Een abonnement op dit blad kost U tot 30 Juni: f 1.60 CITROËN AUTOMOBIELEN Agentschap: J. J. LANSDORP, Bloemendaal, Telef. 22387 DIENSTBODE SPORT 12-24 P.K. TYPE B 14 SEDAN f2400 Uit voorraad leverbaar. Uitgevoerd met vierwieL- SCHAAKRUBRSEK lüP H WW/, W& ONZE PLANTENDOKTER GEZELSCHAPSSPELEN HUMOR EN SATYRE tCERKAGENDA VOETBAL. De uitslagen van 8 Januari luiden: VeloxZeeburgia 32. Zan'dvoortH.V.C. 51. B.F.C.—A.F.C. 3—1. BloemenidaalDonar 53, Voor 15 Januari is vastgesteld: ZeeburgiaV.V.A. HaarlemZandvoort. H.V.C.B.F.C. A.F.C.Bloememdaal. DonarVelox. De H.V.B. stelde vast: Zandvoort 2Bloemendaal 2 Bloemendaal 3D.O.A. 2 Zandvoort 4Bloemendaal 4 Swastika 2Bloemendaal 5 Bloemendaal juniorenHillegom Zaterdagmiddag: E;D.O, bBloemenjdaal b. half elf. 10 uur. 2 uur. 10 uur. 2 uur. Na 't verloren protest tegen A.F.C. zakte Zee burgia verder af, door zicb in Utrecht te laten kloppen. Velox, dat haar kans afgewacht heeft bij 't stuivertje wisselen op de eerste plaats tus- schen A.F.C. en Zeeburgia, heeft die kans nu benut, en nestelde zich bovenaan. 'Het spant ge weldig in deze afdeeling: niet alleen genoemde Amsterdamsche clubs bedreigen Velox, maar ook Haarlem blijft een gevaarlijk out-sider. Niet onmogelijk is het, dat evenals dit vorig sei zoen het geval was, ide laatste wedstrijd de be slissing moet brengen. Zandvoort deed, wat we van haar verwachtten en bleef H.V.C. met flinke cijfers de baas. B.F.C. zorgde ditmaal voor de verrassing, door A.F.C. met 31 te kloppen. Inderdaad een fraaie prestatie van de Bussummers! Bloemendaal sloeg Donar met 53. De beenen der Bloemendalers stonden meer naar de Charleston dam naar voetballen, waarmee deze eigenaardige cijfers voldoende verklaard zijn. Zeeburgia moet, om in „the running" te blijven, V.V.A. er onder houden, wat haar wel toever trouwd is. Haarlem, dat Zandvoort in eigen huis reeds met 10 sloeg, kan deze overwinning bevestigen. Dit zal niet makkelijk gaan. De Zarudvoorters zijn stugge voetballers, wat menig elftal ondervond. H.V.C. speelt thuis tegen B.F.C. We geven den Amersfoorters kans op gelijk spel. Bloemendaal, trekt „uitgefeest" naar Amsterdam, om in het Amstelveensche Stadion A.F.C. te ont moeten. Spelen de onzen als tegen B.F.C., dan is succes niet uitgesloten. Vooruit jongens, wat B.F.C. gelukt is, moet ook niet voor jullie on mogelijk zijn. Donar ontvangt Velox, wat de veertiende neder laag in successie voor de blauw-zwarten betee- kent. Poor boys! Zal het tweede het nieuwe jaar met een over winning op Zandvoort 2 inzetten? We hopen het, maar gelooven het niet, gezien |de afwisselende vorm, waarin de reserves spelen. Het derde zal 't tegen D.O.A. 2 wel klaren. Min der gerust zijn we voor het vierde, dat op eigen veld van Zandvoort 4 met dikke cijfers verloor. Het vijfde haalt tegen Swastika 2 de dubele cijfers wel weer. Misschien gunnen zij de tegenpartij dan wel een doelpunt uit pure hoffelijkheid. De juniores hebben 's middags het rijk alleen tegen Hillegom. Een mooie gelegenheid om weer eens te winnen. Adspiranten a is vrij, b krijgt het tegen E.D.O. b lang niet makkelijk. Zouden de jongens hun avond feest met een overwinning vieren? 't Zou te mooi zijn, om waar te wezen. De elftallen zijn opgesteld: le Elftal: J. Beijk. J. IJfs C. A. Bakker J. Cassee H. Beijk P. J. Parson G. Kopjes Niemann Ph. Immer J. A. Sunter H. J. de Jong M. Strik Tweede elftal: H. J. Lever M. Jansen H. Spoor H. Eijsten G. v. Dam J. Wijnberg C. Warlé Ad. Cassee Fr. Bakker H. van Beem N. Dillewijn Derde elftal: J. Segerius J. v. Maren. J. Parson H. Kohier W. A, de Haas A. de Jong K. de Haas J. van 'Beem N. N. H. v. d. Veer H. Healy, 4e elftal: H. v. d. Meij M. Th. Akersloot M. Wories J. Kohier P. N. C. Hille L. v. d. Meij C. Vogel J. v. d. Meij H. Donkervoort D. de Nijs W. Bruijnis Vijfde elftal: K. Schoehuijs J. Schreur D. Kroon Ant, Cassee M. v. Delden J. Veldhuis W. A. v. Zanten J. J. Huijer G. Strik H. S. van Lent J. H. Wit Juniores: W. Mommer® K. Kievit M. Best E. Ruiter G. Wille J. J, Hollenberg K, van Basten L. Bode D. Kuiper W. Groeneveld D. Ruiter remmen, schokbrekers, autom. ruitenwisscher, enz. TYPE GRAND LUXE MODEL 1928 F 2900 Oplossingen, bijdragen, enz. te zenden aan den Schaakredacteur, De Genestetweg 23 Bloemendaal PROBLEEM No. 156. TH. BREEDE (Libau). Mat in twee zetten. Stand der stukken: Wit: Kh5, Dbl, La6, Pe4, c4, d2, e3, e6, g2. Zwart: Kf5, Lc6, e5, e7, f6, f7. EINDSPELSTUDIE No. 43. A. A. TROITZKY (Leningrad). m. JM m.ÉT Wit aan zet wint. Stand der stukken: Wit: Kb7, Da5, Pg5, e2. Zwart: Kdó, Dh6, Ph8, e6. OPLOSSING EINDSPELSTUDIE No. 42. (VOOR BEGINNERS). Stand der stukken: Wit: Kd5, b6, c5. Zwart: Kd7, b7. 1. c5c6f, b7Xc6f; 2. Kd5c5, Kd7c8; 3. Kc5Xc6, Kc8b8; 4. b6b7, enz. OPLOSSING PROBLEEM No. 153. (H. W. van DORT). Stand der stukken: Wit: Kh8, Da6, Tel, Pb4, Ph6, c3, g3. Zwart: Ke5, De4, e6. 1. Da6a7, enz. CORRESPONDENTIE. HAARLEM, H. W. v. D. In de bovenstaande studie is het pionoffer op c6 noodzakelijk om te winnen. Gaat Wit met den Koning op den eersten zet naar e5, dan blijft de zwarte Koning de op positie geven en indien Wit, na 2. Kd5, Kd7, het pionoffer niet brengt, maar weder naar e5 gaat met zijn Koning, wordt het spel remise. Niet elke plant moet zonder voorbehoud als ver loren worden beschouwd. Als de vorst haar niet te erg en te lang heeft getroffen, zoodat de natuur- en scheikundige splitsing van den levenden inhoud barer cellen het protoplasma nog niet te ver is .gegaan, dan is door een doelmatige behande ling nog redding mogelijk. Zet men de bevroren plant in een verwarmd vertrek, dan zal zij zeker te gronde gaan, want dan kan het protoplasma het bij het bevriezen afgestane vocht niet snel genoeg terug nemen, het wordt lijdend en het gevolg is verlies van de bevroren plant. Hoe langzamer de ontdooiing geschiedt, des te beter, dan zal het verloren water geleidelijk uit de intercellulaire ruimten in de cellen terug keeren en door al te vlugge smelting van het ijs de plant niet nog sterker afkoelen, wijl zij het zelf is, waar aan een deel van de smeltingswarmte wordt ont trokken. Hoe vreemd het moge klinken, bij kruidachtige planten, die bevroren zijn, kan men met succes een begieting met koud water toepassen. Dit koude water zal op de plant bevriezen, maar (de warmte, die hierdoor aan het water wordt onttrokken, komt aan de plant ten goede, waardoor haar tem peratuur tot 0 gr. C. wordt verhoogd. Als daarna de ijskorst langzaam smelt, wordt de temperatuur der plant langzamerhand hooger, terwijl haar pro- toplama het verloren water terug neemt en de 'cellen haar spanning hernemen. We zien dan de "eerst slappe plant langzaam opstijven. Tenslotte wijs ik nog op de eigenaardige vorst- beschadiging, die we in sommige voorjaren zien verschijnen aan de bladeren van enkele hoornen, 'b.v. paardkastanje, linde en in mindere mate van haagbeuk, berk en beuk. Als deze bij het ont luiken der knoppen door nachtvorst worden ge troffen, |dan bevriezen de plooien der nog gevou wen blaadjes aan den buitenkant. Het blad ont plooit zich later normaal, maar de door die vorst getroffen gedeelten, die juist tusschen de nerven liggen, worden bruin en daar scheurt het blad bij het uitgroeien meestal; vooral bij de paardekastan- je is dit verschijnsel zeer goeld waarneembaar en als kamvormige splitsing bekend. Hoewel het interessant is en zelfs noodzakelijk te weten* hoe de planten door vorst worden bescha digd, zal toch meenigeen de grootste belangstelling hebben voor het antwoord op de vraag, hoe de schade kan worden waargenomen. Ik moet hier over (dus nog iets schrijven, maar kan natuurlijk slechts in algemeene trekken dit antwoord geven, omdat hij de uitvoering .der beschutting met ver schillende omstandigheden moet worden gerekend. W.aar mogelijk moeten de planten, die kans loopen door vorst te worden getroffen, die idus niet geheel winterhard zijn, in het najaar al worden gedekt op de voor haar meest passende wijze. In het voorjaar mag algebeele ontdekking niet te vroeg gebeuren, maar wel ten deele om te vroege ont wikkeling 'tegen te houden. Men denke er steeds aan, dat niet zoozeer midlden in den winter, maar vooral in na- en voorjaar de grootste schade wordt geleden hij niet uitgerijpte en te vroeg ontwikkelde gewassen. Als in het voorjaar nachtvorst en zon neschijn elkander afwisselen, bescherm dan de bebladerde heesters en gevoelige coniferen tegen de zon. Die wekt ze tot nieuw leven, doet FLINKE gevraagd, v. g. g. v. Adres: Mevr. SERNÉ, Juliana- laan 30, Overveen. ze nog meer vocht verdampen dan de wortels uit den koud'en of bevroren grond kunnen opnemen en schade is het gevolg. Weer koude en vooral uitdrogende winden van groenblijvende planten, alweer opdat hel loof niet meer water zal verdampen dan de wortels kunnen aanvoeren. Dek den gronld boven in het najaar verplante groenblijvende heesters, want zij zijn nog niet zoo diep geworteld, dat althans een deel hun ner wortels in steeds onbevroren grond is doorge drongen. Sneeuw is een goede 'beschutting op den grond, maar van het loof moet imen haar afschud den als ide last te zwaar wordt, hetgeen zeker 'het geval zal zijn als het gaat dooien en natte sneeuw hier en daar wordt opeen gepakt. Boven bloemperken en voor muren en schuttingen met perziken ejd. kan men gaaslinnen spannen, waardoor luchtstroomingen worden tegen gegaan en aldus warmteverlies wordt voorkomen. Onthoud alleen dat het in het voorjaar 'beter is de vroeg bloeiende perziken, enz. te beschutten tegen de zon, die te vroeg kan wekken. In boomgaarden wordt tegen nachtvorst wel in vuurhaarden gestookt of rook ontwikkeld, om warmte-uitstraling van de aarde tegen te gaan, welke methode ook wel bij vroege aardappelen toepassing vindt. KUNSTJES MET KAARTEN De verdwijnende aas. Een proefneming van gedachtenlezen, vraagt altijd ontzettend veel van remand's zenuwen, en daar de mijne toch al niet zoo bijster sterk zijn, wil ik ze even op hun verhaal laten 'komen, door u een kunstje te toonen, waarbij zij op niet zulk een zware proef worden gesteld. Ik zal u dus eens een aardigheidje laten zien met de azen." Onder het spreken, hebt gij het spel kaarten los jes door de handen laten glijden en drie azen ge vonden, welke gij er uit genomen hebt. „Hier heb ik drie azen, en .wel schoppenaas, ruitenaas en klaveraas." Gij houdt de drie kaarten waaier.-gewijs in uw linkerhand, en legt ze ver volgens met de figuren naar beneden, op de tafel. „Nu is 'dit kunstje, een heel aardige illustratie van de afgezaagde uitdrukking: „De vlugheid van de hand, bedriegt 'het oog", en daarom richt ik bijzonder het verzoek tot u, goed acht te geven op mijn handen." Neem daarop het spel in Uw linkerhand en de eerste kaart der drie azen in, uw rechterhand, terwijl gij zonder overdrevenheid het feit buitengewoon in het oog te willen doen vallen, toch goed tegenover de toeschouwers laat uitkomen, dat dit schoppenaas is. „Let nu goed op! Ik zal de schoppenaas aan het ondereinde van> het spel plaatsen, waar zij dus veilig en wel, zonder dat er „kunstjes" of iets van dien aard mede kunnen worden uitgehaald." Gij plaatst daarop die kaart tusschen het spel, op ongeveer een vierde gedeelte .van het ondereinde daarvan, en zoover, dat zij geheel met de andere kaarten gelijk ligt, waarna gij de hand ophoudt, om te laten zien, dat zij ledig is. „Ruitenaas geef ik een plaatsje juist in het midden van het spel. Let goed op, waar ik haar steek, zoodat gij volkomen overtuigd zijt, dat zij in het midden, zit, en niet boven- of onderaan het spel. En de klaverenaas heeft een loge besproken aan den bovenkant; ziezoo." Evenals met de schoppenaas, laat gij de toeschou wers zien, dat de laatst genoemde aas in het aan gegeven plekje wordt geschoven. „Nu zijn alle drie azen dus weder teruggekeerd naar hun spel, en mijn handen zijn ledig. Ik heb niets in mijn mouw, en gij hebt u kunnen over tuigen, dat alles eerlijk in zijn werk is gegaan." Gij maakt onder het spreken een paar toepasse lijke bewegingen, als het laten zien uwer handen, vóór en achter, enz. en verwlgt: „Laat ons nu eens zien. Welke aas Zit er ook weer midden in het spel? O, ja! ruitenaas. Welnu, daar deze aas het verst verwijderd is van eenigen invloed van buiten, zal ik die aas bevelen; „Verdwijn!" (Gij spreekt dit woord luid en gebiedend uit, en klikt ter zelfder tijd met de kaarten), „en het zou mij hard verwonderen, wanneer die aas niet als de drommel gemaakt heeft, dat zij wegkwam." Gij geeft het spel in handen van een der toeschou wers. „Wilt u zoo goed zijn, de kaarten eens even na te loopen, en zeggen of ik gelijk heb? Ruitenaas mankeert? Hoe kan het ook anders, als zij in mijn vestzak zit." Gij laat eerst zien, dat gij niets in uw handen hebt, slaat vervolgens uw jas open, steekt de vingers in uw vestzak en haalt er de ivermiste kaart lang zaam uit. Verklaring. Wanneer gij bij den aanvang van dit kunstje, de drie kaarten laat zien, dan is de middelste kaart, ofschoon gij zegt, dat het ruiten aas is, en dit ook schijnt te zijn, in werkelijkheid die .kaart niet, maar is het hartenaas, die gij op de volgende manier op ruitenaas hebt doen gelijken. De hartenaas is met den top benedenwaarts ge plaatst, de klaveren- en schoppenaas, respectieve lijk aan weerskanten daarvan., zoodanig, dat zij elkander over het naar onderen gekeerde gedeel te van harten'aas kruisen en hun snijdingshoek juist den onderkant vormt eener ruit, terwijl het onder ste gedeelte van hartenaas, het bovenste gedeelte van dit ruit .vormt. Wanneer de kaarten worden geschikt precies op de manier, zooals het behoort, is de illusie volko men, en daar de toeschouwers van te voren niet weten wat er zal volgen, zal er bij niemand eenigen twijfel oprijzen, dat de .middelste kaart niet degene is, die gij zegt het te zijn. Gij zult u nog wel her inneren, dat u den raad gegeven is, onder het verloop van het kunstje, de schoppen- en de kla verenaas goed aan de toeschouwers te laten zien, alvorens ze tusschen het spel te steken, maar wanneer gij de valsche ruitenaas in het spel steekt moet de aandacht uwer hoorders alleen gevestigd worden op het feit, dat gij haar precies midden in het spel steekt, „en niet boven- of onderaan het spel." Niettegenstaande het opzettelijk verzuim, dat gij niet toont welke kaart dit is, ontgaan, dergelijke kleinigheden aan het overgroote deel der menschen, en nadat gij de beide andere azen duidelijk hebt getoond, zullen negen en negentig procent der toe schouwers van de honderd, zeker bereid zijn u zwart op wit te geven dat zij de figuren van alle drie de azen hebben gezien, alvorens deze door u in het spel werden geschoven. Verdere uitlegging is eigenlijk overbodig, want gij zult wel reeds hebben gegist, dat de echte ruitenaas door u uit het spel was genomen voor gij met dit kunstje zijt aangevangen en stilletjes in uw vest is blijven zit ten, tot dat het oogenblik daar was, om de kaart voor den dag te halen. Gij kunt het effect nog meer opvoeren, door de verdwijnende kaart uit de mouw eener dames blouse te voorschijn te laten komen, doch dit vereischt de medewerking eener zuster, vrouw, aanstaande of vriendin, die dan in het geheim dienen te worden ingewijd, want het spreekt van zelf dat de ruiten te voren in de mouw moet wor den verborgen, tenzij iemand die het kunstje ver toont, zoo handig is, de kaart met de hand weg te goochelen, maar dergelijke mogelijkheden, zijn in dit werkje geheel buiten .beschouwing gebleven. Het geklik of geritsel, waarvan wij hierboven mel ding maakten, is een kleine bijzonderheid, die een dramatisch effect te iweegbrengt, en bij verschei dene kunstjes dienst doet, als het rechte oogenblik daarvoor is aangebroken. Het wordt aldus gedaan. Men neemt het spel kaarten r,echt overeind met de onderste helft in de linkerhand. Met duim en voor vinger van. 'de rechterhand, wordt het bovenste gedeelte van de kaarten achterwaarts gebogen, waarna men de kaarten één voor één, doch zeer snel aan de hand laat ontglippen, 't Loslaten der kaar ten veroorzaakt een zeer scherp geritsel, wat zeer veel effect maakt, indien het op het juiste oogen blik wordt te pas gebracht. Een zeer' ongeloofwaardig verhaal, samengesteld naar het verhaal van den bezitter van een kleine auto is het volgende: Een groote 8 cylinder luxe automobiel, 100 paards, was halverwege een heuvel blijven steken. De eigenaar van een auto, ter groote van een flinke kinderwagen, stopte en vroeg; Wat scheelt er aan? Zai ik U over den top van den heuvel trekken? De eigenaar .van den 100-paards wagen glimlachte vriendelijk en zei; Nu als u wilt probeeren, mij met dat stukje speelgoed van u, over den heuvel te trekken, is de risico voor U. Het kleine auto-tje trok den grooten over den top. Toen vroeg de eigenaar van den grooten wagen; Wat is al die rook, die achter uit uw wagen komt? Dat? was het antwoord, Nou, dat zou u mis schien niet willen gelooven. Maar laat ik nu al dien tijd met al .mijn remmen vast gereden hebben! Marietje, zei de vader boos, zag ik dat die jonge man je gisteravond kuste? Ik weet niet, wat U zag, vader. Je draait, Marietje, antwoord me regelrecht, deed hij het? Nou, vader, u denkt toch zeker niet, dat hij dat heele eind kwam loopen en zijn heelen avond daar voor nam, alleen om onze goudbvisch te zien? Een motorrijder, die een dorp binnenreed, zag tot zijn verbazing, dat een oude man den weg afrende, zoo hard hij maar kon. Waarom loop je zoo hard, vroeg de motorrijder. Daar ginds is een circus en daar is een leeuw losgebroken. Welke kant is die uitgegaan? Nou, ook een vraag! U denkt toch zeker niet, dat ik die leeuw achterna zit?! Boer; Hoe kom je aan dat blauwe oog? Nieuwe knecht: Die oude zwart-'bonte sloeg me onder het melken aldoor met haar staart in me gezicht. Nou, en toen heb ik er een steen aange bonden. De moeilijkheid is, dokter, dat ik zoo verschrik kelijk hard Isnurk. Weet u wel, .dat ik soms zoo luid snurk, dat ik er zelf wakker van wordt?! Waarom gaat u dan niet in een andere kamer slapen? O, vader, weet u ook of Noach een vrouw had? Ja natuurlijk, Jeanne d'Arc! Vraag toch wiet van die domme dingen! Wat heb jij gedaan, dat je 'hier in de gevangenis zit? Niets! Ik liep langs een weg en toen raapte ik een oud eindje touw op! En daarvoor hebben ze je in de gevangenis gezet?! Nou ja, d'r zat een 'koe aan het andere eind van dat touw. Ga'st: Ober, er zit een vlieg in mijn. portie vanille- ijs! Keilner: Laat u 'hem maar bevriezen, wel goed voor hem. Ik zal hem leeren, 'die kleine smeerpoets lag gisteravond in de soep! Professor; Ober, een half uur geleden heb ik een biefstuk besteld! Heb je dat vergeten, of heb ik hem al op, of heb ik hem nog niet besteld? Het huis was zeer snel gebouwd en verhuurd, 'De huiseigenaar kwam en vroeg: Vindt u het huis com fortabel en stevig gebouwd? Nou, zei de 'huurder, ik ga altijd op straat staan, als ik moet niezen. Uit een advertentie van een groote stoomwassche- rij en blekerij: „Doodt Uw vrouw niet! Laat ons het vuile werk doen!" ZONDAG 15 JANUARI 1928 BLOEMENDAAL. NED, HERV. GEMEENTE, voormiddags 10 uur, Ds. J. C. van Dijk, Collecte voor den dienst te Overveen. n.m. 5 uur Ds. J. C. van Dijk. Bidstond Zaterdag 14 Jan., 's avonds 9 uur in de consistoriekamer. JONGELIEDENSAMENKOMST in gebouw „Maranatha", 'des voormid'dags 10 uur. De heer W. F. G. Dankbaar, n.m. 8 uur Ds. J. C. van Dijk, Bijbellezing. GEREFORMEERDE KERK, voormiddags 10 uur, Ds. J. C. Brussaard. n.m. 5 uur, dezelfde. NiEDERLANDSOHE PROTESTANTENBOND in het Bondskerkje, Potigieterweg 4, v.m. 10.30 uur. Prof. Dr. G. J. Heering, Leiden. OVERVEEN. NED, HERV. GEMEENTE (Ramplaan) v.m. 10 uur, De heer K. Koopman. AERDENHOUT. „RELIGIEUZE KRING" AerdenhoutBentveld. Vereeniginigslokaal Eikenlaan 5, v.m. 10.30 uur. Prof. Dr. H. T. de Graaf, Hoogleeraar, Leiden. SANTPOORT. NBD. HERV. GEMEENTE, voormiddags 10 uur, Prof. Dr. G. A. van den Bergh van Eytinga. In alle gebrek voorzien" (Mat. 11:5). Doopsbediening.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1928 | | pagina 3