten" aan uw diverse familie
leden en kennissen verzendt er wel eens over ge
dacht, dat zoo'n doodeenvoudige zaak als een
briefkaart eerst nog „uitgevonden" moest worden?
Toen ongeveer 60 jaar geleden Professor Emma
nuel Hermann van de Militaire Academie te Wie
ner- Neustadt op de gedachte kwam, voor het
doeii van korte schriftelijke mededeelingen een
stukje karton te gebruiken, waarvoor geen post
zegel noodig was, maar 'waarop de waarde ge
stempeld kon worden, was hij daarmee volstrekt
niet op slag beroemd. Er was een uitgeiDruide, lang
durige perscampagne voor noodig om bet publiek
van die dagen van het nut der nieuwe vinding te
overtuigen. Op 1 October 1869 adopteerde de Oos-
tenrijksche Regeenng de briefkaart, waarvoor een
verlaagd tarief werd ingevoerd.
Thans is de briefkaart een onmisbaar correspon-
dentiemiddel geworden over de geheele beschaaf
de wereld, en de Weeners meenen den inmiddels
al lang in het vergeetboek geraakten Emmanuel
Hermann niet beter te kunnien eeren, dan een
standbeeld voor hem te gaan oprichten.
De eerste auteur die voor het
voetlicht geroepen werd.
De eerste auteur mie na de voorstelling door het
opgewonden publiek voor het voetlicht geroepen
werd, was de Fransche schrijver Voltaire. Deze
eer viel hem te beurt na de voorstelling van zijn
Merope in het Theatre Francais te Parijs in het
jaar 1743. Het publiek wés zoo opgetogen, dat het
van de hertogin de Viliars, in wier loge Voltaire de
voorstelling gevolgd had, eischte dat zij den dichter
zou omhelzen om hem op die manier in het open
baar te eeren. De hertogin bracht „de kunst" deze
eer. De eerste tooneelspeler die zulk een hulde in
ontvangst had te nemen, was Ludwig Schroder, in
de rol van Aibrecht in „Agnes Bernauer". Dit ge
beurde te Hamburg op den 28en Februari 1781.
Modehervorming in Perzië.
Het is ongeveer 5 jaar geleden, toen de tegenwoor
dige sjah nog minister van oorlog was, dat in
Perzië een aanvang werd gemaakt met de moder-
niseering der mode, doordat de mutsen van
schaapsvel, die in het leger in gebruik waren,
vervangen werden door gerande hoeden, die wel
dra den naam van „Pahlevi-hoeden" kregen. Deze
hoofdbedekking, die heel wat doelmatiger was dan
de oude, doordat zij den drager beschermt tegen
de zonnestralen, had zoo'n succes, dat zij thans
ook het nationale hoofddeksel, de „kola", een
hooge zwarte muts zonder rand, aan het verdringen
is.
Om niet bij het sterke geslacht achter te blijven,
haalden al spoedig de Perzische vrouwen zich in
het hoofd, een mode-revolutie op touw te zetten.
De ongemakkelijke "tchadoer", een mantel, die
het lichaam van het hoofd tot de voeten bedekt,
werd door heel wat vooruitstrevende Perzische
schoonen verruild voor de elegante ,'tcharchab,',
een Turksch kleedingstuk, dat echter in Turkije
zelf, dank zij de zorgen van Kemal Pasja, thans
verboden is.
'De geestelijkheid ziet deze hervormingen met leede
oogen aan, omdat zij ze beschouwt als een schrede
naar de afschaffing van den, door den ritus voor
geschreven, sluier der vrouwen. Zij blijkt trouwens
in haar afkeuring niet alleen te staan, daar de
Regeering elkeen, die deze nieuwigheden propa-
pageert, met strenge straffen bedreigt. Voorloopig
zullen de Perzische vrouwen en meisjes deze
„emancipatie" dus wel aan hun Turksche zusters
moeten overlaten.
ONDERTROUWD: I. Spruijt en J. C. Bouwman.
GETROUWD: J. B. Opdam en A. J. Stam.
OVERLEDEN: E. Brambach, 52 jA. W. Jaco-
metti, 70 j.; W. van Voss, 69 (overleden te
Haarlem).
GEVESTIGD: Wed. P. Rosier—Lokker, K. Klever-
laan 44, Bioemendaal; E. W. va® Zurk, Ter Hoff-
steedeweg 7, Overveen; T. Dekker, Sparrenlaan
25, Aerden'hout; J. Th. Bornwater, Zonnebloem
laan 50, Aerdenhout; P. Verschelden, Clematislaan
7, Aerdenhout; C. S. H. Westenberg, Julianalaan
95, Overveen.
Terug te bekomen bij: De Boer, Kweekerij „Buiten
Twist Overveen, een hamer; Gebr. Böttger, Zo-
merzorgerlaan 19, Bioemendaal, een blauwe dames
regenjas en étui met inhoud; H. Beekman, Bloe-
mendaalscheweg 109, Bioemendaal, een hondje
(kinderspeelgoed); Kennel Fauna, Haarlem, een
'herdershond met halsband om; J. v. Eeten, Saenre-
damstraat 86rood, Haarlem, een damestaschje met
spiegeltje; Hoyink, Teding van Berkhoutlaa® 17,
Aerdenhout, een jonge hond (tackel); Th. Scbrama,
Zui'dertuindorplaan 8, Haarlem, een passerdoos; F,
van den Bronk, Bloemendaalschestraatweg 73,
Santpoort, een jongenspet; Wolzak, Verspronck-
weg 93, Haarlem, een rijwiel'belastingmerk 1927 in
étui; Makkinga, Koepellaan 4, Bioemendaal, een
kinderarmibandje; aan het bureau van politie te
Overveen, een maatstok en een sleutel.
ZONDAG 20 NOVEMBER 1927.
NED. HERV. GEMEENTE, voormiddag 10 uur,
Ds. F. de Haas, Pred. te Utrecht,
n.m. 5 uur Ds. J. C. van Dijk.
Bidstond Zaterdag 19 Nov. 's avonds 9 uur
in de consistoriekamer.
JONGELIEDENSAMENKOMST in gebouw „Mara-
nathades voormiddags 10 uur
De heer 'H. J. Drost, Theol. cand. te Utrecht
Donderdag 24 Nov. 's avonds 8 uur Bijbellezing
Ds. J. C. van Dijk.
GEREFORMEERDE KERK, voormiddags 10 uur,
Ds. M. Schuurman, Em. Prei te Den Haag,
n.m. 5 uur, dezelfde.
NED. HERV. GEMEENTE (Ramplaan) v.in. 10 uur,
Ds. J. C. van Dijk.
NED. HERV. GEMEENTE, voormiddags 10 uur,
Prof. Dr. G. A. van den Bergh van Eysinga.
„Mirakelzucht",, Mark. 15 32.
WAARSCHUWING.
Ondergeteekende bevestigt hiermede op verzoek
van den heer TimmeT, dat de verzorging en exploi
tatie van het bekende Jaar- en adresboek voor
Bioemendaal „Help u zeil Jaargang 1928 reeds in
bewerking, 'bij uitsluiting is opgedragen aan de
Drukkerij T. Timmer, De Genestetweg 23, aldaar,
en dat niemand anders dan die namenns hem
komt gerechtigd is advertentiën en inteekenaren
aan te nemen. Mr. P. Tideman.