INSCHRIJVING VAN LEERLINGEN Afd. Bioemendaal v. d. Volksbond tegen Drankmisbruik BOEKEN EN TIJDSCHRIFTEN TOÖNEEL PLAATSELIJK KiEUWS BLOEMENDAAL. FILMNiEUWS ALLERLEI BURGERLIJKE STAND GEVONDEN VOORWERPEN KERKAGENDA BLOEMENDAAL. OVERVEEN. SANTPOORT Goes en Wiedijk (J. Saks) een sterk letterkundi gen inslag, kreeg dien nog meer door het toe treden van Gorter en mevr. Holst. De lezing van Gorter's „Kritiek op de Literaire beweging van 1880 in Hollaind", in „De Nieuwe Tijd", maakte ontzaglijken indruk op hem: „De lezing van dit opstel was voor Scheltema een openbaring en een verlossing. „Dat de Nieuwe Gids-kunst en het socialisme onverbiddelijke vij anden moesten zij® heb ik steeds zeer scherp ge voeld, maar eerst nu door Gorter en Roland Holst begrepen", schreef hif zelf kort daarna. En ver heldering was niet het eenige dat de uitstorting van hu® biecht bewerkt; hij las ze „met soms een kleur van groote vreugde", „voor het eerst kreeg ik tranen in mijn oogen bij het sentiment van het socialisme". En zijn 'bekeering zoo mag men de uitgebarsten omkeer noemen verwekte een nieuwe functie, „bij dat nieuwe leven dat ik in mij' veelde groeien, maakte ik verzen." Scheltema was socialist .geworden en daardoor dichter. Men heeft opgemerkt dat het geloof van velen zich niet zoozeer kenmerkt door bereidheid tot den dienst 'van hun God, maar veeleer berust op de ver-' wachting dat God hen zal dienen, zij het op meer verfijnde wijze dat hij hum, vrede in het gemoed zal schenken. Sc'heltema is tot het socialisme ge komen niet om de arbeiders of de wereld te dienen, maar om zijn eigen ziel te redden en zijn kunst. „Zonder het socialisme zou ik zijn ondergegaan", meende hij zelf." Later zou hij getuigen; „Het socialisme en de dood van mijn vader hebben mij vrij gemaakt." En die levensberichtschrijver vervolgt: „De vrijheid, waarvan Scheltema sprak als door 'hem verworven, uitte zich aanstonds onder meer hierin dat hij de drukke stad, waaraan geen werk hem bond, den rug toekeerde, aanvankelijk uit sluitend om in de stilte van het buitenzijn rust te vinden voor bezinning, allerminst uit afkeer Van Amsterdam, dat hij integendeel nog steeds met een naijverige liefde vereerde. Hoe anders dan te voren keerde hij naar zijn sombere kamer terug; „ik hen teruggekomen als een vreemde, als om een groot woord te gebruiken een wereldburger, ik zie liever de straat dan mijn binnenplaats, liever de stad dan de straat, liever het groote heerlijke buiten dan de staid"; „de belangrijkheid van mijn eigen ziel is wegge vallen en de liefde voor de natuur staat ver boven, als' de lucht boven een bloem". Zoo als uit het nieuwe socialistisch gevoel zijn verzen waren op geweld, was met het bewustzijn van zijn dichter schap de liefde voor de natuur gegroeid, die de hélderste bro® voor zijn poëzie zou worden." Het dichterschap werd door hem gevoeld als een •roeping, als éen plicht. Maar ook dat weer gaf hem een gevoel van druk; ,,De overtuiging dat het dichterberoep een maat schappelijke funktie is uitvloeisel zoowel van zijn algemeene wereldbeschouwing als van zijn persoonlijk uitermate sterk ontwikkeld plichtsge voel, zou hem zijn gansche Leven vervullen met verbittering over het feit dat nu «juist aan deze bij uitstek sociale werkzaamheid een stoffelijke be looning nagenoeg geheel onthouden wordt. Hij be-, oefende het dichte® als een vak; in dagelijkschen arbeid ,gaf hij zich moeite het handwerk daarvan grondig te lèeren kennen; niets kon hem dan ook meer grieven dan dat men zijn liederen als losjes opgeschreven stemmingsneerslagen beschouwde, terwijl die uiterste eenvoud in werkelijkheid eerst bereikt werd na langdurige oefening in het be- heetschen van zijn instrument, de taal". (Zoo is het met alle schrijverij, ook van proza, Red.) Toen hij zijn weg duidelijk voor zich zag, had hij behoefte zich zelf en anderen rekenschap te geven van zijn plaats -in het leven. Uit deze behoefte ontstond het veel aangevochten boek: „De Grond slagen eener nieuwe poëzie", waarin hij met de tachtigers afrekende: „De ruwheid van oordeel over werke® en men» schen.aan wie hij toch voor eigen vorming veel te danken had, heeft hij later zelf betreurd; daar om weigerde hij zij® toestemming tot een noodig geworden herdruk. „De bewerking van de „Grondslagen" leverde hem voor zijn verder leven nog een geheel andere ver heldering en steun dan hij bij het ondernemen daarvan had kunnen vermoeden. Hulp zoekende voor het persklaar maken van zijn boek had hij zich de medewerking verzekerd va® een sekre- taresse; haar naam vindt men op de eerste blad zijde in de opdracht: „aan mijn vrouw Anna Ca- tharina Kleefstra". Wat een mensch door liefde en toewijding kan schenken aa® geluk heeft hij van haar ontvangen." In de eerste jaren va® zijn huwelijk, van 1907 tot 1913, woonde Scheltema achtereenvolgens in Frankrijk, Italië en Zwitserland, tot hij zich in Bergen vestigde; „Het leven dat hij hier leidde had hij in zijn in- stinktieve behoefte aan orde ingedeeld met de regelmatigheid van een lessen-rooster; een paar dagen va® afwezigheid deden bem reeds onrustig, terug iverlange naar zijn schrijftafel. Hij was al tijd min of meer bezeten door zijn werk; de strijd tegen zijn zwakke zenuwen wier gevoeligheid hij allerminst als deugd beschouwde: „de meeste moderne hondensoorten zijn veel' nerveuzer dan wij" had zijn werkdrift ingeperkt; zijn angst voor alles wat de stilte en regelmaat kon ver storen heeft hij nooit overwonnen; voor het maken van zijn verzen behoefde hij de volstrekte een zaamheid, waarvoor hij ook zijn eigen huis ont-, vluchtte. Een deel van den dag bracht hij lezende door: 'Balzac b.v. en Dostojewsky hadden zijn voorkeur, Anatole France, dien hij overigens be wonderde, stootte hem af door zijn ironie; om een overeenkomstig gebrek aan opbouw kon hij ook Shaw niet zetten; in het kommunisme zag hij al leen, en met afschuw, het destructieve en chao tische, dingen die zijn orde-Wevende geest met de uiterste felheid haatte." Een volkomen evenwichtigen gemoedsvrede vond hij nimmer: „Men zou kunnen meenen dat hij met recht vol daan moest geweest zijn over hetgeen hij wèl bereikt had: hij was de dichter geworden zooals hij eenmaal als bet ideaal had gesteld, die gelezen werd in alle lagen va® het volk en niet slechts door een kleine schare van letterproevers. Maar het enkele weten van doorgedrongen te zijn tot de velen, verwarmt niet de naar waardeering hun kerende ziel; en het is misschien kenmerkend voor de afwezigheid van alle uitbundgiheid bij ons volk dal uit de tienduizenden lezers en lezeressen die zijn versen genoten, slechts ettelijke malen een spontane uiting hem bereikt heeft; hoezeer hij ge liefd was begon hij eerst in het laatste jaar voor zijn dood te ondervinden voor de geestdrift waarmee zijn Zondagochtend-voordrachten werden ontvangen. Ondanks den bijval echter d'er velen bleef het hem grieven of wrevelig stemmen dat de letterkundige kritiek hem vaak zonder diepgaan de belangstelling, niet zelden met kwetsende •hooghartigheid behandelde en bejegende; hij meende dat zija werk hem althans op eenig re- spekt aanspraak gaf. Het blijve aan anderen over gelaten aan te geven waarin de verklaring van dieze miskenning te zoeken is; hier worde slechts op een omstandigheid gewezen, waaraan zeker bijkomstige beteekenis toe te kennen is, Schelte- ma's zelfgewilde teruggetrokkenheid." De wereldoorlog trof hem met zware geestelijke slagen; hij kromp van pijn onder die vreeselijke indrukken. Zelfs werd hij „besprongen door een nerveuze angst die het ergste deed vreezen. Maar hij vermande zich weer en begaf zich weer midden in het dichtwerk, toen de dood hem weg nam; „Scheltema is de dichter geweest ook voor on geschoolde volwassenen. Gelezen werd hij met bewonderende toegenegenheid in de stilte van het .vrouwenklooster; met vrome aandacht aangehoord door arbeiders in volle feestzalen; en hoe vele bij eenkomsten van scholieren zijn opgeluisterd door de voordracht van zijn liederen. Echter doet men het woord geweld aan of miskent volkomen zijn aard wanneer men hem een volksdichter noemt. Hij was niet alleen geen man uit het volk, van het volksleven en wat gewoonlijk daaronder ver staan wordt wist hij niets maar ook de bijna physieke afkeer van de massa beeft hem nooit verlaten; zelfs was een innige menschenliefde hem vreemd. Niet zoozeer dat hij uiting gaf aan het socialistisch gevoelsleven opende hem de harten van duizenden, maar dat hij onder de socialistische dichters de eenige zanger was, en door de natuur zelf uitverkoren scheen voor haar influis teringen. Geliefd en vereerd is Scheltema ge worden ook dobr sommige opstandige liederen, maar vooral doordat hij voor wat het hart vervult va® ieder die nog stil kan zijn en ingekeerd luis teren naar het ongesprokene in natuur en men- «chenziel, vaak de simpelste en sprekendste uit drukking heeft gevonden." voor de HAND WERKCURSUSSEN op WOENSDAG 30 NOVEMBER a.s., des namiddags van 2 tot 3Vï uur; te BLOEMEND AAL in de School der Bloemen daalsche Schoolvereeniging; te O VER VEEN in de O. L. School. Hunsche als 't Brood (welk 'n uitnemende Fallstaf zou hij zijn!), Nel Stants in de moeilijke rol van de Kat en Kommer Kleyn als de Hond, Albert van 'Dalsum als de Eik mogen wij niet onvermeld laten. Wanneer het stuk weer wordt gegeven, late geen vriend of vriendin van sprookjes, van ro mantiek en van idealisme een gang naar den Schouwburg achterwege. Louis de Vries heeft op 15 dezer een creatie van de hoofdpersoon in Voerman Henschel gegeven, den schrijver, Gerard Hauptmann, en dezen grooten 'tooneelspeler zeiven volkomen waardig. Hier heb ben wij den opvolger van Louis Bouwmeester voor ons. Moge zijn streven om de tragedie weder voor ons aannemelijk te maken, steu® blijven vinden bij ons publiek. Ditmaal was het te scbaarsch opge komen. :Wij hebben de 'herdenkingsrede van den heer Leo ■Straus, die aan de opvoering voorafging, zeer ge waardeerd; gaarne zouden wij haar in druk zien. De vraag echter of het in het algemeen aanbe veling verdient, zulke reden in den Schouwburg onmiddellijk aan een voorstelling te doen voor afgaan, moeten wij ontkennend beantwoorden. Men gaat nu eenmaal naar den schouwburg voor iets anders. De voorlezing van fragmenten uit „Die W eber" van Hauptmann, was echter zeer treffend en wie haar va® den heer Straus hebben aange-. hoord, zullen zich zijn uitnemende vertolking bij herlezing van het stuk dankbaar herinneren, •Wij ontvingen o.a.: Tonio Kröger door Thomas Man®. Vert, van A. M. Buis. Hartsgeheimen, door Maurits J. Vies, 3e druk. Kunst en Liefde, door A. L. Terigo. Menschen, door Lode Baekelmans. Allen uitgegeven door de Nederlandsche Uitgevers Maatschappij, te Amsterdam. Bespreking volgt. Stadsschouwburg. Twee, tooneelstukken, twee tegengestelden; Maurice Maeterlinck: De blauwe vogel van het geluk en Gerard Hauptman's Voerman Henschel. Het eerste van het „Vereenigd Tooneel" van Ve-rkade en Verbeek; het tweede van „Het Am- sterdamsch Tooneel" ander directie van Louis de Vries e® Willem van Korlaar Jr. Een tegenstelling al te treffend om hier niet te nemen alls punt van uitgang. Gerard Hauptman heeft zijne algemeene aesthe- tische opvattingen toegelicht door het volgende geestige schema te geven, dat wij terwille van het rijm e® de zuiverheid hier afdrukken in de oor spronkelijke taal: .oLj_ 1 „Himmel Ideal Metaphysik Abkehr Prophetie Erde Leben Physik Einkehr Dichtung Zwei Lager W'ird das eine fett, wird das andere mager. „De blauwe vogel van het geluk" is een stuk van wijsgeerigen inhoud met de duidelijke strekking om den toeschouwer langs den weg der zintuige- liike waarneming op te voeren naar de Wereld der onzienlijke dingen; opdat men daar vinde vrede •voor 't hart en eene illustratie, als het ware, zoo als in sprookjes geschiedt van onzen besten eigen geestelijken inhoud. Hauptmann vraagt niet, hoe kan ik het denkbare uitbeelden, maar maak ik van het werkelijke leven onopgesmukt, echt in eigen realiteit voelbaar, al die in menschen werkende hartstochten nijd, geld zucht, zinnelijke liefde én eigenliefde, luiheid en eerzucht, en de nooden van verstootenbeid, wroe ging en wanhoop. Hoe ver staan beide schrijvers en hunne geestes kinderen van elkaar af, maar hoe zeer vullen zij elkaar aan! In dit stuk van Maeterlinck is van .Teirlinck's Vertraagde Film het huiveringwekken- ons naderbrengen met behulp van bewegende beelden van de verborgen hemelen van ons boven- ibewuste, in de persoon van den jongen Tyltyl (Else Mauhs) iets va® Heijerman's Droomkoninkje, n de Nacht- en Woudtafereelen iets van Shake- «peare's Midzomernachtsdroom. Niets van wat daar vertoond wordt 'heeft ooit be staan, anders dan op het tooneel. En van wat Hauptmann geeft, heeft alles bestaan en dit zal, helaas, als een overvloed van mensche- lijke hartstocht en leed altijd voorhanden blijven zoolang op aarde te kortkomende menschen zullen leven. Zuiver idealisme alzoo tegenover zuiver realisme. (Beiden groot, waarlijk groot. Wat Maeterlinck's stuk betreft, past een woord van bewondering voor de prachtige uitbeelding door Ed. Verkade uitnemend verzorgd. Het tal rijk opgekomen publiek (de Stadsschouwburg was bijna geheel uitverkocht) waardeerde stuk en ver tooning van het begin tot het eind. In deze voor stelling werd iets bereikt, wat de beste film niet bereiken kan. Ook de vlotheid waarin de verschil lende bedrijven achter elkaar gespeeld werden valt zeer te roemen. Bij dit stuk vooral in het 3e tafereel (Het land van het Verleden) kwamen de nieuwe lichtapparaten va® dezen schouwburg goed tot hun recht. Van de spelers vallen zoo velen te roemen, dat wij moeten volstaan met slechts enkele te noemen. Else Mauhs als Tyltyl, uitstekend gesecondeerd door Polly Obdam als 't zusje, Mytyl, Willme De afdeeling Bloemendaai-Velsen der K. N. M. v. T en P. hield 15 dezer eene Buitengewone Leden vergadering, waarin als spreker optrad de heer Prof. Dr. A. Pulle, Hoogleeraar te Utrecht met het .onderwerp: „Suriname en zijn plantengroei." Na eerst ide geografische ligging van Suriname en de geologische gesteldheid te hebben besproken Werd imeer speciaal de plantengroei behandeld. Vloedbosschen van mangrove aan de kunsten; laag land' met bebossching vooral langs de rivieren, swampen meer achter de kust gelegen, alwaar men met succes heeft getracht de rijstcultuur te drijven. Verder zware bebossching, met tusschen de rivieren de savannen, soms midden tusschen de bosschen gelegen, onvruchtbaar omdat de grond alleen bestaat uit spierwit kwartzand en waarop alleen cypracëen kunnen groeien. In den grooten regentijd van Mei tot Juli, soms pok in den kleinen regentijd van November, staan deze savannen blank. Het laagland wordt begrensd jdpor de savanne maar meer Zuidwaarts komt dan heuvelterrein waar de grondsoort lateriet is en waarop bosch groeit zonder einde. In dat heuvelterrein beginnen al reeds de stroom versnellingen in de rivieren door de rotsblokken in 'de beddingen. Deze rotsen zijn begroeid met gewassen die veel gelijken op zeegras of zeewier behoorende tot de pedostonetacëen, waarvan de .bladeren als watervallen langs de rotsen hangen. In den drogen tijd bloeien deze planten, de bla deren verdorren; de bloem geeft doosvruchten op lange recht-opstaande stelen of aren; het zaad zaait zich uit op de drooggelegen rotsen en bij het invallen der regens ontkiemen deze, zetten dade lijk vast aan de rotsen en eene nieuwe vegeratie is begonnen. In de nederzettingen vindt men diverse laanboo- men waarvan de pitecolobum saman zeer algemeen is wegens den snellen groei. Daar de grond vrucht baar is en de groei snel, kunnen in 4 a 5 jaar boomen va® 10 meter hoogte worden gevormd, Verder in het bergland begint bet oerwoud waar van de samenstelling voornamelijk afhangt van de hoogteligging. Men vindt in het oerwoud alle soor- t® van alle leeftijd doorelkaair o.a. astrokarum, alsophila, boomvarens, eperua met de hangende peulvruchten en tal -van leguminosen. Verder de kapokboom de eenige boom die in den drogen tijd zijn blareden laat vallen de wilde cacao, die oorzaak werd van de besmetting der cacaoplan tages vele boomen met typische wortelvorming boven den grond; lianen Bromelacëen Or- chideen, meest met kleinen bloemen, enz. Op kale rotsen die hier en daar boven den bodem uitsteken vindt men clusia's, Cereus-cactussen, ook wel orchideeën. De zeer aangename causerie werd toegelicht met eene serie mooi geslaagde lichtbeelden en viel dan ook zeer in den smaak der toehoorders. Van de gelegenheid tot vragen stellen werd weinig gebruik gemaakt; met een warm woord van dank aan spreker Werd de vergadering gesloten. gramma samengesteld, terwijl de leden der jonge- mannenvereeniging het blijspel van Heijermans: „Buren" op zullen voeren. Reeds eerder 'hadden we gelegenheid in dit blad te wijzen op de goede krachten onder de jongelui schuilende, ze bewegen zich met bijzonder gemak en uitnemend „flair" op het tooneel. Va® „buhnen- iieber" hebben de jongelui geen last. Met dit dappere troepje kennis te maken is alleen een gang naar „Vreeburg" waard. We hopen, dat de uitvoering voor een uitverkocht ,nuis zal plaats vinden. De heeren Pfersich Althoff, v. d. Mersch, Mol, Nolst Trenité Pointl en Voskuil, uitmakende het bestuur ider pas opgerichte afd'eeling Haarlem der Nederlandsche Filmliga 'hebben zich opnieuw tot het beschaafde publiek i® deze streek gewend met een opmerking om tot hunne afdeeling toe te treden. De vereeniging is een besloten kring, die niet an ders wil dan de Filmkunst behouden voor het ge vaar in een technisch sensatiewekkende procédé ten onder te gaan en voor zoover zij daarin reeds geraakt is, haar daaruit opheffen. Het doel der vereeniging is dus een zuiver beschavingsdoel en .verdient derhalve den steun van allen die het goed meenen met de ontwikkeling der moderne maatschappij. Op hedenmidden 2.15 wordt de tweede voorstelling gegeven in den Schouwburg Jansweg met een programma dat buitengewoon belangrijk is. Er ontbreken nog maar eenige tien tallen leden en bet formeel en materieel bestaan is verzekerd. Het adres van den Secretaris der afdeeling, den heer F. Althoff, is Gei Oude Gracht 148 rood; bij 'hem zijn alle verder gewenschte in lichtingen te verkrijgen. WAARSCHUWING AAN ONZE WELDADIGE LEZERS. Het Bestuur va® „Weldadigheid naar vermogen" te Haarlem verzoekt ons te berichten, dat het aanraadt geen steun te verleenen aan het gezin Holman, Groote Houtstraat 48rood te Haarlem, alvorens inlichtingen bij het bestuur te hebben in gewonnen. Wij kunnen daaraan het volgende toevoegen. De brieven om steun, welke van dit gezin uitgaan, zijn met een gedistingeerde goede hand, waar schijnlijk een dameshand geschreven. Een 'beroep wordt gedaan op aanbevelingen en een getuigschrift geteekemd door personen van aanzien. Een onderzoek heeft uitgewezen, dat ver schillende groote steden al reeds het twijfelachtig genoegen hebben ondervonden door hetzelve be woond en bezocht te worden. Inderdaad schijnt hier aan een bezoeking te moeten worden gedacht. Vast staat, dat de man een paar maanden als los beambte bij de Hollandsche Lloyd heeft gewerkt en van die instelling een getuigschrift kan toonen, dat niets zegt voor zijn ijver om werk te zoeken; de temperatuur va® dien ijver staat op het nul punt. En zooals het in die dingen gaat, één klaag brief met succes moedigt in diezelfde richting aan. Men doet noch het gezin zelf, noch de samen leving er dienst door in deze anders dan kritisch te werk te gaan. Weldadigheid en armenzorg zijn in onze maatschappij voldoende goed geregeld om ons all'en tot spoorslag te zijn niet individualistisch te werk te gaan. Centraal Genootschap voor KinderhersteUings- en Vacantiekolonies- De groei gaat onverminderd voort, niettegen staande, evenals hij elke groote organisatie, ver schillende afdeelingen weer minder actief wor den. In 1927 hebben 76 afdeelingen van de 375 geen kinderen uitgezonden, In Friesland, waar het provinciaal subsidie verreweg het geringste is van alle Nederlandsche provincies, waren niet minder dan 15 van de 39 afdeelingen, die niet van zich deden hooren. In Groningen daarentegen ont braken slechts 2 van de 57 afdeelingen op het appél. De meeste 'belangstelling voor de winterverple- ging is, of is komende in die vier provincies, waar de Staten deze door een extra subsidie bevorde ren, Noordholland en Limburg geven van 1 Oct. tot 30 April 50 cents per dag en per kind extra subsidie, Qverijsel en Zeeland 25 cents extra. Het droge Amerika. Volgens een statistiek der Amerikaansche gerechts hoven, is het aantal drankzuchtige veroordeelden, dit jaar grooter dan ooit te voren. Vijftig procent van alle vergrijpen zijn in dronken schap begaan. Woensdag 23 November a.s. des avonds 8 uur zal het Chr. 'Fanfarecorps „Sursum", directeur de heer Joh. Meng in de groote zaal van Hotel „Vree burg" een uitvoering geven met medewerking van de Christelijke Jongemannen Vereeniging „Bioe mendaal". De baten zullen vloeien in de kas van het te stichten Jeugdgebouw, zoodat, afgescheiden van de genietingen op muzikaal- en artistiek gebied, het bezoeken va® deze uitvoering voldoening zal schenken. Sursum, wiens muzikale capeciteiten van alge meene bekendheid zijn, heeft een uitgelezen pro- De uitvinder van de briefkaart. Hebt ge, wanneer ge in de vacantie ettelijke brief kaarten en „ansichten" aan uw diverse familie leden en kennissen verzendt er wel eens over ge dacht, dat zoo'n doodeenvoudige zaak als een briefkaart eerst nog „uitgevonden" moest worden? Toen ongeveer 60 jaar geleden Professor Emma nuel Hermann van de Militaire Academie te Wie ner- Neustadt op de gedachte kwam, voor het doeii van korte schriftelijke mededeelingen een stukje karton te gebruiken, waarvoor geen post zegel noodig was, maar 'waarop de waarde ge stempeld kon worden, was hij daarmee volstrekt niet op slag beroemd. Er was een uitgeiDruide, lang durige perscampagne voor noodig om bet publiek van die dagen van het nut der nieuwe vinding te overtuigen. Op 1 October 1869 adopteerde de Oos- tenrijksche Regeenng de briefkaart, waarvoor een verlaagd tarief werd ingevoerd. Thans is de briefkaart een onmisbaar correspon- dentiemiddel geworden over de geheele beschaaf de wereld, en de Weeners meenen den inmiddels al lang in het vergeetboek geraakten Emmanuel Hermann niet beter te kunnien eeren, dan een standbeeld voor hem te gaan oprichten. De eerste auteur die voor het voetlicht geroepen werd. De eerste auteur mie na de voorstelling door het opgewonden publiek voor het voetlicht geroepen werd, was de Fransche schrijver Voltaire. Deze eer viel hem te beurt na de voorstelling van zijn Merope in het Theatre Francais te Parijs in het jaar 1743. Het publiek wés zoo opgetogen, dat het van de hertogin de Viliars, in wier loge Voltaire de voorstelling gevolgd had, eischte dat zij den dichter zou omhelzen om hem op die manier in het open baar te eeren. De hertogin bracht „de kunst" deze eer. De eerste tooneelspeler die zulk een hulde in ontvangst had te nemen, was Ludwig Schroder, in de rol van Aibrecht in „Agnes Bernauer". Dit ge beurde te Hamburg op den 28en Februari 1781. Modehervorming in Perzië. Het is ongeveer 5 jaar geleden, toen de tegenwoor dige sjah nog minister van oorlog was, dat in Perzië een aanvang werd gemaakt met de moder- niseering der mode, doordat de mutsen van schaapsvel, die in het leger in gebruik waren, vervangen werden door gerande hoeden, die wel dra den naam van „Pahlevi-hoeden" kregen. Deze hoofdbedekking, die heel wat doelmatiger was dan de oude, doordat zij den drager beschermt tegen de zonnestralen, had zoo'n succes, dat zij thans ook het nationale hoofddeksel, de „kola", een hooge zwarte muts zonder rand, aan het verdringen is. Om niet bij het sterke geslacht achter te blijven, haalden al spoedig de Perzische vrouwen zich in het hoofd, een mode-revolutie op touw te zetten. De ongemakkelijke "tchadoer", een mantel, die het lichaam van het hoofd tot de voeten bedekt, werd door heel wat vooruitstrevende Perzische schoonen verruild voor de elegante ,'tcharchab,', een Turksch kleedingstuk, dat echter in Turkije zelf, dank zij de zorgen van Kemal Pasja, thans verboden is. 'De geestelijkheid ziet deze hervormingen met leede oogen aan, omdat zij ze beschouwt als een schrede naar de afschaffing van den, door den ritus voor geschreven, sluier der vrouwen. Zij blijkt trouwens in haar afkeuring niet alleen te staan, daar de Regeering elkeen, die deze nieuwigheden propa- pageert, met strenge straffen bedreigt. Voorloopig zullen de Perzische vrouwen en meisjes deze „emancipatie" dus wel aan hun Turksche zusters moeten overlaten. ONDERTROUWD: I. Spruijt en J. C. Bouwman. GETROUWD: J. B. Opdam en A. J. Stam. OVERLEDEN: E. Brambach, 52 jA. W. Jaco- metti, 70 j.; W. van Voss, 69 (overleden te Haarlem). GEVESTIGD: Wed. P. Rosier—Lokker, K. Klever- laan 44, Bioemendaal; E. W. va® Zurk, Ter Hoff- steedeweg 7, Overveen; T. Dekker, Sparrenlaan 25, Aerden'hout; J. Th. Bornwater, Zonnebloem laan 50, Aerdenhout; P. Verschelden, Clematislaan 7, Aerdenhout; C. S. H. Westenberg, Julianalaan 95, Overveen. Terug te bekomen bij: De Boer, Kweekerij „Buiten Twist Overveen, een hamer; Gebr. Böttger, Zo- merzorgerlaan 19, Bioemendaal, een blauwe dames regenjas en étui met inhoud; H. Beekman, Bloe- mendaalscheweg 109, Bioemendaal, een hondje (kinderspeelgoed); Kennel Fauna, Haarlem, een 'herdershond met halsband om; J. v. Eeten, Saenre- damstraat 86rood, Haarlem, een damestaschje met spiegeltje; Hoyink, Teding van Berkhoutlaa® 17, Aerdenhout, een jonge hond (tackel); Th. Scbrama, Zui'dertuindorplaan 8, Haarlem, een passerdoos; F, van den Bronk, Bloemendaalschestraatweg 73, Santpoort, een jongenspet; Wolzak, Verspronck- weg 93, Haarlem, een rijwiel'belastingmerk 1927 in étui; Makkinga, Koepellaan 4, Bioemendaal, een kinderarmibandje; aan het bureau van politie te Overveen, een maatstok en een sleutel. ZONDAG 20 NOVEMBER 1927. NED. HERV. GEMEENTE, voormiddag 10 uur, Ds. F. de Haas, Pred. te Utrecht, n.m. 5 uur Ds. J. C. van Dijk. Bidstond Zaterdag 19 Nov. 's avonds 9 uur in de consistoriekamer. JONGELIEDENSAMENKOMST in gebouw „Mara- nathades voormiddags 10 uur De heer 'H. J. Drost, Theol. cand. te Utrecht Donderdag 24 Nov. 's avonds 8 uur Bijbellezing Ds. J. C. van Dijk. GEREFORMEERDE KERK, voormiddags 10 uur, Ds. M. Schuurman, Em. Prei te Den Haag, n.m. 5 uur, dezelfde. NED. HERV. GEMEENTE (Ramplaan) v.in. 10 uur, Ds. J. C. van Dijk. NED. HERV. GEMEENTE, voormiddags 10 uur, Prof. Dr. G. A. van den Bergh van Eysinga. „Mirakelzucht",, Mark. 15 32. WAARSCHUWING. Ondergeteekende bevestigt hiermede op verzoek van den heer TimmeT, dat de verzorging en exploi tatie van het bekende Jaar- en adresboek voor Bioemendaal „Help u zeil Jaargang 1928 reeds in bewerking, 'bij uitsluiting is opgedragen aan de Drukkerij T. Timmer, De Genestetweg 23, aldaar, en dat niemand anders dan die namenns hem komt gerechtigd is advertentiën en inteekenaren aan te nemen. Mr. P. Tideman.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1927 | | pagina 4